Verslag van de doorlichting van Vrije Basisschool Sint-Tillo te Izegem

Transcriptie

1 Verslag van de doorlichting van Vrije Basisschool Sint-Tillo te Izegem instellingsnummer Data van het doorlichtingsbezoek , , , Doorlichtingsteam Ann BRYS Dirk VAN DEN BOSSCHE INHOUDSTAFEL 1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS TOELICHTING BIJ HET VERSLAG IN WELKE MATE ONTWIKKELT DE SCHOOL HAAR EIGEN KWALITEIT? IN WELKE MATE VERSTREKT DE SCHOOL KWALITEITSVOL ONDERWIJS? De onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling Nederlands in de lagere afdeling Muzische Vorming in de lagere afdeling De leerlingenbegeleiding IN WELKE MATE VOERT DE SCHOOL EEN DOELTREFFEND BELEID OP HET VLAK VAN BEWOONBAARHEID, VEILIGHEID EN HYGIËNE? RESPECTEERT DE SCHOOL DE REGELGEVING? SAMENVATTING In welk mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? De leerlingenbegeleiding De onderwijsleerpraktijk In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNING EN AANBEVELINGEN...20

2 1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS Instelling Vrije Basisschool Sint-Tillo Instellingsnummer Hoofdstructuur basisonderwijs Beleidsverantwoordelijke Nele WINDELS Adres Baron De Pélichystraat Izegem Telefoonnummer Website Bestuur Opvoeding en Onderwijs Burgemeester Vandenbogaerdelaan Izegem Scholengemeenschap De Zorg Burgemeester Vandenbogaerdelaan Izegem CLB Vrij CLB Izegem Meensestraat Izegem De instelling organiseert onderwijs in volgende vestigingsplaatsen: Burgemeester Vandenbogaerdelaan 53 / 8870 Izegem Baron De Pélichystraat 6 / 8870 Izegem 1

3 2 TOELICHTING BIJ HET VERSLAG Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting? Elke doorlichting biedt een antwoord op twee onderzoeksvragen. 1. In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk? 2. In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs dat tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit (het OK) en respecteert ze de regelgeving? Om de twee onderzoeksvragen te beantwoorden, voert de onderwijsinspectie tijdens elke doorlichting vier onderzoeken uit: een onderzoek naar de kwaliteitsontwikkeling; een onderzoek naar de onderwijsleerpraktijk; een onderzoek naar één kwaliteitsgebied; een onderzoek naar het beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit? De onderwijsinspectie gaat na of de school tegemoet komt aan de kwaliteitsverwachtingen van het OK aan de hand van een relevante steekproef. De onderzoeken zijn steeds gebaseerd op een triangulatie van onderzoeksmethoden en bronnen (kwantitatieve en kwalitatieve data, documenten, observaties, gesprekken en gevalstudies). De onderwijsinspectie betrekt ook relevante stakeholders bij de onderzoeken. Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie? Het doorlichtingsteam situeert de kwaliteitsontwikkeling en de kwaliteit van de school aan de hand van ontwikkelingsschalen. Door met ontwikkelingsschalen te werken, wil de onderwijsinspectie het schoolteam stimuleren om de eigen kwaliteit te (blijven) ontwikkelen. De ontwikkelingsschalen zijn gebaseerd op het OK en bestaan telkens uit vier niveaus. Het verslag stelt de antwoorden op de onderzoeksvragen ook visueel voor. beneden de verwachting: er zijn meerdere essentiële elementen die voor verbetering vatbaar zijn. benadert de verwachting: er zijn naast sterke punten ook nog meerdere punten ter verbetering. Daardoor voldoet het geheel nog niet aan de verwachting. volgens de verwachting: er zijn veel sterke punten en geen belangrijke punten of gebieden ter verbetering. Het geheel voldoet aan de verwachting. overstijgt de verwachting: er zijn vele sterke punten, met inbegrip van significant voorbeeld van goede praktijk. Het ontwikkelingsniveau 'volgens de verwachting' bevat de kwaliteitsverwachtingen uit het OK. Dit niveau betekent dus voluit: 'volgens de verwachting van het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit'. 2

4 Het ontwikkelingsniveau 'overstijgt de verwachting' bevat dezelfde kwaliteitsverwachtingen, maar op dat niveau verwacht de onderwijsinspectie ook een voorbeeld van goede praktijk. De criteria voor een voorbeeld van goede praktijk zijn als volgt. De praktijk overstijgt het gangbare. De praktijk heeft een positieve impact op de resultaten en effecten bij de leerlingen. De praktijk is ingebed in de werking van de instelling of de werking van een deelteam. De praktijk is onderbouwd vanuit evaluaties of instellingsspecifieke noden of is gebaseerd op vernieuwde inzichten op het vlak van onderwijskwaliteit. De praktijk kan (na vertaalslag naar een andere context) andere scholen inspireren. Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie? De onderwijsinspectie formuleert een advies aan de Vlaamse Regering over de verdere erkenning van de school. Er zijn twee adviezen mogelijk. Indien de school in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, formuleert het doorlichtingsteam een gunstig advies. Dit advies heeft twee varianten: een gunstig advies zonder meer een gunstig advies met de verplichting om te werken aan de tekorten. Indien de school niet in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, kan het doorlichtingsteam een ongunstig advies formuleren. Dit advies heeft twee varianten: een ongunstig advies met mogelijkheid om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt op voorwaarde dat het bestuur het engagement aangaat om zich bij het werken aan de tekorten extern te laten begeleiden. Indien het schoolbestuur gebruik maakt van het recht om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt en zich extern laat begeleiden, volgt er een nieuwe doorlichting binnen een tijdspanne die de onderwijsinspectie bepaalt op basis van de ernst en de aard van de tekorten en die minimum 90 dagen bedraagt, behalve als de tekorten betrekking hebben op de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne; een ongunstig advies zonder mogelijkheid om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. Het schoolbestuur kan een beroep indienen tegen die onmogelijkheid. Binnen de 60 kalenderdagen na het indienen van het beroep, onderzoekt een nieuw en paritair samengesteld doorlichtingsteam de argumenten die het bestuur aangeeft om te rechtvaardigen dat er wél een mogelijkheid moest zijn om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. Hoe gaat het verder na de doorlichting? De school ontvangt het doorlichtingsverslag enkele dagen na het einde van de doorlichting. De directeur kan dan feitelijke onjuistheden melden die het doorlichtingsteam nog kan rechtzetten. Het advies en de inschalingen kunnen op dat moment echter niet meer worden gewijzigd. Uiterlijk binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het doorlichtingsverslag kan de directie of het bestuur een bespreking van het verslag aanvragen bij de inspecteur-generaal. Die aanvraag wordt schriftelijk ingediend en gebeurt zoals aangegeven op de website van de onderwijsinspectie. De bespreking wordt zo spoedig mogelijk gepland en het bestuur bepaalt zijn vertegenwoordiging. Het doel van dit bijkomende gesprek is verduidelijking over het verslag te krijgen. Voor meer informatie, raadpleeg en 3

5 3 IN WELKE MATE ONTWIKKELT DE SCHOOL HAAR EIGEN KWALITEIT? Visie en strategisch beleid Het schoolteam weet wat het met zijn onderwijs wil bereiken, hoe het de schoolwerking wil vormgeven en hoe het de ontwikkeling van de kleuters en leerlingen wil stimuleren. Een geactualiseerde visie stemt in groeiende mate af op de input en de context van de school en op de regelgeving. Onder begeleiding van een gedreven schoolleider vindt ze geleidelijk aan breed en zichtbaar ingang in de schoolwerking. De schoolleider stimuleert hierbij sterk de gezamenlijke verantwoordelijkheid om de visie stapsgewijs te realiseren. Een expliciete verbinding van de visieontwikkeling met de vooropgestelde onderwijskundige prioriteiten over de afdelingen heen, heeft hierbij nog groeikansen. Organisatiebeleid Recentelijk ontwikkelt en voert de school een beleid, waarbij participatie en dialoog belangrijk zijn. De teamleden staan in groeiende mate open voor externe vragen en verwachtingen. Het beleidsteam stimuleert onder leiding van de schoolleider in vernieuwing, reflectie en expertisedeling tussen de teamleden. De samenwerking tussen de kleuterafdeling en de lagere afdeling omtrent onder andere de evaluatiepraktijk en aansluitend hierop de brede beeldvorming binnen de leerlingenbegeleiding is hierbij een belangrijk aandachtspunt en vereiste. Het schoolteam werkt samen met anderen om de onderwijsleerpraktijk en de schoolwerking te versterken. Onder impuls van de schoolleider communiceert het frequent, transparant en doelgericht over zijn werking met interne en externe belanghebbenden. 4

6 Onderwijskundig beleid De school ontwikkelt de kwaliteit van haar onderwijsleerpraktijk, maar doet dat veeleer fragmentair en niet schoolbreed. De maatregelen zijn nog niet altijd doelgericht en de afspraken zijn over de afdelingen heen niet steeds duidelijk voor alle teamleden. Op schoolniveau ontbreekt een visie op effectief taalvaardigheidsonderwijs met oog voor de context en de leerlingenpopulatie en op een doelgerichte muzische vorming. De school ondersteunt de teamleden in groeiende mate maar weinig doelgericht. Het schoolteam staat voor de uitdaging om het huidige, soms te beperkte, nascholingsbeleid te verruimen tot een efficiënt professionaliseringsbeleid dat inzet op samen school maken en leren van elkaar. Systematische evaluatie van de kwaliteit De school evalueert verschillende aspecten van de schoolwerking, maar heeft daarbij nog beperkt aandacht voor de evaluatie van de onderwijsleerpraktijk. De evaluatie is weinig systematisch en structureel ingebouwd in de schoolwerking. Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit De school heeft bij haar evaluaties beperkte aandacht voor de resultaten en effecten bij de leerlingen. De school benut bij haar evaluaties niet altijd alle beschikbare kwalitatieve en kwantitatieve bronnen of de expertise van relevante partners. Hierdoor komt de betrouwbaarheid van de evaluaties in het gedrang. Het beleidsteam stimuleert een cultuur van informatiegeletterdheid om van hieruit toekomstgericht meer en beter richting te kunnen geven aan de schoolontwikkeling. Borgen en bijsturen Het schoolteam heeft zicht op sterke punten en ontwikkelkansen, maar dat zicht is onvolledig. Het schoolteam bewaart en verspreidt niet altijd wat goed is. Het laat kansen liggen om zijn werking vanuit de evaluaties bij te stellen. Het onderwijskundig beleid verdient hierbij meer gewicht in de schoolontwikkeling zodat de vooropgestelde ontwikkelkansen een transparant en haalbaar karakter krijgen. Het schoolteam heeft behoefte aan een doelgerichte prioriteitenplanning op korte-, middellange- en lange termijn en dit gekoppeld aan zo concreet mogelijke leereffecten op leerlingen-, leraren- en schoolniveau. 5

7 4 IN WELKE MATE VERSTREKT DE SCHOOL KWALITEITSVOL ONDERWIJS? 4.1 De onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader. Het aanbod is grotendeels evenwichtig en sluit aan bij de ontwikkeling van de kleuters. Het taalaanbod kan nog krachtiger. Het krijgt vooral vorm op basis van eigen pedagogisch-didactische inzichten en persoonlijke overtuigingen van de leraren. Die zijn niet altijd coherent en weinig gebaseerd op actuele ontwikkelingen en onderbouwde expertise. Een ondersteunende schoolvisie voor de aanpak op basis van kennis over taalverwervingsprocessen, woordenschatontwikkeling en ontluikende geletterdheid ontbreekt vooralsnog. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren benutten de beginsituatie van de groep kleuters om haalbare en uitdagende doelen voor de meeste kleuters te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. Het aanbod is veelal samenhangend, betekenisvol en activerend en ondersteunt het leren en de brede, harmonieuze ontwikkeling. Kleuters krijgen kansen om te experimenteren en te exploreren. De verticale samenhang en de afstemming op de doelgroepen bij kalenders, pictogrammen, stappenplannen, afspraken voor zelfregulatie... kan nog versterkt worden. De onderwijsorganisatie bevordert het nastreven van de doelen. 6

8 Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positieve en stimulerende speelleeromgeving. De leraren motiveren de kleuters, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan vaak met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De wachttijden bij rituelen, eeten drinkmomenten of toiletbezoek kunnen sterker en gerichter benut worden als (talige) leermomenten. De mate waarin buitenklasactiviteiten beschouwd worden als pedagogische momenten is wisselend. De leraren creëren in zekere mate warme transitiemomenten tussen de school en het gezin om het gewenningsproces van de kleuters te bevorderen. Er zijn weinig structurele communicatiemedia met de ouders en nauwelijks afspraken voor een heldere schriftelijke communicatie. Materiële leeromgeving De materiële leeromgeving ondersteunt het nastreven van de doelen en stimuleert de ontwikkeling van de kleuters. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in. Ze hebben en verzamelden heel wat materialen en creëren uitdagende, verrijkte hoeken gelinkt aan het thema. Aangepaste toiletten en een verzorgingsruimte in de onmiddellijke omgeving van de klassen (van de jongste kleuters) ontbreken. Feedback De leraren geven geregeld ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij ze vooral vertrekken vanuit de leerervaringen van de kleuters. De feedback is zowel op het product als op het proces gericht. De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. De feedback is vooral aanmoedigend en bevestigend en in mindere mate gericht op de volgende stappen in het (talige) leerproces. De kleuter- en/of leerlingenevaluatie De evaluatie en de observaties zijn onvoldoende representatief voor het gevalideerd doelenkader. De losse observaties, de keuzes die de leraren maken voor evaluaties en de (verouderde) genormeerde testen komen onvoldoende tegemoet aan het streven naar een brede, transparante evaluatie die afgestemd is op alle kleuters en geïntegreerd is in het onderwijsleerproces. Een doordachte visie op evaluatie onder andere vanuit een doelgerichte observatieprakijk ontbreekt vooralsnog. Leereffecten Uit de onderwijsleerpraktijk, de weliswaar veeleer intuïtieve kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk en het kleuterwelbevinden blijkt dat het team voldoende inspanningen levert, die daadwerkelijk bijdragen tot de ontwikkeling van de kleuters. 7

9 4.2 Nederlands in de lagere afdeling Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort gedeeltelijk met het gevalideerd doelenkader. De volledigheid, het evenwicht van het aanbod en de afstemming op het verwachte beheersingsniveau zijn nog werkpunten. Er zijn weinig afspraken over het talige onderwijsaanbod. In verschillende leerjaren overwegen de technisch-cognitieve componenten (spelling, technisch lezen) op de communicatieve en creatieve aspecten van het leergebied. Het aanbod van de domeinen spreken en luisteren is veeleer beperkt en is nauwelijks doelgericht. Een ondersteunende schoolvisie voor de aanpak op basis van onderbouwde kennis over taalvaardigheidsonderwijs ontbreekt vooralsnog. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren stellen haalbare en uitdagende doelen voor de meeste leerlingen. De afstemming van het onderwijsleerproces op de beginsituatie van de leerlingen is voor verbetering vatbaar. De aansluiting van het eerste leerjaar op de kleuterafdeling en op het tweede leerjaar kan versterkt worden. Leraren laten nog kansen liggen om het aanbod samenhangend, betekenisvol en interactief te maken. De onderwijsorganisatie is nog te weinig gericht op het bereiken van de doelen. Dit komt onder meer tot uiting in het leesonderwijs: de genomen maatregelen en de inspanningen om de leesontwikkeling te verbeteren, zijn op zich waardevol, maar kaderen niet in een doelgericht, coherent en planmatig lees/taalbeleid waardoor de opbrengsten niet optimaal zijn. 8

10 Leer- en leefklimaat De leraren streven een positief en stimulerend leer- en leefklimaat na. De leraren motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan vaak met hen in interactie en houden in zekere mate rekening met hun inbreng. De leraren maken meestal efficiënt gebruik van de lestijd. Materiële leeromgeving De materiële leeromgeving ondersteunt veelal het bereiken van de doelen. Voor de ondersteuning van een krachtig leesbeleid met aandacht voor leesplezier beschikt de school over weinig kwaliteitsvolle, actuele boeken. Bezoeken aan de openbare bibliotheek komen hieraan maar gedeeltelijk tegemoet. Bovendien zijn de boeken niet overal aantrekkelijk en uitnodigend gepresenteerd. In het klasbeeld zijn vooral heuristieken voor spelling en algemene leerstrategieën aanwezig. Strategische vaardigheden voor spreken, luisteren, lezen en schrijven zijn er nauwelijks. Een beperkt aantal leraren zet in op een klasinrichting die interactiekansen en coöperatief leren tussen de leerlingen stimuleert. Feedback De leraren geven af en toe productgerichte feedback, die duidelijk, constructief, gedoseerd en motiverend is en die past binnen een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Ze laten kansen liggen om de feedback ontwikkelingsgericht te formuleren en systematisch in te bedden in het onderwijsleerproces. De kleuter- en/of leerlingenevaluatie De evaluatie is beperkt representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. Zo zijn er geregeld spellingtoetsen en toetsen van de ontwikkeling van het technisch lezen, maar een doelgerichte evaluatie van de communicatieve vaardigheden ontbreekt grotendeels. De leraren laten nog kansen liggen om te komen tot een transparante, betrouwbare en brede evaluatie. Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk en het leerlingenwelbevinden bieden gedeeltelijke garanties dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. 9

11 4.3 Muzische Vorming in de lagere afdeling Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod is onvoldoende afgestemd op het gevalideerd doelenkader. Het muzisch aanbod bestrijkt niet alle domeinen evenwichtig en volledig van doelen. De aandacht voor kennis, vaardigheden en attitudes is leraarafhankelijk grotendeels evenwichtig. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De doelen die de leraren voorop stellen zijn veelal haalbaar voor de meeste leerlingen, maar de doelen zijn vaker gericht op een motorische en technische ontwikkeling dan op muzische leerprocessen. De afstemming van het onderwijsleerproces op de beginsituatie van de leerlingen is voor verbetering vatbaar. De leraren laten nog kansen liggen om het aanbod samenhangend, betekenisvol en activerend te maken. Het stimuleren en verwerven van een muzische grondhouding doorheen de verschillende domeinen is beperkt. De leerlingen krijgen hiervoor leraarafhankelijk weinig exploratie- en experimenteerkansen die uitmonden in een persoonlijke en creatieve expressie. De onderwijsorganisatie en de muzische activiteiten zijn nog weinig gericht op het bereiken van de doelen. Het leergebied muzische vorming staat tegenover andere leergebieden minder evenwaardig op de schoolkaart en maakt weinig verbinding met de zorgwerking en leerlingenbegeleiding. 10

12 Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. De leraren motiveren de leerlingen, ondersteunen hen en waarderen hen. De meeste leraren gaan vaak met hen in interactie en een aantal leraren houdt rekening met hun inbreng. Deze leraren hebben, in functie van de vormgeving van het muzisch proces, veelal muzische onderwijsdoelen voor ogen en maken efficiënt gebruik van de lestijd. Materiële leeromgeving De materiële leeromgeving ondersteunt veelal het bereiken van de doelen. De leraren laten kansen liggen om de beschikbare uitrusting efficiënt in te zetten. Het schoolteam heeft geen afspraken omtrent de vereiste leermiddelen en mist hierdoor overzicht op schoolniveau. De infrastructuur is veelal beperkt waardoor het onderwijsaanbod binnen de domeinen beweging en drama organisatorisch en inhoudelijk in het gedrang komt. Feedback De leraren geven af en toe voornamelijk productgerichte feedback, die duidelijk, constructief, gedoseerd en motiverend is en die past binnen een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Ze laten kansen liggen om de feedback ontwikkelingsgericht te formuleren en systematisch in te bedden in het muzische onderwijsleerproces van de leerlingen. De kleuter- en/of leerlingenevaluatie De evaluatie is onvoldoende representatief voor het gevalideerd doelenkader. De evaluatie is onvoldoende transparant, onvoldoende afgestemd op de doelgroep en weinig geïntegreerd in het onderwijsleerproces. Enkele leraren maken tijd vrij voor reflectie en eerste vormen van zelfevaluatie waardoor een eerder procesgerichte evaluatie hier meer kansen krijgt. De muzische evaluatie stimuleert weinig persoonlijke muzische groei van de leerlingen. Een aantal leraren focust binnen het evaluatiegebeuren grotendeels op technische en cognitieve doelen waardoor de brede evaluatie van muzische competenties in het gedrang komt. Leereffecten De school kan vanuit het onevenwichtige onderwijsaanbod en de beperkte evaluatie van de brede muzische competenties van de leerlingen niet aantonen dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. 11

13 4.4 De leerlingenbegeleiding Brede basiszorg Het schoolteam streeft ernaar de optimale ontwikkeling van alle leerlingen te stimuleren. Het schoolteam levert een aantal inspanningen om een krachtige leeromgeving te creëren en plant een aantal acties op het vlak van leren en studeren, onderwijsloopbaan, psychisch en sociaal functioneren en preventieve gezondheidszorg. Het schoolteam laat kansen liggen om de leeromgeving en acties optimaal af te stemmen op de schoolcontext en de kenmerken van de leerlingengroep en om de acties op klas- en schoolniveau te implementeren. Het schoolteam heeft in beperkte mate zicht op wat de ontwikkeling van de (specifieke) leerlingen(groep) kan bevorderen. De teamleden leggen hierbij weinig linken met de eigen pedagogisch-didactische invulling van de onderwijsleerpraktijk in de verschillende leergebieden en de hieraan gekoppelde specifieke evaluatiepraktijk. 12

14 Passende begeleiding Het schoolteam heeft gedeeltelijk zicht op de specifieke onderwijsbehoeften van alle leerlingen en baseert daarop een transparante en stapsgewijze begeleiding gericht op gelijke kansen. De begeleiding wordt individueler naarmate de nood aan zorg stijgt maar krijgt soms een enge invulling vanuit een te beperkte beeldvorming op de totaalontwikkeling van de kleuters en de leerlingen. Het schoolteam slaagt er niet altijd in voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften optimale en doelgerichte begeleidende maatregelen op maat te nemen, de effecten ervan op te volgen en indien nodig bij te sturen. Het schoolteam neemt nog niet alle gelegenheden te baat om de leerlingen en hun ouders doelgericht en haalbaar bij de begeleiding te betrekken en om hierover laagdrempelig naar alle leerlingen en ouders toe te communiceren. De systematische inschakeling van externe begeleiding verdient een kritische blik onder andere in functie van de afstemming van deze individuele begeleiding op de brede basiszorg binnen de klasmuren van de kleuter en de leerling. Samenwerking met het CLB De school werkt systematisch, planmatig en transparant samen met het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) op basis van schoolspecifieke samenwerkingsafspraken op het vlak van leerlingenbegeleiding en versterking van het schoolteam. Het schoolteam baseert zijn ondersteuningsvragen op concrete noden en op een analyse van knelpunten. Ze doet dit voornamelijk vanuit de bril van de individuele leerlingenbegeleiding en minder vanuit de eigen pedagogisch-didactische ondersteuningsbehoeften van de leraren. Wanneer de brede basiszorg en de maatregelen uit de verhoogde zorg niet volstaan, formuleert de school een hulpvraag aan het CLB. De verfijning van deze hulp- of zorgvraag gericht op de doelgerichtheid van de onderwijsbehoefte van de leerling en de ondersteuningsbehoefte van de leraar heeft hierbij nog groeikansen. Voor een doorverwijzing naar een schoolexterne begeleiding doet het schoolteam vrijwel steeds een beroep op de draaischijffunctie van het CLB. Ondersteuning van de leraren De school heeft een eerste en beperkt zicht op de ondersteuningsbehoeften van de leraren over de afdelingen heen. Het schoolteam hanteert maatregelen en afspraken en organiseert zowel individuele als teamgerichte professionaliseringsactiviteiten. Die hebben echter actueel een beperkte impact op de vormgeving van de leerlingenbegeleiding en op de versterking van het pedagogisch-didactisch handelen van leraren in de brede basiszorg. De ondersteuning is meestal leraar- en teamgericht, maar heeft een beperkt effect op de onderwijsleerpraktijk. De begeleidingsinitiatieven verlopen in groeiende mate gecoördineerd en missen opvolging, coaching en ondersteuning tot op de klasvloer. Het schoolteam doet in groeiende mate een doelgericht beroep op bijkomende inhoudelijke expertise van het CLB, op de pedagogische begeleidingsdienst of een andere externe dienst of op het ondersteuningsnetwerk. 13

15 5 IN WELKE MATE VOERT DE SCHOOL EEN DOELTREFFEND BELEID OP HET VLAK VAN BEWOONBAARHEID, VEILIGHEID EN HYGIËNE? Het bestuur van de school is verantwoordelijk voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de gebouwen en lokalen. De onderwijsinspectie doet hierop een marginale controle. Aan de hand van de volgende selectie van processen gaat ze na of de school hiervoor een doeltreffend beleid ontwikkelt en voert: elektriciteit noodplanning ongevallen en hulpverlening Planning en uitvoering De school neemt systematisch maatregelen en plant systematisch acties gericht op het voorkomen of inperken van risico s en het voorkomen of beperken van schade. Ze neemt deze acties op in het globaal preventieplan en het jaaractieplan. De preventieadviseur beschikt over een dynamisch en overzichtelijk digitaal plannings- en bewakingsinstrument dat hij nauwgezet aanvult. Een kleurencode ondersteunt de prioritering van de maatregelen. De school voert de geplande acties systematisch uit. Indien de uitvoering niet op korte termijn kan plaatsvinden, neemt de school doeltreffende compenserende maatregelen. 14

16 Ondersteuning De school ondersteunt de planning, de uitvoering en de evaluatie van de maatregelen en acties. Ze voorziet planmatig in financiële, materiële en personele middelen. Zowel voor noodplanning, elektriciteit als voor hulpverlening zijn voldoende financiële middelen voorzien, maar ze zijn niet uitgesplitst in de verschillende rubrieken van het globaal preventieplan/jaaractieplan. Op korte termijn is een opleiding tot hulpverlener voorzien voor alle personeelsleden. De pictogrammen voor evacuatie zijn recent aangevuld of aangepast. Systematische en betrouwbare evaluatie De school evalueert systematisch alle processen en bijhorende acties. Ze verzamelt gegevens om de kwaliteit van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne te evalueren en baseert zich hiervoor op diverse bronnen: de keuringsattesten, de verslagen van de rondgang van de preventieadviseur en van de arbeidsgeneesheer en de verslagen van de evacuatieoefeningen. De opvolging van de registratie van de ongevallen (met een grafische voorstelling) is een mooi voorbeeld van de nieuwe dynamiek en het nieuwe elan in het beleid inzake bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. De school betrekt relevante partners bij de evaluaties. Hierdoor zijn de evaluaties doorgaans betrouwbaar. Borgen en bijsturen De school heeft zicht op haar sterke punten en werkpunten. Ze bewaart en verspreidt wat kwaliteitsvol is. Ze ontwikkelt doelgerichte verbeteracties voor haar werkpunten. De preventieadviseur ondersteunt de school hierbij in zeer sterke mate. 15

17 6 RESPECTEERT DE SCHOOL DE REGELGEVING? De school dient zich te engageren om aan volgende inbreuken op de regelgeving te werken: De eigen kwaliteit systematisch onderzoeken en bewaken. - Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 08/05/ art. 6 Het kwaliteitsvol ondersteunen van het geboden onderwijs. - Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 08/05/ art. 4, 1 16

18 7 SAMENVATTING Legenda = beneden de verwachting = benadert de verwachting = volgens de verwachting = overstijgt de verwachting 7.1 In welk mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? Visie en strategisch beleid Organisatiebeleid Onderwijskundig beleid Systematische evaluatie van de kwaliteit Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit Borgen en bijsturen 7.2 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? De leerlingenbegeleiding Brede basiszorg Passende begeleiding Samenwerking met het CLB Ondersteuning van de leraren 17

19 7.2.2 De onderwijsleerpraktijk De onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod Leer- en leefklimaat Materiële leeromgeving Feedback De kleuter- en/of leerlingenevaluatie Leereffecten Nederlands in de lagere afdeling Muzische Vorming in de lagere afdeling 18

20 7.3 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Planning en uitvoering Ondersteuning Systematische en betrouwbare evaluatie Borgen en bijsturen 19

21 8 ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNING EN AANBEVELINGEN De onderwijsinspectie formuleert over de verdere erkenning van de school een GUNSTIG ADVIES waarbij het schoolbestuur zich dient te engageren om aan de hieronder vermelde tekorten te werken. De onderwijsinspectie doet de volgende aanbevelingen met het oog op de verdere kwaliteitsontwikkeling van de school: De kwaliteit borgen van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor het leer- en leefklimaat. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de kleuter- en/of leerlingenevaluatie. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de materiële leefomgeving. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de feedback. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot het leer- en ontwikkelingsgericht aanbod. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader. De tekorten wegwerken met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor muzische vorming in de lagere afdeling (erkenningsvoorwaarde). De tekorten wegwerken met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor Nederlands in de lagere afdeling (erkenningsvoorwaarde). De tekorten wegwerken met betrekking tot de leerlingenbegeleiding. De tekorten wegwerken met betrekking tot de kwaliteitsontwikkeling. 20