Heupartroplastieken en chirurgische interventies na collumfractuur. Ellis Bos Physician assistant orthopedie

Transcriptie

1 Heupartroplastieken en chirurgische interventies na collumfractuur. Ellis Bos Physician assistant orthopedie

2 Epidemiologische gegevens bij heup# Er zijn +/- 2,2 miljoen ouderen in Nederland (> 65 jaar). 30 % valt 1x per jaar thuis. 50 % valt 1x per jaar in verpleeghuis % valt meer dan 2x per jaar 10 % loopt door een val ernstig letsel op. 1-2 % loopt door een val heup# op Spontane # door osteoporose en/of tumoren.

3 Heup # waarom opereren?

4 Nadelen: 25% vd patiënten met een heup ok overlijdt binnen 1 jaar door complicaties. 25 % is blijvend invalide door complicaties. 50 % hersteld goed.

5 Normaal heupgewricht

6 Indeling heupfracturen Pertrochantere femurfractuur

7 Laterale collum fractuur

8 Subtrochantere femurfractuur

9 Mediale collum fractuur

10 Garden classificatie

11 Type I: onvolledige, geinclaveerde fractuur met lichte valgusstand; de inclavatie bespoedigt de revascularisatie en derhalve genezing. Type II: Volledige fractuur zonder dislocatie. Type III: Volledige fractuur met partiële dislocatie met varusstand. Type IV: volledige fractuur met volledige dislocatie met varusstand; nagenoeg geen contact meer tussen caput en collum. Het onderscheid tussen type III en IV heeft geen therapeutische consequenties.

12 Pauwels classificatie

13 Pauwels I: helling #lijn niet > 30 graden.. Pauwels II: helling #lijn niet > 50 graden. Pauwels III: alle # met een grotere hoek dan 50 graden.

14 Bloedvoorziening

15 Bij intracapsulaire # kan de doorbloeding van de heupkop volledig verstoord worden. Er kan een intracapsulair hematoom ontstaan, er kan dan een verhoogde intracapsulaire druk opgebouwd worden, die een negatief effect heeft op de vaatvoorziening van de heupkop.

16 Intracapsulaire fracturen geven hoge complicatiekans: - verstoorde circulatie - geringe intrinsieke stabiliteit - Osteoporose ( indien aanwezig) -

17 Extracapsulaire fracturen: - groter fractuuroppervlak - grotere intrinsieke stabiliteit - minder kans op avasculaire necrose.

18 Behandeling Afhankelijk van: Biologische leeftijd Type fractuur Mate van dislocatie

19 Niet gedisloceerde fracturen conservatief behandelen. Risico op secundaire verplaatsing is aanwezig. Partiële belasting mbv fysiotherapie.

20 Gecanuleerde schroeven: - mediale collum#

21 Operatietechniek Mediale collum fractuur -Boven de 60 jaar: kophalsprothese (70 >) -Tussen 50 tot 60 jaar: THA (tot 70-75). Afhankelijk van type # gecannuleerde schroeven of totale heup. -Onder 50 jaar: gecannuleerde schroeven als mogelijk.

22

23 XsBM&feature=related

24 Posterolaterale benadering Patiënt in zijligging. Nervus ischiadicus wordt opzij gehouden. Gluteus maximus in lengte gekliefd. Exorotatoren los gemaakt. M.piriformis en abductoren worden gespaard.

25 Mediale collum # gecanuleerde schroeven

26 Pertrochantere femur fractuur: - Trochanter minor intact: DHS. - Trochanter minor los: Gamma nail. Subtrochantere femur fractuur: - Gamma nail.

27 Gamma nail

28 DHS Laterale collum#

29 Nabehandeling Afhankelijk van type fractuur. Gekozen behandeling. Instrueerbaarheid van de patiënt

30 Fysiotherapeutische nabehandeling Dynamische oefeningen onderste extremiteit. Spierkracht verbetering. Transfers. Mobiliseren.

31 complicaties Bij oudere patiënt: decubitus, urineweginfectie, embolie en andere met immobilisering gepaarde gaande klachten. Uitbreken osteosynthese materiaal. Doorbreken schroef in gewricht. Pseudo-artrose/kopnecrose. Persistentie van pijn, vaak musculogeen.

32 Onvoldoende functie. Sterke achteruitgang geestelijk en lichamelijk door langer verblijf ziekenhuis. Bij conservatieve behandeling secundaire dislocatie.

33 Collum care

34 doelstelling Doelmatigheid en kwaliteit van zorg vergroten Verbeteren van de tevredenheid van de patiënt en directe omgeving Creëren van gestandaardiseerde opnameduur

35 Dit houdt in: Opname via Seh. Versneld naar verpleegafdeling. Binnen 24 uur operatie. Ligdagen ziekenhuis 4-5.

36 Dank voor jullie aandacht!