DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

Transcriptie

1 Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus Brussel tel. secretariaat: 02/ fax secretariaat: 02/ Dossiernummer : OVB/2010/15 DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie; Gelet op het oorspronkelijke verzoek van xxx, dd. 23 oktober 2009, gericht aan de sociale huisvestingsmaatschappij Goed Wonen.Rupelstreek, waarbij werd verzocht om een afschrift te verlenen van het administratieve dossier ivm. de aanwerving van een nieuwe directeur voor voornoemde sociale huisvestingsmaatschappij; Gelet op de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij Goed Wonen.Rupelstreek dd. 4 november 2009 waarbij de gevraagde afschriften werden geweigerd; Gelet op de bijkomende beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij Goed Wonen.Rupelstreek dd. 17 december 2009 waarbij aan verzoeker een uittreksel werd bezorgd uit het verslag van de vergadering van de Raad van Bestuur van de sociale huisvestingsmaatschappij van 7 oktober 2009; Gelet op het beroepschrift van xxx dd. 7 februari 2010 tegen de weigeringsbeslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij Goed Wonen.Rupelstreek om een afschrift te bezorgen van het volledige administratieve dossier inzake de aanwerving van een directeur voor de sociale huisvestingsmaatschappij; Gelet op de registratie van het beroepschrift op 8 februari 2010; Wat de ontvankelijkheid betreft: Overwegende dat de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij Goed Wonen.Rupelstreek dateert van 4 november 2009 en dat deze beslissing de 1

2 beroepsmogelijkheid en -modaliteiten, zoals voorgeschreven in artikel 35 van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur niet vermeldt, waardoor de termijn om beroep in te stellen geen aanvang heeft genomen; Overwegende dat het beroep bijgevolg dan ook tijdig werd ingesteld en op dit punt dan ook ontvankelijk is; Overwegende dat in de gevraagde bestuursdocumenten ontegensprekelijk informatie van persoonlijke aard is terug te vinden; dat krachtens artikel 17, 2, tweede lid van het decreet van 26 maart 2004 voor de openbaarmaking van dergelijke informatie het vereiste belang dient aangetoond te worden; dat conform artikel 17, 2, tweede lid, de aanvrager moet aantonen dat hij rechtstreeks en persoonlijk in zijn rechtssituatie kan worden geraakt door ofwel (1) de informatie, (2) de beslissing waarop de informatie betrekking heeft of (3) de beslissing ter voorbereiding waarvan het document dat de informatie bevat, werd opgesteld; Overwegende dat xxx zich kandidaat had gesteld voor de functie van directeur bij de sociale huisvestingsmaatschappij Goed Wonen.Rupelstreek, samen met xxx; dat beide kandidaten werden onderworpen aan een assessment-proef bij een extern selectiebureau en het voorwerp hebben uitgemaakt van een beraadslaging door een jury en een beraadslaging door de Raad van Bestuur van de sociale huisvestings-maatschappij; dat xxx vervolgens vernomen heeft, met een schrijven dd. 16 oktober 2009, dat xxx werd aangesteld als directeur door de Raad van Bestuur van de sociale huisvestingsmaatschappij; Overwegende dat verzoeker dan ook over het vereiste belang beschikt om een afschrift van de gevraagde bestuursdocumenten (administratief dossier van de aanwerving van een directeur) te vragen, aangezien hij eveneens kandidaat was voor de vacante functie van directeur bij de sociale huisvestingsmaatschappij; Overwegende dat het ingediende beroepschrift dan ook als ontvankelijk wordt beschouwd; Wat de gegrondheid betreft: Overwegende dat overeenkomstig artikel 7, tweede lid van het decreet van 26 maart 2004 het recht op passieve openbaarheid betrekking heeft op bestuursdocumenten; dat op grond van deze bepaling elke instantie in principe verplicht is aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten; Overwegende dat de openbaarmaking slechts kan geweigerd worden, mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen 11 tot en met 14 van voormeld decreet; Overwegende dat het onderzoek door de beroepsinstantie heeft uitgewezen dat de volgende stukken deel uitmaken van het administratieve dossier met betrekking tot de aanwerving van een directeur bij de sociale huisvestingsmaatschappij Goed Wonen.Rupelstreek: - De assessmentverslagen van het extern selectiebureau met betrekking tot de beide kandidaten; - Het ondertekende verslag van de beraadslaging van de jury dd. 22 september 2009; 2

3 - Een uittreksel uit het verslag van de Raad van Bestuur van de sociale; huisvestingsmaatschappij Goed Wonen.Rupelstreek dd. 7 oktober Overwegende dat het nu aan de beroepsinstantie toekomt, nu ze is gevat in beroep, om na te gaan in hoeverre de hiervoor vermelde bestuursdocumenten in aanmerking komen voor openbaarmaking, rekening houdende met de wettelijke en decretale uitzonderingsgronden die terzake gelden; 1) De assessmentverslagen van beide kandidaten Overwegende dat is gebleken dat verzoeker tot op heden geen afschrift heeft ontvangen van het assessmentverslag van het extern selectiebureau xxx met betrekking tot zichzelf; Overwegende dat het hier een bestaand bestuursdocument betreft, waarvoor geen van de wettelijke of decretale uitzonderingsgronden inzake passieve openbaarheid van bestuur in aanmerking komen om dit document niet openbaar te maken; dat door de openbaarmaking van een assessmentverslag betreffende zijn eigen persoon uiteraard geen afbreuk wordt aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, daar het hier de gegevens betreft van verzoeker zelf; dat verzoeker bijgevolg een afschrift dient te bekomen van het assessmentverslag met betrekking tot zichzelf; Overwegende dat het ingestelde beroep, wat dit onderdeel betreft (het assessmentverslag van verzoeker), dan ook als gegrond wordt beschouwd; Overwegende dat ook een afschrift wordt gevraagd van het assessmentverslag van de medekandidaat, xxx; dat dit document ontegensprekelijk moet worden beschouwd als een bestuursdocument in de zin van het openbaarheidsdecreet en derhalve principieel in aanmerking komt voor openbaarmaking; Overwegende dat het er op aankomt om na te gaan of bepaalde decretale uitzonderingsgronden kunnen worden ingeroepen om voormelde assessmentverslag met betrekking tot kandidaat xxx aan de openbaarheid te onttrekken; Overwegende dat de beroepsinstantie vaststelt dat enkel artikel 13, 2 van het openbaarheidsdecreet eventueel in casu in aanmerking zou komen om ingeroepen te kunnen worden; dat krachtens deze bepaling een verzoek om openbaarmaking moet geweigerd worden als er afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Overwegende dat, na kennisname door de beroepsinstantie van de inhoud van het bewuste assessmentverslag, moet worden vastgesteld dat in dat verslag wordt gepeild naar de persoonlijkheid van de kandidaat; dat dergelijke onderzoek (assessmentverslag) raakt aan de psychische integriteit van een individu en derhalve dient te worden beschouwd als zijnde informatie met betrekking tot de persoonlijke levenssfeer; dat dit rapport dan ook niet openbaar kan gemaakt worden, verwijzende naar artikel 13, 2 van het openbaarheidsdecreet; dat dergelijk assessmentverslag er precies op gericht is om de persoonlijkheidskenmerken en de karaktertrekken van een individu te achterhalen, zodat de openbaarmaking ervan ontegensprekelijk een inbreuk zou inhouden op de persoonlijke levenssfeer van dat individu; 3

4 Overwegende dat artikel 13,2 van het openbaarheidsdecreet evenwel de mogelijkheid voorziet om alsnog de openbaarheid te bekomen, mits toestemming van de betrokkene wiens gegevens behoren tot zijn of haar persoonlijke levenssfeer; dat de beroepsinstantie daarom xxx heeft gecontacteerd met deze vraag; dat betrokkene aan de beroepsinstantie daarop uitdrukkelijk heeft te kennen gegeven (via dd. 26 februari 2010) dat hij geen toestemming geeft om de informatie die behoort tot zijn persoonlijke levenssfeer openbaar te maken; Overwegende dat de beroepsinstantie dan ook moet vaststellen dat de verwijzing door de sociale huisvestingsmaatschappij naar de toepassing van artikel 13, 2 van het openbaarheidsdecreet volkomen terecht was, voor wat betreft het assessmentverslag van de medekandidaat; Overwegende dat het ingestelde beroep, wat betreft het assessmentverslag van de medekandidaat (xxx), dan ook ongegrond is; 2) Het ondertekende verslag van de beraadslaging van de jury dd. 22 september 2009 Overwegende dat de beroepsinstantie heeft vastgesteld dat er in het administratieve dossier ook een ondertekend verslag aanwezig is van de jury dd. 22 september 2009; Overwegende dat dit verslag ontegensprekelijk moet worden beschouwd als een bestuursdocument in de zin van het openbaarheidsdecreet en derhalve principieel in aanmerking komen voor openbaarmaking; Overwegende dat het er op aankomt om na te gaan of bepaalde wettelijke of decretale uitzonderingsgronden kunnen worden ingeroepen om voormeld juryverslag aan de openbaarheid te onttrekken; Overwegende dat de beroepsinstantie moet vaststellen dat er geen wettelijke of decretale uitzonderingsgronden aanwezig zijn om het juryverslag niet openbaar te maken; dat dit verslag bijgevolg dient openbaar gemaakt te worden; Overwegende dat het ingestelde beroep, wat betreft het juryverslag dd. 22 september 2009, dan ook gegrond is; 3) Een uittreksel uit het verslag van de Raad van Bestuur van de sociale; huisvestingsmaatschappij Goed Wonen.Rupelstreek dd. 7 oktober 2009 Overwegende dat de beroepsinstantie heeft vastgesteld dat de verzoeker met een schrijven dd. 17 december 2009 vanwege de sociale huisvestingsmaatschappij Goed Wonen.Rupelstreek al in kennis werd gesteld van de inhoud van dit uittreksel uit het desbetreffende verslag van de Raad van Bestuur (vergadering van 7 oktober 2009); dat in die brief dd. 17 december 2009 de inhoud van het verslag van de Raad van Bestuur woordelijk werd overgenomen, zodat moet geconcludeerd worden dat verzoeker hiervan al een afschrift heeft ontvangen; Overwegende dat dan ook moet worden vastgesteld dat het ingestelde beroep, wat dit onderdeel betreft, als zonder voorwerp moet worden beschouwd; 4

5 Na beraadslaging, BESLUIT: Het beroepschrift van xxx dd. 7 februari 2010 tegen de weigeringsbeslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij Goed Wonen.Rupelstreek om een afschrift te bezorgen van het volledige administratieve dossier inzake de aanwerving van een directeur voor de sociale huisvestingsmaatschappij wordt als ontvankelijk en gedeeltelijk als gegrond beschouwd en gedeeltelijk zonder voorwerp beschouwd. Bijgevolg dienen de volgende bestuursdocumenten openbaar te worden gemaakt door er een afschrift van te verstrekken: - Het assessmentverslag van het extern selectiebureau met betrekking tot verzoeker zelf; - Het ondertekende verslag van de beraadslaging van de jury dd. 22 september 2009; Brussel, 1 maart 2010 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Bruno ASSCHERICKX Voorzitter 5