INFORMATIEBROCHURE VOOR DE WERKGEVERS EN DE (KANDIDAAT) WERKNEMERS BETREFFENDE HET STELSEL DER GESUBSIDIEERDE CONTRACTUELEN (GECO)

Transcriptie

1 INFORMATIEBROCHURE VOOR DE WERKGEVERS EN DE (KANDIDAAT) WERKNEMERS BETREFFENDE HET STELSEL DER GESUBSIDIEERDE CONTRACTUELEN (GECO) PROGRAMMAWET ( ) Wettelijke basis: - Programmawet van Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering (BBHR) van Belgisch Staatsblad (B.S.) van Ordonnantie tot wijziging van het BBHR van (B.S. van ). - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering (BBHR) van Belgisch Staatsblad (B.S.) van laatste update

2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL 2 1. REGLEMENTERING Werkgevers die geco s mogen aanwerven Voorwaarden voor indiening van een geco-aanvraag Algemene voorwaarden Gesubsidieerde activiteiten Prestaties bij derden Criteria voor selectie van de kandidaten 6 Gelijkstellingen Bepalingen betreffende de werknemer 9 2. PREMIES : TYPES, BEDRAG EN AFREKENING Algemene informatie Bedrag van de premie Terugvordering van de ten onrechte ontvangen premies PROCEDURES Indienen van het geco-dossier Indiening van de aanvraag Sluiten van een overeenkomst Wijziging van de overeenkomst Einde van de overeenkomst Aanwerving van een geco Indiening van een werkaanbieding Attesten Aanwervingstermijn Bijkomende arbeidsplaatsen Vervanging van een geco Documenten die naar de geco-dienst moeten worden gestuurd Bij de aanwerving Tijdens de uitvoering van de overeenkomst Toezicht en sancties laatste update

3 1. REGLEMENTERING 1.1. Werkgevers die geco s kunnen aanwerven 1. Overeenkomstig artikel 93 laatste alinea van de programmawet van 30 december 1988, kunnen werkgevers uit de niet-commerciële sector 2 geco s aanwerven voor activiteiten die ze in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitvoeren : 1. De administraties en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap, van de Franse Gemeenschap en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook de openbare instellingen die ervan afhangen ; 2. De administraties en de diensten van de gemeenschapscommissies en de openbare instellingen die ervan afhangen; 3. De onderwijsinstellingen die door de Vlaamse of de Franse Gemeenschap worden ingericht, erkend of gesubsidieerd; 4. De verenigingen zonder winstoogmerk en de instellingen van openbaar nut geregeld door de wet van 27 juni 1921 waarbij hen rechtspersoonlijkheid wordt verleend, met uitzondering van de ziekenhuizen en de openbare kredietinstellingen; 5. De openbare vastgoedmaatschappijen; 6. De feitelijke verenigingen 3 die DACers, omgezet in geco's, tewerkstellen. 1 Artikel 2 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S. 2 De niet-commerciële sector is de sector van de werkzaamheden die terzelfder tijd van sociaal of openbaar nut zijn of van cultureel belang, geen winst beogen en voldoen aan collectieve behoeften waaraan anders niet voldaan had kunnen worden. 3 Artikel 51 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van laatste update

4 1.2. Voorwaarden voor indiening van een geco-aanvraag ALGEMENE VOORWAARDEN De werkgevers kunnen een aanvraag indienen tot de indienstneming van geco's voor zover zij zich ertoe verbinden de volgende voorwaarden 4 na te leven : 1. De voordelen toepassen van de loopbaanonderbreking 5 en in voorkomend geval, het stelsel van het tijdskrediet, de loopbaanvermindering en de vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking Een wettelijk bepaald 7 aantal jongeren in dienst hebben in het kader van een startbaanovereenkomst. Deze regel is uitsluitend van toepassing voor werkgevers die meer dan 50 8 werknemers tewerkstellen. Het aantal personeelsleden uitgedrukt in voltijdse equivalenten zoals vermeld op de RSZ-aangifte mag op het ogenblik van de aanvraag niet lager zijn dan dat van het jaar voordien 9. De minister kan na advies van het Beheerscomité van de BGDA van deze bepaling afwijken op basis van een met redenen omklede aanvraag, ingediend door de werkgever. 4 Artikel 3 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S. 5 Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen. 6 De Collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gewijzigd door de Collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002 voorziet de toekenning van deze voordelen (uitsluitend privé-sector). 7 Zie hoofdstuk VIII van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid en haar uitvoeringsbesluiten. 8 Voor verdere inlichtingen m.b.t. de berekening van het aantal werknemers, richt u tot het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. 9 Artikel 4 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S laatste update

5 GESUBSIDIEERDE ACTIVITEITEN Om gesubsidieerd te kunnen worden, moeten de activiteiten uitgeoefend worden : 1. in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 10 ; 2. in de non-profit 11 sector 12 ; 3. voor de administraties 13, uitsluitend om 14 a) aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften te voldoen : het betreft ofwel in tijd beperkte acties ofwel een buitengewone toename van het werk; b) ambtenaren te vervangen die hun betrekking niet of slechts deeltijds bekleden, onverminderd de mogelijkheid om een statutair personeelslid door een ander statutair personeelslid te vervangen; c) bijkomende of specifieke opdrachten te vervullen. De werkgevers kunnen, onder bepaalde voorwaarden (zie volgend punt), geco's aanwerven om hen prestaties te laten verrichten bij derden PRESTATIES BIJ DERDEN De werkgevers die geco's aanwerven met de bedoeling hen de prestaties vermeld in de overeenkomst te laten verrichten bij derden kunnen deze derden vragen een vergoeding te betalen voor de diensten van deze geco's 16. De diensten die aanleiding kunnen geven tot het betalen van een vergoeding vanwege de derden zijn : 1. huishoudelijke hulp; 2. klusjesdienst aan huis; 3. thuisopvang van zieke kinderen; 4. gelegenheidsopvang van kinderen; 5. kraamcentra; 6. onthaal en animatie in rustoorden en rust- en verzorgingstehuizen. 10 Artikel 5 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S. 11 De niet-commerciële sector wordt in het besluit gedefinieerd als «de sector van de werkzaamheden die terzelfder tijd van sociaal of openbaar nut zijn of van cultureel belang, geen winst beogen en voldoen aan collectieve behoeften waaraan anders niet voldaan had kunnen worden.» 12 Artikel 6 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S. 13 Zie pagina 2 punt 1, 2 en Artikel 8 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S. 15 Artikel 7 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S. 16 Artikel 15 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S laatste update

6 1.3. Criteria voor selectie van de kandidaten. A. De kandidaat moet in het bezit zijn van een diploma 17, brevet of getuigschrift dat overeenstemt met de functie of de nodige beroepservaring 18 kunnen bewijzen, op grond van een reglementering vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst B. Op de dag die aan de aanwerving voorafgaat het attest / de attesten 19 kunnen voorleggen dat bewijst / die bewijzen dat aan één van de volgende criteria 20 voldaan wordt : 1. Niet-werkende werkzoekende ingeschreven bij de BGDA en OFWEL a) gedurende minstens zes maanden als niet-werkende werkzoekende bij een openbare tewerkstellingsdienst van een staat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte ingeschreven geweest zijn in de loop van het jaar dat aan de aanwerving voorafgaat (zie ook de gelijkstellingen 21 ) OFWEL b) op het ogenblik van de aanwerving recht hebben op maatschappelijke integratie of sociale bijstand 22 en aan één van de volgende bijkomende voorwaarden voldoen : 1 ) dit recht hebben genoten gedurende minstens zes maanden in de loop van het jaar dat aan de aanwerving voorafgaat 2 ) minstens 40 jaar oud zijn 3 ) aangeworven worden door een onderwijsinstelling die ingericht, betoelaagd of erkend is door de Vlaamse of de Franse Gemeenschap 4 ) aangeworven worden door een instelling voor opvang van kinderen jonger dan twaalf jaar; 5 ) aangeworven worden ter vervanging van een statutair ambtenaar die zijn loopbaan onderbreekt (KB van 28/02/1991) in de besturen en andere diensten van de ministeries; 17 Artikel 13 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S. 18 Voor inlichtingen hieromtrent kunt u contact opnemen met de tewerkstellingsconsulent die verantwoordelijk is voor het beheer van de werkaanbieding. 19 Zie pagina 20 voor de vereiste attesten. 20 Artikel 9 en 10 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van De assimi laties worden op pagina 8 uiteengezet. 22 Onder "sociale bijstand" verstaan we de sociale bijstand, die overeenstemt met de maatschappelijke integratie laatste update

7 OFWEL c) werkzoekende zijn van wie het recht op werkloosheidsuitkeringen geschorst is overeenkomstig de artikelen 80 tot 88 van het Koninklijk Besluit van 25 november 1991 OFWEL d) inkomensvervangende en / of integratietegemoetkomingen genieten in toepassing van de wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten van 27 februari 1987 OFWEL e) een topatleet zijn voorgedragen door een sportbond erkend door de Vlaamse Gemeenschap of de Franse Gemeenschap 2. Uitkeringsgerechtigde volledig werkloze zijn en bovendien aan één van de volgende voorwaarden voldoen : a) minstens 40 jaar oud zijn b) aangeworven worden door een onderwijsinstelling die ingericht, betoelaagd of erkend is door de Vlaamse of de Franse Gemeenschap c) aangeworven worden door een instelling voor opvang van kinderen jonger dan twaalf jaar d) aangeworven worden ter vervanging van een statutair ambtenaar die zijn loopbaan onderbreekt (KB 28/02/1991) in de besturen en andere diensten van de ministeries 2. Voltijds of deeltijds werknemer zijn tewerkgesteld in één van de volgende tewerkstellingsprogramma s : GECO-DAC-IBFW-DSP- APE- PRIME (Waals Gewest) gewestelijke programma s voor inschakeling op de arbeidsmarkt (Vlaams Gewest) laatste update

8 Bepaalde periodes worden gelijkgesteld 23 werkzoekende : met een periode van inschrijving als 1. Periodes van tewerkstelling a) van minder dan 3 maanden, ongeacht het statuut ; b) in een deeltijdse betrekking gedurende dewelke de betrokkene zich ingeschreven heeft als werkzoekende voor een voltijdse betrekking ; c) in een deeltijdse betrekking gedurende dewelke betrokkene zich niet ingeschreven heeft als werkzoekende voor een voltijdse betrekking, enkel indien betrokkene een document C131A overmaakte aan zijn uitbetalingsinstelling; d) als DAC - geco - DSP - IBFW - APE - PRIME (Waals Gewest) - gewestelijke programma's voor inschakeling op de arbeidsmarkt (Vlaams Gewest) ; e) in toepassing van artikel 60 7 van de organieke wet van 8/7/1976 betreffende de OCMW s ; f) in een beschutte werkplaats ; g) in het kader van een startbaanovereenkomst. 2. Periodes van onderbreking van inschrijving als werkzoekende a) van minder dan drie maanden b) wegens ziekte of gevangenisstraf, ongeacht de duur 3. Periodes van beroepsopleiding ongeacht de inrichtende instantie 4. Periodes van vrijstelling van inschrijving als werkzoekende, met uitzondering van de vrijstellingen van inschrijving als werkzoekende om sociale of familiale redenen 5. Periodes van toekenning van het recht op maatschappelijke integratie of sociale bijstand. Kunnen niet gelijkgesteld worden met periodes van inschrijving als werkzoekende, ook al heeft de betrokkene zich ingeschreven, de periodes : 1. van loopbaanonderbreking 2. die gedekt zijn door een verbrekingsvergoeding 3. van vooropzeg, ook indien er geen arbeidsprestaties meer geleverd worden 4. van tewerkstelling in het kader van het ACTIVA-plan. 23 Artikel 11 van het BBHR BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van laatste update

9 1.4. Bepalingen betreffende de werknemer De geco-arbeidsovereenkomst is onderhevig aan de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten Voor de geco s is het verboden deel uit te maken van de raad van beheer van de vereniging zonder winstoogmerk die hem tewerkstelt 25. De geco s beschikten over een periode van een jaar vanaf de inwerkingtreding van het besluit om zich in regel te stellen met dit verbod, dus ten laatste tot 30 december Geco s die tewerkgesteld zijn in administraties 27, alsook DAC-werknemers die omgezet werden in geco s en tewerkgesteld worden door kerkfabrieken 28 (en andere instellingen belast met het beheer van goederen die voor de erkende erediensten worden gebruikt) ontvangen : a) een bezoldiging 29 die gelijk is aan de wedde die aan een personeelslid van deze werkgevers wordt toegekend voor hetzelfde ambt of voor een overeenkomstig ambt, alsook de daaraan verbonden baremaverhogingen; b) een eindejaarstoelage onder dezelfde voorwaarden als het vastbenoemd personeel van de werkgevers. Wat betreft de jaarlijkse vakantie 30, genieten de geco s hetzelfde stelsel als de contractuelen die door dezelfde werkgever worden tewerkgesteld Geco s die tewerkgesteld zijn bij vzw s, instellingen van openbaar nut of openbare vastgoedmaatschappijen, alsook DAC-werknemers die omgezet werden in geco s en tewerkgesteld worden door feitelijke verenigingen (privésector) ontvangen dezelfde bezoldiging, verhogingen en toelagen als deze toegekend voor hetzelfde ambt in deze instellingen, verenigingen of maatschappijen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten Als a) de geco tewerkgesteld wordt door administraties Artikel 39 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 14 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 54 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van Zie pagina 3 punt 1, 2 en Artikel 50 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 40 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 40 2 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van laatste update

10 b) de DAC-werknemer, die in geco omgezet werd, tewerkgesteld wordt door kerkfabrieken of andere instellingen belast met het beheer van de goederen die voor de erkende erediensten worden gebruikt, komen bepaalde volledige prestaties berekend per kalendermaand - die verricht werden als tewerkgestelde werkloze tot maximum zes jaar 31 in aanmerking bij het toekennen van baremaverhogingen. Komen in aanmerking, de werkelijke diensten gepresteerd 32 : - in de diensten van de federale Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie of andere openbare diensten; - in plaatselijke besturen; - in de Afrikadiensten; - in de onderwijsinstellingen van de gemeenschappen, de door een weddetoelage gesubsidieerde onderwijsinstellingen, de diensten voor onderwijs- of beroepsoriëntatie of de vrije door een weddetoelage gesubsidieerde psychomedische en sociale centra; - in de publiekrechtelijke en vrije universiteiten ongeacht de oorsprong van hun financiën; Indien een geco-werknemer recht heeft op kinderbijslag, dient de werkgever zich te wenden tot de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) die belast is met het betalen van de kinderbijslag voor de geco-werknemers Indien de geco een einde wenst te maken aan zijn arbeidsovereenkomst, moet hij een opzeggingstermijn van zeven kalenderdagen 33 in acht nemen Het beëindigen van de overeenkomst tussen de werkgever en de BGDA evenals de terugvorderingen mogen geen afbreuk doen 34 aan de rechten van de werknemer die voortvloeien uit de gesloten arbeidsovereenkomst. 31 Artikel 41 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 412 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 33 Artikel 61 2 en 83 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. 34 Artikel 43 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van laatste update

11 2. PREMIES : TYPES, BEDRAG EN AFREKENING Algemene informatie 35 : 1. De uitbetaling van de premie geschiedt maandelijks in verhouding tot het aantal werkelijk gepresteerde dagen Het totaal van de tussenkomsten waarop de werkgever aanspraak kan maken voor een bepaalde arbeidsplaats, mogen de globale loonkosten van deze arbeidsplaats ten laste van de werkgever niet overschrijden. 3. De werkgever is verplicht de BGDA in te lichten over alle tussenkomsten andere dan de premie in de loonkosten van een geco, bijvoorbeeld een subsidie van het Europees Sociaal Fonds, partnershiptoelage, eigen middelen,. 4. Voor de contractuelen die worden aangeworven om een statutair personeelslid te vervangen die zijn loopbaan onderbreekt in de zin van het KB van 28/02/1991, is geen premie verschuldigd. 5. Om te kunnen genieten van de premie vermeld in artikel 21 van het besluit, moet 37 de werkgever voor de gesubsidieerde geco-arbeidsplaats : a) met de geco een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur afsluiten ; b) de geco bijkomende kwalificaties aanleren die zijn positie op de arbeidsmarkt verbeteren. 6. Elk trimester vraagt de BGDA de werkgevers die geco s tegen vergoeding prestaties laten verrichten bij derden, de teruggave van 38 a) de dagbedragen, die vermeld worden in de bijlage van het besluit van (B.S. van ), gewijzigd door het besluit van b) de verminderde dagbedragen als het gaat om prestaties inzake huishoudhulp als aanvulling van de diensten van een erkende dienst voor gezinshulp en / of bejaardenhulp zieken of personen met een handicap. N.B. Deze bedragen evolueren naargelang de indexatie van de barema s van het openbaar ambt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 35 Punt 1 tot 4 zijn terug te vinden in artikel 16 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van Het gaat hier om het aantal werkelijk gepresteerde dagen of het aantal dagen dat hiermee gelijkgesteld werd, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de arbeidsduur. 37 Artikel 21 4 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 5 van het BBHR van laatste update

12 2.2. Bedrag van de premie 39 : 1. Basispremie 40 : euro / jaar per geco voor een voltijdse arbeidsplaats. 2. Verhoogde premie 41 voor een bedrag dat overeenkomt met het loon in geld waarop de werknemer recht heeft, zonder dat dit bedrag het jaarlijks referentieloon mag overschrijden, verhoogd met een forfaitair percentage ter dekking van het vakantiegeld, de eindejaarspremie, de werkgeversbijdragen, de premies en bijdragen van verzekeringen tegen arbeidsongevallen, de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten en met het bedrag van de haard- of standplaatstoelage. Opmerkingen : 1. De haard- of standplaatstoelage wordt slechts in aanmerking genomen voor het bepalen van het bedrag van de premie als ze door een wettelijke of reglementaire bepaling ten laste wordt gelegd van de werkgever. 2. Het bedrag van de verhoogde premie, zonder de haard- of standplaatstoelage en de tussenkomst in de jaarlijkse kosten van het sociale secretariaat, wordt verminderd met 5% MAAR de minister kan een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van de toepassing van deze vermindering met 5% toekennen aan de werkgevers die het bewijs leveren dat het voor hen onmogelijk is om 5 % van het loon van de door hen tewerkgestelde geco s te betalen. 3. De premie wordt verhoogd met een bedrag van 12,39 euro per maand om de kosten van het sociaal secretariaat te dekken. 4. Indien de werkgever geco s tewerkstelt voor diensten die in aanmerking kunnen komen, kan hij bij de diensten van de BGDA een premieverhoging aanvragen met een bedrag dat overeenkomt met de baremaverhogingen. 3. Onderwijsinstellingen 42 die door de Vlaamse Gemeenschap of de Franse Gemeenschap worden ingericht, erkend of gesubsidieerd : Na het afsluiten van een overeenkomst met de Brusselse Regering, wordt er voor de tewerkstelling van geco's in onderwijsinstellingen die afhangen van de Vlaamse of Franse Gemeenschap een premie toegekend. Het globale bedrag van de gestorte premies mag een door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaald plafond niet overschrijden. 39 Alle premiestelsels werden georganiseerd overeenkomstig artikel 96 2 van de programmawet. 40 Artikel 20 van het het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 21 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 23 1 van het BBHR van (B.S. van ), gewijzigd door het BBHR van laatste update

13 - Voor de instellingen die van de Vlaamse Gemeenschap afhangen 43, is het jaarlijks bedrag van de premie vastgesteld op 80% van de brutovergoeding toegekend aan een personeelslid van de Vlaamse Gemeenschap voor de uitgeoefende functie. - Voor de instellingen die van de Franse Gemeenschap afhangen 44, is het jaarlijks bedrag van de premie vastgesteld op 100% van de brutovergoeding toegekend aan een personeelslid van de Franse Gemeenschap voor de uitgeoefende functie. Opmerking 45 : Rekening houdende met de door de Regering vastgelegde budgettaire beperkingen, wordt het bedrag van de premies jaarlijks geïndexeerd door het bedrag van de premie te vermenigvuldigen met het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de laatste twee maanden van het jaar, gedeeld door het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de laatste twee maanden van het jaar voordien. 4. Topatleten : Premie voor een bedrag 46 dat overeenkomt met het de jaarlijkse vergoeding van de topsporter, geplafonneerd op het bedrag van het loon van een ambtenaar van de instellingen van openbaar nut van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die houder is van hetzelfde diploma of getuigschrift als deze van de geco. Opmerking 47 : Rekening houdende met de door de Regering vastgelegde budgettaire beperkingen, wordt het bedrag van de premies jaarlijks geïndexeerd door het bedrag van de premie te vermenigvuldigen met het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de laatste twee maanden van het jaar, gedeeld door het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de laatste twee maanden van het jaar voordien. 43 Artikel 23 2 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 23 3 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 28 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Premie vastgesteld per overeenkomst tussen de regering van de Vlaamse Gemeenschap, de Regering van de Franse Gemeenschap en de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 47 Artikel 28 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van laatste update

14 5. Omzetting 48 van een DAC-werknemer naar een geco-werknemer (de werknemer gaat van een DAC-statuut naar een geco-statuut en blijft tewerkgesteld in zijn functie) : een premie voor een bedrag dat overeenkomt met het referentiejaarloon, verhoogd met a) vakantiegeld b) eindejaarstoelage c) werkgeversbijdragen d) tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten e) haard- of standplaatstoelage Indien echter voor de DAC-werknemers die vanaf werden omgezet het paritair comité waaronder de werknemer valt, in een collectieve arbeidsovereenkomst een minimale bezoldiging vastlegt waarvan het bedrag hoger is dan dat van het referentiejaarloon, dan wordt de premie gebaseerd op deze minimale bezoldiging verhoogd met de bovenstaande voordelen. Opmerkingen 49 : a) het bedrag van de premie zonder de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten, wordt verminderd met 5% MAAR de minister kan een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van de toepassing van deze vermindering met 5% toekennen aan de werkgevers die het bewijs leveren dat het voor hen onmogelijk is om 5 % van het loon van de door hen tewerkgestelde geco s te betalen. b) De premie wordt verhoogd met een bedrag van 12,39 euro per maand om de kosten van het sociaal secretariaat te dekken. c) Het bedrag van het referentieloon of van de minimale bezoldiging, vermeerderd met het vakantiegeld en de eindejaarstoelage, wordt verhoogd met een bedrag van 1,25 % om de premies en de bijdragen voor de verzekering tegen arbeidsongevallen te dekken Vervanging 51 van DAC-werknemers door geco s of van DAC-werknemers die omgezet werden in geco s door andere geco s (de werknemer verlaat de arbeidsplaats en wordt vervangen door een andere werknemer) : verhoogde premie zoals hierboven (zie punt 2). 48 Artikel 24 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S ). 49 Artikel 26 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S ) 50 Artikel 27 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S ) 51 Artikel 24 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S laatste update

15 7. Werkgevers die socioprofessionele inschakelingsacties 52 of opleidingen organiseren : premie voor een bedrag dat overeenkomt met het referentiejaarloon, zonder rekening te houden met de anciënniteit ; 8. Net-Brussel 53 : Premie voor een jaarlijks bedrag van ,61 euro voor 100 geco-arbeidsplaatsen die het voorwerp hebben uitgemaakt van een overeenkomst met de BGDA; 9. Werkgevers die werknemers tewerkstellen in het kader van het ex-ibf stelsel en die omgezet zijn in geco s 54 : premie van euro 55 per jaar. De premie kan verdeeld worden over 1 tot 6 gecoarbeidsplaatsen, per schijf van euro. Opmerking 56 : Rekening houdende met de door de Regering vastgelegde budgettaire beperkingen, wordt het bedrag van de premies jaarlijks geïndexeerd door het bedrag van de premie te vermenigvuldigen met het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de laatste twee maanden van het jaar, gedeeld door het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de laatste twee maanden van het jaar voordien. De premie kan verdeeld worden over 1 tot 6 geco-arbeidsplaatsen, per schijf van euro. 52 Artikel 25 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 25 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 22 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Premie toegekend na het afsluiten van een overeenkomst tussen de Regering van de Vlaamse Gemeenschap, de Regering van de Franse Gemeenschap en de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 56 Artikel 28 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S ) laatste update

16 2.3. Terugvordering van de ten onrechte ontvangen premies 57. Onrechtmatig verkregen premies worden ingevorderd of ingehouden op de bedragen verschuldigd aan de werkgever. Zo nodig zendt de BGDA de dossiers van weerspannige debiteurs aan het Bestuur van de BTW en van de registratie en domeinen. De vervolgingen ingesteld door het Bestuur van de BTW en de registratie en domeinen geschieden overeenkomstig artikel 3 van de domaniale wet van 22 december De administratie der domeinen zal de verschuldigde bedragen door middel van dwangbevel invorderen. De aldus ingevorderde bedragen worden, na aftrek van de eventuele kosten, aan de BGDA terugbetaald. 57 Artikel 38 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van laatste update

17 3. PROCEDURES 3.1. Indienen van het geco-dossier INDIENING VAN DE AANVRAAG 58 De werkgever, die geco's wenst aan te werven, richt een aanvraag tot de BGDA op een formulier 59 dat door deze laatste ter beschikking wordt gesteld. Indien de gegevens verstrekt door de werkgever ontoereikend zijn, wordt de aanvraag teruggestuurd naar de werkgever met opgave van gewenste inlichtingen. De aanvraag wordt geanalyseerd door de inspectie van de BGDA voordat ze voor advies wordt voorgelegd aan het Beheerscomité van de BGDA. De BGDA deelt het advies van het Beheerscomité mee aan de Minister. De projecten worden onderzocht, rekening houdend met de beschikbare budgettaire marges en de prioriteiten inzake tewerkstelling, zoals deze vastgelegd worden door de Minister die bevoegd is voor het tewerkstellingsbeleid SLUITEN 60 VAN EEN OVEREENKOMST Als de beslissing van de ministers gunstig is, sluit de BGDA een overeenkomst met de werkgever : de overeenkomst vermeldt de werkzaamheden, het aantal, de functie, de tewerkstellingsduur en het arbeidsregime van de geco s, de modaliteiten van de premie, de nodige bewijsstukken en in voorkomend geval de regeling met betrekking tot het toekennen van voorschotten. De overeenkomst vermeldt of de werkgever de geco s aanwerft met de bedoeling te presteren bij derden. 61 De werkgever kan in geen geval aanspraak maken op de premie als hij vóór de ondertekening van de overeenkomst overgaat tot de aanwerving WIJZIGING 62 VAN DE OVEREENKOMST 1. Voor elke wijziging aan de overeenkomst dient de werkgever een aanvraag in te dienen bij de BGDA. Indien de wijziging betrekking heeft op elementen die deel uitmaken van de beslissing van de Ministers (bijvoorbeeld, een stijging of een daling 58 Artikel 29 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van U vindt dit document in Pdf-formaat op de website: aanvraag van gesubsidieerde contractuelen - Programmawet en BBHR (B.S ) 60 Artikel 30 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Zie pagina Artikel 32 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van laatste update

18 van het aantal toegekende arbeidsplaatsen, de overheveling van alle of van een deel van de arbeidsplaatsen van een werkgever naar een andere werkgever, een wijziging op het vlak van de activiteiten of van de premie die budgettaire gevolgen heeft), wordt de beslissing door de Ministers genomen. 2. Als de werkgever een voltijdse betrekking wil omzetten in twee halftijdse of twee halftijdse in een voltijdse, volstaat het om de BGDA voorafgaandelijk schriftelijk op de hoogte te brengen. Deze omzetting wordt niet als een wijziging beschouwd EINDE VAN DE OVEREENKOMST De overeenkomst kan in twee gevallen beëindigd worden : 1. De Minister kan zijn prioriteiten inzake werkgelegenheidsbeleid herdefiniëren en beslissen om een eind te maken aan bepaalde projecten 63. De beslissing van de Minister moet door de BGDA aan de werkgever worden betekend met een vooropzeg van zes maanden die aanvangt op de eerste werkdag volgend op de dag waarop de betekening van de beslissing werd verstuurd. De BGDA kan deze termijn verlengen op basis van een gemotiveerde aanvraag van de werkgever. 2. In geval van misbruik 64, met name het niet naleven van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen, van de arbeidsovereenkomst, van de sociale wetgeving of van de wetgeving op de arbeidsovereenkomsten, kan de Minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid de BGDA opdragen de overeenkomst tussen de werkgever en de BGDA volledig of gedeeltelijk te beëindigen. In dat geval worden de niet-ingevulde arbeidsplaatsen onmiddellijk geschrapt. Als de geco-arbeidsplaatsen niet werden ingevuld, worden ze vanaf het ogenblik van de vaststelling van het misbruik voorlopig geblokkeerd tot de Minister een beslissing neemt. 63 Artikel 37 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 47 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van laatste update

19 3.2. Aanwerving van een geco : indiening van de werkaanbieding en procedure INDIENING VAN DE WERKAANBIEDING De werkaanbieding moet worden meegedeeld aan de BGDA die nagaat of het profiel van de werkaanbieding overeenstemt met de arbeidsplaats die in de overeenkomst werd toegekend en die erop toeziet dat de aanwervingstermijn niet wordt overschreden die als taak heeft de kandidaten te selecteren en voor te stellen aan de werkgever : in dit opzicht vraagt de tewerkstellingsconsulent een nauwkeurige beschrijving van de uit te voeren taken en komt hij met de werkgever overeen op welke manier de kandidaten zich moeten aanbieden. Onder werkaanbieding verstaat de geco-dienst alle voorstellen tot aanwerving die inlichtingen omvatten zoals het nummer van de overeenkomst, het nummer van de in te vullen arbeidsplaats, de functie, de taken, de vereiste diploma s en kwalificaties en het arbeidsregime. De kandidaten 65 worden naar de werkgever gestuurd, voorzien van het presentatieformulier (A6CS f J6CS) voor een geco-arbeidsplaats. Voor de selectie van de kandidaten geeft de BGDA voorrang aan kandidaten die wonen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en aan niet-werkende werkzoekenden die het langst zonder onderbreking 66 bij de BGDA ingeschreven zijn ATTESTEN De kandidaat die door de werkgever geselecteerd wordt, moet hem de attesten 67 overhandigen die overeenkomen met zijn statuut op het ogenblik van de aanwerving zodat de werkgever VÓÓR de ondertekening van de arbeidsovereenkomst de zekerheid heeft dat de kandidaat aan alle nodige eisen beantwoordt Deze attesten moeten samen met een origineel exemplaar van de gecoarbeidsovereenkomst doorgegeven worden aan de geco-dienst van de BGDA. 65 Artikel 34 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Een periode van tewerkstelling van minder dan 3 maand wordt gelijkgesteld met een periode van inschrijving. 67 Zie pagina 21 voor meer uitleg hieromtrent laatste update

20 AANWERVINGSTERMIJN De indienstneming van de geco-werknemer dient te geschieden binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 1ste dag van de maand volgend op de dag waarop de overeenkomst door de BGDA werd verstuurd Indien een wijziging of een verlenging van de overeenkomst werd toegestaan, dan gaat vanaf de 1ste dag van de maand die volgt op de betekening, een nieuwe aanwervingstermijn van zes maanden in voor alle arbeidsplaatsen waarop de wijziging of de verlenging betrekking heeft Indien de overeenkomst een indiensttreding in fases voorziet, gaan de aanwervingstermijnen in op de in de overeenkomst opgenomen data De BDGA kan de aanwervingstermijnen verlengen voor een periode van maximum zes maanden op basis van een met redenen omklede aanvraag van de werkgever. De totale duur van de aanwervingstermijnen mag niet meer dan een jaar bedragen Voor werkgevers die een overeenkomst hebben gesloten vóór 1 december , kan de aanwervingstermijn verlengd worden met maximum een jaar. De totale duur van de aanwervingstermijn mag echter niet langer zijn dan anderhalf jaar BIJKOMENDE ARBEIDSPLAATSEN 70 Voor de toekenning van een bijkomende arbeidsplaats moet de werkgever een nieuwe aanvraag indienen VERVANGING VAN EEN GECO Voor de vervanging 71 van een geco-werknemer gelden dezelfde aanwervingstermijnen, met name een geco-werknemer wiens arbeidsovereenkomst geschorst of beëindigd is, kan worden vervangen binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 1ste dag van de maand die volgt op die van de schorsing of de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Er moet een nieuwe werkaanbieding worden ingediend bij de BGDA. Indien binnen de voormelde termijn geen geco-werknemer werd aangeworven, vervalt het recht op de premie. 68 Artikel 36 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 55 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 31 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S. 71 Artikel 36 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S laatste update

21 3.3. Documenten die naar de geco-dienst moeten worden gestuurd BIJ DE AANWERVING De werkgever stelt het contract op in drie exemplaren, waarvan er één bestemd is voor de BGDA. De werkgever stuurt naar de geco-dienst van de BGDA : en 1. een origineel van de arbeidsovereenkomst 72 die gesloten werd met de gesubsidieerde contractueel 2. het/de attest(en) dat/die de werknemer hem heeft overhandigd en dat/die bewijst/bewijzen dat hij voldoet aan de voorwaarden van de werkaanbieding. De betrokken attesten vindt u in onderstaande lijst : het formulier A6CS of J6CS : als de kandidaat moet voldoen aan de voorwaarde inzake het ingeschreven (geweest) zijn als niet-werkende werkzoekende ; dit document wordt hem op basis van een werkaanbieding uitgereikt door de tewerkstellingsconsulent die hem doorstuurt naar de werkgever ; het formulier C63 bis : als de kandidaat de dag vóór de aanwerving moet voldoen aan de voorwaarde inzake registratie als uitkeringsgerechtigde werkloze of als zijn recht op werkloosheidsuitkeringen geschorst werd overeenkomstig artikel 80 tot 88 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 ; hij ontvangt dit formulier op de bemiddelingsdienst (BGDA, 2 de verdieping), die het eerste luik invult, en gaat hiermee naar de RVA om het tweede luik te laten invullen ; een attest van het OCMW : als de kandidaat begunstigde is of was van het recht op maatschappelijke integratie of sociale bijstand of als hij gewerkt heeft in het kader van artikel 60 7 van de organieke wet van 8/7/1976 betreffende de OCMW s ; een attest van het Ministerie van Sociale Voorzorg : als de kandidaat als mindervalide recht heeft op een vervangingstoelage of - inkomen ; een attest van de werkgever als de kandidaat in een beschutte werkplaats heeft gewerkt ; een attest van de sportbond van de Vlaamse of de Franse Gemeenschap voor de topatleten ; 72 Artikel 35 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van laatste update

22 een kopie van de arbeidsovereenkomst van zijn arbeidsplaats in het kader van een startbaanovereenkomst ; het formulier A63 : in geval van aanwerving van een DAC, geco, IBFW, DSP, APE, PRIME (Waals Gewest), projecten inzake inschakeling op de arbeidsmarkt (Vlaams Gewest); dit formulier wordt uitgereikt door de geco-dienst van de BGDA (4 de verdieping, lokaal 419) ; TIJDENS DE UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST De werkgever moet op regelmatige basis de volgende stukken indienen bij de BGDA : de loonfiche van de werknemer, uitgereikt door het sociaal secretariaat, of een maandoverzicht, eveneens uitgereikt door het sociaal secretariaat, met de officiële vermelding van het aantal gepresteerde (of gelijkgestelde) dagen van de geco( s), de bezoldiging van alle gesubsidieerde contractuelen, de verplaatsingskosten, de patronale RSZ-bijdrage, de verschillende toelagen, m.a.w. alle informatie die nuttig is m.b.t. het betalen van de toegekende premie naargelang de gepresteerde of gelijkgestelde diensten. De werkgever beschikt over een termijn van 6 maanden volgend op de maand waarop de premie betrekking heeft, om bij de BGDA de bewijsstukken in te dienen. Na deze termijn, vervalt het recht op de premie 73. De BGDA kan deze termijn eventueel verlengen op basis van een met redenen omklede aanvraag van de werkgever. Tot slot vermelden we nog dat bij een overeenkomst tussen de werkgever en de BGDA m.b.t. de toekenning van geco-arbeidsplaatsen, de werkgever zich ertoe verbindt ons te gelegener tijd op de hoogte te brengen van : wijzigingen in de eigen statuten wijzigingen in adres of andere nuttige gegevens elke wijziging op het vlak van de arbeidsovereenkomsten en op het vlak van de invulling van geco-arbeidsplaatsen door WZ aangeworven via de BGDA. 73 Artikel 18 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van (B.S laatste update

23 3.4. Toezicht en sancties. 1. De BGDA kan van de werkgever eisen dat hij alle nodige documenten of inlichtingen verstrekt over de besteding van de premies. 2. De inspecteurs van de BGDA zien toe 74 op de naleving van de bepalingen: - van de overeenkomst tussen de werkgever en de BGDA, - van hoofdstuk II van titel III van de programmawet van 30 december 1988 (opzetting van een stelsel van gesubsidieerde contractuelen bij sommige openbare besturen), - van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen. 3. Indien de werkgever de bepalingen van het besluit, van de overeenkomst, van de sociale regelgeving of de arbeidswetgeving niet naleeft 75, kan de BGDA in absoluut dringende gevallen en bij wijze van voorlopige maatregel, beslissen geen geco s meer toe te kennen voor de niet-ingevulde geco-arbeidsplaatsen. Deze maatregel wordt onmiddellijk meegedeeld aan de Minister en blijft van toepassing tot de dag waarop de Minister een beslissing neemt. 4. Indien de werkgever de bepalingen van dit besluit, van de overeenkomst, van de sociale regelgeving of de arbeidswetgeving niet naleeft, kan de Minister de BGDA 76 belasten met het volledig of gedeeltelijk beëindigen van de overeenkomst. De minister kan de overeenkomst doen beëindigen op de dag waarop de inbreuk werd vastgesteld en de ten onrechte ontvangen bedragen terugvorderen. 5. De beslissing tot beëindiging van de overeenkomst tussen de werkgever en de BGDA heeft de onmiddellijke schrapping van de niet-ingevulde geco-arbeidsplaatsen tot gevolg Artikel 44 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 46 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 47 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van Artikel 48 van het BBHR van (B.S ), gewijzigd door het BBHR van laatste update