De leukste plek om te leren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De leukste plek om te leren"

Transcriptie

1 De leukste plek om te leren Onderzoeksverslag naar de leerafdeling in de regio ROC Midden Nederland en Hogeschool Utrecht in het kader van het Doorbraakproject Werkplekleren Mei 2011, ROC Midden Nederland Marian Graus, projectleider Cindy Poortman 1 1 Cindy Poortman Onderwijskundig Onderzoek en Advies.

2 Inhoudsopgave Termen en afkortingen Voorwoord Samenvatting 1. Inleiding Aanleiding Vooronderzoek Voorlopig onderzoeksplan Vaststellen van de definitieve onderzoeksvragen Interviews coach, praktijkopleider, docenten en studenten Definitieve onderzoeksvragen Onderzoeksopzet Onderzoeksvraag 1: meerwaarde leerafdeling Beschikbare rapporten Vragenlijst IDU- gegevens Afsluitende interviews en observaties Schema onderzoek meerwaarde Onderzoeksvraag 2: versterking contact school- praktijk Onderzoeksschema gehele onderzoek Resultaten Meerwaarde leerafdeling Documentanalyse beschikbare rapporten Vragenlijst competentieontwikkeling Analyse IDU-gegevens Eindinterviews rendement leerafdeling en observaties Contact docenten-coaches Aanleiding en visie: bijeenkomst I en II Organisatie: bijeenkomst III Tijdschema: bijeenkomst IV Eindresultaat: Evaluatie van het traject contact docenten-coaches bij Birkhoven Conclusies Conclusies meerwaarde leerafdeling Meer dan een geschikt alternatief Loopbaanbegeleiding in de praktijk Conclusies verbetering contact docenten-coaches Reflectie op het onderzoek Kwaliteitscriteria onderzoek Aanpak traject contact docenten-coaches Eigenaarschap, co-makership en communicatie in het Dbp De toekomst van de leerafdeling in de regio ROCMN-HU Elke bpv-plek een leerafdeling? Leren nog meer centraal! 41 2

3 Bijlage 1: Interviews leerafdeling zomer Bijlage 2: Bronnenlijst documentanalyse meerwaarde leerafdeling 49 Bijlage 3: Documentanalyse 50 Bijlage 4: Overzicht α-waarden per schaal van de vragenlijst en de items 55 Bijlage 5: Tijdschema communicatie docenten-coaches leerafdeling Birkhoven 58 3

4 Termen en afkortingen Bbl = beroepsbegeleidende leerweg, waarin studenten (betaald) werk (>60% van de opleidingstijd) afwisselen met school. Bol = beroepsopleidende leerweg, waarin tussen 20 en 60% praktijk wordt afgewisseld met school. Bpv = beroepspraktijkvorming: het praktijkleren in de beroepsopleiding. Cgo = Competentiegericht onderwijs. Dbp = Doorbraakproject werkplekleren. IDU-gegevens = Instroom-, doorstroom- en uitstroomgegevens. Lbb er = loopbaanbegeleider. Deze begeleidt de individuele studenten van het mbo ook tijdens stage. Leerafdeling = een afdeling in een zorginstelling met echte zorgvragers die door een team van mboen hbo-studenten wordt gerund, met gediplomeerde werkbegeleider(s) als achterwacht. Wordt ook wel leerwerkplaats genoemd. Pop = Persoonlijk Ontwikkelingsplan: Hierin probeert de deelnemer kernvragen te beantwoorden zoals Wat ga ik leren, hoe ga ik dat doen en hoe gaan we (student en begeleiding) na of het doel bereikt is?. Gericht op de lange-termijnontwikkeling. Pap = Persoonlijk Activiteiten Plan: richt zich op korte-termijn leeractiviteiten. Pok = praktijkovereenkomst. Praktijkopleider = verantwoordelijk voor het geheel aan scholing binnen de zorginstelling; begeleidt de coach en kan ook als aanspreekpunt voor studenten fungeren. Scholingsmiddag = een wekelijkse of tweewekelijkse middag op de leerafdeling waarbij de scholingsmiddagdocent(en) onderwijs verzorgen aan de studenten, reflectie en/of intervisie plaatsvindt. Ook kunnen klinische lessen worden gegeven of verzorgd door studenten en praktijk. Scholingsmiddagdocent = de docent die regelmatig naar de leerafdeling komt voor de scholingsmiddag. Stagedocent = op het hbo is de stagedocent degene die de studenten ook individueel begeleidt. Wordt ook wel praktijkdocent genoemd. Werkbegeleider = begeleider op de werkplek/leerafdeling, in dit verslag coach genoemd. 4

5 Voorwoord In 2008 heeft het ROC Midden Nederland het initiatief genomen om samen met de Hogeschool Utrecht en de zorginstellingen Meander Medisch Centrum, Amersfoort, Diakonessenhuis, Utrecht en Birkhoven Zorggoed, Amersfoort deel te nemen aan het landelijk doorbraakproject werkplekleren met als inzet het concept leerafdeling in de zorg. Het landelijk project bestaat uit 7 deelprojecten, die vanuit hun specifieke regionale situatie, vormen van werkplekleren onderzoeken. In het landelijk project werken de deelprojecten samen en worden zij ondersteund door landelijk overkoepelend onderzoek. Het deelproject ROCMN-HU spitst zich toe op de leerafdeling in de zorg. De leerafdeling is een nieuwe vorm van stage die vanuit een samenwerkingsverband tussen scholen en zorginstelling is ingericht en vormgegeven. Het is een stagevorm waarbij een groep van 8 tot 10 MBO en HBO studenten gelijktijdig stage loopt op een afdeling en daarbij gaandeweg alle voor de beroepsuitoefening typerende werkprocessen uitvoert met als doel het beroep te leren. De studenten worden hierbij coachend begeleid door teamleden van de afdeling. Wekelijks is de docent van de onderwijsinstelling (mbo en hbo) aanwezig om onderwijs op de werkplek te verzorgen. Betrokkenen bij de leerafdelingen, vanuit de instellingen en de scholen (leidinggevenden, praktijkopleiders, werkbegeleiders en docenten), zijn positief over deze stagevernieuwing in de zorg. Zij zijn overtuigd van de meerwaarde van de leerafdeling, maar vinden ook dat het rendement van de leerafdeling nog verbeterd kan worden. Het onderzoek in het kader van dit project willen zij hiervoor gebruiken. Dit heeft ertoe geleid dat in 2010 en 2011 onderzoek is gedaan op de leerafdelingen van bovengenoemde zorginstellingen naar de meerwaarde van de leerafdeling en naar de wijze waarop de samenwerking tussen school en praktijk versterkt kan worden. De resultaten van het onderzoek zijn in dit verslag uitgebreid beschreven. De leerafdeling komt in het onderzoek naar voren als een volwaardige vorm van werkplekleren. Vanuit de visie dat het leren van studenten centraal staat, werken school en praktijk actief samen om de begeleiding van studenten steeds beter af te stemmen en vorm te geven en de kloof tussen theorie en praktijk te overbruggen. Met dank aan allen die meegewerkt hebben aan dit project: studenten, medewerkers van de zorginstellingen en medewerkers van de onderwijsinstellingen. Utrecht mei 2011 M. Graus, projectleider doorbraakproject werkplekleren Regio Midden Nederland. 5

6 Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen De regio ROC Midden Nederland en Hogeschool Utrecht (ROCMN-HU) neemt met het concept De Leerafdeling deel aan het Doorbraakproject Werkplekleren (Dbp). De Leerafdeling is een innovatieve stagevorm: een afdeling in een zorginstelling met echte zorgvragers die door een team van mbo- en hbo-studenten wordt gerund, met gediplomeerde werkbegeleider(s) als achterwacht. ROCMN en de HU werken samen met verschillende instellingen waar een leerafdeling is, zoals ziekenhuizen en verpleeghuizen. Aan het Dbp nemen drie van deze leerafdelingen deel. Deze leerafdelingen horen bij de instellingen Birkhoven Zorggoed, Diakonessenhuis en Meander Medisch Centrum. De betrokken instellingen en scholen wensen beter zichtbaar te krijgen wat de meerwaarde van de leerafdeling is. Ondanks de veronderstelling dat de leerafdeling een (meer dan) volwaardig alternatief is voor de reguliere stage, is men van mening dat het rendement kan worden verbeterd. Ook hiervoor wil men het onderzoek inzetten. Na een uitgebreid vooronderzoek zijn de volgende definitieve onderzoeksvragen geformuleerd: 1) Wat is de meerwaarde van de leerafdeling ten opzichte van de reguliere stage? a. Wat is het leerrendement van de leerafdeling? b. Hoe goed sluiten school en praktijk binnen de leerafdeling op elkaar aan? 2) Hoe kan het contact docenten-coaches rondom de leerafdeling worden versterkt? Onderzoeksopzet De eerste onderzoeksvraag, over de meerwaarde van de leerafdeling, is beantwoord met behulp van evaluatieonderzoek. Hiervoor is gebruik gemaakt van documentanalyse, vragenlijsten, analyse van diplomerings- en uitvalscijfers, observatie en interviews. Voor de tweede onderzoeksvraag, over de versterking van het contact tussen docenten en coaches, is een ontwikkelingsgericht onderzoek uitgevoerd. In overleg met de betrokkenen werd besloten om gezien het ontwikkelingsgerichte karakter van het onderzoek één leerafdeling (Birkhoven) als onderzoeksobject in te zetten. Hierbij is de communicatie stapsgewijs aangepast en geëvalueerd met veel input van de betrokken docenten, coaches en andere vertegenwoordigers uit school en praktijk. Ook is input verkregen door regelmatig overleg in de bredere kring van (twee andere) instellingen en de scholen, en zijn de ervaringen met hen gedeeld. Resultaten Meerwaarde leerafdeling De bevindingen van de documentanalyse zijn positief. De meerwaarde blijkt uit meer stageplaatsen, meer en sneller leren van studenten en meer gekwalificeerd personeel. De kloof theorie-praktijk wordt overbrugd: er vindt integratie plaats van binnen- en buitenschools leren. Ook lijkt de leerafdeling een positieve invloed op kenniscirculatie te hebben en worden kwaliteitsverbeteringen gerealiseerd. De kosten worden door de begroting gedekt en mogelijk zelfs gereduceerd door een verlaging van werkdruk en wervingskosten. De verbeterpunten die worden gesignaleerd worden in het vervolg aangepakt. Als we met behulp van de vragenlijst naar de perceptie van studenten wat betreft leerrendement kijken, kunnen we niet concluderen dat studenten van de leerafdeling meer leren dan studenten in de reguliere stage. Hoewel de gemiddelde groeiscores voor leerafdelingstudenten steeds wat hoger zijn dan voor reguliere stagiairs, is het verschil niet significant. Wel hebben we voor sommige competenties een redelijke effectgrootte gevonden. Daarom is het mogelijk dat we bij meer respondenten wel een significant verschil hadden gevonden. Met de huidige bevindingen kunnen we concluderen dat de leerafdeling niet onderdoet voor de reguliere stage, maar niet dat studenten hier meer leren. 6

7 Uit de uitval- en diplomeringsgegevens blijkt dat de uitval (zonder en met diploma) veel lager is voor leerafdelingstudenten dan voor studenten die alleen reguliere stage gedaan hebben. Het diplomeringscijfer is (veel) hoger. Echter, uitval- en diplomeringsgegevens naar stagevorm geven zeker geen volledig beeld van het rendement van de leerafdeling en zijn vertekend. Als de cijfers voor de leerafdeling lager waren qua diplomering en hoger qua uitval, dan zou dit een duidelijk negatief effect signaleren: dat is niet het geval. Deze cijfers moeten we in samenhang met de andere gegevens interpreteren. De conclusies op basis van de interviews zijn tot slot positief tot zeer positief. De genoemde aandachtspunten worden grotendeels al aangepakt. Versterking contact docenten-coaches In bijeenkomsten met docenten en coaches, en andere vertegenwoordigers uit instelling en school, is systematisch aan meer en beter contact bij Birkhoven gewerkt. De gezamenlijke aanleiding voor de versterking van het contact, en de visie op leren en begeleiden op de leerafdeling, hebben hiervoor als uitgangspunt gediend. Als resultaat van de bijeenkomsten is een tijdschema opgesteld voor het contact docenten-coaches. In het tijdschema wordt precies gepland wie bij het contact betrokken zijn, hoe het contact plaatsvindt, wat er verder voor nodig is en welke voorlopige agendapunten tot nu toe naar voren zijn gekomen. Dit tijdschema is eind 2010-begin 2011 in werking getreden. De tot nu toe geplande bijeenkomsten zijn doorgegaan en ook de overige activiteiten (zoals regelmatig mailcontact) hebben al tot resultaat geleid. Docenten en coaches zitten meer op één lijn en ook in het team van Birkhoven zelf heerst meer saamhorigheid. Er is meer en beter contact en dit draagt bij aan het realiseren van de visie. Nog openstaande aandachtspunten of nieuwe aandachtspunten die in het overleg naar voren komen worden in de volgende evaluatie van het contact aan de orde gesteld. Conclusies Conclusies meerwaarde leerafdeling: meer dan een geschikt alternatief We kunnen concluderen dat de leerafdeling op zijn minst een geschikt alternatief is voor de reguliere stage. Het enthousiasme van alle betrokkenen voor het proces én het resultaat van de leerafdelingstage wijst op een meerwaarde. Een opvallend positief resultaat is dat de begeleiding vanuit praktijk en school door studenten zo sterk gewaardeerd wordt en dat men ervaart dat theorie en praktijk daadwerkelijk geïntegreerd aan bod komen. Studenten worden echt op hun individuele leerpunten begeleid volgens henzelf (waar coaches dat soms nog meer zouden willen!). Hoewel aan stage-opdrachten werken ook op de leerafdeling een uitdaging is, ronden studenten hun leerdoelen en opdrachten wel af. Deze resultaten steken positief af tegen verschillende andere onderzoeken naar werkplekleren in het beroepsonderwijs. In de context van de regio ROCMN-HU blijkt de begeleiding vanuit school en praktijk actief te werken aan betere samenwerking, vanuit de visie dat het leren van studenten centraal staat. Studenten ervaren dit ook zo. Waar er aandachtspunten zijn, worden deze opgepakt: het communicatietraject docenten-coaches bij Birkhoven laat zien tot welke goede resultaten dit leidt. Loopbaanbegeleiding in de praktijk In zowel het traject contact docenten-coaches als in de interviews komt toch nog een structureel aandachtspunt naar voren: het contact tussen loopbaanbegeleider (lbb er) en coaches, en het contact tussen studenten en de loopbaanbegeleider. Een aantal studenten vindt dat er op dit gebied erg weinig aandacht vanuit school is. De coaches zouden op hun beurt meer individuele informatie over studenten willen ontvangen om hun begeleiding beter te kunnen afstemmen. De lbb er komt echter zelden op de leerafdeling. In het hbo neemt de stagedocent deze rol over, en komt de lbb er helemaal niet naar de leerafdeling. Voor de praktijk is dit een prettige oplossing, omdat zij al bekend zijn met de stagedocent en het overzicht over het contact houden. De filosofie van het ROC luidt echter dat de student de gehele opleiding door de lbb er begeleid wordt, omdat deze de student en diens doelen 7

8 goed kent. Voor de student telt welk alternatief het beste is voor haar/zijn leerproces. De basis van competentiegericht onderwijs wordt gevormd door loopbaanleren waarbinnen praktijkervaring en leren op school met elkaar worden verbonden. Juist de praktijk zou daarom eigenlijk het uitgangspunt voor loopbaanleren moeten vormen. Als de student vervolgens in de praktijk door een andere loopbaanbegeleider wordt begeleid dan degene die voor de overige opleidingsperiode hiervoor verantwoordelijk is, luidt de vraag of de kloof tussen theorie en praktijk niet weer vergroot wordt. School en praktijk moeten hierin in samenwerking een keuze maken. Conclusies versterking contact docenten-coaches De betrokkenen bij Birkhoven zijn tevreden over de uitkomsten van het traject contact docentencoaches. De verbeteringen leiden al tot resultaat. De aanpak van het traject hebben de betrokkenen grotendeels als helder, duidelijk en prettig ervaren. Het overleggen óver overleggen was aanvankelijk soms verwarrend. Hoewel voor andere teams van docenten en coaches deels andere aanleidingen en visies kunnen gelden, staat de methode om hieraan te werken voorop. De andere leerafdelingen kunnen van dezelfde methode gebruik maken om de visie en verwachtingen tussen docenten en coaches te verhelderen, waarbij de concrete voorbeelden en afspraken van het Birkhoven team als voorbeeld kunnen dienen. Reflectie op het onderzoek We hebben verschillende strategieën toegepast om de controleerbaarheid, objectiviteit, betrouwbaarheid en validiteit van de bevindingen te bevorderen. Zo is gebruik gemaakt van verschillende bronnen en methoden. Ook hebben we de redeneringen rondom de resultaten met de betrokkenen besproken en waar relevant aan literatuur, en bevindingen uit andere projecten, gerelateerd. Wat betreft eigenaarschap en co-makership (onderzoek-praktijk en school-praktijk) is vanaf het begin van het project vanuit de eigen vragen en ideeën van de betrokkenen gewerkt. Er is intensief gediscussieerd over de onderzoeksvragen en opzet. De betrokkenen hebben verder bijgedragen aan het aanleveren van gegevens, het discussiëren over tussentijdse resultaten en vervolgactiviteiten, en de discussie over de eindconclusies. In het traject contact docenten-coaches is steeds vanuit de visie en vragen van de deelnemers zelf gewerkt om tot verbetering te komen. Ook wat dit betreft is met de grotere groep van betrokkenen tussentijds overleg gepleegd over de resultaten en voortgang. Waar relevant zijn verbindingen gelegd met literatuur over het optimaal vormgeven en begeleiden van werkplekleren en het optimaal samenwerken tussen school en praktijk. Ook is deelgenomen aan de landelijke Dbp bijeenkomsten om informatie uit te wisselen. In de afsluitende bijeenkomst hebben de betrokkenen aangegeven wat de resultaten betekenen voor hun toekomstige werk rondom de leerafdeling. De visie op werkplekleren van de betrokkenen is vanaf de eerste bijeenkomst verhelderd, in het contact docenten-coaches expliciet aan de orde gekomen en verder uitgewerkt, en in de eindbijeenkomst nogmaals versterkt door de intentie om het concept van de leerafdeling qua leren en begeleiden stagebreed verder te ontwikkelen. Co-makership tussen school en praktijk en de onderlinge communicatie was steeds een expliciet thema in het onderzoek. In het contact-docenten coaches stond dit vanzelfsprekend centraal, maar ook in de bijeenkomsten over het gehele onderzoek met de grotere groep waren steeds vertegenwoordigers vanuit school en de instellingen aanwezig en hebben beide partijen actief bijgedragen. De toekomst van de leerafdeling in de regio ROCMN-HU De eindconclusie over de leerafdeling in de regio ROCMN-HU luidt dat dit een aantrekkelijk alternatief is voor de reguliere stage, waarin de betrokkenen hun samenwerking intensiveren om het leerproces 8

9 van de student optimaal te laten verlopen. Gezien de positieve bevindingen werden met de betrokkenen drie stellingen besproken in de afsluitende bijeenkomst: 1) Elke bpv-plaats zou een leerafdeling moeten zijn. 2) Elke student zou een keer stage op een leerafdeling moeten doen. 3) Het concept (van leren en begeleiden) van de leerafdeling zou in elke stage moeten worden ingevoerd. Met de eerste stelling zijn de meeste betrokkenen het oneens: het is de vraag of dit bij elke student op elk moment in haar/zijn ontwikkeling aansluit. De keuze moet blijven bestaan. De tweede stelling is afkomstig uit het groepsinterview met studenten: zij vinden dat elke student, het liefst in het tweede jaar, een leerafdelingstage zou moeten doen omdat dit heel leerzaam is voor de verdere opleiding. Het eerste jaar is te vroeg. De meeste betrokkenen kunnen zich hierin vinden. Het grote enthousiasme van studenten na kennismaking op de leerafdeling zou kunnen worden ingezet bij voorlichting over de leerafdeling, om de keuze voor de leerafdeling als stageplek te bevorderen. In de derde stelling kan iedereen zich vinden: de manier waarop het leren van studenten centraal staat, theorie en praktijk op elkaar aansluiten en de begeleiding meer grip op leren krijgt, werkt zeer bevorderend. Deze aanpak kan stagebreed worden bevorderd om de gebruikelijke knelpunten in het leren tijdens de bpv het hoofd te bieden. Leren nog meer centraal! Op de vraag hoe vervolg wordt gegeven aan de uitkomsten van het onderzoek kwamen de volgende plannen naar voren: Vanuit het ROC wordt uitgewerkt hoe het concept (leren en begeleiden) van de leerafdeling schoolbreed kan worden ontwikkeld. De stafmedewerkers willen de resultaten van het onderzoek gebruiken voor het stagebeleid en het professionaliseringsplan. Concrete ideeën betreffen het samen scholen van loopbaanbegeleiders en coaches, en de gelegenheid scheppen waarin deze elkaar kunnen ontmoeten. Ook wordt door een betrokkene vanuit school aangegeven dat de informatievoorziening over de leerafdeling naar andere collega s kan worden verbeterd. De stafmedewerker werkplekleren en externe gerichtheid, aanwezig bij de regionale en landelijke eindbijeenkomsten van het Dbp, zal de uitkomsten van het onderzoek vertalen naar beleid en professionalisering van werkplekleren en deelnemen aan de voortgang van het Dbp in de community. Ook zullen de bevindingen van het onderzoek door deze stafmedewerker worden meegenomen in het ontwikkelen van de werkplekleerlijn van het AGU. Dit is de Academie Gezondheidszorg Utrecht : een samenwerkingsverband van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, de HU, de Universiteit Utrecht en ROCMN. De betrokkenen bij Meander willen, in navolging van de aanpak bij Birkhoven, meer tijd en energie steken in het contact met docenten. Een concreet idee is om aansluitend aan de intervisiebijeenkomsten tussen coaches ook regelmatig met docenten te overleggen. Vooral de richtlijn zoals naar voren gekomen in het traject bij Birkhoven dat het belangrijk is om eerst een plan te maken voor verbetering van de communicatie en dit dan pas uit te voeren, wordt ter harte genomen. Bij Birkhoven zet men het contact zoals verbeterd in het traject voort, en wil men de voorlichting en introductie aan studenten verder verbeteren. Ook werkt men aan een POP en PAP voor coaches om de begeleiding door coaches nog verder te verbeteren. Bij Diakonessenhuis wil men het aantal leerafdelingen uitbreiden. Het concept van de leerafdeling wil men verder uitbreiden naar de reguliere stage. Een concreet idee hiervoor is het invoeren van duo-stages: de student loopt dan tegelijkertijd met een andere student stage. Vanuit de HU is het idee om een grotere rol te spelen in de begeleiding van coaches. 9

10 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De regio ROC Midden Nederland en Hogeschool Utrecht (ROCMN-HU) neemt met het concept De Leerafdeling deel aan het Doorbraakproject Werkplekleren (Dbp). De Leerafdeling is een innovatieve stagevorm: een afdeling in een zorginstelling met echte zorgvragers die door een team van mbo- en hbo-studenten wordt gerund, met gediplomeerde werkbegeleider(s) als achterwacht. Doorgaans worden er 12 patiënten op de afdeling verzorgd, en bestaat het team in totaal uit 9-12 studenten en enkele werkbegeleiders. De werkbegeleiders worden ook wel coach genoemd 2. In een dagdienst werken 3-4 studenten op de afdeling. Het is de bedoeling dat het studententeam in toenemende mate zelfsturend werkt. ROCMN en de HU werken samen met verschillende instellingen waar een leerafdeling is, zoals ziekenhuizen en verpleeghuizen. De leerafdelingen zijn sinds 2007 in functie. Aan het Dbp nemen drie van deze leerafdelingen deel. Deze leerafdelingen horen bij de instellingen Birkhoven Zorggoed 3 (Birkhoven), Diakonessenhuis en Meander Medisch Centrum (Meander). De betrokken instellingen en scholen wensen beter zichtbaar te krijgen wat de meerwaarde van de leerafdeling is. Men heeft het idee dat studenten op de leerafdeling minstens zo veel leren als tijdens de reguliere stage, maar uit onderzoek moet blijken in hoeverre dit inderdaad het geval is. Ondanks de veronderstelling bij school en instellingen dat de leerafdeling een (meer dan) volwaardig alternatief is voor de reguliere stage, is men van mening dat het rendement kan worden verbeterd. Ook hiervoor wil men het onderzoek inzetten. 1.2 Vooronderzoek Voor het vooronderzoek 4 werden de volgende activiteiten ondernomen: Gesprekken met de directeur Zorg en Welzijn (Z&W) en de projectleider over de stand van zaken en mogelijk vervolgonderzoek; Documentanalyse instellingsrapportage, auditadvies, instellingsevaluaties over de leerafdeling en bpv-documenten zoals richtlijnen bpv voorbereiding en richtlijnen onderwijsmiddag 5 ; bovendien zijn landelijke rapporten en rapporten over de leerafdeling in andere regio s doorgenomen; Voorbereiding en uitvoering Bijeenkomst voortzetting Doorbraakproject met vertegenwoordigers uit de betrokken instellingen (praktijkopleiders en werkbegeleiders) en scholen. Uit de documentanalyse en de gesprekken met de directeur Z&W en de projectleider bleken samengevat de volgende sterke punten en aandachts- en verbeterpunten: 1) Sterke punten zijn het enthousiasme over de leerafdeling van alle betrokkenen en de goede samenwerking tussen school en praktijk en tussen mbo en hbo. Men is van mening dat studenten meer en sneller leren. Ook zijn er dankzij de leerafdeling meer stageplaatsen beschikbaar. De scholingsmiddag wordt volgens verschillende bronnen positief ervaren. 2 In dit verslag worden de werkbegeleiders structureel coach genoemd. 3 Voorheen Zorgaccent Amersfoort. 4 Wegens een negatief audit-advies in april 2010 is in mei-juni 2010 een vooronderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid en wenselijkheid van een doorstart van het project in deze regio, voordat het eigenlijke onderzoek is voortgezet. 5 We gebruiken in dit rapport consequent de term scholingsmiddag. 10

11 2) Qua aandachts- en verbeterpunten blijkt uit verschillende bronnen dat voorbereiding op de stage op de leerafdeling voor verbetering vatbaar was. In dit kader hebben de instellingen inmiddels een verbeterde methodiek ontwikkeld, o.a. m.b.v. een voorbereidingstoets. De begeleiding op de leerafdeling zelf kan (ook volgens landelijke bronnen) een uitdaging zijn. Die is niet alleen arbeidsintensief, maar de balans tussen leren en werken is ook een aandachtspunt. Tot slot is volgens sommige bronnen de scholingsmiddag toch een uitdaging. Volgens de directeur Z&W en de projectleider speelt bij de docenten de vraag hoe deze middag optimaal kan worden verzorgd. Voor de Bijeenkomst voortzetting Doorbraakproject hebben de betrokkenen ter voorbereiding een uitgebreide samenvatting van de documentanalyse inclusief vragen ontvangen. Aan het begin van de bijeenkomst is aan elke deelnemer gevraagd waarom het Dbp door zou moeten gaan. Hieruit blijkt dat men niet alleen zeer enthousiast is over de leerafdeling, maar ook een duidelijke rol voor het onderzoek binnen het Dbp ziet. Samengevat gaat het om de volgende motieven: 1) Men wil de meerwaarde van de leerafdeling m.b.v. onderzoek vaststellen en verbeteren: een best practice worden. Men is overtuigd van het concept de leerafdeling maar dit moet ook worden onderzocht. Bovendien is een professionaliseringsslag gewenst. 2) Men wil kennis delen én leren van anderen, zowel binnen als buiten de regio en tussen mbo en hbo. Men ervaart de kennisdeling in het project tot nu toe als zeer positief. Dit zou echter nog versterkt kunnen worden. De betrokkenen dachten gedurende de bijeenkomst enthousiast en weloverwogen mee over het mogelijke vervolgonderzoek. Nadat de voorlopige bevindingen van het vooronderzoek waren gepresenteerd, werd de betrokkenen gevraagd hierop te reageren. In de intensieve discussie kwamen de coaches, praktijkopleiders en docenten al snel op de invulling van de scholingsmiddag en de gerelateerde communicatie tussen school en praktijk. De meeste deelnemers waren van mening dat de overkoepelende communicatie wat betreft leren en begeleiden van studenten, gekoppeld aan de scholingsmiddag, efficiënter en effectiever kan plaatsvinden. De scholingsmiddag vindt wekelijks plaats en de tijd die hiervoor is ingedeeld kan door docenten deels worden gebruikt om met praktijkopleiders en werkbegeleiders te overleggen. In de praktijk vindt dit echter niet structureel genoeg plaats. Vragen over het begeleiden van zelfsturend leren, het stimuleren van reflectie door studenten e.d. blijven bij coaches bijvoorbeeld onbeantwoord. Het blijkt dat de scholingsmiddag bij de verschillende instellingen verschillend wordt vormgegeven en ingevuld, waardoor de betrokkenen zich afvragen welke doelen en verwachtingen de scholingsmiddag precies moet vervullen. Uit de discussie volgen daarom deze verbeterpunten: 1) De communicatie tussen docenten en coaches over het leren en begeleiden op de leerafdeling, om zelfsturend leren en reflectie door studenten (en het koppelen van theorie en praktijk) te bevorderen. Het leren van studenten op de leerafdeling kan in de samenwerking door docenten en coaches efficiënter en effectiever worden vormgegeven. 2) De specifieke rol van docenten binnen de scholingsmiddag en de indeling hiervan (lesgeven, communicatie met praktijk, begeleiden van reflectie, de combinatie van studenten van niveau 3-5). 3) De rol van de praktijkopleider gekoppeld aan de eerste twee punten. Samengevat zien de betrokkenen als doel voor het onderzoek om de communicatie tussen docenten en coaches over leren en begeleiden van studenten gekoppeld aan de scholingsmiddag te verbeteren, naast het vaststellen van de meerwaarde van de leerafdeling. 11

12 1.3 Voorlopig onderzoeksplan Verder werd in de bijeenkomst een voorlopige onderzoeksopzet voor de verbetering van het contact tussen docenten en coaches besproken. Omdat het vooronderzoek slechts enkele weken voor de zomervakantie was afgerond, was het niet haalbaar om vóór de start van de eerstvolgende stageperiode een grondig doordachte verbeterde methodiek voor de communicatie tussen docenten en coaches te ontwikkelen. Het is immers van groot belang dat de betrokkenen zelf veel input geven in de ontwikkeling van deze methodiek (co-makership onderzoek-school en praktijk), en dat vooraf meer gedetailleerd onderzoek zou plaatsvinden in de huidige uitvoering en opbrengsten van de leerafdeling en specifiek de communicatie school-praktijk. Daarom werd in overleg met de betrokkenen besloten om vanaf de eerstvolgende stageperiode (eind augustus 2010) een ontwikkelingsgericht onderzoek te starten waarbij de communicatie stapsgewijs zou worden aangepast en geëvalueerd met veel input van de betrokken docenten, coaches en praktijkopleiders. Naast de eigen ideeën van de betrokkenen zou literatuur over het optimaal vormgeven en begeleiden van werkplekleren en het optimaal samenwerken tussen school en praktijk als input worden gebruikt. In overleg met de betrokkenen werd besloten om gezien het ontwikkelingsgerichte karakter van het onderzoek één leerafdeling (Birkhoven) als onderzoeksobject in te zetten. Door regelmatig overleg in de bredere kring van (twee andere) instellingen en docenten over de voortgang en mogelijke aanpassingen zouden we: a) ook input krijgen vanuit de andere betrokkenen, en b) de ervaringen met hen kunnen delen. Voor het vaststellen van de meerwaarde van de leerafdeling werd een evaluatieonderzoek gepland. 1.4 Vaststellen van de definitieve onderzoeksvragen Interviews coach, praktijkopleider, docenten en studenten Om de huidige situatie van de leerafdeling in meer detail in kaart te brengen, en de definitieve onderzoeksvragen te formuleren, zijn vóór de zomervakantie (2010) interviews gehouden. Eerst zijn een coach, praktijkopleider, mbo- en hbo-docent geïnterviewd; in totaal betrokken bij twee van de drie deelnemende leerafdelingen. Ook twee studenten die de afgelopen periode bij Birkhoven op de leerafdeling stage hadden gelopen, zijn geïnterviewd. De opzet en uitwerking van de interviews staan in Bijlage 1. In het onderstaande wordt volstaan met de uitkomsten die specifiek betrekking hebben op het vervolg van het onderzoek. De interviews bevestigen de uitkomst van de Bijeenkomst voortzetting Dbp en geven hierover meer informatie. Het voornaamste aandachtspunt voor het verhogen van het rendement van de leerafdeling en de aansluiting tussen school en praktijk is het contact tussen docenten en coaches. De geïnterviewde docenten en coach vinden het vooral belangrijk dat zo snel mogelijk een aantal overlegmomenten worden ingepland om dit contact te intensiveren. Ook uit het interview met de studenten blijkt dat het contact school-praktijk het grootste aandachtspunt is voor de leerafdeling. Zoals door de docenten, werkbegeleider en praktijkopleider aangegeven gaat het om overkoepelende thema s. De studenten noemen de Proeven van Bekwaamheid als voorbeeld. Echter, zij geven ook aan dat zij hun loopbaanbegeleider 6 graag vaker zouden zien tijdens de stage. Het zou bijvoorbeeld erg fijn zijn als de lbb er een keer bij de scholingsmiddag aanwezig was. want hij is nog geen een keer geweest. De docenten van de scholingsmiddag zijn niet onze eigen docent. De studenten zouden de stage-opdrachten graag met de lbb er willen bespreken, omdat deze met de opdrachten bekend is. Wat de scholingsmiddag betreft zijn de studenten grotendeels tevreden, maar het is niet 6 Dit geldt alleen voor mbo-studenten. Voor de hbo-studenten is de scholingsmiddagdocent ook de praktijkdocent: zij zien hun loopbaanbegeleider in de stageperiode niet, omdat de praktijkdocent deze rol overneemt. De mbo-studenten behouden hun lbb er als praktijkdocent, maar zien deze alleen bij de tussen- en/of eindevaluatie. 12

13 altijd heel nuttig. Ten eerste vinden zij het zwaar om deze middag bij te wonen als zij vooraf hebben gewerkt. Ten tweede komen in het vastgelegde deel soms onderwerpen aan bod waarmee zij al bekend zijn. Ten derde wordt de middag niet altijd volledig ingevuld (alleen rondje ruis, pauze en dan al bijna naar huis). Dit geldt voor de minderheid van de gevallen, maar sluit aan bij enkele opmerkingen van de docenten en praktijkopleider hierover. Dit zou echter met behulp van het verbeterde contact tussen docenten en coaches grotendeels kunnen worden opgelost en is daarmee geen afzonderlijk aandachtspunt. De bijbehorende onderzoeksvraag luidt daarom als volgt: Hoe kan het contact docenten-coaches rondom de leerafdeling worden versterkt? De richting voor het onderzoek ligt dan in de vraag wat beide partijen graag willen bespreken, welke aanpak hiervoor het beste geschikt is, welk tijdschema hiervoor haalbaar is en welke resultaten dit moet opleveren. Daarnaast is de vraag rondom de meerwaarde van de leerafdeling relevant. Hierbij gaat het specifiek om het leerrendement en de aansluiting tussen school en praktijk Definitieve onderzoeksvragen Uit het vooronderzoek en de interviews volgen twee onderzoeksvragen voor de regio ROCMN-HU: 1) Wat is de meerwaarde van de leerafdeling ten opzichte van de reguliere stage? a. Wat is het leerrendement van de leerafdeling? b. Hoe goed sluiten school en praktijk binnen de leerafdeling op elkaar aan? 2) Hoe kan het contact docenten-coaches rondom de leerafdeling worden versterkt? 13

14 2. Onderzoeksopzet 2.1 Onderzoeksvraag 1: meerwaarde leerafdeling Beschikbare rapporten Voor het beantwoorden van de eerste onderzoeksvraag wordt evaluatieonderzoek uitgevoerd. Om de meerwaarde van de leerafdeling te kunnen bepalen, moeten we weten wat de aanleiding is geweest voor het oprichten van leerafdelingen in de regio ROCMN-HU. Volgens de instellingsrapportage (IVA) is de oorspronkelijke aanleiding voor het opzetten van de leerafdelingen het tekort aan bpv-plaatsen en stageplaatsen in mbo en hbo; dit wordt bevestigd door Inspirerend leren in de learning community (2008). Volgens dit rapport spelen echter ook de leerwensen van de student (hbo) een rol. Het hoge percentage uitvallers binnen de bbl, het verwachte gebrek aan gekwalificeerd personeel in de nabije toekomst en het verzoek om extra bol-stageplaatsen zijn volgens de Eindrapportage leerwerkplaats van Meander (2008) verdere kwantitatieve overwegingen. Bovendien wil men de aansluiting onderwijs-praktijk verbeteren, voldoen aan de principes van competentiegericht onderwijs (cgo), het leerrendement van de bpv en de directe inzetbaarheid van bol-gediplomeerden verhogen. Volgens de evaluatie vanuit Diakonessenhuis (2008) was het doel om de samenwerking school-praktijk te optimaliseren, een krachtige leeromgeving te realiseren (tegemoetkomend aan competentiegericht leren), verbeteren van de kwaliteit van zorgverlening, verbeteren van het uitstroomniveau van mbo- en hbo-studenten, betere inzetbaarheid van studenten/afgestudeerden na leerafdeling, creëren van extra opleidingsruimte voor verpleegkunde studenten binnen het Diakonessenhuis en het binden van toekomstige werknemers door een realistische en uitdagende stage. Volgens de Eindevaluatie leerafdeling van Zorgaccent 7 (2007) is het doel van de leerafdeling het verbeteren van de integratie tussen theorie en praktijk, het opzetten van een expertafdeling op het gebied van studentenbegeleiding; het opzetten van een proeftuin voor innovatie van opleiden; het verbeteren van de kwaliteit van zorg en dienstverlening en het continu verhogen van de stagecapaciteit. Een aantal instellingen wil dus verder gaan dan het tekort aan stageplaatsen oplossen of een beter leerklimaat op zich scheppen: het gaat om innovatie in opleiding én verbetering van de kwaliteit van zorg. Ook gaat het om kenniscirculatie tussen de hogeschool, lectoraten en de praktijk, door de learning community. In onderstaand schema wordt weergegeven welke aspecten van meerwaarde in de verschillende rapporten genoemd zijn. We gebruiken deze operationalisering van meerwaarde: dat betekent een uitbreiding op subvraag 1a en 1b zoals weergegeven in paragraaf (Definitieve onderzoeksvragen). Schema 1: Omschrijving van meerwaarde volgens de beschikbare rapporten. Meerwaarde leerafdeling Rapport Meer bpv-plaatsen Instellingsrapportage IVA (2009) ONG rapport (2008) Zorgaccent (2007) 7 Voormalige naam van Birkhoven. 14

15 Samenwerking school-praktijk optimaliseren Diakonessenhuis (2008) Krachtige leeromgeving/innovatie van opleiden o Verbeteren aansluiting onderwijs-praktijk o Voldoen aan cgo o Leerrendement 8 o Directe inzetbaarheid gediplomeerden verhogen; uitstroomniveau verhogen Voorzien in gekwalificeerd personeel nabije toekomst Kwaliteit zorgverlening verbeteren; kenniscirculatie ONG rapport Meander (2008) Diakonessenhuis Zorgaccent Meander Diakonessenhuis Zorgaccent ONG Om de meerwaarde van de leerafdeling vast te stellen, worden ten eerste de bovengenoemde rapporten op deze aspecten samengevat. Omdat we op een aantal aspecten dieper in willen gaan en omdat de rapporten grotendeels op de situatie van ingaan, doen we verder onderzoek naar de actuele situatie. In de volgende paragraaf gaan we eerst in op de vragenlijst Vragenlijst Een aspect van de meerwaarde van de leerafdeling betreft het leerrendement zoals gedefinieerd in Schema 1. Om de door reguliere en leerafdelingstudenten gepercipieerde competentieontwikkeling te meten en te vergelijken, zijn vragenlijsten afgenomen aan het begin en na afronding van de betreffende stageperiode. In dezelfde periode was vanuit het landelijke onderzoek een vragenlijst met grote overlap van vragen met dit onderzoek naar meerwaarde gepland. Daarom is de vragenlijst voor het regionale onderzoek hieraan gekoppeld. Zo werden de studenten zo min mogelijk belast door het onderzoek. De vragenlijst bestaat uit 3 delen: 1 algemene vragen, over de achtergrondkenmerken van de student (geslacht, leeftijd, e.d.), 2- algemene competenties (o.a. samenwerken en overleggen, formuleren en rapporteren, analyseren), 3 mening over de opleiding (o.a. organisatie, tempo, moeilijkheid, voorbereiding stage). De routing van de landelijke vragenlijst werd door de landelijke onderzoekers zodanig aangepast dat studenten uit de regio ROCMN-HU extra vragen konden invullen. De volgende vragen werden toegevoegd: Type stageplek (leerafdeling) Flexibel handelen als algemene competentie Enkele beroepsspecifieke competenties (o.a. omgaan met crisissituaties en evalueren zorgverlening), om studenten ook wat het beroep verzorging/verpleging betreft met elkaar te kunnen vergelijken IDU-gegevens Hoewel een vragenlijst een efficiënte manier is om veel informatie te verkrijgen, kleven er enkele nadelen aan. De respons op vragenlijsten is doorgaans laag. Verder wordt met behulp van de vragenlijst de perceptie van competentieontwikkeling van studenten gemeten, die anders kan zijn dan hun daadwerkelijke capaciteiten. Om deze reden worden ook andere gegevens gebruikt om het rendement van de leerafdeling in kaart te brengen. Dit zijn ten eerste instroom-, doorstroom- en uitstroomgegevens (IDU-gegevens) van de afgelopen jaren. Met behulp van de vragenlijst en de IDU-gegevens worden nog niet alle aspecten van de meerwaarde van de leerafdeling gemeten (zie Schema 1). Bepaalde aspecten moeten bovendien ook aan andere betrokkenen worden voorgelegd, zoals de kwaliteit van de zorgverlening of het tekort aan bpvplaatsen. Daarom hebben we ook gebruik gemaakt van observatie en interviews voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen. 8 Leerrendement definiëren we als (gepercipieerde) competentieontwikkeling van studenten ten opzichte van de beginsituatie (vóór stage op de leerafdeling). 15

16 2.1.4 Afsluitende interviews en observaties Voor de benodigde achtergrondinformatie bij de resultaten en om de overige aspecten van meerwaarde te onderzoeken, zijn afsluitende interviews met studenten en praktijkbegeleiders gehouden. Bovendien is een scholingsmiddag geobserveerd. In de interviews stond de vraag centraal in hoeverre de leerafdeling vergelijkbare, mindere of betere opbrengsten heeft dan de reguliere stage. Bij twee instellingen heeft een interview met een mbo- en hbo-student, en een interview met een praktijkopleider en coach plaatsgevonden. Op de instelling waar de scholingsmiddag-evaluatie voor het onderzoek werd bijgewoond, is in aansluiting hierop een groepsinterview met de studenten afgenomen. De vragen over de meerwaarde van de leerafdeling aan medewerkers werden hier afgenomen in aansluiting op de evaluatie van het contact schoolpraktijk, om de betrokkenen niet verder met het onderzoek te belasten. De studenten hebben eerder in de opleiding ook reguliere stage gelopen, en de meeste praktijkbegeleiders hebben ook ervaring met het begeleiden van studenten in de reguliere stage opgedaan, waardoor zij dit konden vergelijken Schema onderzoek meerwaarde Het onderzoek naar de meerwaarde van de leerafdeling wordt samengevat in Schema 2. Door gebruik te maken van verschillende typen bronnen (verschillende betrokkenen en gegevens) en instrumenten en methoden (documenten, observatie, interviews, vragenlijst), wordt gegevens- en methodetriangulatie toegepast, ten behoeve van de kwaliteit van het onderzoek 9. Schema 2: Onderzoeksopzet meerwaarde leerafdeling. Onderzoeksmethode Documentanalyse Vragenlijst Analyse IDU-gegevens Observatie scholingsmiddag Afsluitende interviews Respondenten/gegevens en instrumenten Beschikbare evaluatierapporten van school en instellingen. Voor- en nameting 10 (sept 2010 en februari 2011) bij - Groep 1: leerafdeling - Groep 2: reguliere stage uitstroom, doorstroom- en uitvalgegevens van de afgelopen jaren voor zowel reguliere als leerafdelingstudenten Team van studenten en scholingsmiddagdocent van 1 instelling Studenten, praktijkopleiders en coaches, docenten Aspecten meerwaarde Zie schema 1 Ook voor achtergrondinformatie leerafdeling Leerrendement: perceptie competentie-ontwikkeling. Leerrendement in termen van uitstroomniveau en -duur Krachtige leeromgeving Ook voor achtergrondinformatie leerafdeling Zie schema 1 Ook voor achtergrondinformatie leerafdeling 9 Poortman, C.L. & Schildkamp, K. (in druk 2011). Alternative quality standards in qualitive research?, geaccepteerd voor publicatie in Quality and Quantity. 10 Het hier om een natuurlijk experiment met een quasi-experimentele opzet, omdat het geen opzettelijke interventie onder controle van de onderzoeker betreft en de respondenten niet aselect aan de groepen toegewezen zijn. 16

17 2.2 Onderzoeksvraag 2: versterking contact school-praktijk Het afgelopen jaar is bij de leerafdeling van Birkhoven een aanzet gemaakt om de communicatie tussen docenten en coaches te verbeteren. Uit verslagen hierover en eerdere gesprekken met de betrokkenen blijkt dat dit vooralsnog alleen bij concept-plannen gebleven is. Voor de betrokkenen is bij aanvang van het Dbp onderzoek nog de vraag of docenten en coaches elkaar regelmatig kunnen spreken, of het lukt om op één lijn te komen, en hoe de communicatie precies zou moeten worden vormgegeven. Verwachtingen en visie over begeleiding moeten ook worden uitgesproken. Concrete activiteiten die onder andere zijn voorgesteld, is om dit soort onderwerpen vier keer per jaar te bespreken. Ook hebben docenten geopperd een rol te spelen bij de intervisie voor coaches. De verschillende ideeën sluiten nog niet altijd bij elkaar of bij de randvoorwaarden aan. Het onderzoek heeft daarom als doel om alle verwachtingen, alternatieven, resterende knelpunten en mogelijke tijdsbesteding nog eens goed door te nemen, en hier beslissingen over te nemen. De voorgestelde werkwijze is dat deze communicatie wordt vormgegeven in enkele bijeenkomsten tussen coaches en de leerafdelingsdocenten, waarbij ook (regelmatig) de leidinggevende, de zorgmanager en de praktijkcoördinator aanwezig zullen zijn. De bestaande ideeën worden in meer detail uitgewerkt, er worden concrete afspraken aan verbonden en hiervan wordt duidelijk verslag gelegd. In volgende bijeenkomsten wordt dit geëvalueerd en wordt hier zo nodig vervolg aan gegeven. Er wordt een samenwerkingsvorm afgesproken waarin ook nieuwe vragen en ideeën een plaats krijgen. In de onderzoeksperiode wordt bovendien twee keer (halverwege en aan het eind) met de grotere groep Dbp betrokkenen in deze regio overlegd, om de bevindingen regiobreed te delen en eventuele feedback van de andere instellingen en docenten in het vervolg van het onderzoek te gebruiken. Ten behoeve van de haalbaarheid van het traject is aan het begin van het onderzoek een inschatting gemaakt van de mogelijke en benodigde tijdsbesteding van de betrokkenen. Er wordt mede gebruik gemaakt van richtlijnen voor het organiseren van interactie over de beroepspraktijkvorming Volgens deze richtlijnen zijn visie, organisatie, inhoud en evaluatie steeds van belang voor de inrichting van het werkplekleren (binnen competentiegericht beroepsonderwijs). Leerbedrijven en scholen dienen het werkplekleren vanuit een gezamenlijke visie vorm te geven, de bijbehorende rollen, taken en verantwoordelijkheden te verduidelijken, en zorg te dragen voor de benodigde informatie, communicatie en faciliteiten. Het onderwijs moet inhoudelijk worden afgestemd en er moet zorg worden gedragen voor bijpassende beoordeling. Ook het werkplekleren op zich moet regelmatig geëvalueerd worden. In de eerste bijeenkomst worden aanleiding en visie tot samenwerking besproken, om de verdere samenwerking optimaal te kunnen invullen. 2.3 Onderzoeksschema gehele onderzoek Het onderzoek binnen het Dbp in de regio ROCMN-HU betreft ten eerste de vraag naar de meerwaarde van de leerafdeling versus de reguliere stage. Omdat de betrokkenen bij voorbaat van mening zijn dat het rendement kan worden verbeterd door een beter contact tussen docenten en coaches, komt dit ook aan bod. Beide onderzoeksvragen komen parallel in de stageperiode ten tijde van het onderzoek aan de orde. Het onderzoeksschema wordt weergegeven in Schema Blokhuis, F. & Leenders, E. (2006). Beroepspraktijkvorming: het organiseren van interactie. De Bilt: MBO Raad. 12 Poortman, C.L. & Visser, K. (2009). Leren door werk. De match tussen deelnemer en werkplek. s-hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs. 17

18 Schema 3: Onderzoeksactiviteiten Dbp: onderzoek meerwaarde leerafdeling en verbeteringstraject contact docenten-coaches Birkhoven. Maand Onderzoek meerwaarde leerafdeling Versterking contact docentencoaches September 2010 Verzamelen beschikbare gegevens meerwaarde leerafdeling, zoals rapporten en idu-gegevens Voormeting vragenlijst leerafdeling Bijeenkomst I (werkgroep 13 ) Oktober 2010 Documentanalyse Bijeenkomst II en III (docenten-coaches) November 2010 Observatie scholingsmiddag Bijeenkomst IV (werkgroep) Bijeenkomst grotere groep Dbp December 2010 Analyse en rapportage; voorbereiding nameting Analyse idu-gegevens Analyse en rapportage Januari 2011 Nameting m.b.v. interviews Februari 2011 Nameting m.b.v. vragenlijst Bijeenkomst V (werkgroep) : evaluatie contact docentencoaches Maart 2011 Afsluitende bijeenkomst grotere groep Dbp Eindrapportage 13 De betreffende docenten en een coach, de leidinggevende, zorgmanager en praktijkcoördinator 18

19 3. Resultaten 3.1 Meerwaarde leerafdeling Documentanalyse beschikbare rapporten Schema 2 in paragraaf geeft weer welke aspecten van de meerwaarde van de leerafdeling op welke manier onderzocht zijn. De uitgebreide tekst over de documentanalyse 14 is opgenomen in Bijlage 3. De bevindingen van de documentanalyse worden in Schema 4 per aspect van meerwaarde samengevat. In het algemeen zijn de conclusies op basis van de beschikbare rapporten positief: er zijn meer stageplaatsen beschikbaar, studenten leren meer en sneller, de directe inzetbaarheid van gediplomeerden wordt verhoogd en er wordt voor meer gekwalificeerd personeel gezorgd. De kloof tussen theorie en praktijk wordt overbrugd en de integratie tussen binnen- en buitenschools leren krijgt een impuls. Ook lijkt de leerafdeling een positieve invloed op kenniscirculatie te hebben en worden kwaliteitsverbeteringen gerealiseerd. De kosten worden door de begroting gedekt en mogelijk zelfs gereduceerd door een verlaging van werkdruk en wervingskosten. Er worden ook verbeterpunten gesignaleerd: zoals uit het vooronderzoek al bleek gaat dit bijvoorbeeld om het contact tussen docenten en coaches. Ook het begeleiden op maat door coaches, het leerrendement en de organisatie zijn aandachtspunten. Voor de verschillende rapporten uit de documentanalyse zijn verschillende betrokkenen met behulp van interviews en vragenlijsten geraadpleegd. Ten eerste geeft dit echter de situatie van enkele jaren geleden weer, in de opstartfase van de leerafdeling. Ten tweede is nauwelijks specifiek gevraagd naar de competentieontwikkeling van studenten. Omdat de betrokkenen specifiek willen weten in hoeverre het leerrendement vergelijkbaar of hoger is dan in de reguliere stage, gaan we hier verder op in met behulp van de vragenlijst. Schema 4: Resultaten documentanalyse meerwaarde leerafdeling. Meerwaarde Resultaten leerafdeling Meer bpv-plaatsen Er zijn meer stageplaatsen beschikbaar dankzij de leerafdelingen. Bij Meander bijvoorbeeld 16 extra stageplaatsen op jaarbasis. Bij Birkhoven 20 plaatsen meer op jaarbasis. Risico op studententekort en plaatsing door teruglopende studentenaantallen op de opleiding. Samenwerking schoolpraktijk optimaliseren Goed overkoepelend contact, maar voor verbetering vatbaar tussen docenten en coaches Opzet in samenwerking tussen ROC, Hogeschool en instellingen. (zie resultaten vooronderzoek) en mbo-hbo. Krachtige leeromgeving/innovatie van opleiden Verbeteren aansluiting onderwijs-praktijk Voorbereiding van studenten op leerafdeling eerder problematisch, maar inmiddels positieve ervaringen met nieuwe aanpak en materiaal. Motivatiegesprek werkbegeleiders met studenten prettig. Meeste studenten vinden dat voorbereiding duidelijk beeld geeft van organisatie afdeling. Introductie op werkplek in algemeen duidelijk en goed. Kloof tussen theorie en praktijk wordt overbrugd. Flinke impuls integratie binnen- en buitenschools leren. Scholingsmiddag gezellig én productief. Verbetering mogelijk door o.a. planning, aanwezigheid docenten, vraagsturing. Combinatie school-praktijk, maken van opdrachten pittig, maar leerproces wordt toch als centraal ervaren. Studenten positief over randvoorwaarden, zoals studieruimte. 14 De rapporten die voor de documentanalyse zijn gebruikt betreffen grotendeels de situatie in de eerste jaren van de leerafdeling: Zie de bronnenlijst in Bijlage 2. 19

20 Voldoen aan CGO begeleiding Matching van studenten aan stageplaatsen niet aan de hand van POP of te ontwikkelen competenties. Sommige instellingen hanteren selectiecriteria qua leerjaar. Zelfstandig kunnen leren en goede studievoortgang ook van belang. Strengere selectie niet de bedoeling vanuit school. Hbo-studenten moeten solliciteren; mbo-studenten worden soms geplaatst, afhankelijk van aantal beschikbare /in te vullen stageplaatsen per type stage. Begeleiding door coaches, praktijkopleiders en docenten in algemeen goed. Leren meer vraaggestuurd; dagelijks reflectie in team en wekelijks tijdens scholingsmiddag. Zelfstandigheid prettig, maar aanwezigheid coach op achtergrond ook. Goede integratie van kennis, vaardigheden en attituden, evenals persoonlijke eigenschappen. Sluit aan bij doelstelling cgo. Studenten voelen zich team: intensief samenwerken heeft positief effect op leren; kennis delen en complexe problemen oplossen. Goede mix mbo-hbo van belang. Studenten tevreden over ruimtes en middelen op leerafdeling. Hoewel coachend begeleiden en feedback geven beter wordt, hebben coaches nog steeds behoefte aan oefening in coachen en reflecteren op hun handelen. Studenten loslaten is lastig, evenals goed begeleiden van elke individuele student. Coaches zitten niet allemaal op één lijn. Begeleiding vanuit school: aanwezigheid docenten bij scholingsmiddag kan soms beter. Leerrendement Studenten leren meer en sneller, o.a. dankzij dagelijkse, georganiseerde reflectie, zelfsturing, toenemende complexiteit van zorgverlening en leren in realistische beroepssituatie. Ook wat betreft werkverdeling en afdeling zelfstandig runnen. Studenten zijn meer betrokken bij werk dan in reguliere stage, en ontwikkelen groter verantwoordelijkheidsgevoel. Leren meer over omgaan met andere disciplines. Belangrijkste leerpunten: zelfstandig worden; functioneren als een team- samenwerken; feedback geven en ontvangen; coachen; overzicht houden: planning uitvoeren in drukte en prioriteiten stellen; coördinatie van zorg en omgaan met eigen onzekerheid. Samenwerken in team van studenten kan echter ook zorgen voor onzekerheid over eigen competenties. Ondanks positieve ervaringen: er kan veel meer uit gehaald worden. Verhoging productiviteit, verbetering organisatie en communicatie. Gebrek gekwalificeerd personeel nabije toekomst Kwaliteit zorgverlening verbeteren; kenniscirculatie Directe inzetbaarheid gediplomeerden verhogen; uitstroomniveau verhogen Leerafdeling levert gemotiveerde verpleegkundigen en gemotiveerde werk- en praktijkopleiders op, en tijd voor individuele activiteiten t.b.v. specifieke taken en/of deskundigheidsbevordering van teamleden. Inwerkperiode van gediplomeerden leerafdeling aanzienlijk korter (bij zelfde instelling): verkort van jaar tot half jaar. Gekwalificeerd personeel nabije toekomst Leerafdeling zorgt voor vervullen verschillende arbeidsplekken; verpleegkundigen bovendien direct inzetbaar. Kwaliteit zorgverlening verbeteren; kenniscirculatie Positieve invloed leerafdeling op leerklimaat. Klanttevredenheid gelijk gebleven of verhoogd. Studenten realiseren kwaliteitsverbeteringen op de afdeling: o.a. in rapporten. Als resultaat van learning community projecten (hbo) worden zorginnovaties pasklaar voor setting uitgewerkt. HBO-V studenten hebben in learning community meer mogelijkheden om rol ontwerper en beroepsbeoefenaar, naast rol zorgverlener, expliciet te ontwikkelen. Studenten leren projectmatig te werken en wat wetenschappelijk onderzoek inhoudt. 20

DE LEUKSTE PLEK OM TE LEREN MEERWAARDE VAN DE LEERAFDELING. Een meer dan geschikt alternatief voor de reguliere stage

DE LEUKSTE PLEK OM TE LEREN MEERWAARDE VAN DE LEERAFDELING. Een meer dan geschikt alternatief voor de reguliere stage DE LEUKSTE PLEK OM TE LEREN MEERWAARDE VAN DE LEERAFDELING Een meer dan geschikt alternatief voor de reguliere stage Aanleiding In opdracht van het ROC Midden Nederland (ROC MN) is onderzoek gedaan naar

Nadere informatie

De leukste plek om te. leren. Versterken van het contact tussen docenten en coaches op de leerafdeling. Verbetering van de communicatie werkt!

De leukste plek om te. leren. Versterken van het contact tussen docenten en coaches op de leerafdeling. Verbetering van de communicatie werkt! De leukste plek om te leren Versterken van het contact tussen docenten en coaches op de leerafdeling Verbetering van de communicatie werkt! Aanleiding In opdracht van het ROC Midden Nederland (ROC MN)

Nadere informatie

Opgesteld door: Denise Bijman (ecbo), Ingrid Christoffels (Kennismakelaar Kennisrotonde) en Sandra Beekhoven (Kennismakelaar Kennisrotonde)

Opgesteld door: Denise Bijman (ecbo), Ingrid Christoffels (Kennismakelaar Kennisrotonde) en Sandra Beekhoven (Kennismakelaar Kennisrotonde) Opgesteld door: Denise Bijman (ecbo), Ingrid Christoffels (Kennismakelaar Kennisrotonde) en Sandra Beekhoven (Kennismakelaar Kennisrotonde) Vraagsteller: Docent mbo Referentie: Kennisrotonde. (2018). Heeft

Nadere informatie

Uitkomsten BPV Monitor 2016

Uitkomsten BPV Monitor 2016 Uitkomsten BPV Monitor 2016 Landelijke rapportage over de kwaliteit van stages en leerbanen in het mbo Publicatie 7 februari 2017 SBB, Zoetermeer 1 Inleiding Iedere mbo-student volgt een deel van de beroepsopleiding

Nadere informatie

Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond Drs Ad de Jongh. 11 oktober 2011

Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond Drs Ad de Jongh. 11 oktober 2011 Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond Drs Ad de Jongh 11 oktober 2011 Doorbraakproject Werkplekleren Landelijk project met regionale deelprojecten Doel: het in kaart brengen van de verschillende manieren

Nadere informatie

WERKBEGELEIDING. Stage opdracht leerjaar 4. Mellisa van der Linden Studentennummer: 500637385

WERKBEGELEIDING. Stage opdracht leerjaar 4. Mellisa van der Linden Studentennummer: 500637385 WERKBEGELEIDING Mellisa van der Linden Studentennummer: 500637385 Klas: LV14-4ST2 Docentbegeleider: Jose Harmsen-Goossens Onderwijsonderdeel: 4500PWE13 Studieonderdeel: 4513OPWEOP Stage opdracht leerjaar

Nadere informatie

Competentieprofiel Werkbegeleider

Competentieprofiel Werkbegeleider Competentieprofiel Werkbegeleider Calibris Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Postbus 131 3980 CC Bunnik T 030 750 7000 F 030 750 7001 I www.calibris.nl E info@calibris.nl

Nadere informatie

Uitkomsten BPV Monitor 2017

Uitkomsten BPV Monitor 2017 Uitkomsten BPV Monitor 2017 Landelijke rapportage Publicatie maart 2018 SBB, Zoetermeer Inleiding Iedere mbo-student volgt een deel van de beroepsopleiding in één van de 250.000 erkende leerbedrijven.

Nadere informatie

Nieuwe concepten voor het vormgeven van werkplekleren

Nieuwe concepten voor het vormgeven van werkplekleren Nieuwe concepten voor het vormgeven van werkplekleren A. F. M. Nieuwenhuis, C. L. Poortman en M. Reenalda Samenvatting Hoewel werkplekleren als essentieel onderdeel van beroepsopleidende leertrajecten

Nadere informatie

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) In de voorbereiding op het Pop gesprek stelt de medewerker een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Hierbij maakt de medewerker gebruik

Nadere informatie

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands Taal op koers 29 oktober 2014 Cindy Poortman en Kim Schildkamp Uitdagingen in de onderwijspraktijk Voortijdige schooluitval Gebrek aan praktische

Nadere informatie

Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond. Opbrengsten en overdracht

Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond. Opbrengsten en overdracht Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond Opbrengsten en overdracht 11 oktober 2011 Stageritme op de leerafdeling Het ritme van een stage is steeds meer uitgekristalliseerd en bestaat momenteel uit stages

Nadere informatie

Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond

Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond STELLINGEN 11 oktober 2011 Doelstellingen van de leerafdeling Circa tien mbo- en hbo-studenten runnen onder leiding van een professional een afdeling van een (zorg)instelling

Nadere informatie

Werkbladen Workshop zelfonderzoek project Hybride Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs (14 Oktober 2010)

Werkbladen Workshop zelfonderzoek project Hybride Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs (14 Oktober 2010) Werkbladen Workshop zelfonderzoek project Hybride Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs (14 Oktober 010) Ilya Zitter & Aimée Hoeve Versie 5 oktober 010 Vooraf Vertrekpunt voor de monitor & audit van de

Nadere informatie

Het BeroepsPraktijkVormings-plan (BPV)

Het BeroepsPraktijkVormings-plan (BPV) Het BeroepsPraktijkVormings-plan (BPV) Een BPV-plan geeft een systematische beschrijving van de uitvoering van de beroepspraktijkvorming in een zo concreet mogelijke beschrijving. Meerwaarde hiervan is

Nadere informatie

Middelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema)

Middelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema) Lijst met afkortingen voor de bloemist-winkelier m.b.t. het onderwijs Gebruikte term Toelichting MBO BOL BBL deelnemer BPV protocol Beroeps Praktijk Vorming (afgekort BPV) BPV verlener BPV-begeleider BPV-deelnemer

Nadere informatie

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. ROWF Les op locatie in de beroepsopdracht van de HvA. De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. Het doel is de

Nadere informatie

Rollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen)

Rollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen) Rollenmatrix Rollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen) Toelichting vooraf: o Als uitgangsmateriaal zijn de overzichten van taken en verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Tekst: Gofrie van Lieshout Foto's: Ken Wong

Tekst: Gofrie van Lieshout Foto's: Ken Wong Bij onderzoeken die de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en de samenwerking in kaart brengen, komt steevast de zorgsector als beste uit de bus. Sinds het bestaan van KBB, nu vier jaar, pakken

Nadere informatie

De ideale stageplek voor de HBO en de MBO student

De ideale stageplek voor de HBO en de MBO student De ideale stageplek voor de HBO en de MBO student Aanleiding Het WOZ streeft naar kwalitatief en kwantitatief passend opleiden voor Zorg en Welzijn in West-Brabant 2020. Vanuit het werkoverleg zorg (WOZ)

Nadere informatie

BPV infomap Dikkertje Dap

BPV infomap Dikkertje Dap BPV infomap Dikkertje Dap Versie: 21-04-2015 Pagina 1 van 5 Welkom bij Dikkertje Dap Voor je ligt het bpv infomap voor leerlingen die hun bpv bij Dikkertje Dap komen opdoen, Hierin staat beschreven wat

Nadere informatie

Trendanalyse

Trendanalyse Trendanalyse 2005 2007-2009 Versie 1 April 2010 In 2005, 2007 en 2009 hebben docenten, werkbegeleiders en praktijkopleiders van de samenwerkende scholen en zorginstellingen in de regio Groningen, Drenthe,

Nadere informatie

BPV-monitor vragenlijst praktijkopleiders leerbedrijven [definitief]

BPV-monitor vragenlijst praktijkopleiders leerbedrijven [definitief] BPV-monitor vragenlijst praktijkopleiders leerbedrijven [definitief] Intro In voorliggende enquête stellen we u een aantal vragen over uw ervaring met de bpv binnen uw opleiding. Het kan zijn dat u enkele

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg te Tilburg Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) Juli 2014 3280511/7 BRIN: 25LZ Onderzoeksnummer: 276480 Onderzoek

Nadere informatie

LOB scan voor MBO werkversie 1

LOB scan voor MBO werkversie 1 Uitleg bij invullen LOB-scan; Stap 1: de LOB -scan is verdeeld in 12 componenten (donker grijze balken). Onder ieder component zijn een aantal elementen (witte vlakken) geformuleerd. Per element geeft

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 VOORWOORD Als stageteam Toegepaste Psychologie zijn wij zeer verheugd dat uw instelling onze student(en) een stageplaats biedt en zo participeert in het opleiden

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Portfolio ~ POP ~ PAP

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Portfolio ~ POP ~ PAP BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Het begrip portfolio komt oorspronkelijk uit de wereld van kunst en architectuur. Kunstenaars en architecten kunnen bij hun sollicitaties

Nadere informatie

Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van:

Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van: Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van: 2 Gezamenlijke aanpak BPV In de Verbeteragenda BPV van MKB Nederland en VNO-NCW is naar aanleiding van een onderzoek naar de ervaringen van leerbedrijven

Nadere informatie

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland BIJLAGE: Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland Pagina 1: Effecten bij leerlingen Effecten bedrijven - onderwijs Toelichting: De percentages onder het kopje Nul zijn de uitersten

Nadere informatie

BPV-monitor vragenlijst praktijkopleiders leerbedrijven

BPV-monitor vragenlijst praktijkopleiders leerbedrijven BPV-monitor vragenlijst praktijkopleiders leerbedrijven EVALUATIE BPV-PERIODE VOORBEREIDING V1. Kunt u aangeven in hoeverre u het bent met de volgende stellingen over de voorbereiding op de bpv van de

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3 Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3 Kenniscentrum Talentontwikkeling Informatiebulletin voor studenten Inhoud 1. Inleiding: OS Boss po 2 2. Opleiding, begeleiding en beoordeling 2 3. Rollen en

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Het BeroepsPraktijkVormings-plan (BPV)

Het BeroepsPraktijkVormings-plan (BPV) Het BeroepsPraktijkVormings-plan (BPV) Een BPV-plan geeft een systematische beschrijving van de uitvoering van de beroepspraktijkvorming in een zo concreet mogelijke beschrijving. Meerwaarde hiervan is

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg Plaats : Tilburg BRIN nummer : 25LZ Onderzoeksnummer : 292405 Datum onderzoek : 10 april 2017 Datum vaststelling : 22 mei 2017 INHOUD

Nadere informatie

Winnaar Beste Calibris Leerbedrijf Sport 2010 Sciandri Sportmanagement Haarlem JURYRAPPORTAGE

Winnaar Beste Calibris Leerbedrijf Sport 2010 Sciandri Sportmanagement Haarlem JURYRAPPORTAGE Winnaar Beste Calibris Leerbedrijf Sport 2010 Sciandri Sportmanagement Haarlem JURYRAPPORTAGE Achtergrond Calibris kiest jaarlijks het Beste Calibris Leerbedrijf. De prijs wordt afwisselend uitgereikt

Nadere informatie

De LOB-scan voor mbo

De LOB-scan voor mbo 35 BIJLAGE 3 De LOB-scan voor mbo De LOB-scan Doel van de LOB-scan is om zicht te krijgen op hoe Loopbaanontwikkeling en -begeleiding (LOB) in jullie onderwijsinstelling er op dit moment voor staat. De

Nadere informatie

SAMENVATTING ONDERZOEK "Van kwalificatiedossier naar aantrekkelijk onderwijs"

SAMENVATTING ONDERZOEK Van kwalificatiedossier naar aantrekkelijk onderwijs SAMENVATTING ONDERZOEK "Van kwalificatiedossier naar aantrekkelijk onderwijs" Doel- en probleemstelling SLO speelt als het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling een belangrijke rol in het vertalen

Nadere informatie

De datateam methode. Onderzoeksbevindingen en praktijkervaringen. Succesexpo School aan Zet , Eindhoven Lisa Moonen en Kim Schildkamp

De datateam methode. Onderzoeksbevindingen en praktijkervaringen. Succesexpo School aan Zet , Eindhoven Lisa Moonen en Kim Schildkamp De datateam methode Onderzoeksbevindingen en praktijkervaringen Succesexpo School aan Zet 01-10-2015, Eindhoven Lisa Moonen en Kim Schildkamp Contactpersoon: Kim Schildkamp, k.schildkamp@utwente.nl Inleiding

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO ALBEDA COLLEGE Opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra definitief augustus 2013 H3331188 Plaats: Rotterdam BRIN: Onderzoeksnummer: 00GT 242810 Onderzoek

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder BPV-bedrijven/instellingen van ROC Friese Poort 2015

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder BPV-bedrijven/instellingen van ROC Friese Poort 2015 Rapportage tevredenheidsonderzoek onder BPV-bedrijven/instellingen van ROC Friese Poort 2015 Juli 2015 Samenvatting Van april tot en met eind juni 2015 heeft er een tevredenheidsonderzoek onder BPVbedrijven/instellingen

Nadere informatie

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017 Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017 Om de kwaliteit van de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde te behouden en te verbeteren worden met ingang van december

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept. BPV werkboek Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: 25262 Naam student: BPV-werkboek 25262/versie sept. 16 1 Inhoudsopgave 1 Algemeen...3 1.1 Begin en

Nadere informatie

De leerweg van de leerafdeling

De leerweg van de leerafdeling De leerweg van de leerafdeling Succesfactoren en verbeterpunten voor stages op de leerafdeling Sinds 2004 ondersteunt Calibris (Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport) leerbedrijven

Nadere informatie

Handleiding Praktijkbegeleider BeroepsPraktijkVorming (stage)

Handleiding Praktijkbegeleider BeroepsPraktijkVorming (stage) Handleiding Praktijkbegeleider BeroepsPraktijkVorming (stage) Handleiding voor de praktijkbegeleider BPV Inhoud Introductie... 3 Verschillende stagevormen... 4 Investeringen en randvoorwaarden... 4 Randvoorwaarden

Nadere informatie

Gediplomeerden 2015 SOMA College

Gediplomeerden 2015 SOMA College Gediplomeerden 2015 SOMA College Samenvattende rapportage van de uitkomsten van het onderzoek onder gediplomeerden van het SOMA College Utrecht, september 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven

Nadere informatie

MAXIME VOLLERS OPLEIDINGSADVISEUR & ONTWIKKELAAR

MAXIME VOLLERS OPLEIDINGSADVISEUR & ONTWIKKELAAR MAXIME VOLLERS OPLEIDINGSADVISEUR & ONTWIKKELAAR WERKPLEKLEREN IN DE BBL PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK IN HET MBO WERKPLEKLEREN IN DE FASTSERVICE EEN VERKENNENDE EVALUATIE VAN DE MIDDELBARE BEROEPSOPLEIDING

Nadere informatie

De Verticale Ondernemerskolom Twente: Project 301

De Verticale Ondernemerskolom Twente: Project 301 De Verticale Ondernemerskolom Twente: Project 301 ROC van Twente - Hengelo In januari 2004 is de afdeling Handel van het toenmalige ROC Oost- Nederland, School voor Economie en ICT, locatie Hengelo - nu

Nadere informatie

Werkplekleren: de Nederlandse casus

Werkplekleren: de Nederlandse casus www.ecbo.nl Werkplekleren: de Nederlandse casus Anneke Westerhuis 22 april 2016 Werkplekleren in Nederland 1. Werkplekleren in historisch perspectief 2. De organisatie van het Nederlandse mbo en de positie

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam te Rotterdam

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam te Rotterdam KWALITEITSONDERZOEK MBO Zorgcampus Rotterdam te Rotterdam Verzorgende-IG Januari 2016 BRIN: 30NZ Onderzoeksnummer: 286193 Onderzoek uitgevoerd: 13-01-2016 Conceptrapport verzonden op: 23 februari 2016

Nadere informatie

Onderzoeken Werkplekleren

Onderzoeken Werkplekleren Onderzoeken Werkplekleren Leeromgeving Sapfabriek Competenties en professionaliseringsbehoeften Opzet presentatie Verbinding tussen de onderzoeken Aanleiding voor de onderzoeken Onderzoek Sapfabriek Respondenten

Nadere informatie

DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL EN COMPETENTIEPROFIEL

DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL EN COMPETENTIEPROFIEL Huis voor Gezondheid vzw Lakensestraat 76 bus 7 1000 Brussel t. 02 412 31 6 f. 02 412 31 69 info@huisvoorgezondheid.be www.huisvoorgezondheid.be ond. nr. 821.4.683 DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL

Nadere informatie

KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS

KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS Rapportage voor Koning Willem I. College Opleiding Manager/ondernemer horeca van de Middelbare Horecaschool (MHS) HOGESCHOOL UTRECHT Wenja Heusdens, MSc

Nadere informatie

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started

Nadere informatie

Inhoud: Opdracht 1 pagina 2 Opdracht 2 pagina 3 Opdracht 3 pagina 4 Opdracht 4 pagina 5 Opdracht 5 pagina 6

Inhoud: Opdracht 1 pagina 2 Opdracht 2 pagina 3 Opdracht 3 pagina 4 Opdracht 4 pagina 5 Opdracht 5 pagina 6 Leerwerkplan leerjaar 2 2007 2008 Handtekening instituutbegeleider Naam student : Erik Postema Student nummer : 1006851 Klas : DLO2 metaal Opmerkingen werkplekbegeleider Opmerkingen en eindoordeel instituutbegeleider

Nadere informatie

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je?

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je? Stagedossier Leerjaar 2 Verpleegkunde Naam: Klas: Leerjaar: PS-nummer: SLB er BPV-docent: Stage organisatie: evt. afdeling: Stage adres: Stageperiode: Naam werkbegeleider: Functie werkbegeleider: Van..

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. MBO Amersfoort te Amersfoort

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. MBO Amersfoort te Amersfoort ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO MBO Amersfoort te Amersfoort Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener) definitief 12 april 2013 Plaats: Amersfoort BRIN: 30RR

Nadere informatie

De motor van de lerende organisatie

De motor van de lerende organisatie De motor van de lerende organisatie Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst ROCKO

Samenwerkingsovereenkomst ROCKO Samenwerkingsovereenkomst ROCKO Partijen: Summa College, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw T. van Hoogstraten, Korein, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P. Notten, Kinderopvanggroep,

Nadere informatie

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC TOP te Amsterdam 22158 Financiële beroepen (Financiële beroepen) en 93200 Financiële beroepen (Financieel administratief medewerker) Januari,

Nadere informatie

Plek voor stage. QuickScan: stageproblematiek Zorg en Welzijn in Gelderland. Augustus 2018 WZW, in opdracht van provincie Gelderland

Plek voor stage. QuickScan: stageproblematiek Zorg en Welzijn in Gelderland. Augustus 2018 WZW, in opdracht van provincie Gelderland Plek voor stage QuickScan: stageproblematiek Zorg en Welzijn in Gelderland Augustus 2018 WZW, in opdracht van provincie Gelderland 1. Aanleiding De sector Zorg en Welzijn staat nu en de komende jaren voor

Nadere informatie

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan 1 WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan Doorstroomtraject BBL/BOL-PW4 Kerntaak: 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkprocessen: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering

Nadere informatie

Inleiding. In deze rapportage staan de belangrijkste uitkomsten uit de landelijke BPV Monitor 2018.

Inleiding. In deze rapportage staan de belangrijkste uitkomsten uit de landelijke BPV Monitor 2018. Uitkomsten BPV Monitor 2018 LANDELIJKE RAPPORTAGE Inleiding Iedere mbo- volgt een deel van de beroepsopleiding in één van de 250.000 erkende leerbedrijven. Dit leren in de praktijk via stages en leerbanen

Nadere informatie

Informatiepakket Leerlabs

Informatiepakket Leerlabs Informatiepakket Leerlabs Informatiepakket Leerlabs De vraag naar gepersonaliseerd onderwijs en het gebruik van ict in de klas groeit. Veel scholen werken aan initiatieven gericht op gepersonaliseerd leren

Nadere informatie

Klantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten

Klantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten Klantprofilering Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten Concept projectvoorstel, versie 0.4 26 oktober2004 Documenthistorie Versie/Status Datum Wijzigingen Auteur 0.1 16/06/2004 B.G. Langedijk

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ AOC DE GROENE WELLE. Opleiding Bloembinder (Eerste Bloembinder)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ AOC DE GROENE WELLE. Opleiding Bloembinder (Eerste Bloembinder) RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ AOC DE GROENE WELLE Opleiding Bloembinder (Eerste Bloembinder) Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Visie Op Stage Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs (avondonderwijs)

Visie Op Stage Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs (avondonderwijs) Visie Op Stage Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs (avondonderwijs) Opbouw van de stageleerlijn We schreven in onze visie op de opleiding dat we enerzijds willen vertrekken vanuit de student en

Nadere informatie

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER : Alle DOSSIERCREBO : Alle KWALIFICATIE : Alle KWALIFICATIECREBO : Alle NIVEAU : Alle COHORT : Vanaf 2015

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. MBO Amersfoort te Amersfoort

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. MBO Amersfoort te Amersfoort ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO MBO Amersfoort te Amersfoort Medewerker marketing en Communicatie / Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker) Financiële beroepen (Financieel

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO

KWALITEITSONDERZOEK MBO KWALITEITSONDERZOEK MBO Alfa-college te Groningen Medewerker beheer ICT Definitief Januari, 2013 BRIN: 25LU Onderzoeksnummer: 128009 Onderzoek uitgevoerd in: November, 2012 Conceptrapport verzonden op:

Nadere informatie

Instructie en informatie voor de begeleider installatie

Instructie en informatie voor de begeleider installatie Instructie en informatie voor de begeleider installatie Masterplan Dit is een product van het project Masterplan Zuid- Holland. Hierin werken de volgende organisaties samen: - de ROC s Albeda College,

Nadere informatie

Caseverslag EXMO II: Nimeto

Caseverslag EXMO II: Nimeto Caseverslag EXMO II: Nimeto BPV begeleiding via social media Tilburg, maart 2012 K. de Ries MSc. Prof. dr. L. Nieuwenhuis Drs. I. van der Neut met medewerking van: M. Jans MSc. IVA beleidsonderzoek en

Nadere informatie

Competentieprofiel werkbegeleider

Competentieprofiel werkbegeleider Competentieprofiel werkbegeleider Voor verzorgenden en verpleegkundigen Ontwikkeld door: Hennie Verhagen (Evean) Joukje Stellingwerf (Puur Zuid) Maaike Hakvoort (ZGAO) Brenda van der Zaag (ROC TOP) Kim

Nadere informatie

Instructie en informatie voor de begeleider

Instructie en informatie voor de begeleider Instructie en informatie voor de begeleider Masterplan Instructie en informatie over: - Begeleiden en Beoordelen - Startgesprek (BOL/BBL) - Ontwikkelingsgericht opleiden en beoordelen - Overgang naar de

Nadere informatie

HGZO-congres 2011. Samenwerken Samen werken Samen leren

HGZO-congres 2011. Samenwerken Samen werken Samen leren Samenwerken Samen werken Samen leren Samenwerken Het AMC wil met een beperkt aantal opleidingen structureel samenwerken bij het opleiden voor en in het AMC. Drie bij leren en werken betrokken partijen:

Nadere informatie

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep Proeve van Bekwaamheid kerntaak 2 Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep ROC van Amsterdam,augustus 2007 Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor

Nadere informatie

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Evaluatierapport Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Bevindingen van leraren en leerlingen Drs. Gerard Baars Inleiding In de tweede helft van 2008 is op zes basisscholen in Rotterdam

Nadere informatie

Van peer tot peer: Collegiaal leren en auditen. 1 oktober 2015

Van peer tot peer: Collegiaal leren en auditen. 1 oktober 2015 Van peer tot peer: Collegiaal leren en auditen 1 oktober 2015 Welkom Voorstellen. Karin van Wijnen, Kwaliteitsnetwerk mbo Carlijn van Diepen, ROC A12 en BVMBO Marloes van Bussel, NCP EQAVET Doelen 1. Deelnemers

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC A12 te Ede Ondernemer detailhandel definitief januari 2015 3280511/8 BRIN: 25PM Onderzoeksnummer: 279414 Onderzoek uitgevoerd in: oktober/november

Nadere informatie

2.3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? Methodisch werken als werkbegeleider 18

2.3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? Methodisch werken als werkbegeleider 18 15 De werkbegeleider Samenvatting De werkbegeleider heeft een belangrijke rol binnen zorg- en welzijnsorganisaties. Zij helpt de student zich het vak eigen te maken en leert tegelijkertijd zelf hoe zij

Nadere informatie

gezamenlijke aanpak bpv

gezamenlijke aanpak bpv BPVprotocol gezamenlijke aanpak bpv In de Verbeteragenda bpv van MKB Nederland en VNO-NCW is naar aanleiding van een onderzoek naar de ervaringen van leerbedrijven met de bpv: Beroepspraktijkvorming in

Nadere informatie

PROJECTPLAN EXAMINERING KEUZEDELEN BTG ZDV

PROJECTPLAN EXAMINERING KEUZEDELEN BTG ZDV PROJECTPLAN EXAMINERING KEUZEDELEN BTG ZDV Professionalisering examinering Projectnummer 33501001 BTG Zakelijke Dienstverlening en Veiligheid Samensteller(s) Leontine Derks 15-02-2016 Projectplan Examinering

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Nederlandse Kappersakademie te Rotterdam

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Nederlandse Kappersakademie te Rotterdam ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Nederlandse Kappersakademie te Rotterdam Kapper januari 2015 BRIN: 25ZH Onderzoeksnummer: 281679 Onderzoek uitgevoerd: 13 januari 2015 Rapport

Nadere informatie

Draaiboek voor het team Kwaliteit van verzorging en opvoeding in de residentiële jeugdzorg

Draaiboek voor het team Kwaliteit van verzorging en opvoeding in de residentiële jeugdzorg Draaiboek voor het team Kwaliteit van verzorging en opvoeding in de residentiële jeugdzorg Marjan de Lange Cécile Chênevert Utrecht, september 2011 2011 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

Workshop Goed kan Beter V&VN congres 27 januari 2011

Workshop Goed kan Beter V&VN congres 27 januari 2011 Workshop Goed kan Beter V&VN congres 27 januari 2011 Doel van de workshop Inzicht krijgen in de wijze waarop de organisatie als leerbedrijf van goed naar beter gebracht kan worden. Kwaliteitsgebieden BPV

Nadere informatie

Handleiding voor praktijkbegeleiders van niveau 2 en 3 cursisten

Handleiding voor praktijkbegeleiders van niveau 2 en 3 cursisten Handleiding voor praktijkbegeleiders van niveau 2 en 3 cursisten Inhoud: Inleiding... 3 Kerntaken van een praktijkbegeleider... 3 Voorbereidend gesprek met de cursist... 4 Feedback geven... 4 Begeleiden

Nadere informatie

Programma van Eisen m.b.t. leren in de Kinderopvang

Programma van Eisen m.b.t. leren in de Kinderopvang Programma van Eisen m.b.t. leren in de Kinderopvang Vastgesteld op 26-02-2010 De basis van het Programma van Eisen m.b.t. leren in de Kinderopvangorganisaties is het principe dat de Beroepspraktijkvorming

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Deelprogramma voor wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die opgeleid worden tot casemanager SamenOud R. Brans April 2013 Inhoud

Nadere informatie

Kinderopvang Dikkertje Dap. BPV Beleidsplan. Document: 3.12 Eigenaar: Gerrie Behet. Versie: Pagina 1 van 8

Kinderopvang Dikkertje Dap. BPV Beleidsplan. Document: 3.12 Eigenaar: Gerrie Behet. Versie: Pagina 1 van 8 1 Versie: 21-04-2015 Pagina 1 van 8 2 Inhoudsopgave Pag. Inleiding 3 Missie 4 Visie opleiden De Beroepspraktijk Vorming (bpv) 5 1. Voorwaarden voor het leerproces Taken en verantwoordelijkheden van alle

Nadere informatie

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO onderzoeksverslag Rozemarijn van Toly, Annemarie Groot, Andrea Klaeijsen en Patricia Brouwer 01 AANLEIDING ONDERZOEK Er is recent veel aandacht voor werkdruk onder docenten;

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

Leergangen Algemene informatie

Leergangen Algemene informatie Leergangen Algemene informatie www.bntonderwijs.nl INHOUD I 5 Trainingsschema II 6 Algemene Informatie III 8 Onze Trainers L1 10 Formatieve Evaluatie L2 12 Action Research IV 14 Maatwerk b&t Leergangen

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS)

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS) Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS) Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Inleiding Tijdens de stage zijn er zeven leerondersteuningsbijeenkomsten (LOS-bijeenkomsten). Het onderwijs

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

(registeropleiding Post-HBO)

(registeropleiding Post-HBO) De coördinator Taal Kenniscentrum de Kempel Deurneseweg 11 5709 AH Helmond 0492-514400 Helga van de Ven h.ven@kempel.nl De coördinator Taal Kenniscenter de Kempel 2016 (registeropleiding Post-HBO) 1 De

Nadere informatie

Anders kijken, anders leren, anders doen

Anders kijken, anders leren, anders doen Anders kijken, anders leren, anders doen Grensoverstijgend leren en opleiden in zorg en welzijn in het digitale tijdperk HOOFDLIJN 5 Hoofdlijn 5. Consistente en op elkaar aansluitende leertrajecten in

Nadere informatie