COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN

Transcriptie

1 COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN COMPETENT GETOETST TOETSEN & EXAMINEREN IN HET HBO ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 4 OKTOBER

2 DOCENTEN AAN HET WOORD Wat is adequaat bewijs om competenties aan te tonen? Hoe kom ik tot een intersubjectief en onderbouwd oordeel? 2

3 COMPETENTIETOETSEN Doel: Vaststellen of een student competent is. Kenmerken van competentietoetsen: centraal staat het geïntegreerd handelen van een student bij het uitvoeren van diverse beroepstaken kern-/deeltaken, beroepshandelingen, dilemma s, kritische situaties in verschillende realistische (praktijk)situaties en contexten d.w.z. leerwegonafhankelijk stages, praktijkopdrachten, etc. door middel van verschillende toetsvormen op verschillende momenten portfolio-, performance-/gedrags-assessment, simulatie, POP (formatief) meerdere beoordelaars verschillende achtergronden leeruitkomsten open en generiek (leerwegonafhankelijk) 3

4 DE ASSESSMENTDRIEHOEK: TAKEN, CRITERIA & BEWIJS 3. Bewijs speelveld van de assessor 1. Kern- / beroepstaken Managen van een project De vraag/opdracht scherp stellen Projectdoelstellingen formuleren Criteria bepalen waaraan resultaat moet voldoen Opzetten van een projectorganisatie Etc. Het wat? beoordelingsstandaard Identiek voor elke student niveau 2. Beoordelingscriteria 4

5 1. KERN-/BEROEPSTAKEN (LINKSONDER IN DE DRIEHOEK) Beroepstaken bieden een kader voor studenten. Kenmerken zijn: Herkenbaar voor het werkveld, studenten en docenten Representatief voor het beroep/functie/werkveld waarvoor wordt opgeleid afgeleid van opleidingsprofiel Onderscheidend van elkaar Ruimte voor keuze aansluitend bij de praktijk waar de student stage loopt (context) Realistisch: afgestemd op niveau in de opleiding cognitieve complexiteit taak complexiteit context (diversiteit van praktijken) mate van zelfstandigheid 5

6 DE ASSESSMENTDRIEHOEK: TAKEN EN CRITERIA 3. Bewijs speelveld van de assessor 1. Kern- / beroepstaken Managen van een project De vraag/opdracht scherp stellen Projectdoelstellingen formuleren Criteria bepalen waaraan resultaat moet voldoen Opzetten van een projectorganisatie Etc. Het wat? beoordelingsstandaard Identiek voor elke student niveau 2. Beoordelingscriteria Onderzoekend vermogen Methodisch handelen en verantwoorden daarvan Vanuit gedegen theoretische kennisbasis Reflectief vermogen Verantwoordelijkheid voor eigen professioneel handelen Het hoe en waarom? 6

7 2. BEOORDELINGSCRITERIA (RECHTSONDER IN DE DRIEHOEK) Representatief voor (eind)kwalificaties van de opleiding afgeleid van hbo-standaard en opleidingsprofiel rekening houdend met het niveau in de opleiding Gelden alle criteria? Waar zit keuze/ruimte? Open en generiek hanteerbaar bij meerdere kerntaken en in uiteenlopende contexten/praktijken/situaties Toetsbaar uitgewerkt in meetbaar en observeerbaar gedrag hanteerbare set: niet teveel criteria; niet te gedetailleerd Transparant relatie met (eind)kwalificaties van de opleiding is duidelijk 7

8 DE ASSESSMENTDRIEHOEK: BEWIJS 3. Bewijs Projectplan, -evaluatie, etc. speelveld van de assessor 1. Kern- / beroepstaken Managen van een project De vraag/opdracht scherp stellen Projectdoelstellingen formuleren Criteria bepalen waaraan resultaat moet voldoen Opzetten van een projectorganisatie Etc. Het wat? beoordelingsstandaard Identiek voor elke student niveau 2. Beoordelingscriteria Onderzoekend vermogen Methodisch handelen en verantwoorden daarvan Vanuit gedegen theoretische kennisbasis Reflectief vermogen Verantwoordelijkheid voor eigen professioneel handelen Het hoe en waarom? 8

9 3. BEWIJS In beroepsproducten óf gedrag resultaat van professioneel handelen middel om informatie over beoordelingscriteria te krijgen (=rechtsonder in de driehoek) Keuze aan de student: Best practices passend bij beroepstaken Relevant om het vereiste gedrag aan te tonen N.B. geef voorbeelden als hulpmiddel/denkrichting Beheersbaar en werkbaar voor beoordelaar/assessor d.m.v. Maximum aantal Toelichting met STARR 9

10 WERKEN MET DE ASSESSMENTDRIEHOEK 3. Bewijs Projectplan, -evaluatie, etc.! speelveld van de assessor 1. Kern- / beroepstaken Managen van een project Het wat? beoordelingsstandaard Identiek voor elke student Stap 1 2. Beoordelingscriteria Onderzoekend vermogen Professioneel vakmanschap Handelen verantwoorden (maatschappelijk, ethisch) Het hoe en waarom? 10

11 DE ASSESSMENTDRIEHOEK EN STARRTT 3. Bewijs Projectplan, -evaluatie, etc. Resultaat speelveld van de assessor 1. Kern- / beroepstaken Managen van een project Het wat? beoordelingsstandaard Identiek voor elke student 2. Beoordelingscriteria Onderzoekend vermogen Het hoe en waarom? Situatie, Taak Aanpak, Reflectie, Transfer, Tegendeel 11

12 COMPETENTIES BEOORDELEN 12

13 BEOORDELEN MET DE DRIEHOEK STAP 1: De assessor bepaalt individueel zijn oordeel door Per taak een score toe te kennen volgens afgesproken norm, bijvoorbeeld: O onvoldoende: het resultaat voldoet niet aan de criteria V voldoende: G goed: het resultaat voldoet grotendeels aan de criteria, behoeft ontwikkeling op enkele aspecten het resultaat voldoet aan de criteria ZG zeer goed: het resultaat overtreft de criteria deze score te onderbouwen met observaties en bevindingen uit het bewijs en assessmentgesprek herkenbare verwijzing naar onderkant driehoek 13

14 BEOORDELEN MET DE DRIEHOEK STAP 2: De assessor stelt met co-assessor gezamenlijk oordeel vast door Individuele scores O, V, G, ZG, per taak te vergelijken en bespreken Komen bevindingen uit portfolio en assessmentgesprek overeen? Is het bijstellen van (een) score(s) nodig op basis van de observaties en bevindingen van de mede-assessor? Consensus Een cijfer aan het gezamenlijk oordeel toe te kennen volgens beslisregels (voorbeeld) Dat cijfer te onderbouwen met behulp van gezamenlijke observaties uit portfolio en gesprek onderkant van de assessmentdriehoek is referentie 14

15 VOORBEELD VAN BESLISREGELS Score Cijfer Eén van de competenties* O -> cijfer onder de 5,5 Alle competenties V -> cijfer tussen 5,5 en 7,0 Competenties V en G -> cijfer tussen 7,0 en 8,0 Alle competenties G -> cijfer een 8,0 Competenties G en ZG -> cijfer tussen 8,0 en 9,0 Alle competenties ZG > cijfer > 9,0 * Een competentie is een beroepstaak (linksonder in de driehoek) uitgevoerd volgens de beoordelingscriteria (rechtsonder in de driehoek) Bron: Andriessen, Onderzoekend Vermogen in hbo. VH, hbo jaarcongres

16 KWALITEIT ASSESSOREN Deskundig Assessorprofiel is leidend: kerntaken, basiskwalificaties en gedragsindicatoren Voortdurende professionalisering stap 1: training: - gemeenschappelijke interpretatie beoordelingsmodel - eenduidige werkwijze: procedure, structuur, gespreks- en beoordelingstechnieken, protocol stap 2: ervaring opdoen in de praktijk (oefenen) stap 3: proeve van bekwaamheid voor certificering stap 4: onderhoud: vaardig blijven en kalibreren Onafhankelijk Scheiding begeleider - beoordelaar Tweetallen in wisselende samenstelling voor intersubjectief oordeel Vier ogen principe Meer informatie vind je hier: Score.hva.nl/docent/SKE/handleiding certificering assessoren 16

17 DANK VOOR UW AANDACHT Contact: 17