Verslag van de doorlichting van Sint-Franciscusinstituut te Brakel

Transcriptie

1 Verslag van de doorlichting van Sint-Franciscusinstituut te Brakel instellingsnummer Data van het doorlichtingsbezoek , , , , Doorlichtingsteam Johanna COEMAN Christa VANPOUCKE Erik DE BOU INHOUDSTAFEL 1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS TOELICHTING BIJ HET VERSLAG IN WELKE MATE ONTWIKKELT DE SCHOOL HAAR EIGEN KWALITEIT? IN WELKE MATE VERSTREKT DE SCHOOL KWALITEITSVOL ONDERWIJS? Geschiedenis in de eerste graad A-stroom (leerplan 2009/037) Aardrijkskunde in de tweede graad aso in de studierichtingen Grieks-Latijn, Latijn en Wetenschappen (leerplan 2012/002) Chemie in de tweede graad aso in de studierichting Wetenschappen (leerplan 2012/063) Wiskunde in de tweede graad aso in de studierichting Wetenschappen (leerplan 2002/047) Geschiedenis in de derde graad aso in de studierichtingen Latijn-moderne talen, Latijn-wetenschappen, Latijn-wiskunde, en Moderne talen-wetenschappen (leerplan 2001/006) Wiskunde in de derde graad aso in de studierichting Latijn-wiskunde (leerplan 2004/019) De leerlingenbegeleiding IN WELKE MATE VOERT DE SCHOOL EEN DOELTREFFEND BELEID OP HET VLAK VAN BEWOONBAARHEID, VEILIGHEID EN HYGIËNE? RESPECTEERT DE SCHOOL DE REGELGEVING? SAMENVATTING In welk mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? De leerlingenbegeleiding De onderwijsleerpraktijk In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNING EN AANBEVELINGEN BIJLAGE DOORLICHTINGSEENHEID...25

2 1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS Instelling Sint-Franciscusinstituut Instellingsnummer Hoofdstructuur voltijds secundair onderwijs Beleidsverantwoordelijke Katty VAN DE STEENE Adres Kasteeldreef Brakel Telefoonnummer Website Bestuur Vrij Katholiek Onderwijs Lilare Kasteeldreef Brakel Scholengemeenschap SGKSO Emmaüs Parkstraat Zottegem CLB Vrij CLB Zuid - Oost - Vlaanderen Burgschelde Oudenaarde De instelling organiseert onderwijs in volgende vestigingsplaatsen: Kasteeldreef 2 / 9660 Brakel 1

3 2 TOELICHTING BIJ HET VERSLAG Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting? Elke doorlichting biedt een antwoord op twee onderzoeksvragen. 1. In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk? 2. In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs dat tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit (het OK) en respecteert ze de regelgeving? Om de twee onderzoeksvragen te beantwoorden, voert de onderwijsinspectie tijdens elke doorlichting vier onderzoeken uit: een onderzoek naar de kwaliteitsontwikkeling; een onderzoek naar de onderwijsleerpraktijk; een onderzoek naar één kwaliteitsgebied; een onderzoek naar het beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit? De onderwijsinspectie gaat na of de school tegemoet komt aan de kwaliteitsverwachtingen van het OK aan de hand van een relevante steekproef. De onderzoeken zijn steeds gebaseerd op een triangulatie van onderzoeksmethoden en bronnen (kwantitatieve en kwalitatieve data, documenten, observaties, gesprekken en gevalstudies). De onderwijsinspectie betrekt ook relevante stakeholders bij de onderzoeken. Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie? Het doorlichtingsteam situeert de kwaliteitsontwikkeling en de kwaliteit van de school aan de hand van ontwikkelingsschalen. Door met ontwikkelingsschalen te werken, wil de onderwijsinspectie het schoolteam stimuleren om de eigen kwaliteit te (blijven) ontwikkelen. De ontwikkelingsschalen zijn gebaseerd op het OK en bestaan telkens uit vier niveaus. Het verslag stelt de antwoorden op de onderzoeksvragen ook visueel voor. beneden de verwachting: er zijn meerdere essentiële elementen die voor verbetering vatbaar zijn. benadert de verwachting: er zijn naast sterke punten ook nog meerdere punten ter verbetering. Daardoor voldoet het geheel nog niet aan de verwachting. volgens de verwachting: er zijn veel sterke punten en geen belangrijke punten of gebieden ter verbetering. Het geheel voldoet aan de verwachting. overstijgt de verwachting: er zijn vele sterke punten, met inbegrip van significant voorbeeld van goede praktijk. Het ontwikkelingsniveau 'volgens de verwachting' bevat de kwaliteitsverwachtingen uit het OK. Dit niveau betekent dus voluit: 'volgens de verwachting van het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit'. 2

4 Het ontwikkelingsniveau 'overstijgt de verwachting' bevat dezelfde kwaliteitsverwachtingen, maar op dat niveau verwacht de onderwijsinspectie ook een voorbeeld van goede praktijk. De criteria voor een voorbeeld van goede praktijk zijn als volgt. De praktijk overstijgt het gangbare. De praktijk heeft een positieve impact op de resultaten en effecten bij de leerlingen. De praktijk is ingebed in de werking van de instelling of de werking van een deelteam. De praktijk is onderbouwd vanuit evaluaties of instellingsspecifieke noden of is gebaseerd op vernieuwde inzichten op het vlak van onderwijskwaliteit. De praktijk kan (na vertaalslag naar een andere context) andere scholen inspireren. Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie? De onderwijsinspectie formuleert een advies aan de Vlaamse Regering over de verdere erkenning van de school. Er zijn twee adviezen mogelijk. Indien de school in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, formuleert het doorlichtingsteam een gunstig advies. Dit advies heeft twee varianten: een gunstig advies zonder meer een gunstig advies met de verplichting om te werken aan de tekorten. Indien de school niet in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, kan het doorlichtingsteam een ongunstig advies formuleren. Dit advies heeft twee varianten: een ongunstig advies met mogelijkheid om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt op voorwaarde dat het bestuur het engagement aangaat om zich bij het werken aan de tekorten extern te laten begeleiden. Indien het schoolbestuur gebruik maakt van het recht om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt en zich extern laat begeleiden, volgt er een nieuwe doorlichting binnen een tijdspanne die de onderwijsinspectie bepaalt op basis van de ernst en de aard van de tekorten en die minimum 90 dagen bedraagt, behalve als de tekorten betrekking hebben op de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne; een ongunstig advies zonder mogelijkheid om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. Het schoolbestuur kan een beroep indienen tegen die onmogelijkheid. Binnen de 60 kalenderdagen na het indienen van het beroep, onderzoekt een nieuw en paritair samengesteld doorlichtingsteam de argumenten die het bestuur aangeeft om te rechtvaardigen dat er wél een mogelijkheid moest zijn om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. Hoe gaat het verder na de doorlichting? De school ontvangt het doorlichtingsverslag enkele dagen na het einde van de doorlichting. De directeur kan dan feitelijke onjuistheden melden die het doorlichtingsteam nog kan rechtzetten. Het advies en de inschalingen kunnen op dat moment echter niet meer worden gewijzigd. Uiterlijk binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het doorlichtingsverslag kan de directie of het bestuur een bespreking van het verslag aanvragen bij de inspecteur-generaal. Die aanvraag wordt schriftelijk ingediend en gebeurt zoals aangegeven op de website van de onderwijsinspectie. De bespreking wordt zo spoedig mogelijk gepland en het bestuur bepaalt zijn vertegenwoordiging. Het doel van dit bijkomende gesprek is verduidelijking over het verslag te krijgen. Voor meer informatie, raadpleeg en 3

5 3 IN WELKE MATE ONTWIKKELT DE SCHOOL HAAR EIGEN KWALITEIT? Visie en strategisch beleid De school weet wat ze met haar onderwijs wil bereiken, hoe ze de schoolwerking wil vormgeven en hoe ze de ontwikkeling van de leerlingen wil stimuleren. Deze visie is afgestemd op de input en de context van de school en op de regelgeving. De visie vindt gedeeltelijk ingang in de schoolwerking en in de onderwijsleerpraktijk. De visie is nog te weinig richtinggevend binnen verschillende domeinen voor het bereiken van de onderwijsdoelen. De pedagogisch-didactische vertaling is nog niet voldoende expliciet aantoonbaar. De school stimuleert de gezamenlijke verantwoordelijkheid om de visie te realiseren. Organisatiebeleid De school ontwikkelt en voert een beleid, waarbij participatie en dialoog belangrijk zijn. Ze staat open voor externe vragen en verwachtingen en speelt daar geregeld op in. Ze stimuleert vernieuwing, reflectie en expertisedeling tussen de teamleden maar deze hebben nog niet altijd het gewenste effect op het onderwijsleerproces. De school werkt samen met anderen maar ze kan de impact van de samenwerkingsverbanden op de onderwijsleerpraktijk en op andere aspecten van de schoolwerking nog versterken. Ze communiceert frequent, transparant en doelgericht over haar werking met interne en externe belanghebbenden. 4

6 Onderwijskundig beleid De school ontwikkelt de kwaliteit van haar onderwijsleerpraktijk, maar doet dat nog onvoldoende schoolbreed. De maatregelen zijn nog niet altijd doelgericht en de afspraken zijn niet steeds duidelijk voor alle teamleden. Door systemen en structuren te ontwikkelen op school- en klasniveau kunnen afspraken en maatregelen doelgerichter worden ingezet. De school ondersteunt de teamleden, maar onvoldoende gebaseerd op concrete behoeften. Het onderzoek leerlingenbegeleiding en de verschillen die blijken uit het onderzoek van de onderwijsleerpraktijk in de vakken, illustreren dit. Systematische evaluatie van de kwaliteit De school evalueert verschillende aspecten van de schoolwerking, maar heeft daarbij nog beperkt aandacht voor de evaluatie van de onderwijsleerpraktijk. De evaluatie is weinig systematisch. Ze is veeleer gericht op het curatieve niveau en minder op het preventieve niveau. Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit De school besteedt bij haar evaluaties aandacht aan de resultaten en effecten bij de leerlingen. Ze baseert zich op kwalitatieve en kwantitatieve bronnen. Ze betrekt relevante partners bij haar evaluaties. De evaluaties zijn doorgaans betrouwbaar. Borgen en bijsturen De school heeft duidelijk zicht op haar sterke punten en werkpunten. Ze bewaart en verspreidt wat kwaliteitsvol is, maar nog niet altijd schoolbreed. Ze ontwikkelt nog niet altijd doelgerichte verbeteracties voor haar werkpunten. 5

7 4 IN WELKE MATE VERSTREKT DE SCHOOL KWALITEITSVOL ONDERWIJS? 4.1 Geschiedenis in de eerste graad A-stroom (leerplan 2009/037) Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig. Het aanbod is evenwichtig en afgestemd op het verwachte beheersingsniveau. Opvallend is de systematische aandacht voor het beoefenen van de historische vaardigheden. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren benutten de beginsituatie van de groep leerlingen om haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. Het aanbod is veelal samenhangend, betekenisvol en activerend en ondersteunt het leren. De leraren vertrekken vanuit de leefwereld van de leerlingen om de historische concepten te kaderen, maar dit gebeurt nog niet altijd vanuit probleemstellingen. De leerlingen krijgen voldoende kansen om actief deel te nemen aan de onderwijsleergesprekken. Het zelfgestuurd leren heeft nog groeikansen. De onderwijsorganisatie bevordert het bereiken van de doelen. 6

8 Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. De leraren motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan vaak met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De afwisseling tussen het persoonlijk invullen van de opdrachten in het leerwerkboek, het groepswerk en de passende coaching verhogen de relationele verbondenheid binnen de lesgroep. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd. Materiële leefomgeving De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in. De soms te kleine leslokalen verhinderen het nog frequenter gebruik van activerende werkvormen. Feedback De leraren geven af en toe productgerichte feedback, die duidelijk, constructief, gedoseerd en motiverend is en die past binnen een klimaat van veiligheid en vertrouwen. De vakcommentaren bij de verschillende feedbackmomenten zijn echter veelal vaststellend en weinig ontwikkelingsgericht geformuleerd. Reflecties gemaakt door leerlingen worden nog niet systematisch in hun leerproces of het onderwijsleerproces ingebed. De leerlingenevaluatie De evaluatie is representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. Het lerarenteam maakt volop werk van het formuleren van transparante en eenduidige evaluatiecriteria en het hanteren van een vakspecifiek evaluatiesysteem. De evaluatie is wel nog overwegend gericht op het product en is daardoor minder geïntegreerd in het leerproces. Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, het leerlingenwelbevinden en de studieresultaten tonen aan dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. De vakgroepwerking streeft in de kwaliteitsbewaking van de leerplanrealisatie naar nog meer gerichte implementatie van de leerlijnen rond het zelfgestuurd leren en betere uitwerking van permanente evaluatie. 7

9 4.2 Aardrijkskunde in de tweede graad aso in de studierichtingen Grieks-Latijn, Latijn en Wetenschappen (leerplan 2012/002) Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig. Ook de themaoverschrijdende doelstellingen krijgen de nodige aandacht. Het aanbod is afgestemd op het verwachte beheersingsniveau maar het evenwicht komt soms in het gedrang door lesuitval of uitbreidingdoelen. Sommige domeinen van doelen krijgen daardoor meer of minder aandacht dan verwacht. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren benutten de beginsituatie van de groep leerlingen om haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. Het aanbod is veelal samenhangend, betekenisvol en activerend en ondersteunt het leren. De leeractiviteiten zijn gevarieerd op het vlak van inhouden, contexten en groeperingsvormen. Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. De leraren motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan vaak met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren laten nog kansen liggen om de lestijd efficiënt te gebruiken. Materiële leefomgeving De materiële leeromgeving ondersteunt veelal het bereiken van de doelen. De noodzakelijke wandkaarten zijn niet altijd aanwezig en vlot hanteerbaar. De school laat kansen liggen op het vlak van ICT-mogelijkheden om het aanbod nog leerplangerichter te maken. 8

10 Feedback De leraren geven geregeld ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij ze vertrekken vanuit de doelen en de leerervaringen van de leerlingen. De feedback is veelal gericht op het product en nog te weinig op het proces. De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. De leerlingenevaluatie De evaluatie is beperkt representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De leraren laten nog kansen liggen om te komen tot een betrouwbare en brede evaluatie. De evaluatie is veelal gericht op kennis en minder op de vaardigheden. Ze peilt nog onvoldoende naar de mate waarin de leerlingen de leerplandoelen bereikt hebben. Leereffecten De onderwijsleerpraktijk en het leerlingenwelbevinden tonen aan dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. De leraren laten nog kansen liggen om dit via de evaluatie aan te tonen. 4.3 Chemie in de tweede graad aso in de studierichting Wetenschappen (leerplan 2012/063) Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig. Het aanbod is evenwichtig en afgestemd op het verwachte beheersingsniveau. De leraren laten nog kansen liggen om het aspect 'leren onderzoeken' uitgebreider aan bod te laten komen. 9

11 Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren benutten de beginsituatie van de groep leerlingen om haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. Het aanbod is veelal samenhangend, betekenisvol en activerend en ondersteunt het leren. De onderwijsorganisatie bevordert het bereiken van de doelen. Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. De leraren motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan vaak met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd. Materiële leefomgeving De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in. De verluchting van het productenlokaal is een aandachtspunt. Feedback De leraren geven geregeld ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij ze vertrekken vanuit de doelen en de leerervaringen van de leerlingen. De feedback is veelal gericht op het product en nog te weinig op het proces. De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. De leerlingenevaluatie De evaluatie is veelal representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De evaluatie is transparant, maar de leraren laten nog kansen liggen om te komen tot een betrouwbare en brede evaluatie, die is afgestemd op de doelgroep. Zo bevat de evaluatie van het domein 'leren onderzoeken' nog onvoldoende leerplandoelgerichte criteria. Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk, het leerlingenwelbevinden en de studieresultaten tonen aan dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. 10

12 4.4 Wiskunde in de tweede graad aso in de studierichting Wetenschappen (leerplan 2002/047) Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort gedeeltelijk met het gevalideerd doelenkader. Het evenwicht van het aanbod en de afstemming op het verwachte beheersingsniveau zijn nog werkpunten. Het is voor de leraren een uitdaging om, vanuit een gemeenschappelijke visie, tot concrete afspraken te komen over een evenwichtig aanbod van de vaardigheden en het verwachte beheersingsniveau. Het streven naar een hoge moeilijkheidsgraad leidt soms tot een negatieve impact op de leereffecten met betrekking tot de doelen van het gevalideerd doelenkader. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod Haalbare en uitdagende doelen stellen voor de leerlingengroep is een ontwikkelkans. De afstemming van het onderwijsleerproces op de beginsituatie van de leerlingen is voor verbetering vatbaar. De leraren laten nog kansen liggen om het aanbod samenhangend, betekenisvol en activerend te maken. De leraren gebruiken occasioneel authentieke en realistische contexten. De variatie in leeractiviteiten is veeleer beperkt. Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. De leraren motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd. 11

13 Materiële leefomgeving De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in. Een doelgericht gebruik van ICT door de leerlingen kan het realiseren van de doelen nog meer ondersteunen en de leereffecten verhogen. Feedback De leraren geven, vooral mondeling, productgerichte feedback, die duidelijk, constructief, gedoseerd en meestal motiverend is en die past binnen een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Ze laten kansen liggen om de feedback ontwikkelingsgericht te formuleren en systematisch in te bedden in het onderwijsleerproces. De rapportcommentaren naar aanleiding van de examens zijn een waardevolle aanzet tot ontwikkelingsgerichte feedback die vertrekt vanuit de doelen en de leerervaringen van de leerlingen. De leerlingenevaluatie De evaluatie is beperkt representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. Bij de examens valt op dat de evaluatie van rekenvaardigheid doorweegt ten opzichte van de evaluatie van leerplandoelen die andere vaardigheden beogen. Dat gebeurt vaak met opgaven met een hogere moeilijkheidsgraad dan het leerplan vooropstelt. De leraren laten nog kansen liggen om te komen tot een betrouwbare en brede evaluatie, die is afgestemd op de doelgroep. Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk en de studieresultaten bieden nog onvoldoende garanties dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. De visieontwikkeling en kwaliteitsbewaking van de evaluatiepraktijk is hiertoe een ontwikkelkans. 12

14 4.5 Geschiedenis in de derde graad aso in de studierichtingen Latijn-moderne talen, Latijnwetenschappen, Latijn-wiskunde, en Moderne talen-wetenschappen (leerplan 2001/006). Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig. Het aanbod is evenwichtig en afgestemd op het verwachte beheersingsniveau. De grote aandacht voor de heuristiek en voor de historische synthese waarbij verschillende informatiekanalen worden gecombineerd tot één geheel geeft het kritisch denken van de leerlingen een boost. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren benutten de beginsituatie van de groep leerlingen om haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. De leerinhouden sluiten voldoende aan bij de actualiteit en de interesses van de leerlingen. Doorheen de talrijke zelfstandige- en groepsopdrachten, onder meer in de zelfsamengestelde cursus, krijgen de leerlingen veel kansen om actief de leerinhouden te verwerken. Het aanbod ondersteunt het leren soms via stappenplannen. De onderwijsorganisatie bevordert het bereiken van de doelen. Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. De leraren motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan vaak met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De verschillende vakoverschrijdende opdrachten, de schoolbrede projecten (verkiezingen) en de extramurale activiteiten zorgen voor een enorme meerwaarde inzake de brede maatschappelijke interesses, betrokkenheid en het kritisch denken van de leerlingen. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd. 13

15 Materiële leefomgeving De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in, maar de beschikbaarheid van historische bronnen verdient nog meer aandacht. Feedback De leraren geven af en toe productgerichte feedback, die duidelijk, constructief, gedoseerd en motiverend is en die past binnen een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Reflectiemoment en positieve begeleidingscommentaren bij opdrachten zijn reeds in voege, maar de leraar laat nog kansen liggen om de feedback ontwikkelingsgericht te formuleren en systematisch in te bedden in het onderwijsleerproces. De leerlingenevaluatie De evaluatie is representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De evaluatie is transparant, betrouwbaar, breed, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces. Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk, het leerlingenwelbevinden en de studieresultaten tonen aan dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. De grote aandacht voor kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk door de vakgroep blijkt uit de inspanningen om zowel de leerlijnen als de procesevaluatie nog beter te implementeren. 4.6 Wiskunde in de derde graad aso in de studierichting Latijn-wiskunde (leerplan 2004/019) 14

16 Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig. Het aanbod is evenwichtig en meestal afgestemd op het verwachte beheersingsniveau. Het aanbod van bijkomende doelen is afgestemd op de doelgroep en heeft geen negatieve impact op de leereffecten met betrekking tot de doelen in het gevalideerd doelenkader. Bij de onderzoeksopdracht doorlopen de leerlingen alle stappen van informatieverwerving en -verwerking in het kader van de specifieke eindtermen onderzoekscompetentie. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraar benut meestal de beginsituatie van de groep leerlingen om haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. Het aanbod is veelal samenhangend, betekenisvol en activerend en ondersteunt het leren. De onderwijsorganisatie bevordert het bereiken van de doelen. Leer- en leefklimaat De leraar creëert een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. Hij motiveert de leerlingen, ondersteunt hen, waardeert hen, gaat vaak met hen in interactie en houdt rekening met hun inbreng. De leraar maakt efficiënt gebruik van de lestijd. Materiële leefomgeving De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraar zet de beschikbare uitrusting efficiënt in. De leerlingen gebruiken ICT om inzichten te verwerven en leerplandoelen te bereiken. Feedback De leraar geeft meestal productgerichte feedback, die duidelijk, constructief en gedoseerd is en die past binnen een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Hij laat echter kansen liggen om de feedback ontwikkelingsgericht te formuleren en systematisch in te bedden in het onderwijsleerproces. De leerlingenevaluatie De evaluatie is veelal representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod en is afgestemd op de doelgroep. De leraar laat nog kansen liggen om te komen tot een transparante, betrouwbare en brede evaluatie. De kwaliteitsbewaking van de examens wat betreft lay-out, aantal vragen, evenwicht tussen de evaluaties van leerplandoelen en eigen doelen en de puntenverdeling is nog een ontwikkelkans. Ook de procesevaluatie van de onderzoeksopdracht in het kader van de specifieke eindtermen onderzoekscompetentie is nog een aandachtspunt. Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk, het leerlingenwelbevinden en de studieresultaten bieden redelijke garanties dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. Door kwaliteitsbewaking van de evaluatiepraktijk kunnen die garanties versterken. 15

17 4.7 De leerlingenbegeleiding Brede basiszorg Het schoolteam streeft ernaar de optimale ontwikkeling van alle leerlingen te stimuleren. Het schoolteam levert heel wat inspanningen om een krachtige leeromgeving te creëren en plant een aantal acties op het vlak van leren en studeren, onderwijsloopbaan en psychisch en sociaal functioneren. Het domein preventieve gezondheidszorg krijgt minder aandacht. De school plant en coördineert haar brede basiszorg nog niet systematisch en cyclisch. Op het vlak van leren en studeren situeren de talrijke acties zich binnen de verantwoordelijkheid van de individuele leraren en de vakgroepen. De onderzoeken onderwijsleerpraktijk tonen een wisselend beeld wat betreft het creëren van een krachtige leeromgeving en het realiseren van een evenwichtig aanbod van preventieve acties enerzijds en remediërende acties anderzijds. Het schoolteam volgt de leerlingen systematisch op. 16

18 Passende begeleiding Het schoolteam heeft zicht op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen en baseert daarop een stapsgewijze begeleiding gericht op gelijke kansen. De zorgcoördinatoren nemen, samen met het CLB, hiertoe de nodige initiatieven. De begeleiding wordt individueler naarmate de nood aan zorg stijgt. Het schoolteam neemt voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften begeleidende maatregelen op maat. De systematische opvolging van de effecten is nog een uitdaging. Het schoolteam betrekt de leerlingen, de ouders en relevante partners bij de begeleiding. De communicatie over de begeleiding gebeurt frequent, is laagdrempelig en transparant. Het digitale leerlingvolgsysteem werkt ondersteunend voor de communicatie met de leerlingen, de leerlingen en de ouders. Samenwerking met het CLB De school werkt in beperkte mate samen met het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) op het vlak van leerlingenbegeleiding. en versterking van het schoolteam. Er zijn samenwerkingsafspraken tussen het schoolteam en het CLB voor de leerlingenbegeleiding, maar deze afspraken zijn met betrekking tot versterking van het schoolteam niet schoolspecifiek, transparant en volledig. Het schoolteam formuleert in beperkte mate een hulpvraag aan het CLB wanneer de brede basiszorg en de maatregelen uit de verhoogde zorg niet volstaan. Voor maatregelen uit de verhoogde zorg of een doorverwijzing naar een schoolexterne begeleiding, werkt het schoolteam beperkt samen met het CLB. Ondersteuning van de leraren De school heeft beperkt zicht op de ondersteuningsbehoeften van leraren en onderneemt weinig om dat zicht te vervolledigen. Het schoolteam hanteert maatregelen en afspraken en organiseert professionaliseringsactiviteiten, maar die hebben een beperkte impact op de versterking van het handelen van leraren in de brede basiszorg en soms ook in de verhoogde zorg. De ondersteuning is meestal leraar- en teamgericht, maar heeft een wisselend effect op de onderwijsleerpraktijk. De begeleidingsinitiatieven verlopen in beperkte mate gecoördineerd en de effecten worden nog onvoldoende opgevolgd. Het schoolteam laat nog kansen liggen om voor bijkomende inhoudelijke expertise een beroep te doen op het CLB, op de pedagogische begeleidingsdienst of een andere externe dienst of op het ondersteuningsnetwerk. 17

19 5 IN WELKE MATE VOERT DE SCHOOL EEN DOELTREFFEND BELEID OP HET VLAK VAN BEWOONBAARHEID, VEILIGHEID EN HYGIËNE? Het bestuur van de school is verantwoordelijk voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de gebouwen en lokalen. De onderwijsinspectie doet hierop een marginale controle. Aan de hand van de volgende selectie van processen gaat ze na of de school hiervoor een doeltreffend beleid ontwikkelt en voert: elektriciteit gebouwen en onderhoud noodplanning Planning en uitvoering De school plant maatregelen en acties gericht op het voorkomen of inperken van risico s en het voorkomen of beperken van schade. Ze neemt deze acties echter niet systematisch op in het globaal preventieplan en het jaaractieplan. Zo hanteert de school deze instrumenten nog onvoldoende om haar preventiebeleid aan te sturen en te ontwikkelen. De school laat nog kansen liggen om acties te plannen en uit te voeren naar aanleiding van de analyses van externe deskundigen. Ze neemt wel compenserende maatregelen als de acties niet op korte termijn kunnen plaatsvinden. Ondersteuning De school ondersteunt beperkt de planning, de uitvoering en de evaluatie van de maatregelen en acties. Het is voor de school nog een uitdaging om het preventiebeleid en de uitvoering ervan met voldoende personele middelen te ondersteunen en vorm te geven. 18

20 Systematische en betrouwbare evaluatie De school evalueert systematisch alle processen en bijhorende acties. De verplichte controles gebeuren regelmatig en leveren systematisch informatie voor risicobeheersing. De school verzamelt gegevens om de kwaliteit van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne te evalueren en baseert zich hiervoor op diverse bronnen. Ze betrekt relevante partners, zoals de externe dienst, de brandweer en de technische controlediensten, bij de evaluaties. Hierdoor zijn de evaluaties doorgaans betrouwbaar. De controles door de interne dienst kunnen nog systematischer gebeuren. Borgen en bijsturen De school heeft zicht op haar sterke punten en werkpunten. Ze bewaart en verspreidt wat kwaliteitsvol is. Ze ontwikkelt doelgerichte verbeteracties voor heel wat werkpunten. Door systematisch bijgestelde en nieuwe acties op te nemen in het jaaractieplan en het globaal preventieplan kan de school de kwaliteitsontwikkeling van haar preventiebeleid versterken. 19

21 6 RESPECTEERT DE SCHOOL DE REGELGEVING? De school dient zich te engageren om aan volgende inbreuken op de regelgeving te werken: De eigen kwaliteit systematisch onderzoeken en bewaken. - Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 08/05/ art. 6 De samenwerking met het CLB in het kader van versterken van het schoolteam. - Besluit van de Vlaamse Regering tot operationalisering van de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding van 01/06/ art. 13 Het begeleiden van de leerlingen via brede basiszorg en verhoogde zorg (erkenningsvoorwaarde). - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de codificatie betreffende het secundair onderwijs van 17/12/ art. 15, 1, 9 - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de codificatie betreffende het secundair onderwijs van 17/12/ art. 123/22 en art. 136/2 Het kwaliteitsvol ondersteunen van het geboden onderwijs. - Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 08/05/ art. 4, 1 20

22 7 SAMENVATTING Legenda = beneden de verwachting = benadert de verwachting = volgens de verwachting = overstijgt de verwachting 7.1 In welk mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? Visie en strategisch beleid Organisatiebeleid Onderwijskundig beleid Systematische evaluatie van de kwaliteit Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit Borgen en bijsturen 7.2 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? De leerlingenbegeleiding Brede basiszorg Passende begeleiding Samenwerking met het CLB Ondersteuning van de leraren 21

23 7.2.2 De onderwijsleerpraktijk Geschiedenis in de eerste graad A-stroom (leerplan 2009/037) Aardrijkskunde in de tweede graad aso in de studierichtingen Grieks-Latijn, Latijn en Wetenschappen (leerplan 2012/002) Chemie in de tweede graad aso in de studierichting Wetenschappen (leerplan 2012/063) Wiskunde in de tweede graad aso in de studierichting Wetenschappen (leerplan 2002/047) Geschiedenis in de derde graad aso in de studierichtingen Latijn-moderne talen, Latijn-wetenschappen, Latijn-wiskunde, en Moderne talen-wetenschappen (leerplan 2001/006). Wiskunde in de derde graad aso in de studierichting Latijn-wiskunde (leerplan 2004/019) Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod Leer- en leefklimaat Materiële leefomgeving Feedback De leerlingenevaluatie Leereffecten 22

24 7.3 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Planning en uitvoering Ondersteuning Systematische en betrouwbare evaluatie Borgen en bijsturen 23

25 8 ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNING EN AANBEVELINGEN De onderwijsinspectie formuleert over de verdere erkenning van de school een GUNSTIG ADVIES waarbij het schoolbestuur zich dient te engageren om aan de hieronder vermelde tekorten te werken. De onderwijsinspectie doet de volgende aanbevelingen met het oog op de verdere kwaliteitsontwikkeling van de school: De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor Chemie in de tweede graad aso in de studierichting Wetenschappen (leerplan 2012/063). De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor Geschiedenis in de derde graad aso in de studierichtingen Latijn-moderne talen, Latijn-wetenschappen, Latijn-wiskunde, en Moderne talenwetenschappen (leerplan 2001/006).. De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor Geschiedenis in de eerste graad A-stroom (leerplan 2009/037). De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor Aardrijkskunde in de tweede graad aso in de studierichtingen Grieks-Latijn, Latijn en Wetenschappen (leerplan 2012/002). De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor Wiskunde in de derde graad aso in de studierichting Latijn-wiskunde (leerplan 2004/019). De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de kwaliteitsontwikkeling. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot De leerlingenevaluatie. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot feedback. De tekorten wegwerken met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor Wiskunde in de tweede graad aso in de studierichting Wetenschappen (leerplan 2002/047) (erkenningsvoorwaarde). De tekorten wegwerken met betrekking tot de leerlingenbegeleiding (erkenningsvoorwaarde). 24

26 9 BIJLAGE DOORLICHTINGSEENHEID Een doorlichtingseenheid bestaat uit structuuronderdelen (of delen van een structuuronderdeel op een bepaalde vestigingsplaats ingericht) van één schoolbestuur die (conform de finaliteit van het OK-kader) een geheel vormen en waarvoor het bestuur een samenhangend pedagogisch (kwaliteits)beleid ontwikkelt. Dit geheel is gelijktijdig het voorwerp van het onderzoek door de inspectie, conform het kwaliteitsdecreet. DE Administratieve instellingsnummers Sint Franciscusinstituut (volledig) De doorlichtingseenheid organiseert onderwijs op volgende adressen: Kasteeldreef Brakel 25