Overzicht van rechten en plichten (centrale) studentenraad ROC Midden Nederland

Transcriptie

1 Overzicht van rechten en plichten (centrale) studentenraad ROC Midden Nederland Inleiding ROC Midden Nederland heeft ervoor gekozen om de medezeggenschap van de deelnemers te borgen middels een systeem van één deelnemersraad per college en een centrale deelnemersraad op schoolniveau. Dit betekent dat de bevoegdheden van de deelnemersraden gerelateerd zijn aan de bevoegdheden van de College Directeuren en de overleg- informatie- initiatief-, instemmings- en adviesrechten van de deelnemersraden zich beperken tot het niveau van het betreffende college. De onderwerpen waarover op schoolniveau wordt beslist door het College van Bestuur worden besproken met de centrale deelnemersraad. De overleg- informatie- initiatief-, instemmings- en adviesrechten over die onderwerpen liggen dan ook bij die raad. De werkwijze en de overleg- informatie- initiatief-, instemmings- en adviesrechten van de centrale deelnemersraad worden beschreven in het reglement van de centrale deelnemersraad, evenals de verdeling van de bevoegdheden tussen de deelnemersraden en de centrale deelnemersraad. Overlegrecht/plicht Overlegrecht/plicht Centrale deelnemersraad 1. De centrale deelnemersraad, de ondernemingsraad en (als deze er is) de ouderraad, overleggen ten minste tweemaal per jaar gezamenlijk over algemene aangelegenheden over de school en het onderwijs. 2. Het College van Bestuur overlegt minimaal tweemaal per jaar met de centrale deelnemersraad over de algemene gang van zaken binnen de school. Het College van Bestuur kan, onder opgaaf van redenen, de centrale deelnemersraad vaker uitnodigen voor overleg. 3. De centrale deelnemersraad kan, onder opgaaf van redenen, het College van Bestuur vaker uitnodigen voor overleg. Overlegrecht/plicht deelnemersraad 1. De College Directeur overlegt minimaal tweemaal per jaar met de deelnemersraad over de algemene gang van zaken binnen het college. De College Directeur nodigt de deelnemersraad daarvoor uit, tenminste drie weken voor de datum van het overleg. De agenda voor dit overleg wordt in onderling overleg vastgesteld. 2. De College Directeur kan, onder opgaaf van redenen, de deelnemersraad vaker uitnodigen voor overleg. 3. De deelnemersraad kan, onder opgaaf van redenen, de College Directeur vaker uitnodigen voor overleg. Faciliteiten 1. De College Directeur stelt aan de (college) studentenraad voldoende middelen ter beschikking om de taken van de raad goed te kunnen uitvoeren. De raad stelt hiertoe voor elk schooljaar een begroting op. Deze middelen kunnen ingezet worden ten behoeve van: - het organiseren van de verkiezingen van de leden van de SR; - het volgen van cursussen door de leden van de SR; - het organiseren van contacten met de overige deelnemers (om medezeggenschap te kunnen vormgeven): - contacten met externe deskundigen. 2. De College Directeur zorgt ervoor dat de SR de beschikking krijgt over de voorzieningen die de raad voor zijn werk nodig heeft, zoals de mogelijkheid tot het reserveren van een ruimte om te werken en te vergaderen en een (medewerkers)pas om te printen. Indien de raad andere faciliteiten nodig heeft, kan een verzoek daarvoor via het secretariaat van de college-directeur worden ingediend. 3. Leden van de SR hebben het recht om door een ter zake kundige medewerker van de school (aangewezen door de college-directeur) in hun werk voor de SR te worden begeleid. Pagina 1

2 4. De leden van de SR ontvangen vacatiegeld. De hoogte van het vacatiebedrag wordt bepaald door het aantal overleggen met de college-directeur. Per overlegvergadering (inclusief voor- en nabereiding) ontvangt de studenten 35, met een maximum van 280 per jaar. Ook ontvangt de student, na afloop van zijn/haar inzet bij de SR, een certificaat van deelname. Rechten en bevoegdheden Initiatiefrecht Initiatiefrecht centrale deelnemersraad 1. De centrale deelnemersraad is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die de school betreffen. De centrale deelnemersraad is bevoegd over deze aangelegenheden aan het College van Bestuur voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. De centrale deelnemersraad kan het College van Bestuur verplichten daarop door middel van een standpunt of besluit te reageren. Het College van Bestuur moet dan binnen twee maanden een gemotiveerd besluit nemen over het voorstel, dan wel te reageren op het standpunt van de centrale deelnemersraad over een bepaald onderwerp. 2. De centrale deelnemersraad mag het College van Bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren over alle zaken die de school betreffen. De centrale deelnemersraad kan het College van Bestuur verplichten daarop door middel van een standpunt of besluit te reageren. Het College van Bestuur moet dan binnen twee maanden een gemotiveerd besluit nemen over het advies. Initiatiefrecht deelnemersraad 1. De bevoegdheden van de deelnemersraad is gerelateerd aan de bevoegdheden van de College Directeur en de informatie- initiatief-, instemmings- en adviesbevoegdheden van de deelnemersraden beperken zich tot het niveau van het betreffende college. 2. De deelnemersraad is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die het college betreffen. De deelnemersraad is bevoegd over deze aangelegenheden aan de College Directeur voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. De deelnemersraad kan de College Directeur verplichten daarop door middel van een standpunt of besluit te reageren. De College Directeur moet dan binnen twee maanden een gemotiveerd besluit nemen over het voorstel, dan wel te reageren op het standpunt van de deelnemersraad over een bepaald onderwerp. 3. De deelnemersraad mag de College Directeur gevraagd en ongevraagd advies geven over alle zaken die met het college te maken hebben. De deelnemersraad kan de College Directeur verplichten daarop door middel van een standpunt of besluit te reageren. De College Directeur moet dan binnen twee maanden een gemotiveerd besluit nemen over het advies. Instemmingsrecht Instemmingsrecht centrale deelnemersraad 1. Voordat definitieve besluiten worden genomen, heeft het College van Bestuur de schriftelijke instemming van de deelnemersraad nodig bij voorgenomen besluiten over: het medezeggenschapsstatuut; het deelnemersstatuut en de huisregels voor deelnemers; het reglement voor de deelnemersraad (zie ook artikel 4 onder 1). de beroeps- en klachtenregelingen voor deelnemers; de model-onderwijsovereenkomst; de model-praktijkovereenkomst; 2. Als de centrale deelnemersraad van plan is om niet in te stemmen met een besluit dat is genoemd onder 1,dan moet hij dat binnen vier weken aan het College van Bestuur schriftelijk kenbaar maken en voldoende motiveren. Instemmingsrecht deelnemersraad 1. Voordat definitieve besluiten worden genomen, heeft de College Directeur de schriftelijke Pagina 2

3 instemming van de deelnemersraad nodig bij voorgenomen besluiten over: de hoogte en de besteding van de vrijwillige ouder- of deelnemerbijdrage en de manier waarop deze bijdrage tussen deelnemer en wordt overeengekomen; de wijze waarop informatie wordt gegeven over de inhoud, planning en organisatie van het onderwijs en de examens; de besteding van stagefondsen; het beleid met betrekking tot toelating, schorsing en voordracht tot verwijdering van deelnemers; de wijze waarop studievorderingen van deelnemers worden vastgelegd en in dat verband het beleid met betrekking tot bescherming van de privacy van deelnemers; de regels op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn voor zover deze de deelnemers betreffen; 2. Als de deelnemersraad van plan is om niet in te stemmen met een besluit dat is genoemd onder 1, dan moet hij dat binnen vier weken aan de College Directeur schriftelijk kenbaar maken en voldoende motiveren. Adviesrecht Adviesrecht centrale deelnemersraad Voordat definitieve besluiten worden genomen, heeft de College Directeur advies nodig van de deelnemersraad bij voorgenomen besluiten over: inkrimping, uitbreiding, fusie en overdracht van de instelling; beëindiging van opleidingen en samenwerking met andere instellingen bij de uitvoering van opleidingen; verandering van de grondslag van de school. een voorgenomen besluit over het profiel van een College Directeur. Adviesrecht deelnemersraad Voordat definitieve besluiten worden genomen, heeft de College Directeur advies nodig van de deelnemersraad bij voorgenomen besluiten over: werkomstandigheden en voorzieningen voor deelnemers binnen het college; het beleid met betrekking tot intake- en assessmentprocedures; de rol van deelnemers bij de interne kwaliteitszorg en zelfevaluatie. Andere bevoegdheden Andere bevoegdheden (centrale) deelnemersraad Het College van Bestuur kan andere bevoegdheden dan hiervoor zijn genoemd, toekennen aan de deelnemersraden. Deze worden dan bij een volgende versie aan het reglement toegevoegd. Informatierecht Informatierecht centrale deelnemersraad Het College van Bestuur geeft aan de centrale deelnemersraad alle informatie die de raad voor zijn werk nodig heeft. Die informatie wordt schriftelijk gegeven en als de raad daar om vraagt ook mondeling toegelicht. Informatierecht deelnemersraad De College Directeur geeft aan de deelnemersraad alle informatie die de raad voor zijn werk nodig heeft. Die informatie wordt schriftelijk gegeven en als de raad daar om vraagt ook mondeling toegelicht. Pagina 3

4 Informatieplicht Informatieplicht centrale deelnemersraad Verslag door de centrale deelnemersraad 1. Elk jaar maakt de centrale deelnemersraad een verslag over wat de raad gedaan heeft. Daarin staat in elk geval hoe vaak er is vergaderd, waarover is overlegd met het College van Bestuur en hoe dit overleg is verlopen. 2. Tevens wordt in het verslag vermeld hoe en waarover contact is geweest met de Raad van Toezicht, de ondernemingsraad, de deelnemersraden, de deelnemers en, als deze er is, de ouderraad. 3. Ook verantwoordt de raad in het jaarverslag de besteding van de financiën. 4. In het jaarverslag wordt ook opgeschreven wat er aan extra activiteiten is gedaan, wie daarbij betrokken zijn geweest en hoe deze werden gewaardeerd. 5. De centrale deelnemersraad zorgt ervoor dat iedereen in de school kennis kan nemen van zijn jaarverslagen. Informatieplicht deelnemersraad Verslag door de deelnemersraad 1. Elk jaar maakt de deelnemersraad een verslag over wat hij gedaan heeft. Daarin staat in elk geval hoe vaak er is vergaderd, waarover is overlegd met de College Directeur en hoe dit overleg is verlopen. 2. Ook verantwoordt de raad de besteding van de financiën. 3. In het jaarverslag wordt ook opgeschreven wat er aan extra activiteiten is gedaan, wie daarbij betrokken zijn geweest en hoe deze werden gewaardeerd. 4. De deelnemersraad zorgt ervoor dat iedereen in het college kennis kan nemen van zijn jaarverslagen. Procedures/procesrecht Procedure bij voorgenomen besluiten, centrale deelnemersraad 1. Het College van Bestuur stuurt een voorgenomen besluit per brief of naar de centrale deelnemersraad. 2. Het College van Bestuur geeft de centrale deelnemersraad minimaal een maand de tijd om over een voorgenomen besluit een standpunt te bepalen. Bij het voorgenomen besluit wordt vermeld, wat daarvan de bedoelingen zijn, waarom het moet worden genomen en welke gevolgen het voor de school en de deelnemers zal hebben. 3. Als de centrale deelnemersraad niet wil instemmen met een voorgenomen besluit of niet conform het voorstel wil adviseren, wordt er overleg gevoerd met het College van Bestuur, met de bedoeling er onderling uit te komen. Het voorgenomen besluit wordt opgeschort zolang dit overleg loopt. 4. Wanneer het College van Bestuur het ook na dit overleg niet eens is met het standpunt van de centrale deelnemersraad, wordt dit schriftelijk en gemotiveerd aan de raad kenbaar gemaakt. 5. Bij geen overeenstemming over een adviesonderwerp heeft het College van Bestuur het recht zelf een besluit te nemen. Wanneer het College van Bestuur wil afwijken van een advies van de centrale deelnemersraad, wordt dit schriftelijk en gemotiveerd aan de raad kenbaar gemaakt. 6. Bij geen overeenstemming over een instemmingsonderwerp kan de centrale deelnemersraad zich tot de Landelijke Geschillencommissie Medezeggenschap wenden. De regelingen daarvoor staan in de wet. 7. Als het College van Bestuur een advies van de centrale deelnemersraad niet wil overnemen en de centrale deelnemersraad vindt dat daardoor de belangen van de deelnemers ernstig worden geschaad, kan de centrale deelnemersraad zich tot de Landelijke Geschillencommissie Medezeggenschap wenden. De regelingen daarvoor staan in de wet. 8. De centrale deelnemersraad kan tegen uitspraken van de Landelijke Geschillencommissie Medezeggenschap in beroep gaan bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam. De regelingen daarvoor staan in de wet. Pagina 4

5 Procedure bij voorgenomen besluiten, deelnemersraad 1. De College Directeur stuurt een voorgenomen besluit per brief of naar de deelnemersraad. 2. De College Directeur geeft de deelnemersraad minimaal een maand de tijd om over een voorgenomen besluit een standpunt te bepalen. Bij het voorgenomen besluit wordt vermeld, wat daarvan de bedoelingen zijn, waarom het moet worden genomen en welke gevolgen het voor het college en de deelnemers zal hebben. 3. Als de deelnemersraad niet wil instemmen met een voorgenomen besluit of niet conform het voorstel wil adviseren, wordt er overleg gevoerd met de College Directeur, met de bedoeling er onderling uit te komen. Het voorgenomen besluit wordt opgeschort zolang dit overleg loopt. 4. Wanneer de College Directeur het ook na dit overleg niet eens is met het standpunt van de deelnemersraad, wordt dit schriftelijk en gemotiveerd aan de deelnemersraad kenbaar gemaakt. 5. Bij geen overeenstemming over een adviesonderwerp heeft de College Directeur het recht zelf een besluit te nemen. Wanneer de College Directeur wil afwijken van een advies van de deelnemersraad, wordt dit schriftelijk en gemotiveerd aan de deelnemersraad kenbaar gemaakt. 6. Als de College Directeur een advies van de deelnemersraad niet wil overnemen en de deelnemersraad vindt dat daardoor de belangen van de deelnemers ernstig worden geschaad, kan de deelnemersraad zich tot de Landelijke Geschillencommissie Medezeggenschap wenden. De regelingen daarvoor staan in de wet. 7. Bij geen overeenstemming over een instemmingsonderwerp kan de deelnemersraad zich tot de Landelijke Geschillencommissie Medezeggenschap wenden. De regelingen daarvoor staan in de wet. 8. Voordat de deelnemersraad zich wendt tot de Landelijke Geschillencommissie Medezeggenschap wordt het onderwerp door de deelnemersraad besproken met het het College van Bestuur. 9. De deelnemersraad kan tegen uitspraken van de Landelijke Geschillencommissie Medezeggenschap in beroep gaan bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam. De regelingen daarvoor staan in de wet. Procedure bij tegenstrijdigheid tussen meningen van de centrale deelnemersraad, de ouderraad en de ondernemingsraad Wanneer de ondernemingsraad, de ouderraad (als die er is) en de centrale deelnemersraad over hetzelfde onderwerp een tegenstrijdige mening geven, beslist het College van Bestuur. Als bij dat besluit de wettelijke instemmings- of adviesbevoegdheden van de centrale deelnemersraad in het geding zijn en het College van Bestuur daarbij het standpunt van de centrale deelnemersraad niet overneemt, kan de centrale deelnemersraad hier tegen in beroep gaan bij de Landelijke Geschillencommissie Medezeggenschap. Procedure bij tegenstrijdigheid tussen meningen van de deelnemersraad en de ondernemingsraad De in de wet geregelde bevoegdheden bij de procedure bij tegenstrijdigheden tussen meningen van de deelnemersraad en de ondernemingsraad en de ouderraad (als die er is), zijn overgedragen aan de centrale deelnemersraad. Zorgplicht Zorgtaken van de centrale deelnemersraad Openheid, openbaarheid en onderling overleg 1. De centrale deelnemersraad hanteert een open wijze van werken. Behalve als het gaat om vertrouwelijke stukken of personele aangelegenheden, vergadert de raad zo veel mogelijk openbaar. Verslagen en andere mededelingen worden zo breed mogelijk in de school bekendgemaakt. 2. Het College van Bestuur zorgt er voor dat in alle gebouwen van de school, op een voor alle deelnemers goed toegankelijke plaats, faciliteiten beschikbaar zijn voor de centrale deelnemersraad om informatie aan de deelnemers te geven. Werk- en leeromstandigheden 1. De centrale deelnemersraad houdt bij zijn adviezen rekening met mogelijke gevolgen daarvan voor de werk- en leeromstandigheden van de deelnemers. 2. De centrale deelnemersraad kan aan het College van Bestuur concrete voorstellen doen voor projecten, die de werk- en leeromstandigheden van de deelnemers kunnen verbeteren. Dit behoort tot het initiatiefrecht van de centrale deelnemersraad. Pagina 5

6 Gelijke behandeling en non-discriminatie 1. De centrale deelnemersraad houdt bij zijn adviezen en bij alles wat hij doet rekening met de verschillen in afkomst, godsdienst en cultuur van de deelnemers. 2. De centrale deelnemersraad zorgt er voor, dat hij de belangen van mannen en vrouwen, Nederlanders en buitenlanders, kortom: van alle deelnemers, op dezelfde manier behartigt. 3. Als de centrale deelnemersraad merkt dat een bepaalde groep deelnemers achtergesteld wordt of dat met hun positie of hun opvattingen niet genoeg rekening wordt gehouden, dan gaat hij daarover in overleg met het College van Bestuur. 4. De centrale deelnemersraad houdt er steeds rekening mee, dat gehandicapten op een voor hen normale manier toegang moeten hebben tot de gebouwen en deel moeten kunnen nemen aan het onderwijs en de beroepspraktijkvorming. Zorgtaken van de deelnemersraad Openheid, openbaarheid en onderling overleg 1. De deelnemersraad hanteert een open wijze van werken. Behalve als het gaat om vertrouwelijke stukken of personele aangelegenheden, vergadert de raad zo veel mogelijk openbaar. Verslagen en andere mededelingen worden zo breed mogelijk in het college bekendgemaakt. 2. De College Directeur zorgt er voor dat in alle gebouwen van het college, op een voor alle deelnemers goed toegankelijke plaats, faciliteiten beschikbaar zijn voor de deelnemersraad om informatie aan de deelnemers te geven. Werk- en leeromstandigheden 1. De deelnemersraad houdt bij zijn adviezen rekening met mogelijke gevolgen daarvan voor de werk- en leeromstandigheden van de deelnemers. 2. De deelnemersraad kan aan de College Directeur concrete voorstellen doen voor projecten, die de werk- en leeromstandigheden van de deelnemers kunnen verbeteren. Dit behoort tot het initiatiefrecht van de deelnemersraad. Gelijke behandeling en non-discriminatie 1. De deelnemersraad houdt bij zijn adviezen en bij alles wat hij doet rekening met de verschillen in afkomst, godsdienst en cultuur van de deelnemers. 2. De deelnemersraad zorgt er voor, dat hij de belangen van mannen en vrouwen, Nederlanders en buitenlanders, kortom: van alle deelnemers, op dezelfde manier behartigt. 3. Als de deelnemersraad merkt dat een bepaalde groep deelnemers achtergesteld wordt of dat met hun positie of hun opvattingen niet genoeg rekening wordt gehouden, dan gaat hij daarover in overleg met de College Directeur. 4. De deelnemersraad houdt er steeds rekening mee, dat gehandicapten op een voor hen normale manier toegang moeten hebben tot de gebouwen en deel moeten kunnen nemen aan het onderwijs en de beroepspraktijkvorming. Pagina 6