Conclusie enquête 2015 onder vrijwilligers SWS

Transcriptie

1 Conclusie enquête 2015 onder vrijwilligers SWS De meeste vragen in de enquête zijn gesloten vragen. De vrijwilligers konden de stellingen beoordelen m.b.v. een zevenpunts Lickertschaal. In dit document worden getallen weergegeven. Dit is het gemiddelde getal van alle gegeven antwoorden. Het hoogst haalbare cijfer is een zeven. Pas als het cijfer hoger dan een 5 is, zijn de vrijwilligers het (een beetje) met de stelling eens en vinden ze dat datgene goed geregeld is in de organisatie. Ter verduidelijking de cijfers die de antwoordcategorieën vertegenwoordigen: 1 = Helemaal mee oneens 2 = Mee oneens 3 = Een beetje mee oneens 4 = Neutraal 5 = Een beetje mee eens 6 = Mee eens 7 = Helemaal mee eens Algemene gegevens vrijwilligers (vraag1-6) Er zijn 241 vrijwilligers actief bij Stichting Welzijnswerk Sliedrecht. 150 personen (diegenen in het bezit van een adres) hebben de digitale enquête ontvangen. 72 personen hebben de enquête ingevuld. Dit is een respons van 48%. Hierbij viel op dat diegenen die het kortst werkzaam zijn bij de stichting (minder dan 6 maanden) de enquête het meest hebben ingevuld (25%). De verdeling man/vrouw is nagenoeg gelijk (48,6% man/51,4% vrouw) en de gemiddelde leeftijd is 59 jaar. De hoogst afgeronde opleiding onder vrijwilligers varieert van ruim 33% HBO niveau, 28% lager beroepsonderwijs en 15% MBO niveau. 23,6% van de ondervraagden is tussen de 10 en 20 jaar actief als vrijwilliger. De harde kern wordt gevormd door 12,5% die meer dan 30 jaar actief zijn als vrijwilliger en 8,3% die meer dan 40 jaar actief zijn als vrijwilliger. Gemiddeld wordt er 5 uur per week besteed aan vrijwilligerswerk. Interpersoonlijke relaties (vraag 7) (=De relatie tussen vrijwilliger en andere medewerkers: vrijwilligers, betaalde werknemers en managers) De vrijwilligers hebben een matig tot goede relatie met elkaar. Een gering aantal ontmoet elkaar ook buiten werktijd. De relatie tot betaalde medewerkers scoort iets beter. De relatie met de begeleider, leidinggevende en/of coördinator is goed te noemen.

2 Persoonlijke groei (vraag 8) (=De ontwikkeling die vrijwilligers kunnen doormaken op het gebied van kennis, vaardigheden en prestaties bij een organisatie). Op de stelling of de organisatie op de hoogte is als men meer of minder tevreden is over de organisatie geeft men een gemiddeld cijfer van ruim 5. Ook de stelling of de organisatie inspeelt op (mogelijke) veranderingen in de wensen scoort een 5. De mogelijkheid om kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen en het bieden van ondersteuning bij het verbeteren van de prestaties zou meer aanwezig mogen zijn in de organisatie (resp. 4,89 en 4,76) Communicatie (vraag 9) (=De inspraak en medezeggenschap van vrijwilligers en de interactie tussen begeleider / leidinggevende / coördinator en de vrijwilliger). Relevante informatie over de organisatie wordt beoordeeld met een 4,62 en kan dus verbeterd worden. Inspraak in de invulling van taken en werkomstandigheden en een goede communicatie tussen vrijwilliger en begeleider, leidinggevende en/of coördinator wordt daarentegen een beetje tot goed gewaardeerd (resp. 5,37 en 5,68). Erkenning (vraag 10) (=De betekenis van de taak met als kernwoorden geïnteresseerdheid, oprechtheid en eerlijkheid). De vrijwilliger vindt de taak die hij/zij uitvoert belangrijk (6,16). In de organisatie is men geïnteresseerd in elkaar (5,46) en men gaat op een eerlijke en oprechte manier met elkaar om (5,57). Feedback en evaluatie (vraag 11-12) (=De terugkoppeling van de prestaties, het opsporen van verbeterpunten en uitvoeren van verbeteracties). Onderwerpen als feedback over prestaties, evaluatie over prestaties, onderzoek tevredenheid en het betrekken van de vrijwilliger bij het opsporen van verbeterpunten en uitvoeren van verbeteracties worden als matig beoordeeld (4,35). De stelling De uitkomsten van de evaluaties (naar bijvoorbeeld de resultaten van het werk of de tevredenheid over het werk) worden gebruikt om verbeteringen in de organisatie aan te brengen krijgt een score van 5,08.

3 Billijke behandeling (vraag 13) (=Gelijke behandeling van iedere vrijwilliger op het gebied van beloning, werk en kansen). De stelling Ik krijg een gelijke hoeveelheid werk toebedeeld als andere vrijwilligers in de organisatie scoort een 5,03. De stellingen over dezelfde mate van waardering en gelijke kansen als andere vrijwilligers in de organisatie worden met resp. een 5,45 en een 5,21 gewaardeerd. Dit is redelijk tot goed. Retentie (vraag 14-17) (= Vertrekgeneigdheid) 84,4% heeft er nooit aan gedacht de afgelopen 6 maanden om de organisatie te verlaten. 12,5% heeft 1 tot 2 keer die gedachte gehad. 2 personen dachten er regelmatig aan om de organisatie te verlaten (6 keer en meer). 61 personen geven aan dat zij over 6 maanden (naar alle waarschijnlijkheid) nog verbonden zijn aan de organisatie. Slechts 3 personen zijn hier niet zeker van en denken dan niet langer verbonden te zijn. 92,9% wil zijn vrijwilligerswerk voortzetten zoals het nu is bij de huidige organisatie. 3,1% (2 personen) willen het liefst stoppen met vrijwilligerswerk. Van diegenen die het vrijwilligerswerk willen voortzetten, zien hun taak idealiter als volgt georganiseerd; 81,3% vindt zijn taak goed georganiseerd zoals het nu is. 9,4% zou graag meer uur per week vrijwilligers werk willen doen. 3,1% zou graag op een ander tijdstip vrijwilligerswerk willen doen. 3,1% zou graag minder taken willen vervullen. 3,1% zou graag meer taken willen vervullen. Niemand wil minder uur per week vrijwilligerswerk doen. Affectieve commitment (vraag 18) (= Emotionele gehechtheid van vrijwilligers aan, identificatie met en betrokkenheid bij de organisatie). Zowel op de emotionele gehechtheid, identificatie met en betrokkenheid bij de organisatie wordt neutraal gescoord met een gemiddelde van 4,42. Het gevoel echt bij de organisatie te horen, scoorde het hoogst (4,86) en het ervaren van de problemen van de organisatie als eigen problemen het laagst (4,02). Continuïteit commitment (vraag 19) (= Commitment op basis van de kosten die de vrijwilligers associëren met het verlaten van de organisatie).

4 Onderstaande stellingen leeft nauwelijks onder vrijwilligers; Er zou te veel in mijn leven verstoord worden als ik de organisatie nu zou verlaten. Als ik niet al zo veel van mezelf in de organisatie had gestopt, zou ik misschien overwegen ergens anders vrijwilligerswerk te Als ik de organisatie verlaat, wordt het moeilijk om vergelijkbaar vrijwilligerswerk te vinden. Normatieve commitment (vraag 20) (= Gevoelens van verplichting van vrijwilligers om bij de organisatie te blijven) Opvallend is dat vrijwilligers een bepaalde commitment voelen richting de cliënten. Zij willen de organisatie op dit moment niet verlaten omdat zij dat de cliënten bij de organisatie verschuldigd zijn (hoogste score 4,2). Andere stellingen als; Ik vind dat ik het aan de organisatie verplicht ben om te blijven. Zelfs als het in mijn voordeel was, zou het niet rechtvaardig zijn om de organisatie nu te verlaten. Het zou onbehoorlijk zijn om nu de organisatie te verlaten. Ik zal op dit moment de organisatie niet verlaten, omdat ik dat de andere vrijwilligers bij mijn organisatie verschuldigd ben. scoren lager en zijn niet zozeer van toepassing. Overig (vraag 21) De drie meest gekozen onderwerpen die er het meest voor zorgen dat vrijwilligers graag bij de organisatie blijven werken, zijn; 1. De relatie met de cliënten. 2. Een verrijking van het persoonlijke leven. 3. De relatie met andere vrijwilligers. Overig (vraag 22) De drie meest gekozen onderwerpen die er het minst voor zorgen dat vrijwilligers graag bij de organisatie blijven werken, zijn; 1. Het ontvangen van een onkostenvergoeding voor het uitgevoerde vrijwilligerswerk. 2. De mogelijkheid om een stem te hebben in beslissingen. 3. Een verrijking van de professionele carrière.

5 Positieve resultaten uit de vrijwilligersenquête 1. De vrijwilliger vindt de relatie met de begeleider, leidinggevende en/of coördinator goed. 2. De vrijwilliger vindt de taak die hij/zij uitvoert belangrijk ,9% wil zijn vrijwilligerswerk voortzetten zoals het nu is bij de huidige organisatie ,3% vindt zijn taak goed georganiseerd zoals het nu is. 5. De vrijwilliger voelt commitment richting de cliënten. Verbeterpunten 1. Het geven van relevante informatie over de organisatie. 2. Feedback & evaluatie geven over prestaties, onderzoek tevredenheid en het betrekken van de vrijwilliger bij het opsporen van verbeterpunten en uitvoeren van verbeteracties. 3. De mogelijkheid om kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen en het bieden van ondersteuning bij het verbeteren van de prestaties. 4. Wensen van vrijwilligers boven tafel krijgen en inwilligen (daar waar mogelijk). 5. Emotionele gehechtheid, identificatie met en betrokkenheid bij de organisatie verbeteren.