INSPECTIE van het ONDERWIJS

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RSG Simon Vestdijk, locatie Franeker School/instelling: Plaats: BRIN-nummer: RSG Simon Vestdijk, locatie Franeker Franeker 14DC-2 Onderzoek uitgevoerd op: 5 juni en 3 september 2008 Conceptrapport verzonden op: 23 september 2008 Rapport vastgesteld te Groningen op: 5 november 2008 Reproductie het rapport zonder toestemming de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

2 9 o 1. ONDERZOEK Onderzoek De inspectie heeft op 5 juni 2008 en 3 september 2008 een onderzoek uitgevoerd op de locatie Franeker de RSG Simon Vestdijk om na te gaan of er sprake is tekortkomingen in de naleving wet- en regelgeving en/of de kwaliteit het onderwijs. Aanleiding De aanleiding was het volgende. Uit analyses die de inspectie heeft uitgevoerd kwam naar voren dat zich tekortkomingen voordoen in de opbrengsten. Op 24 januari 2008 heeft de inspectie dit met het bevoegd gezag besproken. Namens het bevoegd gezag waren aanwezig dhr S. de Jong, voorzitter en namens de school mw. drs. M.E. de Jonge (rector) en dhr. M.W. Drost (plv. rector). Uit dit gesprek en uit de beschikbare informatie konden het bevoegd gezag en de inspectie niet eenduidig vaststellen of de onvoldoende opbrengsten gerelateerd zijn aan eventuele andere tekortkomingen. De inspectie heeft daarom besloten een onderzoek uit te voeren om na te gaan of er daadwerkelijk sprake is tekortkomingen in het onderwijsproces. Onderzoeksmethode Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Onderzoek op locatie, waarbij o schooldocumenten zijn bestudeerd; o de onderwijspraktijk is geobserveerd; o gesprekken met de directie, zorgfunctionaris, docenten en leerlingen zijn gehouden. Tijdens het geplande onderzoek op 5 juni 2008 konden te weinig lessen worden beoordeeld. Aanvullende lesobservaties zijn op 3 september 2008 onaangekondigd uitgevoerd. Toezichtkader Het onderzoek is uitgevoerd op basis het waarderingskader vo 2006, alsmede de aanvullende normeringen die opgenomen zijn in de notities 'Toezicht vo 2006 Normering (zeer) zwakke scholen'. Uit het waarderingskader zijn, naast de opbrengsten, na overleg mét het bestuur indicatoren onderzocht uit de volgende aspecten die mogelijk samenhangen met de onvoldoende opbrengsten: Kwaliteitszorg, Tijd, Onderwijsleerproces, Zorg en Begeleiding. De keuze de indicatoren komt overeen met de indicatoren uit de notitie 'Toezicht vo 2006 Normering (zeer) zwakke scholen' en met de indicatoren uit het tegelijkertijd uitgevoerde onderzoek ten behoeve het Onderwijsverslag Van dit laatstgenoemde onderzoek is geen afzonderlijk rapport gepubliceerd voor de locatie in Franeker. De inspectie heeft tevens een onderzoek ten behoeve het Onderwijsverslag 2008 uitgevoerd op de locatie in Harlingen. Daar waar de school heeft aangegeven dat er sprake is schoolbrede invulling de beoordeelde indicatoren heeft de inspectie de oordelen het onderzoek in Harlingen overgenomen voor de locatie in Franeker.

3 H o Naast de genoemde kwaliteitsaspecten heeft de inspectie tevens een aantal wettelijke aspecten onderzocht. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek. Bij vastgestelde tekortkomingen is tevens de onderbouwing deze beoordelingen opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie uit het onderzoek en het vervolg het toezicht, in de vorm het toezichtarrangement.

4 V o hetonderwus 2. BEVINDINGEN RSG Simon Vestdijk, locatie Franeker Naleving De inspectie heeft onderzocht of wordt voldaan aan de naleving wettelijke voorschriften over onderstaande onderwerpen 1. Schoolplan in art. 24 WVO Schoolgids in art. 24a WVO Onderwijstijd in art. 10b, lic en 25f WVO Wel aanwezig Wel aanwezig Wel voldaan aan naleving Kwaliteit Legenda: In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen dit heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm een score. De score geeft aan in welke mate de indicator bijdraagt aan de kwaliteit het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Oordelen op indicatoren Kwaliteitsaspect: Opbrengsten i i i De leerlingen oehaien net opleidingsniveau aat mag worden verwacht De leerlingen lopen weinig vertraging op in de opleiding vmbo-(g)t De leerlingen de opleiding vmbo-(g)t behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht 1 Deze onderwerpen gelden voor het school c.q. cursusjaar De inspectie stelt jaarlijks de onderwerpen vast.

5 m o Kwaliteitsaspect: Kwaliteitszorg' 1.3 De school evalueert systematisch de kwaliteit haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert systematisch de kwaliteit het leren en # onderwijzen. 1.5 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.6 De school waarborgt de kwaliteit leren en onderwijzen. * 1.7 De school waarborgt de kwaliteit het schoolexamen en andere - toetsinstrumenten De school draagt zorg voor de kwaliteit het onderwijs gericht op bevordering sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip het _ overdragen kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. Kwaliteitsaspect: Leerstofaanbod 3.1 Het leerstof aanbod in de onderbouw voldoet aan de wettelijke vereisten. 3.2 Het leerstof aanbod in de bovenbouw is dekkend voor de examenprogramma's. 3.7 Het leerstofaanbod maakt afstemming mogelijk op de onderwijsbehoeften. individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een leerstofaanbod dat past bij de talige onderwijsbehoeften deze leerlingen. Kwaliteitsaspect: Tijd 4.3 De uitval geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. * 4.4 Het onneoorloofd verzuim leerlingen is bepeïkt= 4.5 De leerlingen maken efficiënt gebruik de onderwijstijd. Kw illteltscispect: Pedagogisch handelen h.j De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met. elkaar en met leraren omgaan. 5.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. Kwaliteitsaspect: Didactisch handelen 6.2 De leraren leggen duidelijk uit. 6.9 De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen in. ontwikkeling tussen leerlingen. Kwaliteitsaspect: Actieve en zelfstandige rol leerlingen 7.1 De leerlingen krijgen te maken met activerende werkvormen. Kwaliteitsaspect: Sfeer op school 8.5 De school heeft inzicht in de beleving de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied sociale veiligheid op de school voordoen.

6 0 o hetonderwijs Kwaliteitsaspect: Begeleiding 9.1 De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie de leerlingen. 9.2 De school gebruikt een samenhangend systeem instrumenten en procedures voor het volgen de ontwikkeling de leerlingen. Kwaliteitsaspect: Zorg 10.2 Op basis een analyse de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard de zorg die de gesignaleerde leerlingen nodig hebben De school voert de zorg planmatig uit. Onderbouwing Opbrengsten. De opbrengsten de afdeling vmbo-theoretische leerweg zijn als onvoldoende beoordeeld op basis de opbrengstenkaarten 2006, 2007 en Uit de gegevens blijkt dat de cijfers op de centrale eindexamens in negatieve zin afwijken die vergelijkbare scholen. Ook constateert de inspectie een groot verschil tussen cijfers op het schoolexamen en op het centraal examen. De school verklaart de onvoldoende resultaten uit de specifieke regionale situatie de locatie en uit de keuzes de school om leerlingen zoveel mogelijk kansen te bieden. De school analyseert jaarlijks de opbrengsten alle afdelingen in voldoende mate. Om echter tot maatregelen te komen die leiden tot verbetering de resultaten de onderzochte afdeling dient de school verdergaande analyses, op leerlingenniveau, uit te voeren. Onderzocht kan worden wat de relatie tussen examencijfers en basisvaardigheden leerlingen is. Kwaliteitszorg. De inspectie beoordeelt de zorg voor kwaliteit op schoolniveau en constateert twee tekortkomingen. De evaluatie het onderwijsproces speelt voor de vmbo g/t afdeling bij de kwaliteitsborging nog onvoldoende een rol. Schoolbreed leveren ouder- en leerlingklankbordgroepen en teambesprekingen nuttige evaluatieve informatie op, maar binnen de afdeling vmbo is er geen systematische evaluatie het primaire proces. Hierdoor kan de school niet vaststellen in welke mate de door haar geformuleerde onderwijsdoelen in de lessen bereikt worden. De evaluaties het primaire proces en de eerder genoemde analyses resultaten op leerlingniveau moeten betrokken worden bij het bepalen onderwijsaanbod en de gewenste didactische aanpak. Een tweede indicator die als onvoldoende beoordeeld wordt is indicator 1.5. Hoewel de school veel activiteiten ontplooit op het gebied sociale integratie en actief burgerschap en hier een visie op verwoordt, is hierover weinig vastgelegd als het om doelen, planning en verantwoording gaat. Hierdoor wordt binnen de kwaliteitszorg deze indicator als onvoldoende beoordeeld. Onderwijsleerproces en tijd Uit het overzicht indicatoren blijkt dat de inspectie de kwaliteit de lessen op de meeste onderdelen als voldoende beoordeelt. Een uitzondering betreft de variatie in didactische werkvormen. In veel lessen werken leerlingen een erg groot deel de lestijd zelfstandig aan de hand studiewijzers. Hierdoor is er voor de leerlingen weinig afwisseling en maken ze in onvoldoende mate kennis met activerende werkvormen.

7 lp o Hoewel de inspectie de afstemming op de verschillen tussen leerlingen als voldoende beoordeelt ziet zij op dit punt mogelijkheden tot verbetering. De voldoende beoordeling is gebaseerd op enkele lessen met goede voorbeelden. In veel lessen kan de indicator niet beoordeeld worden omdat deze lessen voor een erg groot deel uit zelfstandig bestaan. Deze lessen bieden juist mogelijkheden om met kleine groepjes of individuele leerlingen extra activiteiten te ondernemen. Daarmee neemt ook de variatie in werkvormen voor leerlingen toe. Hieraan gekoppeld is het bepalen en stimuleren gewenst leerlinggedrag door docenten. De in de studiewijzers omschreven stof staat nu vaak centraal, terwijl zeker zo belangrijk is hoe leerlingen daar mee omgaan, hoe ze actief deelnemen aan het leerproces. Dit is des te meer belang nu het team zich oriënteert zich op onderwijsvormen in relatie tot de inrichting het binnen afzienbare tijd te betrekken nieuwe gebouw.

8 het ONDERWAS 3. CONCLUSIE EN VERVOLG Oordelen de inspectie Op grond de huidige normeringen concludeert de inspectie dat het onderwijs op de RSG Simon Vestdijk, locatie Franeker, afdeling vmbo-(g)t, zwakke kwaliteit is wege de onvoldoende opbrengsten. Er is geen tekortkoming in de naleving wettelijke vereisten geconstateerd. Toezichtarrangement Op grond het voorgaande, heeft de inspectie voor RSG Simon Vestdijk, locatie Franeker, afdeling vmbo-(g)t, een aangepast arrangement vastgesteld. Het onderwijs op RSG Simon Vestdijk, locatie Franeker, afdeling vmbo-(g)t vertoont belangrijke tekortkomingen. Het bevoegd gezag draagt zorg voor opheffing de geconstateerde tekortkomingen in de kwaliteit het onderwijs. Op basis de volgende opbrengstgegevens bepaalt de inspectie of zij een heronderzoek naar de kwaliteit het onderwijs uitvoert.