DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

Transcriptie

1 Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus Brussel tel. secretariaat: 02/ fax secretariaat: 02/ Dossiernummer : OVB/2008/31 DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie; Gelet op de oorspronkelijke verzoeken van xxx, gericht aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Gingelom met zetel op het stadhuis, met de vraag om een afschrift te krijgen van de volgende bestuursdocumenten: - aanvraag dd 17 november 2004 en herhaling 31 januari 2005: een schets van de inplanting van de betonnen elektriciteitspaal nr M600D, ter hoogte van het perceel xxx ter hoogte van xxx te xxxx; - aanvraag dd 1 september 2006: notulen van de beslissing en aangehecht plan waarbij tot een verkavelingswijziging werd besloten van een perceel ter hoogte van perceel xxx en xxx of xxx; - aanvraag dd 28 juli 2000 en een recente aanvraag dd 7 februari 2007: het officiële straatrooilijnplan van xxxxx te xxxx; Gelet op de talrijke brieven en vragen gedurende de afgelopen jaren aan de gemeente Gingelom ter betwisting, correctie, verduidelijking of vraag tot bevestiging van de verstrekte gegevens; Gelet op de diverse beslissingen tot inzage en verlenen van afschrift van de gemeente Gingelom; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Gingelom dd 18 september 2007, ter kennis gebracht aan xxxx bij brief van 22 november 2007 waarbij hem wordt gemeld dat er niet meer ingegaan wordt op enige vraag van zijn kant; Gelet op de klachten die xxxx indiende bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, afdeling Limburg onder andere bij brieven van 7 en 20 november 2000; 1

2 Gelet op de diverse antwoorden van de gouverneur van Limburg op de grieven van de verzoeker dd 3 oktober 2007, 14 november 2007 en 11 december 2007; Gelet op het beroepschrift van xxxx dd. 12 maart 2008, tegen de weigering van de gemeente xxxx dd 22 november 2007 om te antwoorden op zijn vragen; Gelet op de registratie van het beroepschrift op 13 maart 2008; Wat de ontvankelijkheid betreft: Overwegende dat de beslissing van de gemeente Gingelom van 22 november 2007 de beroepsmogelijkheden niet vermeldt zodat de termijn om beroep in te stellen geen aanvang heeft genomen overeenkomstig artikel 35 van het decreet; Overwegende dat het ingediende beroepschrift tijdig werd ingediend Overwegende dat overeenkomstig artikel 2 van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur het decreet tot doel heeft de passieve openbaarheid van bestuur zoals erkend door artikel 32 van de Grondwet en de actieve openbaarheid van bestuur uit te werken; Overwegende dat in overeenstemming met artikel 7, tweede lid van het decreet van 26 maart 2004 het recht op toegang tot bestuursdocumenten een recht op inzage, een recht op uitleg of een recht op een afschrift inhoudt; Overwegende dat xxxx verschillende vragen stelt aan de gemeente Gingelom waarbij hij ofwel een antwoord eist ofwel de juridische correctheid van de gegevens van de bezorgde bestuursdocumenten betwist, met name diverse gegevens over de afbakening van zijn perceel en verstrekte verkavelingsvergunningen betreffende aanpalende percelen; Overwegende dat artikel 16 van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur stelt dat als iemand vaststelt dat een bestuursdocument onjuiste of onvolledige informatie over hem bevat, de betrokkene de bevoegde instantie kan verplichten de informatie te verbeteren of aan te vullen; op voorwaarde dat hij de nodige bewijsstukken voorlegt; Overwegende dat de vragen van xxxx met betrekking tot de juistheid van bepaalde gegevens of de juistheid van de correctie van de verstrekte gegevens, geen vragen over gegevens over zijn persoon als zodanig betreffen; dat vragen over de juiste afbakening van zijn perceel bijgevolg niet vallen onder artikel 16 van het openbaarheidsdecreet; Overwegende dat het beroepschrift voor wat betreft de vragen met als onderwerp de onjuistheid van de verstrekte gegevens, niet handelt over een vraag tot openbaarmaking van bestuursdocumenten in de zin van artikel 7, tweede lid van het decreet van 26 maart 2004; Overwegende dat de beroepsinstantie bovendien niet bevoegd is om kennis te nemen van klachten die de juridische correctheid van bestuursdocumenten betreffen; dat de verzoeker daartoe de specifieke (rechts)middelen moet aanwenden; 2

3 Overwegende dat het ingediende beroep, in zoverre het gericht is tegen het uitblijven van een antwoord op de vragen omtrent de grenzen van zijn perceel en de betwisting van de correctheid van de verstrekte gegevens tot voorwerp heeft, in die mate onontvankelijk is; Overwegende dat het ingediende beroep, in zoverre het gericht is tegen het uitblijven van een antwoord op de vraag tot afgifte van bepaalde documenten (afschrift van de beslissingen en plannen), in die mate als ontvankelijk wordt beschouwd; Wat de gegrondheid betreft: Overwegende dat overeenkomstig artikel 7, tweede lid van het decreet van 26 maart 2004 het recht op passieve openbaarheid betrekking heeft op bestuursdocumenten; dat op grond van deze bepaling elke instantie in principe verplicht is aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten; Overwegende dat een bestuursdocument in artikel 3, 4 van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur gedefinieerd wordt als de drager, in welke vorm ook, van informatie waarover een instantie beschikt; dat het recht op openbaarheid slechts kan worden uitgeoefend voor zover het gaat om informatie die gematerialiseerd is op een drager; Overwegende dat de openbaarmaking slechts kan geweigerd worden, mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen 11 tot en met 14 van voormeld decreet; Overwegende dat uit onderzoek van de beroepsinstantie blijkt dat xxxx de gemeente Gingelom al jarenlang bestookt met vragen en beschuldigingen omtrent de omvang en grenzen van zijn perceel; dat de gemeente Gingelom in de mate van het mogelijke inzage heeft gegeven in alle gevraagde documenten en verschillende afschriften heeft bezorgd aan xxxx; dat de gemeente Gingelom beweert de verzoeker nooit een document geweigerd te hebben; dat xxxx echter de juistheid van de verstrekte gegevens steeds blijft betwisten; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen uiteindelijk in de zitting van 18 september 2007 besliste om niet meer in te gaan op eender welke vraag van xxxx wegens stalking; dat dergelijke beslissing geenszins afbreuk kan doen aan het principe van de openbaarheid van bestuur; dat enkel de decretaal voorziene uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen 11 tot en met 14 ingeroepen kunnen worden om de openbaarheid te weigeren; dat de weigering van de gemeente Gingelom moet gezien worden als een toepassing van de uitzonderingsgrond zoals bepaald in artikel 11, 1 van het decreet, zijnde kennelijke onredelijkheid en rechtsmisbruik; dat de herhaaldelijke verzoeken tot het verkrijgen van inzage in en het verlenen van een afschrift van steeds dezelfde bestuursdocumenten door de betrokken bestuursinstantie als hinderlijk werden beschouwd voor de normale werking van die instantie; Overwegende dat xxxx eveneens diverse klachten indiende bij het agentschap binnenlands bestuur, afdeling Limburg; dat de gouverneur naar aanleiding van de klacht van xxxx op haar beurt de volgende documenten opvroeg bij de gemeente Gingelom en aan de verzoeker bezorgde bij brief van 3 oktober 2007: 3

4 - een kopie van een plan met de aanduiding van de door verzoeker bedoelde electriciteitspaal ten aanzien van de rooilijn; - het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 17 juli 2007 houdende de afgifte van de verkavelingsvergunning waarbij een grondruil wordt voorgesteld door lot xxxx samen te voegen bij lot xxx en lot xxx bij perceel xxxx en waarbij lot xx blijft behouden en dient te worden ingericht als tuin; - de mededelingen van de gemeente Gingelom in verband met het gemeenteraadsbesluit van 24 april 2001 betreffende het vastgestelde rooilijnplan; Overwegende dat de gouverneur verder concludeerde dat er uit het dossier niet af te leiden viel dat de gemeente Gingelom relevante informatie niet had willen meedelen naar de verzoeker en dat de gouverneur geen bevoegdheid heeft inzake de geschillen in het dossier die onder de bevoegdheid van de burgerlijke rechter vallen; Overwegende dat de gouverneur aan de verzoeker per brief van 14 november 2007 nog enkele documenten bezorgde in navolging van een nieuwe klacht van xxxx omdat de informatie bezorgd bij brief van 3 oktober 2007 volgens hem niet correct was: - plan van de verkavelingswijziging, gehecht aan de beslissing van het college van burgemeester en schepenen dd 17 juli 2007; dat de gouverneur verder toelicht dat de beslissing van het college een officieel stuk is en dat in de motivatie staat dat de aanvraag tot verkavelingswijziging het resultaat is van een dadingsovereenkomst van 3 februari 2006 door persoonlijke verschijning bij het Vredegerecht van Tongeren van het kanton Sint-Truiden; Overwegende dat de gouverneur het klachtendossier definitief sloot bij brief van 11 december 2007 waarbij werd gemeld dat in aansluiting op de brieven van 7 en 20 november 2007 van xxxx, het onderzoek werd gevoerd op basis van alle stukken die het bestuur van de gemeente Gingelom heeft kunnen meedelen en dat als de stukken niet correct zijn, dit een inhoudelijke kwestie betreft die niet onder de bevoegdheid van zijn ambt behoort; Overwegende dat de verzoeker echter blijft betwisten dat deze gegevens juist zouden zijn en uiteindelijk beroep instelde bij de beroepsinstantie openbaarheid van bestuur om zijn gelijk te halen; dat dit onderdeel van het beroep zoals eerder gezegd onontvankelijk is: Overwegende dat zoals eerder gesteld enkel die vragen ontvankelijk zijn die de beroepinstantie heeft gekwalificeerd als zijnde vragen tot openbaarmaking van een bestuursdocument door er inzage in te verlenen, uitleg over te verschaffen, of een afschrift van te overhandigen, overeenkomstig artikel 7, tweede lid van het decreet openbaarheid van bestuur; Overwegende dat de beroepinstantie drie verzoeken tot openbaarmaking van bestuursdocument heeft onderkend in het beroep van de verzoeker: - aanvraag dd 17 november 2004 en herhaling 31 januari 2005: een schets van de inplanting van de betonnen elektriciteitspaal nr M600D, ter hoogte van het perceel xxxx ter hoogte van xxxx te xxxx; - aanvraag dd 1 september 2006: notulen van de beslissing en aangehecht plan waarbij tot een verkavelingswijziging werd besloten van een perceel ter hoogte van perceel xxx en xxx of xxx; - aanvraag dd 28 juli 2000 en recenter dd 7 februari 2007: het officiële straatrooilijnplan van xxxxx te xxxx; 4

5 Overwegende dat het continu en herhaaldelijk vragen van steeds dezelfde documenten die hij al heeft of van documenten die volgens de verzoeker andere gegevens zouden moeten bevatten dan de afgeleverde documenten onredelijk is; dat dit werd bevestigd door het onderzoek van de gouverneur van Limburg naar aanleiding van de klachten van xxx; dat xxxx reeds meermaals inzage heeft gekregen in de bestaande documenten en er desgevallend een afschrift van heeft ontvangen; dat het voortdurend vragen van dezelfde bestuursdocumenten of van bestuursdocumenten die duidelijk niet bestaan niet als redelijk kan worden beschouwd; Overwegende dat het blijven volharden om bepaalde bestuursdocumenten te krijgen de normale werking van de diensten van de gemeente dermate belast en onmogelijk maakt; dat het recht op openbaarheid van bestuur uiteraard niet kan worden uitgeoefend op een manier die de normale werking van een bestuursinstantie onmogelijk maakt; dat het doel van de verzoeker niet het verkrijgen van bestuursdocumenten is, maar het hinderen van de normale werking van de gemeente; dat dergelijke hoeveelheid onredelijke vragen misbruik van recht uitmaakt; dat het beroep van de verzoeker afgewezen moet worden als zijnde kennelijk onredelijk overeenkomstig artikel 11,1 van het decreet betreffende de openbaarheid van bestuur; dat het beroep voor zover het ontvankelijk is, ongegrond is; Na beraadslaging, BESLUIT: Het beroepschrift van xxxx dd 12 maart 2008 tegen de beslissing van de gemeente Gingelom dd 22 november 2007 om niet in te gaan op zijn diverse verzoeken, wordt deels onontvankelijk, deels ontvankelijk doch ongegrond verklaard. Brussel, 14 april 2008 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Bruno ASSCHERICKX Voorzitter 5