Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2015"

Transcriptie

1 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2015 Cijfers over 2014 juni 2015

2 Arbouw is hét kennis- en service-instituut op het gebied van arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. Arbouw biedt praktische informatie, instrumenten en richtlijnen op basis van onderzoek naar arbovriendelijke werkmethoden, risico s, ongevallen en beroepsziekten. Arbouw organiseert ook de uitvoering van het cao-pakket preventiezorg. Dit alles met het doel de gezondheid, veiligheid en duurzame inzetbaarheid van werknemers in de bouw te verbeteren en het ziekteverzuim te verminderen. In het bestuur zijn vertegenwoordigd: Bouwend Nederland, FOSAG, NOA, FNV Bouw en CNV Vakmensen. Stichting Arbouw Alle rechten voorbehouden. De producten, informatie, tekst, afbeeldingen, foto s, illustraties, lay-out, grafische vormgeving, technische voorzieningen en overige werken van Stichting Arbouw ( de werken ), waarin substantieel is geïnvesteerd, zijn beschermd onder de Auteurswet, de Benelux Merkenwet, de Databankenwet en andere toepasselijke wet- en regelgeving. Behoudens wettelijke uitzonderingen mag niets daarvan worden verveelvoudigd, aan derden ter beschikking gesteld of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Arbouw. Het bekijken van de werken en het maken van kopieën voor eigen individueel gebruik is toegestaan voorzover binnen de toepasselijke wet- en regelgeving aangegeven grenzen. De woord- en beeldmerken op de werken zijn van Stichting Arbouw en/of haar licentiegever(s). Het is niet toegestaan één of meerdere van deze merken en logo s te gebruiken zonder voorafgaande toestemming van Stichting Arbouw of betrokken licentiegever(s). Stichting Arbouw is niet aansprakelijk voor (de inhoud van) haar (informatie) producten, software daaronder mede begrepen, noch voor het (her) gebruik daarvan door derden.

3 MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2015 Cijfers over 2014 Auteurs: K. Afrian MSc, Economisch Instituut voor de Bouw A.C.P. Frijters MoSHE, Arbouw Bestelcode: ARB Rapportnummer: ISBN: Harderwijk, juni 2015

4 2

5 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING INLEIDING ONGEVALLEN IN DE BOUW ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW DE AARD VAN DE ARBEIDSONGEVALLEN EN DE AARD VAN HET LETSEL ONGEVALLEN EN DE GEVOLGEN Uitoefening van het werk Werkvermogen Duur verzuim Ziekenhuisopname Mogelijkheid werkhervatting VEILIGHEID OP DE BOUWPLAATS IMPLICATIES VOOR BELEID KERNCIJFERS ONGEVALLEN IN DE BOUW CONCLUSIES OP HOOFDLIJNEN BIJLAGE 1: AANVULLENDE ONGEVALSINDICATOREN BIJLAGE 2: ONGEVALLEN NAAR BEDRIJFSGROOTTE EN BLOOTGESTELDE POPULATIE BIJLAGE 3: ONDERZOEKSVERANTWOORDING

6 4

7 SAMENVATTING In 2014 overkwam ruim 8 duizend werknemers in de bouwnijverheid 1 een ongeval dat tot verzuim leidde wat neerkomt op 6,5 procent van alle werknemers (tabel A). Daarmee is het ongevallenpercentage met 0,4 procentpunt toegenomen ten opzichte van 2013 en ongeveer op het niveau van 2012 (6,6%). Bij 54 procent van de ongevallen gebeurde dit tijdens het werk en bij 46 procent in de vrije tijd of tijdens het woon-werkverkeer. Het aantal werknemers met een arbeidsongeval is iets toegenomen van in 2013 naar in 2014 (1 procent). Het aandeel werknemers met een arbeidsongeval is toegenomen van 3,3 procent in 2013 naar 3,7 procent in Dit percentage komt overeen met het percentage in 2010 (3,6%). Driekwart van de werknemers met een ongeval verzuimde vier dagen of meer. De gemiddelde verzuimduur na een arbeidsongeval is met 4 procent gedaald (tabel A). Van de werknemers met een arbeidsongeval verzuimde bijna een kwart langer dan 40 dagen. Bij 40 procent van de werknemers met een ongeval tijdens werktijd ging het om verzuim van minder dan 10 dagen. Daarentegen is de gemiddelde verzuimduur van de overige ongevallen met 28 procent toegenomen naar 54 dagen in De gemiddelde verzuimduur van alle ongevallen nam daardoor toe naar bijna 46 dagen. Iets minder dan een vijfde van de werknemers met een arbeidsongeval moest worden opgenomen in het ziekenhuis. Bij een op de twintig bleef de opname beperkt tot één dag. Vier procent van de werknemers met een arbeidsongeval lag langer dan vijf dagen in het ziekenhuis. In totaal leidden de ongevallen tot een ziekteverzuim van manjaren. De loonkosten inclusief overhead van dit verzuim bedroegen circa 88 miljoen euro, waarvan 43 miljoen euro (54 procent) het gevolg was van een arbeidsongeval. 1 Onder deze definitie vallen de werknemers in de cao voor de bouwnijverheid, natuursteenbedrijven, bitumineuze dakdekbedrijven, afbouwbedrijven (stukadoors etc.) en onderhoudsbedrijven (schilders etc.). 5

8 Tabel A Ongevallen in de bouw, 2014 en Mutatie Werknemers met een ongeval - absoluut ,9% - in % totale aantal werknemers 6,5 6,1 6,0% Werknemers met een arbeidsongeval - absoluut ,3% - in % totale aantal werknemers 3,7 3,3 10,6% Arbeidsongeval - gemiddelde verzuimduur - geschatte arbeidskosten in mln. euro 40,3 42, ,0% -2,3% Overig ongeval - gemiddelde verzuimduur 53,9 42,0 28,3% - geschatte arbeidskosten in mln. euro ,4% Vallen en verstappen (beide 15 procent) zijn in 2014 de meest voorkomende oorzaken bij arbeidsongevallen geweest. Daarna vormt getroffen worden door een vallend voorwerp een belangrijke oorzaak (12 procent). Andere oorzaken, die geregeld voorkomen zijn: stoten, beklemd of bekneld raken en struikelen of uitglijden (allen 6 procent). Als gevolg van deze arbeidsongevallen kregen werknemers met een arbeidsongeval het vaakst letsel aan de voet of enkel (27 procent). Ook kreeg een kwart te maken met letsel aan hand of pols. Het aandeel met letsel aan het hoofd is verdubbeld ten opzichte van voorgaande jaren. In totaal kreeg bijna 4 procent van de werknemers een ongeval tijdens werktijd. Van de werknemers jonger dan 25 jaar kreeg echter 7 procent hiermee te maken. Het ongevalspercentage neemt af bij hogere leeftijdscategorieën. Dit heeft niet te maken met het feit dat jongeren in beroepsgroepen werkzaam zijn waar de blootstelling aan gevaar groter is. Binnen de meeste onderscheiden beroepen hebben jongeren vaker te maken met een arbeidsongeval. Naar beroep bezien komen de meeste arbeidsongevallen voor bij metselaars (7 procent) en het overig bouwplaatspersoneel (6 procent). Van het overig UTA-personeel (dus uitgezonderd de uitvoerders) kreeg slechts 0,5 procent een ongeval onder werktijd. 6

9 Arbeidsongevallen kunnen aanzienlijke psychische, sociale en financiële gevolgen hebben. Het is derhalve zowel in het belang van de werknemers, de werkgever als de maatschappij om arbeidsongevallen te voorkomen. Teneinde ongevallen te reduceren is het noodzakelijk dat in het objectontwerp, het ontwerp van het proces en op de bouwplaats maatregelen om veilig te kunnen werken worden getroffen. Het blijft belangrijk dat er voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn en gebruikt worden om het effect van arbeidsongevallen te verminderen. Volgens ruim 90 procent van de bouwplaatswerknemers met een arbeidsongeval is dit ook gebeurd. Hier tegenover staat dat een op de drie werknemers met een ongeval stelt geen voorlichting te hebben gehad over veilig werken. Bijna 15 procent stelt geen voorlichting te hebben ontvangen over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen wat aanzienlijk minder is dan in Persoonlijke beschermingsmiddelen voorkomen geen ongevallen, maar verminderen wel het letsel en het verzuim als gevolg van het letsel en daarmee een belangrijk deel van de kosten voor het bedrijf en de maatschappij. Van de bouwplaatsmedewerkers met een arbeidsongeval is een deel van mening dat het ongeval te voorkomen was geweest als de werkgever (8 procent) of de werknemer zelf (16 procent) de vereiste veiligheidsmaatregelen had getroffen. In 2013 ging het om respectievelijk 18 en 21 procent. 7

10 1 INLEIDING De Monitor Arbeidsongevallen in de bouw, uitgevoerd door Arbouw en het Economisch Instituut voor de Bouw, is een jaarlijks terugkerend onderzoek naar de mate waarin er in de bouwnijverheid ongevallen plaatsvinden. Sinds 2005 wordt hiervoor gebruik gemaakt van gegevens uit het periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) waarover Arbouw beschikt. Het PAGO wordt op grond van de cao s voor diverse beroepsgroepen in opdracht van Arbouw uitgevoerd door gecertificeerde arbodiensten die voldoen aan door Arbouw vastgestelde kwaliteitseisen. Deelname aan het PAGO is vrijwillig. Werknemers hebben er tot hun 40e jaar eenmaal in de vier jaar recht op, daarna eenmaal in de twee jaar. Voor bouwplaatswerknemers begint dit recht op 16-jarige leeftijd, voor UTAwerknemers op 20-jarige leeftijd. In de vragenlijst die werknemers voor het PAGO invullen, wordt onder meer gevraagd of zij in de afgelopen twaalf maanden verzuimd hebben als gevolg van een ongeval. De reacties op de vragenlijst zijn geëxtrapoleerd naar de totale populatie waarmee een betrouwbaar inzicht wordt verkregen in het totaal aantal ongevallen. Om ook uitspraken te kunnen doen over de aard van de ongevallen, de aard van het daarbij opgelopen letsel, de vraag of er veiligheidsmaatregelen getroffen waren en de duur van het verzuim en eventuele ziekenhuisopname, is aan de werknemers die in het PAGO hadden aangegeven verzuimd te hebben wegens een ongeval, een vragenlijst toegestuurd. De gegevens in dit rapport zijn gebaseerd op de antwoorden van werknemers die hebben deelgenomen aan een PAGO en geven dan ook de beleving van de werknemer weer. 8

11 2 ONGEVALLEN IN DE BOUW Gewogen naar de totale populatie werknemers, op basis van leeftijd en beroepsgroep, komt het ongevallenpercentage in 2014 uit op 6,5 procent. Ten opzichte van 2013 betekent dit een toename van 0,4 procentpunt. Als we kijken naar de totale populatie in de bedrijfstak, gaat het om werknemers 2 met een ongeval. Het gaat hierbij zowel om ongevallen in werktijd (arbeidsongevallen) als om ongevallen in de vrije tijd. Werknemers jonger dan 25 jaar zijn naar verhouding bijna drie keer zo vaak bij een ongeval betrokken dan werknemers van 25 jaar en ouder (tabel 1). Ook werknemers van 25 tot 35 jaar hebben vaker dan gemiddeld een ongeval. Werknemers ouder dan 35 jaar krijgen naar verhouding minder vaak een ongeval. Het aandeel werknemers met een ongeval is vergeleken met 2013 voor alle leeftijdscategorieën, met uitzondering van de categorie jaar, toegenomen. Aangezien het bouwplaatspersoneel vaker in risicovolle situaties werkt, wordt deze groep vaker blootgesteld aan gevaar dan het UTA-personeel. Ruim 8 procent van alle bouwplaatswerknemers heeft wegens een ongeval verzuimd, tegen drie procent voor het UTA-personeel. Van de werknemers op de bouwplaats zijn metselaars met 10 procent het meest betrokken bij een ongeval gevolgd door timmerlieden. Voor schilders en overige bouwplaatspersoneel ligt dit rond de 8 procent. Voor een deel kunnen de verschillen tussen de beroepen worden verklaard door een andere leeftijdsopbouw: timmerlieden en metselaars zijn gemiddeld jonger dan schilders. Binnen het UTA-personeel zijn uitvoerders met 4 procent vaker betrokken bij een ongeval. Bij het overige UTA-personeel werd drie procent getroffen door een ongeval. De leeftijdsopbouw kan geen verklaring voor de verschillen in ongevalsfrequentie tussen beide groepen zijn. Uitvoerders zijn namelijk gemiddeld ouder dan het overige UTA-personeel. Een mogelijke verklaring hiervoor is het feit dat uitvoerders meer worden blootgesteld aan gevaar (aangezien ze beduidend vaker op de bouwplaats aanwezig zijn) dan bijvoorbeeld werkvoorbereiders, calculators en het administratief personeel. 2 Het aantal ongevallen ligt iets hoger omdat iemand meer dan één ongeval kan hebben. De gegevens in dit rapport hebben betrekking op het aantal werknemers met een ongeval. Waar kenmerken van werknemers met een ongeval worden weergegeven hebben deze betrekking op het enige dan wel het laatste ongeval dat een werknemer had. 9

12 Voor alle beroepsgroepen is de ongevalsfrequentie toegenomen met uitzondering van het overig bouwplaatspersoneel. Van die beroepsgroepen bleef het percentage ongevallen hetzelfde. Bij het bouwplaatspersoneel was de stijging onder de metselaars relatief het hoogst. Bij het UTA-personeel was dat bij het overige UTA-personeel het geval. Het aandeel werknemers dat heeft verzuimd wegens een ongeval bedroeg zowel in de sector b&u als in de sector afbouw en onderhoud 6,4 procent (tabel 1). Voor de gww sector ligt dit percentage iets hoger. Het ongevallenpercentage is in alle sectoren ten opzichte van 2013 toegenomen. In de sector afbouw en onderhoud neemt dit percentage al enkele jaren toe. Tabel 1 Aantal werknemers dat in het afgelopen jaar heeft verzuimd wegens een ongeval (2014). totale aantal werknemers in de bouw aantal werknemers dat heeft verzuimd wegens een ongeval absoluut in % van het totale aantal werknemers Leeftijd - jonger dan , , ,5-45 en ouder ,2 Totaal ,5 Beroep - timmerman ,9 - metselaar ,7 - schilder ,2 - overig bouwplaatspersoneel ,7 - uitvoerders ,8 - overig UTA-personeel ,8 Totaal ,5 Sector - B&U ,4 - afbouw en onderhoud ,4 - GWW ,7 Totaal ,5 10

13 Het aandeel werknemers dat heeft verzuimd wegens een ongeval is vergeleken met 2013 gestegen met 0,4 procentpunt. Het aantal werknemers met ongevalverzuim daalde met bijna 5 procent, terwijl tegelijkertijd het totale aantal werknemers in de bouw met bijna 10 procent af nam. Het aandeel werknemers dat heeft verzuim wegens een ongeval wordt in figuur 1 weergegeven. Dit aandeel is na de daling in de afgelopen jaren in 2014 weer toegenomen. Het percentage werknemers met een ongeval in 2014 is ten opzichte van 2007 met 1,3 procentpunt afgenomen van 7,8 naar 6,5 procent. Figuur 1 Het percentage werknemers dat heeft verzuimd wegens een ongeval, ,8 7,4 7,6 7,1 7,1 6,6 6,1 6, De ernst van de ongevallen wordt in dit onderzoek afgemeten aan de duur van het verzuim. Voor drie van de vier werknemers die verzuimde door een ongeval duurt het verzuim vier dagen of langer (zie tabel 2). In 2013 gold dit nog voor 82 procent van de gevallen. Dit aandeel varieert over de verschillende leeftijdsklassen, maar een duidelijke lijn is hier niet uit op te maken. Bij de werknemers tussen de 25 en 34 jaar ligt dit met bijna zeven op de acht werknemers fors hoger. Ook de werknemers jonger dan 25 jaar scoren hier ongunstiger dan het bedrijfstakgemiddelde. Het aandeel werknemers tussen de jaar met verzuim van vier dagen of langer is afgenomen van 84 procent in 2013 naar 66 procent in

14 Waar in 2013 bij de verdeling naar beroepsgroep vooral de schilders er uit sprongen zijn dit jaar de verschillen in percentage ongevallen met een verzuimduur van vier of meer dagen bij de bouwplaatsberoepen relatief klein. Het aandeel werknemers met een lange verzuimduur is bij het UTA-personeel is sterk afgenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Van de drie sectoren worden de werknemers in de afbouw en onderhoud iets vaker getroffen door een ongeval met een lange verzuimduur. Dat was in 2013 veel sterker het geval. Tabel 2 Aantal werknemers dat vier of meer dagen heeft verzuimd als gevolg van een ongeval (2014). werknemers met vier of meer dagen verzuim door een ongeval aantal in % van werknemers met een ongeval in % van totale aantal werknemers Leeftijd - jonger dan ,2 11, ,1 6, ,9 3,7-45 en ouder ,1 3,9 Totaal ,6 5,0 Beroep - timmerman ,2 7,5 - metselaar ,4 8,2 - schilder ,5 6,7 - overig bouwplaatspersoneel ,1 6,2 - uitvoerders ,6 1,6 - overig UTA-personeel ,2 1,3 Totaal ,6 5,0 Sector - B&U ,8 5,2 - afbouw en onderhoud ,0 5,3 - GWW ,6 4,1 Totaal ,6 5,0 12

15 3 ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW Meer dan de helft van de werknemers met een ongeval in 2014 had een ongeval op de bouwplaats (tabel 3). Dat komt neer op 3 procent van alle werknemers en betekent een lichte daling in vergelijking met 2013 (3,1 procent). Het aantal verkeersongevallen in werktijd is altijd zeer beperkt en is dit jaar verder afgenomen. Het aantal werknemers met een arbeidsongeval uitgedrukt in het totale aantal werknemers nam toe van 3,3 procent in 2013 naar 3,7 procent in Het aantal overige ongevallen is afgenomen ten opzichte van Het aantal werknemers met een overige ongeval in verhouding tot het totale aantal werknemers nam af van 2,9 procent in 2013 naar 2,8 procent in Tabel 3 Aantal werknemers dat in de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een ongeval naar de aard van het laatste of enige ongeval (2014). aard van het ongeval aantal werknemers met een ongeval absoluut % Arbeidsongevallen - ongeval op de bouwplaats ,8 49,8 - verkeersongeval in werktijd ,4 1,3 - ander ongeval in werktijd ,3 2,0 totaal arbeidsongevallen ,5 53,1 Overige ongevallen - ongeval tijdens woon-werkverkeer ,5 6,3 - ongeval in vrije tijd ,1 40,5 totaal overige ongevallen ,6 46,9 Totaal Werknemers jonger dan 25 jaar worden vaker getroffen door een ongeval buiten werktijd dan door een arbeidsongeval (bijna de helft), maar nog steeds heeft deze leeftijdscategorie het hoogste percentage arbeidsongevallen (tabel 4). Dit percentage ligt beduidend hoger dan in 2013 (4,4 procent). Het percentage arbeidsongevallen neemt over het algemeen af met de leeftijd. Daarentegen neemt het aandeel arbeidsongevallen in het totaal aantal ongevallen met verzuim juist toe. 13

16 Binnen de verdeling naar beroep blijken metselaars en het overig bouwplaatspersoneel relatief vaker worden getroffen door een arbeidsongeval dan de andere beroepen. Dat was voor beide beroepen ook in 2013 het geval. Bij het UTA-personeel ligt het percentage arbeidsongevallen veel lager. Deze groep wordt vaker door een ongeval buiten werktijd getroffen (80 procent) dan tijdens werktijd. Dat is meer dan in 2013 (een derde). In de b&u ligt het percentage arbeidsongevallen hoger dan in de andere sectoren. In 2013 lag het percentage arbeidsongevallen in de afbouw en onderhoud het hoogst. Tabel 4 Aantal werknemers met een (arbeids)ongeval (2014). aantal aantal werknemers met een arbeidsongeval werknemers met een ongeval absoluut in % van aantal werknemers met een ongeval in % van het totale aantal werknemers Leeftijd - jonger dan ,7 7, ,4 4, ,9 2,5-45 en ouder ,4 3,2 totaal ,5 3,7 Beroep - timmerman ,8 5,5 - metselaar ,3 6,9 - schilder ,8 2,5 - overig bouwplaatspersoneel ,3 5,9 - uitvoerders ,5 0,9 - overig UTApersoneel ,8 0,5 totaal ,5 3,7 Sector - B&U ,4 4,0 - afbouw en onderhoud ,0 3,3 - GWW ,9 3,3 totaal ,5 3,7 14

17 Werknemers jonger dan 25 jaar blijken relatief vaker een ongeval buiten werktijd te hebben gehad (tabel 5). Dat geldt vooral voor ongevallen tijdens woon-werkverkeer. Naarmate de leeftijd oploopt krijgt men vaker met ongevallen in werktijd te maken. Tabel 5 Werknemers (in totaal) met verzuim wegens een ongeval naar leeftijd en naar aard van het ongeval (percentages) (2014). aard van het ongeval leeftijd op de bouwplaats 48,7 48,8 38,9 49,5 - verkeersongeval in werktijd 0,0 0,0 0,0 0,9 - ander ongeval in werktijd 0,0 11,6 7,0 12,0 - ongeval tijdens woonwerkverkeer 18,8 6,6 7,8 4,4 - ongeval in vrije tijd 32,5 33,0 46,3 33,2 totaal Net als in 2013 neemt het aandeel van de arbeidsongevallen in het totaal aantal ongevallen af naarmate de grootteklasse van de bedrijven toeneemt (tabel 6). In de jaren voor 2012 was er nog geen eenduidig beeld wat betreft grootteklasse en het percentage ongevallen. Het percentage arbeidsongevallen bedroeg in 2014 bij kleine bedrijven 4 procent en bij grote bedrijven ruim 3 procent. Hierdoor was het aantal werknemers met een arbeidsongevallen bij kleine bedrijven bijna twee maal zo hoog als bij de grote bedrijven. Dat was ook in 2013 het geval. In bijlage 2 zijn de ongevallen naar grootteklasse uitgedrukt in percentage van de blootgestelde populatie. Uitgaand van de ongevallen uitgedrukt in een percentage van de blootgestelde populatie neemt het aantal ongevallen toe met de omvang van het bedrijf. Tabel 6 Grootte Klasse Aantal werknemers met een arbeidsongeval naar grootteklasse (aantal werknemers in dienst) van het bedrijf (2014). aantal werknemers aantal werknemers met een arbeidsongeval absoluut 15 in % van aantal ongevallen in % van het totale aantal werknemers ,2 4, ,4 3, ,3 3,3 Totaal ,5 3,7

18 Figuur 2 geeft voor de periode het percentage werknemers weer dat heeft verzuimd ten gevolge van een arbeidsongeval. Ter vergelijk is ook het percentage van alle ongevallen opgenomen. Het percentage arbeidsongevallen kent een veel minder sterke daling dan die van alle ongevallen. Het aandeel arbeidsongevallen vertoont sinds 2006 een licht dalende trend. De jaren 2010, 2012 en 2013 laten in verhouding tot de andere jaren een duidelijke daling zien. Ondanks dat het percentage arbeidsongevallen in 2014 met 0,4 procent is opgelopen, blijft dit percentage in historisch perspectief nog wel gunstig. Figuur 2 Het percentage werknemers dat verzuimd heeft wegens een ongeval en een arbeidsongeval, ,8 7,4 7,6 7,1 7,1 6,6 6,1 6, ,3 4,0 4,1 3,6 4,0 3,2 3,3 3, ongevallen arbeidsongevallen Over een langere periode ( ) bezien is voor het bouwplaatspersoneel sprake van een sterke daling van het percentage arbeidsongevallen (figuur 3). Terwijl het aantal arbeidsongevallen per 100 manjaren in 1972 ruim tien bedroeg, ligt het de laatste jaren rond de vijf. Daarmee vlakt de daling gemiddeld genomen af. 16

19 Figuur 3 Ontwikkeling van het aantal arbeidsongevallen met verzuim per 100 manjaren (bouwplaatspersoneel, doorgetrokken lijn) en trend (gestippelde lijn), 1972 tot en met Interessant is te kijken in hoeverre de daling van de ongevallen overeenkomt met de daling van de bouwproductie. In figuur 4 is de ontwikkeling van de bouwproductie afgezet tegen de ontwikkeling van de arbeids- en de overige ongevallen. Het percentage arbeidsongevallen neemt bij een sterk oplopende bouwproductie ( ) niet toe. In deze periode is juist sprake van een trend van minder arbeidsongevallen. 17

20 Figuur Ontwikkeling bouwproductie (miljarden euro s in prijzen 2013, linker-as) afgezet tegen het aantal werknemers met een arbeids-, of overig ongeval (rechter-as), Totale bouwproductie in prijzen laatste jaar (2013) arbeidsongevallen overige ongevallen 0 Tot slot van dit hoofdstuk worden werknemers met een arbeidsongeval in 2014 op een aantal kenmerken vergeleken met werknemers die in 2014 geen ongeval hebben gehad (zie tabel 7). Ten eerste valt op dat er net als in 2013 geen grote verschillen zijn in werkdruk tussen mensen met een arbeidsongeval en zonder een ongeval. Wel is het aandeel werknemers dat met werkdruk te maken sinds 2010 met 10 procentpunt gestegen. Daarnaast zijn werknemers met een arbeidsongeval van mening dat ze zich ruim twee keer zo vaak regelmatig in onveilige situaties bevinden dan werknemers zonder ongeval. Bovendien vinden deze werknemers dat ze vaker onvoldoende informatie krijgen over de opdrachten. Overigens moet men voorzichtig zijn met het verbinden van conclusies aan deze antwoorden. Werknemers kunnen beïnvloed zijn door het feit dat ze een arbeidsongeval hebben gehad. Werknemers met een arbeidsongeval oordelen na een ongeval waarschijnlijk ongunstiger over de veiligheid op de bouwplaats dan werknemers die niet verzuimd hebben ten gevolge van een ongeval. Bij de arbeidsongevallen heeft het bouwplaatspersoneel een relatief zwaarder gewicht terwijl bij de werknemers zonder ongeval het aandeel bouwplaatspersoneel beduidend lager ligt. 18

21 Tabel 7 Aandeel werknemers dat bij het PAGO in 2014 heeft gezegd dat de genoemde kenmerken van toepassing zijn (percentages), naar arbeidsongeval of geen ongeval in de twaalf maanden voorafgaand aan het PAGO. kenmerk arbeidsongeval geen ongeval - werkt geregeld onder tijdsdruk 54,1 57,2 - heeft te veel werk te doen 42,6 42,0 - bevindt zich regelmatig in onveilige situaties 23,2* 9,7 - onvoldoende technische en organisatorische maatregelen getroffen door werkgever 8,8 6,3 - kan niet beschikken over de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen 1,8 3,4 - vindt dat het niet in orde is met de veiligheid in het werk 7,8 4,1 - het werk is doorgaans niet goed georganiseerd 17,1 11,0 - wordt door de dagelijkse leiding onvoldoende ondersteund in het werk 14,6 11,1 - krijgt onvoldoende informatie en uitleg over de opdrachten 15,1* 10,8 * Significant verschillend van de groep werknemers zonder ongeval, p<0,01 19

22 4 DE AARD VAN DE ARBEIDSONGEVALLEN EN DE AARD VAN HET LETSEL Net als voorgaande jaren komt vallen het meest voor als oorzaak van arbeidsongevallen in de bouw. In bijna 15 procent van de gevallen hebben werknemers verzuimd vanwege een val. Dat is aanzienlijk minder dan in 2013 toen nog 30 procent van de ongevallen door vallen werd veroorzaakt, maar ligt wel in lijn met Net als voor 2013 is verstappen de één na grootste oorzaak van de arbeidsongevallen. Ook vormt een vallend voorwerp in bijna 12 procent van de verzuimgevallen de oorzaak. Andere oorzaken komen minder vaak voor, maar sommige (stoten, struikelen of uitglijden, klemmen of knellen, geraakt door wegschietend voorwerp) met een grotere regelmaat dan andere. In tabel 8 staan alle categorieën weergegeven en wordt er naast de percentages eveneens vermeld hoeveel van deze ongevallen er naar schatting hebben plaatsgevonden. Tabel 8 Aantal werknemers dat in de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een arbeidsongeval naar oorzaak/aanleiding van het ongeval (2014). soort ongeval aantal werknemers met een arbeidsongeval absoluut % - getroffen door vallend voorwerp ,6 - val van minder dan 2,5 meter hoogte ,4 - val van meer dan 2,5 meter hoogte 160 3,5 - geraakt of bekneld door machine 180 3,8 - geraakt of bekneld door (draaiend) gereedschap 190 4,1 - geraakt door wegschietend voorwerp 290 6,3 - vertillen of verdraaien 150 3,2 - verstappen ,7 - struikelen of uitglijden 290 6,3 - stoten 310 6,6 - snijden 170 3,6 - klemmen of knellen 290 6,2 - verkeersongeval (niet bouwplaats) 30 0,7 - ander soort ongeval ,3 - overig ongeval 300 6,5 Totaal

23 Kijken we vervolgens naar de aard van het letsel als gevolg van de arbeidsongevallen, dan komt letsel aan de voet of enkel het vaakst voor (tabel 9). Ruim een kwart van de werknemers met een arbeidsongeval kreeg letsel aan voet of enkel. Dit aandeel is in vergelijking met voorgaande jaren toegenomen. Ook had ruim een kwart van de arbeidsongevallen letsel aan hand of pols tot gevolg. In voorgaande jaren was dat nog het meest genoemde letsel (35 procent). Iets minder dan een vijfde kreeg met letsel aan het hoofd te maken. Dit aandeel is in vergelijking met voorgaande jaren verdubbeld. De overige categorieën bleven ten opzichte van voorgaande jaren min of meer gelijk. Tabel 9 Aantal werknemers dat in de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een arbeidsongeval naar het lichaamsdeel dat gewond raakte* (2014). lichaamsdeel aantal werknemers met een arbeidsongeval absoluut % - hoofd ,1 - oog of oor 230 4,9 - nek 80 1,7 - rug ,4 - romp 190 4,0 - arm/schouder ,2 - hand/pols ,7 - been/knie ,6 - voet/enkel ,4 - buik/inwendige organen 50 1,0 * meerdere antwoorden mogelijk 21

24 5 ONGEVALLEN EN DE GEVOLGEN 5.1 Uitoefening van het werk In tabel 10 worden werknemers met een ongeval op een aantal kenmerken vergeleken met werknemers die geen ongeval hebben gehad 3. Werknemers die een arbeidsongeval hebben gehad, blijken vaker problemen te ondervinden (circa 45 procent) in de uitoefening van hun werk dan werknemers die een ander ongeval (circa 40 procent) of geen ongeval (minder dan 30 procent) hebben gehad. Werknemers met een arbeidsongeval ondervinden meer dan gemiddeld klachten bij de uitvoering van hun werk en moeten relatief vaak langzamer werken of hun manier van werken veranderen. Hoewel het aantal relatief gering is, geven werknemers met een ongeval op het moment van enquêteren drie tot vijf keer zo vaak aan dat ze helemaal niet in staat zijn om te werken. Over het algemeen zijn de verschillen tussen degenen die een arbeidsongeval hebben gehad en degenen met een ander ongeval redelijk vergelijkbaar met Tabel 10 kenmerk Aandeel werknemers met problemen rond arbeidsinzet op het moment van enquêteren naar type of geen ongeval, arbeidsongeval ander ongeval geen ongeval alle werknemers - kan zijn werk doen, maar dat veroorzaakt wel enkele klachten 24,1* 20,8 17,1 17,5 - moet soms langzamer werken of zijn manier van werken veranderen 10,0 9,4 6,8 7,0 - moet vaak langzamer werken of zijn manier van werken veranderen 4,8* 2,7 1,7 1,8 - kan alleen parttime werken 2,4* 1,0 1,0 1,0 - is in het geheel niet in staat om te werken 2,6* 4,9* 0,8 1,0 * Significant verschillend van de groep werknemers zonder ongeval, p< 0,01 3 Deze uitkomsten zijn afkomstig uit het PAGO in

25 5.2 Werkvermogen Als de werknemers om een oordeel wordt gevraagd over hun werkvermogen, gezien de lichamelijke eisen die het werk aan hen stelt, dan blijken er duidelijke verschillen tussen de werknemers die een arbeidsongeval hebben gehad enerzijds en degenen die geen ongeval hebben gehad of een ongeval buiten werktijd anderzijds (tabel 11). Werknemers met een arbeidsongeval beoordelen hun werkvermogen beduidend minder vaak als zeer goed (15 procent). Daarnaast beoordelen zowel werknemers met een arbeidsongeval als met een ander ongeval veel vaker hun werkvermogen als matig tot zeer slecht. Deze percentages komen overeen met die van Tabel 11 Aandeel werknemers met wel of geen ongeval naar beoordeling van het werkvermogen (percentages), werkvermogen arbeidsongeval ander ongeval geen ongeval alle werknemers - zeer goed 14,5 24,1 28,2 27,6 - goed 68,8 60,6 64,5 64,5 - matig 12,3 10,7 6,2 6,5 - slecht 3,3 2,4 0,9 1,0 - zeer slecht 1,1 2,2 0,3 0,3 totaal Duur verzuim Bijna een kwart van de werknemers die in 2014 een arbeidsongeval hebben gehad, heeft meer dan 40 dagen verzuimd als gevolg daarvan (tabel 12). Dat komt overeen met het aandeel in Voor ruim een op de vijf werknemers lag de verzuimduur tussen de 21 en 40 dagen. Kort durend verzuim (minder dan 10 dagen) kwam voor bij 40 procent van de werknemers met een arbeidsongeval. Bij de overige ongevallen heeft 35 procent van de werknemers als gevolg daarvan langer dan 40 dagen verzuimd. In 2013 bedroeg dat aandeel nog 27 procent. De gemiddelde verzuimduur nam voor de arbeidsongevallen af van 42 dagen in 2013 naar 40,3 dagen in Daarentegen nam de gemiddelde verzuimduur van de overige ongevallen sterk toe van 42 dagen in 2013 naar 54 dagen in

26 Tabel 12 Aantal werknemers dat in de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een ongeval naar type ongeval en de duur van dat verzuim (aantal verzuimde werkdagen, 2014). verzuimduur arbeidsongeval ander ongeval totaal absoluut % absoluut % absoluut % 1-3 dagen , , , dagen , , , dagen , , , dagen , , ,8 41 dagen , , ,2 totaal gemiddelde duur 40,3 53,9 45,8 De ontwikkeling van de gemiddelde verzuimduur in de periode 2008 tot en met 2014 wordt in figuur 4 weergegeven. De gemiddelde verzuimduur van de totale ongevallen schommelde vóór 2012 rond de 40 dagen, in de jaren daarna beduidend hoger. De gemiddelde verzuimduur van arbeidsongevallen nam in 2013 en 2014 af. Figuur 4 Het gemiddeld aantal verzuimdagen als gevolg van een ongeval en een arbeidsongeval, Totale ongevallen Arbeids ongevallen 24

27 De gemiddelde verzuimduur verschilt nogal naar aanleiding/oorzaak van het arbeidsongeval (tabel 13). De tabel laat duidelijk zien dat bij sommige oorzaken de gemiddelde verzuimduur behoorlijk hoog is, terwijl die bij andere oorzaken juist laag is. Lang verzuim komt vooral voor bij snijden, geraakt of bekneld door machine, vallen en struikelen of uitglijden. De wijze van directe hulpverlening na het ongeval verschilt naar oorzaak. Tabel 13 soort ongeval Verzuimduur naar aanleiding/oorzaak van het ongeval op de bouwplaats en wijze van hulpverlening direct na het ongeval (percentage)(2014). Gem. verzuim duur BHV/ EHBO' er huisartsen post Spoed eisende hulp ambulance totaal - getroffen door vallend voorwerp 28, val van minder dan 2,5 meter hoogte 15, val van meer dan 2,5 meter hoogte 75, geraakt of bekneld door machine 105, geraakt of bekneld door , (draaiend) gereedschap - geraakt door 100 wegschietend voorwerp 32, vertillen of verdraaien 12, verstappen 27, struikelen of uitglijden 63, stoten 9, snijden 130, klemmen of knellen 9, totaal 37, Op basis van de gegevens in tabel 12 kunnen we schatten dat in 2014 ongeveer manjaren verloren zijn gegaan als gevolg van verzuim door een ongeval. Hiervan ging 56 procent verloren door arbeidsongevallen en 44 procent door overige ongevallen. Het aantal manjaren dat daadwerkelijk verloren gaat door verzuim als gevolg van een ongeval is vanwege verschillende redenen moeilijk te schatten. Zo kan iemand meer dan één ongeval in een jaar hebben. Het totale aantal dagen dat verloren gaat als gevolg van ongevallen ligt dus waarschijnlijk hoger. 25

28 Ten tweede is het verzuim dat hier wordt geteld alleen het verzuim dat direct op het ongeval volgt. Werknemers kunnen als nasleep van het ongeval later opnieuw uitvallen. Als men werknemers echter vraagt naar hun verzuim ten gevolge van het ongeval (zoals hier is gedaan) tellen zij dit latere verzuim meestal niet mee 4. Tenslotte is een deel van de werknemers die als gevolg van een ongeval hebben verzuimd, op het moment van enquêteren nog niet of nog niet volledig aan het werk. Dat betekent dat de uiteindelijke verzuimduur nog niet bekend is. Ongevallen kunnen aanzienlijke gevolgen hebben voor de betrokken personen en ook voor het bedrijf waar zij werken. Lichamelijk en geestelijk letsel kan ertoe leiden dat werknemers tijdelijk of blijvend hun beroep niet meer kunnen uitoefenen. Ook voor een bedrijf kunnen de gevolgen aanzienlijk zijn. Op de eerste plaats kan men denken aan de kosten van verzuim en arbeidsongeschiktheid van de betrokken personen en productieverlies. Als het een arbeidsongeval betreft kunnen andere kosten optreden zoals beschadigingen aan gebouwen, machines, juridische kosten, imagoschade en motivatieverlies bij andere werknemers. De totale kosten van ongevallen in de bouw zijn met dit onderzoek niet te bepalen. Wel kan een schatting worden gemaakt van de kosten van het ziekteverzuim als gevolg van ongevallen. De kosten bedragen in totaal circa 88 miljoen euro, waarvan ongeveer 43 miljoen ten gevolge van arbeidsongevallen en ongeveer 45 miljoen ten gevolge van ongevallen in vrije tijd of tijdens het woon-werkverkeer. Hierbij is uitgegaan van gemiddelde bruto loonkosten in de bouw per manjaar (inclusief overhead) van ongeveer 60 duizend euro. 5.4 Ziekenhuisopname Iets minder dan een vijfde van de werknemers met een arbeidsongeval moest worden opgenomen in het ziekenhuis (tabel 14). Onder de werknemers met een ander ongeval moest iets minder dan 30 procent worden opgenomen. Hoewel minder mensen met een ongeval in de vrije tijd of tijdens werkverkeer te maken krijgen met een arbeidsongeval, leiden deze overige ongevallen vaker tot een ziekenhuisopname. Ook de gemiddelde opnameduur van de overige ongevallen is iets langer dan bij arbeidsongevallen. 4 De Vroome, E., P. Smulders en C.V. Van Vuuren (2005). Verzuim als gevolg van arbeidsrisico s en zelf opgegeven verzuimredenen. Deelresultaten Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden Hoofddorp: TNO. 26

29 Het aandeel werknemers dat opgenomen moest worden is afgenomen ten opzichte van In 2013 leidde een kwart van de arbeidsongevallen en 40 procent van de overige ongevallen tot ziekenhuisopname. Ook de gemiddelde opnameduur bij arbeidsongevallen is afgenomen in vergelijking met 2013 (5,5 dagen). Wel nam de gemiddelde opnameduur bij overige ongevallen toe van 2,6 dagen in 2013 naar 5,5 dagen. Daardoor is de gemiddelde opnameduur (totaal ongevallen) toegenomen van 3,8 dagen in 2013 naar 5,2 dagen in Tabel 14 Aantal werknemers dat als gevolg van een ongeval in het ziekenhuis heeft gelegen, naar soort ongeval en aantal dagen in het ziekenhuis (2014). aantal dagen arbeidsongeval ander ongeval totaal in ziekenhuis absoluut % absoluut % absoluut % niet in ziekenhuis , , , , , , , , , , , ,1 totaal Gemiddelde opnameduur 4,8 5,5 5,2 5.5 Mogelijkheid werkhervatting Een derde van de werknemers die een ongeval hebben gehad heeft tijdens de herstelperiode na het ongeval eerst hervat door middel van aangepast werk of met aangepaste werktijden (tabel 15). In 2013 gold dat nog voor 37 procent van de werknemers met een ongeval. Met name het aandeel werknemers met aangepast werk is toegenomen in vergelijking met 2013 (24 procent). Ruim een vijfde van de werknemers gaf aan dat werkhervatting in de herstelperiode niet mogelijk was ( procent). Tabel 15 Aantal werknemers dat in de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een ongeval naar mogelijkheid van werkhervatting tijdens het herstel (2014). mogelijkheid van werkhervatting aantal werknemers absoluut % - in aangepast werk ,3 - met aangepaste werktijden ,4 - niet mogelijk ,1 - niet van toepassing ,2 totaal

30 Van alle werknemers die verzuimd hebben als gevolg van een ongeval, was op het moment van enquêteren 82 procent weer volledig aan het werk (tabel 16). Bij een tiende was er ten tijde van het enquêteren sprake van een aanpassing van het werk en/of de werktijden (2013, 7 procent), terwijl zeven procent nog niet aan het werk was. Tabel 16 Aantal werknemers dat in de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een ongeval en op het moment van enquêteren aangepast werk of aangepaste werktijden heeft (2014). aangepast werk of aantal werknemers aangepaste werktijden absoluut % - aangepast werk 470 5,7 - aangepaste werktijden 330 4,0 - beide 120 1,5 - geen van beide ,9 - nog niet aan het werk 570 6,9 totaal Voorzover er sprake was van aangepast werk of aangepaste werktijden na werkhervatting werd dat in de meeste gevallen als tijdelijk gezien (tabel 17). Deze percentages komen sterk overeen met Tabel 17 Aantal werknemers dat de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een ongeval en aangepast werk of aangepaste werktijden heeft, naar de aard daarvan (2014). aard aangepast werk of aantal werknemers aangepaste werktijden absoluut % - blijvend 90 10,3 - tijdelijk ,7 totaal ,0 28

31 6 VEILIGHEID OP DE BOUWPLAATS In verband met de preventie van arbeidsongevallen is het van groot belang dat op de bouwplaats de noodzakelijke voorzieningen door de bedrijven zijn getroffen om veilig te kunnen werken. Van alle werknemers op de bouwplaats (dus exclusief UTApersoneel), die de afgelopen 12 maanden hebben verzuimd vanwege een arbeidsongeval, gaf 82 procent aan dat die voorzieningen waren getroffen (tabel 18). Volgens 7 procent was dit niet het geval. In 2013 gaf nog 63 procent aan dat de voorzieningen waren getroffen en 24 procent dat dat niet het geval was. Bovendien treden er verschillen op naar grootte van het bedrijf. Net als in 2013 geven werknemers in middelgrote bedrijven minder vaak dan gemiddeld aan dat de voorzieningen zijn getroffen. Werknemers in grote bedrijven geven, indien van toepassing, het vaakst aan dat de voorzieningen zijn getroffen. Naar sector bezien vinden de werknemers in dienst van bedrijven in de afbouw en onderhoud het minst vaak dat de noodzakelijke voorzieningen om veilig te kunnen werken niet zijn getroffen. Werknemers in de gww geven het vaakst aan dat de technische en organisatorische voorzieningen niet zijn getroffen. Tabel 18 Werknemers waarbij wel of niet de noodzakelijke voorzieningen waren getroffen (bouwplaatspersoneel, 2014). grootteklasse en voorzieningen totaal sector wel getroffen niet getroffen n.v.t. grootteklasse ,1 7,9 9, ,3 11,6 10, ,8 2,5 13,6 100 totaal 82,1 7,1 10,7 100 sector - B&U 85,1 8,0 6, afbouw en onderhoud 81,4 3,5 15, GWW 77,6 8,5 13,8 100 totaal 82,1 7,1 10,

32 Naast voorzieningen om veilig te kunnen werken kan het relevant zijn of ten tijde van het ongeval persoonlijke beschermingsmiddelen werden gebruikt. Persoonlijke beschermingsmiddelen voorkomen geen ongevallen, maar verminderen het letsel als gevolg van een ongeval. Daarvoor is het allereerst noodzakelijk dat die door de werkgever ter beschikking zijn gesteld, dat over het gebruik met de medewerkers afspraken zijn gemaakt, dat er toezicht op het gebruik is en dat er consequenties worden verbonden aan het afwijken van de gebruiksafspraken. Van het bouwplaatspersoneel in de middelgrote bedrijven gaf vier procent aan dat de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen niet aanwezig waren (tabel 19). Opvallend is dat bij de grote bedrijven niemand dit aangaf. Naar sector bezien zijn werknemers in de b&u het vaakst van oordeel dat de persoonlijke beschermingsmiddelen niet ter beschikking zijn gesteld. Het aantal werknemers dat aangaf dat er geen persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar waren gesteld bedroeg in 2013 nog 5 procent. Tabel 19 Werknemers naar het feit of de werkgever de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking had gesteld (percentages) (bouwplaatspersoneel, 2014). grootteklasse en persoonlijke beschermingsmiddelen totaal sector bedrijf wel ter beschikking gesteld niet ter beschikking gesteld n.v.t. grootteklasse ,2 1,8 8, ,4 4,4 4, ,1 0,0 5,9 100 totaal 91,7 1,9 6,4 100 sector - B&U 90,5 3,5 6, afbouw en onderhoud 86,6 0,0 13, GWW 100,0 0,0 0,0 100 totaal 91,7 1,9 6,4 100 Als de persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking zijn gesteld, worden zij volgens de werknemers op de bouwplaats meestal ook gebruikt (tabel 20). Van alle bouwplaatswerknemers die een arbeidsongeval hebben gehad zei 87 procent dat zij die ten tijde van het ongeval hadden gedragen. Dit percentage komt overeen met dat van Werknemers in grote bedrijven en b&u bedrijven geven relatief vaker aan de persoonlijke beschermingsmiddelen niet te hebben gedragen. 30

33 Tabel 20 Werknemers naar het wel of niet dragen van de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen (percentages) (bouwplaatspersoneel, 2014). grootteklasse persoonlijke beschermingsmiddelen totaal en sector bedrijf wel gedragen niet gedragen n.v.t. grootteklasse ,1 3,6 6, ,4 4,4 12, ,1 8,0 7,9 100 totaal 86,5 5,2 8,3 100 sector - B&U 84,9 7,6 7, afbouw en onderhoud 78,6 2,9 18, GWW 98,2 1,8 0,0 100 Totaal 86,5 5,2 8,3 100 Een tiende van het bouwplaatspersoneel geeft aan dat het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, voor zover men dat weet, voor de werkzaamheden ten tijde van het ongeval niet verplicht was (tabel 21). Vooral volgens werknemers in bedrijven met man personeel en in b&u bedrijven was het dragen van beschermingsmiddelen niet verplicht. In 2013 gaf 30 procent van de werknemers aan dat het gebruik van beschermingsmiddelen niet verplicht was. Tabel 21 Werknemers naar het al dan niet verplicht zijn van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (percentages) (bouwplaatspersoneel, 2014). grootteklasse en gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen totaal sector wel verplicht niet verplicht grootteklasse ,0 5, ,2 16, ,6 9,4 100 totaal 90,4 9,6 100 sector - B&U 87,5 12, afbouw en onderhoud 92,3 7, GWW 96,2 3,8 100 totaal 90,4 9,

34 Een ander belangrijk feit in relatie tot preventie van arbeidsongevallen is de vraag of werknemers op de bouwplaats voorlichting krijgen over de manier waarop zij hun werkzaamheden verantwoord (veilig) kunnen uitvoeren. Een werkgever kan voorzieningen treffen om veilig te kunnen werken, maar als de werknemer geen voorlichting krijgt over de wijze waarop hij daarmee om moet gaan, is het onwaarschijnlijk dat het effect ook daadwerkelijk zal worden bereikt. Ook bij het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen speelt voorlichting/instructie een rol. Ruim een derde van de bouwplaatswerknemers die een arbeidsongeval hebben gehad, meent geen voorlichting te hebben ontvangen over de manier waarop zij hun werkzaamheden verantwoord (veilig) kunnen uitvoeren (tabel 22). Dit geldt het meest voor bouwplaatspersoneel in middelgrote bedrijven. Ook naar sector zijn de verschillen relatief groot. Het aandeel werknemers dat aangeeft geen voorlichting te hebben gehad bedroeg in 2013 een derde. Bijna 14 procent van de werknemers op de bouwplaats geeft aan geen instructie te hebben gehad over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Werknemers in grote bedrijven en werknemers in de gww geven minder vaak aan geen instructie te hebben gehad. Het aandeel werknemers dat aangeeft geen instructie te hebben gekregen is in 2014 afgenomen. In 2013 bedroeg dat aandeel nog 29 procent. Tabel 22 Werknemers die geen voorlichting en/of geen instructie over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen hebben gekregen (percentages) (bouwplaatspersoneel, 2014). grootteklasse en sector bedrijf Geen voorlichting over veilig werken Geen instructie over gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen grootteklasse ,4 16, ,5 16, ,2 7,4 totaal 35,8 13,6 sector - B&U 45,2 14,9 - afbouw en onderhoud 36,8 13,7 - GWW 15,4 10,2 totaal 35,8 13,6 32

35 Volgens 8 procent van het bouwplaatspersoneel had het arbeidsongeval voorkomen kunnen worden als de werkgever de vereiste veiligheidsmaatregelen had getroffen (zie tabel 23). In 2013 was dat iets minder dan een vijfde. Hier zijn de verschillen naar bedrijfsgrootte en sector relatief klein. Zestien procent is van mening dat het ongeval voorkomen had kunnen worden, als zij zelf veiligheidsmaatregelen hadden getroffen. Werknemers in de grote bedrijven denken verhoudingsgewijs vaker dat zij het ongeval zelf hadden kunnen voorkomen. Tabel 23 Werknemers die denken dat het ongeval voorkomen had kunnen worden wanneer de werkgever dan wel de werknemer zelf de vereiste veiligheidsmaatregelen had getroffen (percentages) (bouwplaatspersoneel, 2014). grootteklasse ongeval had voorkomen kunnen worden en sector door werkgever door werknemer grootteklasse ,2 11, ,6 18, ,7 21,7 totaal 8,0 16,4 sector - B&U 8,3 18,2 - afbouw en onderhoud 6,5 15,3 - GWW 8,9 14,2 totaal 8,0 16,4 Met uitzondering van de leeftijdscategorie jarigen denkt ruim een vijfde van de werknemers dat zijzelf het ongeval hadden kunnen voorkomen (tabel 24). Opmerkelijk is dat alleen de leeftijdscategorieën ouder dan 35 jaar aangeven dat het ongeval (ook) door de werkgever had kunnen worden voorkomen. Dit aandeel ligt tussen de 10 en 15 procent. Tabel 24 Werknemers die denken dat het ongeval voorkomen had kunnen worden wanneer de werkgever dan wel de werknemer zelf de vereiste veiligheidsmaatregelen had getroffen (percentages), naar leeftijd (2014). leeftijd ongeval had voorkomen kunnen worden door werkgever door werknemer leeftijd ,0 20, ,0 0, ,9 20,7-45 en ouder 13,5 23,4 totaal 8,0 16,4 33

36 Uit tabel 25 blijkt dat een ruime meerderheid van de medewerkers van zichzelf vindt ervaren genoeg te zijn om risicovolle situaties te herkennen. De helft van de medewerkers heeft regelmatig, minstens een keer per week, te maken met risicovolle situaties. Hier staat tegenover dat ruim een vijfde van de medewerkers zelf geregeld initiatief neemt om risico s te voorkomen. Een ruime meerderheid van de medewerkers heeft het afgelopen jaar éénmaal te maken gehad met een ongeval. Tabel 25 kenmerk Werknemers naar type of geen ongeval naar of de genoemde kenmerken van toepassing zijn (percentages) (2014). arbeidsongeval ander ongeval Totaal - heeft voldoende kennis om risicovolle situaties te herkennen 98,6 99,6 99,0 - heeft dagelijks, of minstens 1 keer per week, te maken met risicovolle situaties 53,1 44,1 49,2 - heeft het afgelopen jaar meer dan 10 keer initiatief genomen om risico s te voorkomen 24,5 18,3 22,2 - andere slachtoffers bij het ongeval betrokken 1,6 12,9 6,1 - anderstaligheid heeft een rol gespeeld 8,5 0 8,0 - heeft het afgelopen jaar twee keer of vaker (met) een ongeval (te maken) gehad 14,7 2,9 9,5 Volgens bijna een vijfde van het bouwplaatspersoneel heeft de werkgever na het ongeval blijvende maatregelen genomen om herhaling in de toekomst te voorkomen. In 2013 was dat nog volgens een kwart van de werknemers het geval. Vooral werknemers in middelgrote bedrijven geven dit aan. Personeel in afbouw- en onderhoudsbedrijven zijn het minst vaak van mening dat de werkgever die maatregelen heeft genomen (zie tabel 26). In 2013 gaf een kwart van de bouwplaatswerknemers aan dat de werkgever blijvende maatregelen had getroffen. 34

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2016

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2016 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2016 Cijfers over 2015 Juni 2016 Arbouw is hét kennis- en service-instituut op het gebied van arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. Arbouw biedt praktische informatie,

Nadere informatie

Monitor arbeidsongevallen in de bouw November 2014

Monitor arbeidsongevallen in de bouw November 2014 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2013 November 2014 Arbouw is hét kennis- en service-instituut op het gebied van arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. Arbouw biedt praktische informatie, instrumenten

Nadere informatie

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2010. Auteur: K. Afrian, MSc, Economisch Instituut voor de Bouw. Bestelcode: 11-147 ISBN: 9789490943103

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2010. Auteur: K. Afrian, MSc, Economisch Instituut voor de Bouw. Bestelcode: 11-147 ISBN: 9789490943103 Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. In het bestuur van Arbouw zijn vertegenwoordigd Bouwend Nederland, Federatie

Nadere informatie

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2011

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2011 Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. In het bestuur van Arbouw zijn vertegenwoordigd Bouwend Nederland, Federatie

Nadere informatie

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2005

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2005 MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2005 Auteur: Drs. E. Lourens, Economisch Instituut voor de bouwnijverheid Bestelcode: 06-90 ISBN: 90-77286519 Mei 2006 2 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING... 5 1 INLEIDING...

Nadere informatie

GEZOND HANDMATIG KNIPPEN VAN BETONSTAAL. Opstellen van criteria op basis van krachtmetingen

GEZOND HANDMATIG KNIPPEN VAN BETONSTAAL. Opstellen van criteria op basis van krachtmetingen Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. In het bestuur van Arbouw zijn vertegenwoordigd Bouwend Nederland, Federatie

Nadere informatie

KWALITEIT ARBODIENSTVERLENING BOUW 2010 CONCEPTRAPPORT. Auteur: K. Afrian, MSc, Economisch Instituut voor de Bouw

KWALITEIT ARBODIENSTVERLENING BOUW 2010 CONCEPTRAPPORT. Auteur: K. Afrian, MSc, Economisch Instituut voor de Bouw KWALITEIT ARBODIENSTVERLENING BOUW 2010 CONCEPTRAPPORT Auteur: K. Afrian, MSc, Economisch Instituut voor de Bouw Harderwijk, september 2011 Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht

Nadere informatie

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ).

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ). Het verzuimpercentage onder het in het primair onderwijs is tussen en afgenomen, van 6,8% in naar 6,4% in. In het voortgezet onderwijs is het verzuimpercentage onder het relatief stabiel: in komt het verzuimpercentage

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Vallen (privé en sport)

Vallen (privé en sport) Vallen (privé en sport) Ongevalscijfers 0 tot en met 12 jaar Samenvatting Een val is de belangrijkste oorzaak van letsel bij kinderen. In 2013 zijn 67.000 kinderen van 0 tot en met 12 jaar op een SEH-afdeling

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Vitaliteit: van feit tot beleid. Inventariserend onderzoek

Vitaliteit: van feit tot beleid. Inventariserend onderzoek Vitaliteit: van feit tot beleid Inventariserend onderzoek Vitaliteit: van feit tot beleid Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van

Nadere informatie

RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 2012 TOT EN MET 2015 Q2

RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 2012 TOT EN MET 2015 Q2 RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 212 TOT EN MET 215 Q2 Inhoud Inleiding... 2 1. Ongevallen zonder en met verzuim... 4 1.1.1 Vallen/struikelen/uitglijden, ongevallen zonder verzuim... 5 1.1.2 Vallen/struikelen/uitglijden,

Nadere informatie

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2014

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2014 De bouwnijverheid arbeid, gezondheid en veiligheid Bedrijfstakverslag 2014 Arbouw is door werkgevers en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren.

Nadere informatie

ANALYSE ITEMS DUURZAME INZETBAARHEID PAGO BOUWNIJVERHEID 2010-2011

ANALYSE ITEMS DUURZAME INZETBAARHEID PAGO BOUWNIJVERHEID 2010-2011 Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. In het bestuur van Arbouw zijn vertegenwoordigd Bouwend Nederland, Federatie

Nadere informatie

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2.1 Inleiding Op basis van recente onderzoeksliteratuur geeft dit hoofdstuk een globale schets van de stand van zaken van de arbeidsomstandigheden in Nederland (paragraaf

Nadere informatie

Ziekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden

Ziekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden Ziekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden Martine Mol en Jannes de Vries Een hoge werkdruk onder werknemers komt vooral voor

Nadere informatie

Arbouw staat voor gezond en veilig werken in de bouwnijverheid en richt zich op

Arbouw staat voor gezond en veilig werken in de bouwnijverheid en richt zich op Arbouw staat voor gezond en veilig werken in de bouwnijverheid en richt zich op de duurzame inzetbaarheid van werkgevers en werknemers in deze bedrijfstak. Jan Warning Directeur Arbouw Hoe wij werken Praktijkgericht

Nadere informatie

DE ARBOUW-MONITOR. Analyses van de PBGO-bestanden 1989/1990, 1993/1994, 1995/1996 en 1997/1998. December

DE ARBOUW-MONITOR. Analyses van de PBGO-bestanden 1989/1990, 1993/1994, 1995/1996 en 1997/1998. December DE ARBOUW-MONITOR Analyses van de PBGO-bestanden 1989/1990, 1993/1994, 1995/1996 en 1997/1998 December 1999-1- -2- INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 5 2 METHODE... 8 2.1 PBGO... 8 2.2 De PBGO- bestanden >89/=90,

Nadere informatie

Ziekteverzuim in de bouw

Ziekteverzuim in de bouw Ziekteverzuim in de bouw 2013 Ziekteverzuim in de bouw 2013 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen mei 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers drs. F.M.J. Westhof Zoetermeer, december 2005 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

Nadere informatie

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen Ton Ferber In de jaren 1992 2001 was de gemiddelde looptijd van een WWuitkering elf maanden. Van de 4,3 miljoen beëindigde uitkeringen was de gemiddelde

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN

EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN 22 maart 2013 Rapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN Rapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Ziekteverzuim in de bouw

Ziekteverzuim in de bouw Ziekteverzuim in de bouw 2011 Ziekteverzuim in de bouw 2011 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Veiligheidsindex Bouw VI

Veiligheidsindex Bouw VI Programma Probleemstelling Doel en ontstaan Veiligheidsindex Bouw Wat is het en hoe werkt het Veiligheidsindex Bouw VI Adri C.P. Frijters Ongevallen, cijfers Wat is er aan de hand soort ongeval aantal

Nadere informatie

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Personeelsmonitor Gemeenten 2013 Personeelsmonitor Gemeenten 1 Verzuimcijfers In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij het ziekteverzuim binnen de gemeentelijke bezetting. Naast het totale verzuimpercentage wordt onderscheid gemaakt naar

Nadere informatie

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten Verzuimcijfers 00 sector Gemeenten A+O fonds Gemeenten, april 0 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt licht tot, procent in 00 Het ziekte van gemeenten is in 00 licht gedaald tot, procent. Ten opzichte van

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2005 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen april 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Arbeidsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Overzicht problematiek

Arbeidsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Overzicht problematiek Arbeidsongevallen Ongevalscijfers Samenvatting Op basis van het onderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland schatten we dat in 212 51. letsels ontstonden door een arbeidsongeval. In bijna de helft van

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Werken aan de toekomst van Nederland.

Werken aan de toekomst van Nederland. Werken aan de toekomst van Nederland Martijn.Mud@rps.nl 1 Analyse van arbeidsongevallen in de sector bouw algemeen van 1998-2009 Probleemschets - wat is er aan de hand? Achtergrond - waar komt wat vandaan?

Nadere informatie

Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS 18001-certificatie bij gecertificeerde organisaties

Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS 18001-certificatie bij gecertificeerde organisaties Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS 18001-certificatie bij gecertificeerde organisaties SCCM voert dit onderzoek uit om inzicht te krijgen in: - De redenen voor organisaties om OHSAS 18001 in te voeren.

Nadere informatie

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : 2 april 2014 ONDERWERP : Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal 2013 NUMMER : 20299224 Algemeen Vanaf

Nadere informatie

Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl. Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool

Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl. Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl Protocol voor opvang bij ernstige incidenten Sint Clemensschool School Sint Clemensschool Bevoegd gezag Stichting Catent Bestuursnummer

Nadere informatie

Fietsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Fietsers kwetsbaar. Vooral ouderen slachtoffer van dodelijk fietsongeval

Fietsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Fietsers kwetsbaar. Vooral ouderen slachtoffer van dodelijk fietsongeval Fietsongevallen Ongevalscijfers Samenvatting In 212 zijn 2 personen aan de gevolgen van een fietsongeval overleden. De dodelijke fietsongevallen zijn slechts het topje van de ijsberg van alle fietsongevallen.

Nadere informatie

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2015

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2015 De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid Bedrijfstakverslag 2015 De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid Bedrijfstakverslag 2015 Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties

Nadere informatie

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Periodieke Brancherapportage 2014

Periodieke Brancherapportage 2014 Periodieke Brancherapportage 2014 Peildatum: 1 januari 2015 Brancheorganisatie: Datum: Februari 2015 Sectormanager: Jaap Tinga Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Fietsongevallen en alcohol

Fietsongevallen en alcohol Fietsongevallen en alcohol Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks vinden gemiddeld 2.700 behandelingen plaats op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van een ziekenhuis in verband met letsel opgelopen

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Analyse Ziekteverzuim

Analyse Ziekteverzuim Analyse Ziekteverzuim Jaaroverzicht 2013 In het Agrarisch en Groen Bedrijf pagina 1 SAZAS HELPT U VERDER! SAZAS HELPT U VERDER! pagina 2 1. INLEIDING Voor u ligt de analyse ziekteverzuim over het kalenderjaar

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol SEH-bezoeken 216 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter

Nadere informatie

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten Postprint 1.0 Version Journal website Pubmed link DOI http://www.vvocm.nl/algemeen/vakblad-beweegreden Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten D.T.P. VAN HASSEL; R.J. KENENS Marktwerking

Nadere informatie

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarapportage 2008

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarapportage 2008 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarapportage 2008 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen Mei 2009 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Evolutie van de ongevalsaangiften

Evolutie van de ongevalsaangiften 1 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2016 - privésector 1. Aangiften : 250.000 Evolutie van de ongevalsaangiften 200.000 150.000 202.208 202.415 207.384 185.628

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 In deze rapportage van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen

Nadere informatie

Aantal ongevallen op de werkplek

Aantal ongevallen op de werkplek Enkele cijfers: preventie-inspanningen en arbeidsongevallen 1. Preventie Elke dag werken duizenden mensen aan veiligheid op de werkvloer. Er werden naar schatting 2.000 personen opgeleid tot preventieadviseur

Nadere informatie

Disclosure. > in dienst Encare Arbozorg > lid RTC Gezondheidszorg

Disclosure. > in dienst Encare Arbozorg > lid RTC Gezondheidszorg Disclosure > in dienst Encare Arbozorg > lid RTC Gezondheidszorg 1 Karien van Roessel Bedrijfsarts Jurist Beroepsziekten Bedrijfsongevallen en Letselschade ABW 17 oktober 2016 2 Een kijkje achter de schermen

Nadere informatie

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim.

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim. 2016 VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim. Verzuimrapport Inleiding V oor u ligt het verzuimrapport over het kalenderjaar 2016. In dit rapport vindt u de kengetallen van het ziekteverzuim

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Aantal medewerkers West-Brabant

Aantal medewerkers West-Brabant Regio West-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn West-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio West-Brabant. Waar mogelijk

Nadere informatie

Slachtoffers van woninginbraak

Slachtoffers van woninginbraak 1 Slachtoffers van woninginbraak Fact sheet juli 2015 Woninginbraak behoort tot High Impact Crime, wat wil zeggen dat het een grote impact heeft en slachtoffers persoonlijk raakt. In de regio Amsterdam-Amstelland

Nadere informatie

WAT IS HET EFFECT VAN DE CAMPAGNE LICHTER WERK(T) OP HET GEBRUIK VAN HULPMIDDELEN IN DE BOUW?

WAT IS HET EFFECT VAN DE CAMPAGNE LICHTER WERK(T) OP HET GEBRUIK VAN HULPMIDDELEN IN DE BOUW? Arbouw is hét kennis- en service-instituut op het gebied van arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. Arbouw biedt praktische informatie, instrumenten en richtlijnen op basis van onderzoek naar arbovriendelijke

Nadere informatie

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2015 - privésector 1. Aangiften : In 2015 werden 157.242 aangiften genoteerd. Het betreft een verdere daling (-6,5% t.o.v.

Nadere informatie

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Willemstad, mei 2017 Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 5 1.1 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen... 5 1.2 Concurrentiepositie...

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 1. AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 1. AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : 22 september 2014 ONDERWERP : Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 NUMMER : 20344209 Algemeen Vanaf het

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

BedrijfsGezondheidsIndex 2006

BedrijfsGezondheidsIndex 2006 BedrijfsGezondheidsIndex 2006 Op het werk zijn mannen vitaler dan vrouwen Mannen zijn vitaler en beter inzetbaar dan vrouwen. Dit komt mede doordat mannen beter omgaan met stress. Dit blijkt uit de jaarlijkse

Nadere informatie

Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers

Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers Oktober 2013 1 Inhoud Inleiding... 3 Belangrijkste resultaten/bevindingen... 5 Verzuimpercentage...

Nadere informatie

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Inleiding In 2014 heeft de AHK deelgenomen aan het jaarlijkse landelijke onderzoek onder recent afgestudeerden: de Kunsten-Monitor. Alle bachelor en master afgestudeerden

Nadere informatie

Straatintimidatie van vrouwen in Amsterdam

Straatintimidatie van vrouwen in Amsterdam Factsheet september 2016 Van ruim duizend ondervraagde Amsterdamse vrouwen geeft 59% aan het afgelopen jaar te zijn geconfronteerd met een of meer vormen van (seksuele) straatintimidatie, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

Veilig werken Veilig werken is het uitgangspunt van

Veilig werken Veilig werken is het uitgangspunt van Veilig werken Veilig werken is het uitgangspunt van werkgever en werknemer. Maar het is nu eenmaal niet mogelijk om alle ongevallen te voorkomen. Soms zijn er zijn situaties waar we niets aan kunnen veranderen.

Nadere informatie

Sectorprofielen Arbeidsongevallen

Sectorprofielen Arbeidsongevallen TNO-rapport Sectorprofielen Arbeidsongevallen Bijlage bij de Monitor Arbeidsongevallen 2005 Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek Stichting Consument en Veiligheid Sectorprofielen

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2001

ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2001 Ministerie van Sociale Zaken Directie Ramingen & Analyse en Werkgelegenheid afdeling Arbeidsverhoudingen en Internationaal ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2001 Juli 2002 Algemeen In totaal is in 2001

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen is

Nadere informatie

Protocol voor het handelen bij ongevallen

Protocol voor het handelen bij ongevallen Protocol voor het handelen bij ongevallen Maart 2016 Op grond van de Arbeidsomstandighedenwet, kortweg de Arbowet, is de werkgever verplicht om ongevallen op te nemen in een ongevallenregister en ernstige

Nadere informatie

Misdrijven en opsporing

Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing R.J. Kessels en W.T. Vissers In 2015 registreerde de politie 960.000 misdrijven, 4,6% minder dan in 2014. Sinds 2007 is de geregistreerde criminaliteit met ruim een kwart afgenomen.

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

6 Meervoudige problematiek bij werknemers

6 Meervoudige problematiek bij werknemers 6 Meervoudige problematiek bij werknemers Maroesjka Versantvoort (SCP) en Lando Koppes (TNO) 6.1 Inleiding Werknemers met meervoudige problematiek staan centraal in dit hoofdstuk. Uitgangspunt is de definitie

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Verzorgende beroepen psychisch en fysiek zwaar belastend

Verzorgende beroepen psychisch en fysiek zwaar belastend Verzorgende beroepen psychisch en fysiek zwaar belastend Lian Kösters In 27 gaf ruim een derde van de werkzame beroepsbevolking aan regelmatig te maken te hebben met een psychisch hoge werkdruk. Iets minder

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2011 t/m 2 e kwartaal 2012 MBO Raad Woerden, November 2012 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2015 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2015 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Factsheet jongeren in de bouw

Factsheet jongeren in de bouw Factsheet jongeren in de bouw Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam Augustus 2007 Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid

Nadere informatie

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant Regio Zuidoost-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Zuidoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Zuidoost-Brabant.

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid in 2012. Bedrijfstakverslag

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid in 2012. Bedrijfstakverslag De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid in 2012 Bedrijfstakverslag De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid in 2012 Bedrijfstakverslag Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008 Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008 Versie 23 april 2009 1 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt verder tot 5,3 procent in 2008 Het ziekteverzuimpercentage 2 van gemeenten is in 2008 afgenomen tot 5,3

Nadere informatie