Bindend studieadvies. Een onderzoek naar de meningen en ervaringen van eerstejaars bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bindend studieadvies. Een onderzoek naar de meningen en ervaringen van eerstejaars bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht"

Transcriptie

1 Bindend studieadvies Een onderzoek naar de meningen en ervaringen van eerstejaars bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport Utrecht, juli

2 2

3 Bindend studieadvies Een onderzoek naar de meningen en ervaringen van eerstejaars bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht 3

4 4

5 Samenvatting In dit onderzoek staan de ervaringen van eerstejaarsstudenten met het bindend studieadvies centraal. In totaal hebben 741 (voltijd) eerstejaarsstudenten van negen Utrechtse bacheloropleidingen (Aardwetenschappen, Culturele antropologie, Farmacie, Milieu-natuurwetenschappen, Onderwijskunde, Psychologie, Rechtsgeleerdheid, Sociale geografie en planologie en Wijsbegeerte) meegewerkt. De meesten van hen hadden op het moment van enquêteren alle 30 van het eerste semester gehaald (68,7 procent). 17,8 procent van de respondenten had meer dan de helft, maar niet alle studiepunten gehaald en 13,5 procent de helft of minder. Studenten lijken behoorlijk positief over het bindend studieadvies. Bijna tweederde van de respondenten vindt het een nuttige maatregel en slechts weinigen noemen het bindend studieadvies betuttelend of te streng. Het komt nauwelijks voor dat studenten liever geen bindend studieadvies zouden willen zien. Desalniettemin lijkt er weinig animo te zijn voor een bindend studieadvies voor alle studiejaren, en de meeste studenten zien liever een handhaving van de huidige norm of een verlaging daarvan dan een hogere norm voor het bindend studieadvies. De mening over het bindend studieadvies lijkt wel afhankelijk te zijn van de studieprestaties van studenten. Zo zijn studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten in het eerste semester hebben gehaald veel vaker dan studenten die alle cursussen hebben gehaald van mening dat het bindend studieadvies een betuttelende en te strenge maatregel is. Ook zijn studenten die niet alle studiepunten hebben gehaald vaker dan studenten die alles hebben gehaald voorstander van een verlaging van de bsanorm. Ook zien zij aanmerkelijk minder vaak het nut in van het bindend studieadvies, al zijn er zelfs onder de groep studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald iets meer personen het eens dan met de stelling dat het bindend studieadvies een nuttige maatregel is. De weestand tegen een bindend studieadvies voor alle studiejaren is echter onder alle studenten ongeveer even groot, al zijn studenten die alle studiepunten hebben gehaald iets minder negatief. Het overgrote deel van de studenten hoort bijtijds, dat wil zeggen uiterlijk tijdens de introductieperiode, voor het eerst over het bindend studieadvies. Iets minder dan helft van de studenten heeft zelfs al voor aanvang van de studie erover gehoord. Wel lijken studenten die niet alle studiepunten hebben gehaald vaker dan studenten die alles hebben gehaald pas na de introductieperiode van het bindend studieadvies te hebben gehoord. Bij de beoordeling van de kwaliteit van de verkregen informatie is een soortgelijke trend waar te nemen: hoe meer studiepunten studenten hebben gehaald, hoe positiever zij zijn over deze informatie. Studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald zijn het minst vaak tevreden. Over het algemeen zijn studenten echter tevreden over de informatie die zij hebben gekregen over het bindend studieadvies. Een zeer groot deel van de studenten heeft op het moment van enquêteren contact gehad met hun tutor. Slechts een klein aantal studenten geeft aan niet te weten wie hun tutor is. Een meerderheid van de respondenten is tevreden over de informatie over de studievoortgang, de bereikbaarheid van de tutor en de hoeveelheid contact met de tutor. Ruim een derde van de studenten zou echter vaker contact met hun tutor willen. Naar aanleiding van de studieresultaten van het eerste semester zegt iets minder dan een kwart van de studenten extra studiebegeleiding te zoeken, met name van een studieadviseur en tutor. Slechts een klein deel van de studenten zegt zich te willen wenden tot een studentendecaan of psycholoog. Het zijn vooral studenten die niet alle studiepunten hebben gehaald, en dan met name hen die de helft of minder hebben gehaald, die aangeven extra begeleiding te willen zoeken. Toch is minder dan de helft van hen voornemens om extra begeleiding te zoeken. Studenten die alle studiepunten hebben gehaald, lijken weinig behoefte te hebben aan extra begeleiding. Minder dan een vijfde van hen geeft aan deze te willen zoeken. 5

6 Iets minder dan de helft van de studenten zegt dat het bindend studieadvies hen stimuleert om hard te studeren. Hierbij is nauwelijks verschil waar te nemen tussen studenten die wel en studenten die niet alle studiepunten hebben gehaald. Het aantal uren dat per week aan de studie wordt besteed, is echter aan de lage kant: gemiddeld minder dan 25 uur per week, waarbij studenten die alle studiepunten hebben gehaald iets meer tijd in hun studie steken dan studenten die niet alles hebben gehaald. Het bindend studieadvies lijkt wel vooral invloed te hebben op de studiehouding van de studenten die niet alle studiepunten hebben gehaald. Zij ervaren veel vaker dan studenten die alle studiepunten hebben gehaald dat het bindend studieadvies voor een te grote studiedruk zorgt. Ook vinden zij de moeilijkheidsgraad van hun opleiding aanzienlijk vaker aan de hoge kant en zijn zij vaker van plan om in het tweede semester meer tijd aan hun studie te besteden en vaker colleges bij te wonen. Bovendien zijn studenten die niet alle studiepunten hebben gehaald vaker gaan twijfelen over studiekeuze dan studenten die alle studiepunten hebben gehaald, die juist minder zijn gaan twijfelen. Van de studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald, is zelfs de helft gaan twijfelen over zijn of haar studiekeuze. Voor aanvang van hun studie twijfelden zij slechts iets vaker dan studenten die uiteindelijk alle studiepunten hebben gehaald. Studenten die alle cursussen hebben gehaald zijn het vaakst van plan om even vaak colleges bij te wonen en even veel tijd aan de studie te besteden. Slechts weinigen onder hen geven aan minder aan hun studie te gaan doen, dus het bindend studieadvies lijkt wat dat betreft geen negatieve uitwerking te hebben op de studiehouding van deze groep. Wel zijn zij minder vaak geneigd om meer tijd aan hun studie te besteden. 6

7 Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksrapport van het tweede onderzoek dat Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport in het academisch jaar heeft uitgevoerd. Het bindend studieadvies is de laatste jaren een veel besproken onderwerp binnen het hoger onderwijs. Enkele universiteiten in Nederland hebben met deze regeling te maken, zo ook de Universiteit Utrecht. Sinds hanteert een tweetal opleidingen aan de Universiteit Utrecht een bindend studieadvies. Voorlopige signalen bij deze opleidingen over de maatregel zijn positief. Hierop volgden enkele overige opleidingen, en nu nog steeds neemt het aantal opleidingen dat een bindend studieadvies hanteert toe. Het bindend studieadvies speelt dan ook een grote rol binnen de Universiteit Utrecht. Niettemin is er weinig onderzoek verricht naar de ervaringen van de student met het bindend studieadvies. Om deze reden heeft Stichting O.E.R. een onderzoek uitgevoerd waarin deze vraag centraal staat. Met dit rapport willen we de meningen en ervaringen van eerstejaars bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht in kaart brengen. Ik hoop dat u dit onderzoeksrapport met interesse zult lezen. Utrecht, juli 2007 Marloes van Kuppevelt Voorzitter Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport

8 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Onderzoeksopzet 4 3. Resultaten Principe Informatievoorziening Studiebegeleiding Studiehouding Conclusie Discussie 20 Nawoord 21 Geraadpleegde bronnen 22 Bijlagen 23 I Vragenlijst 24 II Overzicht aantal respondenten per cluster en opleiding 28 III Data per opleidings- en -cluster 29 IV Data per opleiding 38 1

9 1. Inleiding Sinds september 2004 hanteren de bacheloropleidingen Psychologie en Rechtsgeleerdheid een zogeheten bindend studieadvies. Dit houdt in dat studenten die aan het eind van het eerste studiejaar niet voldoende studiepunten () hebben behaald hun opleiding moeten staken. Psychologie en Rechtsgeleerdheid waren daarmee de eerste opleidingen aan de Universiteit Utrecht met een dergelijk advies. In september 2005 volgden ook de bacheloropleidingen Economie, Farmacie en Wijsbegeerte. In het collegejaar hanteren zeventien Utrechtse bacheloropleidingen een bindend studieadvies. Naast de hierboven genoemde opleidingen, geldt het bindend studieadvies inmiddels ook voor alle opleidingen aan de faculteiten Geowetenschappen en Sociale Wetenschappen, en voor de opleiding Geschiedenis. Opleiding Bsa sinds Hoogte bsa Aardwetenschappen ,5 Algemene Sociale Wetenschappen ,5 Culturele antropologie ,5 Diergeneeskunde Economie Farmacie Geschiedenis ,5 Milieu-maatschappijwetenschappen ,5 Milieu-natuurwetenschappen ,5 Natuurwetenschap en innovatiemanagement ,5 Onderwijskunde ,5 Pedagogiek ,5 Psychologie ,5 Rechtsgeleerdheid Sociale geografie en planologie ,5 Sociologie ,5 Wijsbegeerte ,5 Figuur 1.1 Overzicht opleidingen Universiteit Utrecht die in een bindend studieadvies hanteren Per september 2007 zullen nagenoeg alle opleidingen aan de faculteit Geesteswetenschappen een bindend studieadvies gaan kennen. Studenten aan deze opleidingen zullen dan in het eerste jaar ten minste 37,5 moeten halen om hun studie te mogen voortzetten. In de toekomst zal het bindend studieadvies bij meer Utrechtse bacheloropleidingen worden ingevoerd. Beleid omtrent bindend studieadvies Volgens het Strategisch Plan van de Universiteit Utrecht (2005) moeten studenten worden gestimuleerd om het beste uit zichzelf te halen, onder meer door hen te wijzen op hun studievoortgang en perspectief. Bij tegenvallende resultaten zullen studenten geconfronteerd moeten worden met de consequenties. Het beoogde doel van het bindend studieadvies is om tachtig procent van de studenten met een positief advies het bachelordiploma binnen vier jaar te laten halen. Het bindend studieadvies is echter ook bedoeld om tijdig te kijken of studenten een juiste studiekeuze hebben gemaakt. Studenten met een negatief bindend studieadvies zullen door de universiteit worden begeleid bij het kiezen van een andere opleiding. Na een negatief advies mogen studenten zich namelijk enkele jaren niet opnieuw inschrijven voor de betreffende opleiding aan de Universiteit Utrecht. 2

10 Het bindend studieadvies aan andere universiteiten De Universiteit Utrecht is niet de enige Nederlandse universiteit die een bindend studieadvies kent. De Universiteit van Leiden was in 1997 de eerste Nederlandse universiteit die het bindend studieadvies invoerde. Ook aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en de Universiteit van Tilburg kennen inmiddels alle bacheloropleidingen een bindend studieadvies, variërend van 36 tot 40. Aan de Universiteit van Maastricht, de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit hanteren enkele opleidingen een bindend studieadvies. Studenten aan de faculteit der Psychologie en Pedagogiek aan de Vrije Universiteit moeten de meeste studiepunten halen om hun studie te mogen na het eerste jaar te mogen voortzetten: 42. Sommige universiteiten stellen bovendien als aanvullende eis dat de 60 uit het eerste jaar binnen twee jaar moeten worden behaald (Wiertz, 2005). De Radboud Universiteit Nijmegen, Open Universiteit, Technische Universiteit Delft, Universiteit Twente, Wageningen Universiteit, Rijksuniversiteit Groningen en de Technische Universiteit Eindhoven hanteren vooralsnog geen bindend studieadvies (Wiertz, 2005). 3

11 2. Onderzoeksopzet Vraagstelling De volgende onderzoeksvraag staat centraal in dit onderzoek: 'Wat zijn de ervaringen van voltijd eerstejaars bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht met het bindend studieadvies?' Hierbij horen de volgende deelvragen: - Wat vinden studenten van het principe achter het bindend studieadvies? - Hoe beoordelen de studenten de voorlichting over het bindend studieadvies? - Hoe beoordelen studenten de studiebegeleiding? - In welke mate heeft het bindend studieadvies invloed op de studiehouding van studenten? De doelstelling van dit onderzoek is dan ook om inzicht te krijgen in de mening van studenten over het bindend studieadvies. Het onderzoek is nadrukkelijk niet bedoeld als inventarisatie van het aantal studenten dat al dan niet te maken gaat krijgen met een negatief bindend studieadvies. Deze cijfers zullen immers door opleidingen zelf worden verzameld. Steekproeftrekking In het academisch jaar hanteren zeventien bacheloropleidingen aan de Universiteit Utrecht een bindend studieadvies. Aangezien het qua tijd en middelen niet haalbaar was om al deze opleidingen in het onderzoek op te nemen, is gekozen voor een indeling in drie clusters van elk drie opleidingen, zodat uiteindelijk ruim de helft van de opleidingen met een bindend studieadvies vertegenwoordigd is. De twee faculteiten waarbinnen elke bacheloropleiding in het collegejaar een bindend studieadvies kent, Sociale Wetenschappen en Geowetenschappen, vormen elk een apart cluster binnen de steekproef. De opleidingen met een bindend studieadvies die niet tot deze clusters horen, zijn opgenomen in een cluster Overig. Binnen elk cluster zijn drie opleidingen vertegenwoordigd: de grootste, een middelgrote en (één van) de kleinste opleiding(en) qua studentenaantal. Het cluster Sociale Wetenschappen bestaat uit de opleidingen Psychologie (de grootste opleiding binnen het cluster en tevens pionier op het gebied van het bindend studieadvies aan de Universiteit Utrecht), Culturele antropologie en Onderwijskunde. Deze drie opleidingen horen tot verschillende departementen binnen de faculteit Sociale Wetenschappen. Het cluster Geowetenschappen bestaat uit de opleidingen Sociale geografie en planologie, Aardwetenschappen en Milieu-natuurwetenschappen. Het cluster Overig bestaat uit de opleidingen Rechtsgeleerdheid, Farmacie en Wijsbegeerte. De eerste opleiding is niet alleen de grootste, maar was ook samen met Psychologie de eerste Utrechtse bacheloropleiding met een bindend studieadvies. Binnen dit cluster is verder gestreefd naar een alfa-bèta-gamma-verdeling. Rechtsgeleerdheid vertegenwoordigt de gammaopleidingen, Farmacie de bètaopleidingen en Wijsbegeerte de alfaopleidingen. Sociale Wetenschappen Geowetenschappen Overig Psychologie Sociale geografie en planologie Rechtsgeleerdheid Culturele antropologie Aardwetenschappen Farmacie Onderwijskunde Milieu-natuurwetenschappen Wijsbegeerte Figuur 2.1 Overzicht opleidingen steekproef Binnen de steekproef is uitgegaan van voltijd eerstejaarsstudenten. Het bindend studieadvies geldt weliswaar ook voor deeltijdstudenten aan deze opleidingen, maar zij krijgen pas aan het eind van het collegejaar een tussentijds advies. De voltijdstudenten krijgen dit na het eerste semester, wat ook het uitgangspunt is geweest bij het opstellen van de vragenlijst en de uitgevoerde analyses. Bovendien is het aantal deeltijdopleidingen met een bindend studieadvies beperkt. 4

12 Eenheden Aan het onderzoek hebben uiteindelijk 741 voltijd eerstejaars bachelorstudenten deelgenomen. Van de respondenten is 32,7 procent van het mannelijke en 67,3 procent van het vrouwelijke geslacht. De gemiddelde leeftijd van de respondenten bedraagt 19,6 jaar (standaarddeviatie: 3,2). De verdeling over de verschillende clusters is als volgt 1. Cluster Respondenten (man/vrouw) Sociale Wetenschappen 229 (35/194) Geowetenschappen 161 (96/64) 2 Overig 350 (111/239) Figuur 2.2 Aantal respondenten per opleidingscluster De precieze verdeling per opleiding is te vinden in bijlage II. Dataverzameling De verzameling van de data vond plaats tussen 5 en 29 maart In deze periode zijn tijdens hoor- en werkcolleges vragenlijsten verspreid onder studenten van de opleidingen in de steekproef. De gehanteerde vragenlijst (zie bijlage I) bestond uit zowel gesloten vragen als stellingen. Analyse De data zijn op verschillende niveaus geanalyseerd. Er is gekeken naar mogelijke verschillen tussen de verschillende opleidingsclusters (Sociale Wetenschappen, Geowetenschappen en Overig), naar verschillen aan de hand van het aantal behaalde studiepunten in het eerste semester van het collegejaar en naar uitkomsten van de negen afzonderlijke opleidingen in de steekproef. Aan de hand van het aantal behaalde studiepunten in het eerste semester is een drietal clusters onderscheiden: -cluster 1: studenten die maximaal 15 van de 30 hebben gehaald -cluster 2: studenten die meer dan 15, maar niet alle 30 hebben gehaald -cluster 3: studenten die 30 en dus alle cursussen hebben gehaald Cluster 3 is veruit het grootste: 68,7 procent van de respondenten behoort tot deze groep. Cluster 2 omvat 17,8 procent van de respondenten en cluster 1 13,5 procent. 1 Van één respondent is de opleiding niet bekend. 2 Eén respondent heeft geen geslacht opgegeven. 5

13 3. Resultaten In dit hoofdstuk zullen de onderzoeksresultaten worden besproken. Aan de hand van de deelvragen zullen achtereenvolgens de volgende thema s worden behandeld: principe, informatievoorziening, studiebegeleiding en studiehouding. Een overzicht van alle data is te vinden in bijlagen III (opleidings- en -clusters) en IV (opleidingsspecifiek). 3.1 Principe Een groot deel van de studenten (65,3 procent bij N=737) is het in meer of mindere mate eens met de stelling dat het bindend studieadvies een nuttige maatregel is. 19,2 procent is het hiermee niet eens. Studenten die de helft of minder van de te behalen studiepunten hebben gehaald (-cluster 1) zijn beduidend minder vaak van mening dat het bindend studieadvies een nuttige maatregel is: van hen is slechts 42,1 procent het ermee eens. Het aantal personen in dit cluster dat het eens is met deze stelling is echter groter dan het aantal personen dat het er niet mee eens is: 40,0 procent. Onder studenten die meer dan de helft van het te behalen aantal studiepunten heeft gehaald, maar niet alles, is 52,8 procent het in zekere mate eens met de stelling en 28,3 procent. Van de studenten die alle studiepunten hebben gehaald in het eerste semester is 71,6 procent het in meer of mindere mate eens met de stelling en slechts 11,5. Studenten uit het cluster Sociale Wetenschappen zijn het meest positief: 70,4 procent van hen is het in meer of mindere mate eens met de stelling. De clusters Geowetenschappen en Overig volgen met respectievelijk 61,5 en 60,1 procent eens. Studenten van de opleidingen Psychologie en Sociale geografie en planologie zijn het het vaakst eens met de stelling, met respectievelijk 77,7 en 73,4 procent. 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Helemaal mee mee Niet mee eens/niet mee mee eens Helemaal mee eens Figuur 3.1: Het bindend studieadvies is een nuttige maatregel 27,2 procent van de respondenten (N=734) vindt het bindend studieadvies in meer of mindere mate een betuttelende maatregel. Van de studenten die helft of minder van het aantal te behalen hebben gehaald is echter bijna de helft het in meer of mindere mate eens met de stelling: 45,2 procent, met 32,6 procent. In -cluster 2 (meer dan de helft, maar niet alle studiepunten behaald) is 30,7 procent het eens en 46,4 procent met de stelling. Van de studenten die alle studiepunten hebben gehaald is slechts 22,8 procent van mening dat het bindend studieadvies een betuttelende maatregel is. Van hen is 6

14 59,1 procent het met de stelling. Studenten uit de clusters Overig en Geowetenschappen zijn het het vaakst eens met de stelling, met respectievelijk 31,8 en 27,5 procent. Van de studenten uit het cluster Sociale Wetenschappen is slechts 19,8 procent van mening dat het bindend studieadvies een betuttelende maatregel is. De kleine opleidingen Wijsbegeerte en Milieu-natuurwetenschappen zijn met respectievelijk 73,7 en 38,5 procent het het vaakst eens met de stelling, terwijl bij Psychologie 73,8 procent van de studenten van mening is dat het bindend studieadvies geen betuttelende maatregel is. 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Helemaal mee mee Niet mee eens/niet mee mee eens Helemaal mee eens Figuur 3.2: Het bindend studieadvies is een betuttelende maatregel Met de stelling dat het bindend studieadvies een te strenge maatregel is, is iets meer dan de helft van de studenten (51,5 procent bij N=737) het. 30,9 procent is het ermee eens. Studenten in de clusters Geowetenschappen en Sociale Wetenschappen zijn het het minst vaak eens met deze stelling, met respectievelijk 29,2 en 30,9 procent. Binnen het cluster Overig is 41,8 procent het eens met de stelling. De opleidingen Farmacie en Rechtsgeleerdheid in dit cluster kennen relatief veel studenten in -cluster 1, wat een verklaring kan zijn voor dit percentage. Studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald, zijn namelijk aanzienlijk vaker van mening dat het bindend studieadvies een te strenge maatregel is dan studenten die alles hebben gehaald in het eerste semester, met respectievelijk 63,9 procent en 22,4 procent. Studenten Culturele antropologie zijn het het vaakst eens met deze stelling (47,6 procent), terwijl studenten Psychologie met 64,4 procent het er het vaakst mee zijn. 7

15 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Helemaal mee mee Niet mee eens/niet mee mee eens Helemaal mee eens Figuur 3.3: Het bindend studieadvies is een te strenge maatregel Wat betreft de hoogte van het bindend studieadvies vindt 56,6 procent van de respondenten (N=702) dat de huidige norm gehandhaafd zou moeten worden. De overige studenten zien eerder een lagere dan een hogere norm (23,7 om 18,0 procent). Slechts 1,9 procent van de respondenten ziet echter het bindend studieadvies liever verdwijnen. Studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald, zijn iets vaker voorstander van het afschaffen van het bindend studieadvies met 4,3 procent, maar ook dat percentage is laag te noemen. Er is in dit onderzoek onderscheid gemaakt tussen veel lager/hoger en enigszins lager/hoger. Veel staat voor een verschil van meer dan 7,5 ten opzichte van de huidige norm, enigszins voor een verschil van maximaal 7,5. De huidige norm vormt zoals gezegd het uitgangspunt. Dit betekent dat 22,5 bij Rechtsgeleerdheid en Farmacie, waar de norm op 30 ligt, neerkomt op enigszins lager, terwijl dat bij de andere opleidingen in de steekproef veel lager is, aangezien deze een norm van 37,5 hanteren. Studenten uit het cluster Overig kiezen aanmerkelijk vaker voor een hoger (23,9 procent) dan voor een lager bindend studieadvies (13,0 procent) dan studenten uit de clusters Sociale Wetenschappen en Geowetenschappen. Het feit dat de opleidingen Rechtsgeleerdheid (27,7 procent voor een hogere norm) en Farmacie (18,2 procent voor een verhoging) in dat cluster als enige in de steekproef een bindend studieadvies van 30 in plaats van 37,5 hanteren kan dit verschil verklaren. Studenten die niet alle studiepunten in het eerste semester hebben gehaald, zijn aanzienlijk vaker voorstander van een lager bindend studieadvies: 37,7 procent van de studenten uit -cluster 1 en 34,1 procent van de studenten uit -cluster 2. Studenten die alles hebben gehaald zijn daarentegen veel vaker voorstander van een hoger bindend studieadvies: 24,2 procent. Binnen de -clusters 1 en 2 ligt dat percentage op respectievelijk 5,4 en 4,9 procent. Studenten Aardwetenschappen geven het vaakst aan een lagere norm te willen zien: 54,6 procent van hen is hier voorstander van. 8

16 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Geen bsa Veel lager lager Even hoog hoger Veel hoger Figuur 3.4: Gewenste hoogte bindend studieadvies ten opzichte van huidige norm Ondanks deze vrij positieve geluiden spreekt slechts een klein deel van de respondenten zich uit voor een bindend studieadvies voor alle studiejaren: 21,2 procent ziet iets in deze maatregel (N=740). Voor 63,5 procent van de studenten lijkt dat geen optie. Studenten uit het cluster Sociale Wetenschappen staan het meest open voor een bindend studieadvies voor alle studiejaren, met 26,7 procent. Binnen de clusters Geowetenschappen en Overig ligt dat percentage op respectievelijk 17,4 en 19,5 procent. 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Helemaal mee mee Niet mee eens/niet mee mee eens Helemaal mee eens Figuur 3.5: Het bindend studieadvies zou voor alle studiejaren moeten gelden 9

17 Gekeken vanuit het aantal studiepunten dat studenten hebben gehaald, valt op dat studenten die alles hebben gehaald vaker voorstander zijn van een bindend studieadvies voor alle jaren, maar niet veel vaker dan studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald, met respectievelijk 22,9 en 17,9 procent eens. Op opleidingsniveau staan studenten Psychologie (28,0 procent) en Onderwijskunde (26,9 procent) het meest positief tegenover een uitbreiding van het bindend studieadvies, terwijl men bij de derde opleiding in het cluster Sociale Wetenschappen, Culturele antropologie, juist tegen deze maatregel is: 76,1 procent van de studenten van deze opleiding is het niet eens met de stelling. 3.2 Informatievoorziening De meeste studenten horen reeds tijdens het studiekeuzeproces voor het eerst over het bindend studieadvies: 47,3 procent (N=729). Voor nog eens 40,3 procent is de introductieperiode van de opleiding of faculteit de eerste kennismaking met deze maatregel. Dit betekent dat 87,6 procent van de respondenten uiterlijk tijdens de introductieweek er voor het eerst over hoorde. Van de overige respondenten hoorde 11,0 procent na de introductie voor het eerst over het bestaan van het bindend studieadvies, en 1,4 procent zegt voor het invullen van de vragenlijst niet van het bindend studieadvies te hebben geweten. Studenten uit het cluster Overig hoorden het vaakst tijdens het studiekeuzeproces voor het eerst over de maatregel: 51,2 procent. Voor de clusters Sociale Wetenschappen en Geowetenschappen ligt dat percentage op respectievelijk 42,5 en 45,6 procent. Hoewel studenten binnen het cluster Sociale Wetenschappen het minst vaak tijdens het studiekeuzeproces voor het eerst horen over het bindend studieadvies, zijn studenten binnen dit cluster wel het vaakst uiterlijk tijdens de introductieperiode op de hoogte van het bestaan van de maatregel: 93,8 procent. Bij Geowetenschappen is dat 82,5 procent en binnen het cluster Overig 86,0 procent. 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Voor aanvang studie Tijdens introductie Na introductie, vóór enquête Tijdens enquête Figuur 3.6: Wanneer voor het eerst gehoord over bindend studieadvies? Opvallend zijn de resultaten aan de hand van de verschillende -clusters. Studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald, geven het minst vaak aan tijdens het studiekeuzeproces voor het eerst over het bindend studieadvies te hebben gehoord: 35,1 procent, terwijl 10

18 dat voor de -clusters 2 en 3 respectievelijk 44,9 en 50,9 procent is. Uiteindelijk heeft 81,9 procent van de studenten in -cluster 1 uiterlijk tijdens de introductieperiode voor het eerst over het bindend studieadvies gehoord. Voor -cluster 2 is dat 85,8 procent en voor studenten die alle studiepunten in het eerste semester hebben gehaald is dat 89,4 procent. Binnen -clusters 1 en 2 zegt tot slot respectievelijk 2,1 en 2,4 procent vóór het invullen van de vragenlijst niet te hebben gehoord over het bindend studieadvies. Studenten Aardwetenschappen geven het vaakst aan pas na de introductie voor het eerst te hebben gehoord over het bindend studieadvies (29,8 procent). Van de respondenten binnen de opleiding Culturele antropologie heeft daarentegen iedereen uiterlijk tijdens de introductieperiode kennisgemaakt met de maatregel. De meeste studenten zijn tevreden over de informatie die zij hebben gehad over het bindend studieadvies: 59,3 procent (N=734). 12,3 procent van de respondenten geeft aan niet of nauwelijks tevreden te zijn over de verkregen informatie. Studenten binnen het cluster Sociale Wetenschappen zijn veruit het meest tevreden over de verkregen informatie, met 70,3 procent. Binnen de clusters Geowetenschappen en Overig is respectievelijk 53,8 en 54,6 procent van de studenten tevreden. Gekeken aan de hand van het aantal behaalde studiepunten in het eerste semester, valt op dat studenten die niet alles hebben gehaald aanzienlijk minder tevreden zijn over de verkregen informatie dan studenten die alles hebben gehaald. Studenten die minder dan de helft van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald zijn het minst te spreken over de verkregen informatie. Van hen is slechts 39,3 procent tevreden over deze informatie en 22,3 ontevreden. Studenten die alles hebben gehaald zijn veel meer te spreken over de verkregen informatie. Van hen is 64,5 procent tevreden en slechts 8,7 procent ontevreden. Op opleidingsniveau zijn studenten Psychologie het meest, en studenten Aardwetenschappen het minst positief. 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Heel erg Een beetje Neutraal Nauwelijks Helemaal niet Figuur 3.7: Tevredenheid over verkregen informatie bindend studieadvies 3.3 Studiebegeleiding Een groot deel van de studenten heeft reeds gesproken met zijn of haar tutor, namelijk 80,5 procent (N=737). Van de overige respondenten heeft 16,6 procent nog niet met zijn of haar tutor gesproken en 11

19 weet 3,0 procent niet wie zijn of haar tutor is. Er zijn weinig verschillen waar te nemen tussen de verschillende clusters. Studenten uit het cluster Geowetenschappen hebben het vaakst al contact gehad met hun tutor: 85,0 procent, terwijl van de studenten uit de clusters Sociale Wetenschappen en Overig respectievelijk 80,8 en 78,4 procent met hun tutor heeft gesproken. Studenten die de helft of minder van het te behalen aantal studiepunten hebben gehaald, hebben iets vaker contact gehad met hun tutor (83,0 procent), dan studenten uit de -clusters 2 en 3 (respectievelijk 79,5 en 80,7 procent). Bijna alle studenten van de kleine opleidingen Onderwijskunde en Wijsbegeerte geven aan al gesproken te hebben met hun tutor. Van de studenten Culturele antropologie en Milieu-natuurwetenschappen heeft daarentegen een veel kleiner deel op het moment van enquêteren reeds contact gehad met de tutor. Iets meer dan de helft van de respondenten is tevreden over de informatie over de studievoortgang die zij heeft gekregen van hun tutor (N=609). Ongeveer een vijfde van de respondenten (20,8 procent) is hierover niet tevreden. Studenten in het cluster Sociale Wetenschappen zijn het meest tevreden over deze informatie, met 60,7 procent. Binnen de clusters Geowetenschappen en Overig is respectievelijk 49,0 en 45,7 procent van de studenten tevreden. Binnen de drie -clusters zijn weinig verschillen waar te nemen. Studenten in het tweede cluster zijn zowel het meest tevreden (55,3 procent), als het meest ontevreden (26,2 procent). 100,0% 80,0% 60,0% 40,0% 20,0% 0,0% Ja Nee, maar ik weet wel wie mijn tutor is Ik weet niet wie mijn tutor is Figuur 3.8: Heeft respondent al gesproken met tutor? Over de bereikbaarheid van de tutor is 57,3 procent van de respondenten tevreden en 15,4 procent ontevreden (N=713). Studenten binnen het cluster Sociale Wetenschappen zijn het meest tevreden met 68,9 procent, aanzienlijk meer dan binnen de clusters Geowetenschappen (55,1 procent) en Overig (50,7 procent). Wat betreft de hoeveelheid contact met de tutor geeft 59,8 procent van de respondenten aan tevreden te zijn (N=728). 37,1 procent zou meer contact met de tutor willen, terwijl 3,2 procent minder contact wenst. Studenten in het cluster Geowetenschappen zijn het meest tevreden over de hoeveelheid contact (69,2 procent), terwijl men in het cluster Overig vaker meer contact zou willen (41,8 procent). Studenten die de 12

20 helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald, zijn het minst tevreden over de hoeveelheid contact, al zijn de verschillen met de overige -clusters niet zeer groot. Wel opvallend is dat respondenten binnen -cluster 1 vaker aangeven minder contact met de tutor te wensen dan studenten binnen de twee overige clusters. 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Ja Nee, ik zou vaker contact willen Nee, ik zou minder vaak contact willen Figuur 3.9: Tevreden over hoeveelheid contact met tutor? Gevraagd is ook of studenten extra contact willen zoeken met hun tutor of met een andere vorm van studiebegeleiding (studieadviseur, studentendecaan en studentenpsycholoog) naar aanleiding van de studieresultaten van het eerste semester. Iets minder dan een kwart (24,3 procent bij N=736) geeft dat aan. Het zijn met name studenten uit -cluster 1 die aangeven extra studiebegeleiding te willen zoeken: 42,6 procent. Voor -cluster 2 ligt dat percentage op 35,4 procent en van de studenten die alle studiepunten hebben gehaald zegt 17,3 procent extra begeleiding te willen zoeken. Van de respondenten geeft 14,9 procent aan extra contact te willen met zijn of haar tutor. Dit geldt met name voor studenten die niet alle studiepunten in het eerste semester hebben gehaald, waarbij de clusters 1 (29,0 procent extra contact) en 2 (25,4 procent) elkaar niet veel ontlopen. Vergelijkbare cijfers zijn er waar te nemen voor de hoeveelheid studenten die extra contact met een studieadviseur willen zoeken, namelijk 15,4 procent. Ook hier zijn het de studenten die niet alle studiepunten hebben gehaald die vaker extra contact wensen, al wordt het verschil tussen -cluster 1 (30,9 procent extra contact) en 2 (21,6 procent) groter. Slechts een zeer klein deel van de studenten geeft aan extra contact met een studentendecaan en/of psycholoog te willen zoeken. In beide gevallen gaat het om 3,3 procent van de respondenten. Voor beide geldt wederom dat studenten uit -clusters 1 en 2 het vaakst contact wensen. Voor de studentendecaan betreft het 7,6 procent uit cluster 1 en 4,9 procent uit cluster 2, voor de studentenpsycholoog gaat het om respectievelijk 11,8 en 4,1 procent. In alle gevallen zijn studenten die alle studiepunten van het eerste semester hebben gehaald het minst vaak van plan om (extra) contact te zoeken met tutor (8,8 procent), studieadviseur (11,1 procent), studentendecaan (2,1 procent) en/of studentenpsycholoog (1,4 procent). 13

21 3.4 Studiehouding Met de stelling Het bindend studieadvies stimuleert mij om harder te studeren is 44,9 van de respondenten het enigszins of helemaal eens en 37,8 procent het in meer of mindere mate (N=737). Met name studenten uit het cluster Sociale Wetenschappen zeggen dat het bindend studieadvies hen stimuleert om harder te studeren. Van hen is 55,4 procent het eens en 30,1 procent het met de stelling. Studenten binnen het cluster Geowetenschappen zijn het iets vaker eens dan met de stelling (39,2 om 38,5 procent) en studenten uit het cluster Overig zijn het vaker dan eens met de stelling (42,4 om 40,8 procent). Er is weinig verschil waar te nemen tussen studenten uit -clusters 1 en 3. In beide clusters is men het ongeveer even vaak eens (respectievelijk 44,7 en 44,2 procent) als (38,3 en 37,1 procent) met de stelling. Studenten uit -cluster 2 zijn het er zowel vaker mee eens (49,2 procent) als mee (40,5 procent). Studenten Psychologie en Onderwijskunde geven het vaakst aan dat het bindend studieadvies hen stimuleert om harder te studeren, met respectievelijk 60,3 en 57,7 procent eens. 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Helemaal mee mee Niet mee eens/niet mee mee eens Helemaal mee eens Figuur 3.10: Het bindend studieadvies stimuleert mij om harder te studeren Ongeveer een kwart van de respondenten (25,7 procent) is het enigszins of helemaal eens met de stelling dat het bindend studieadvies voor een te grote studiedruk zorgt (N=738). Bijna de helft (49,4 procent) is het hiermee echter niet eens. Studenten uit het cluster Overig zijn het het vaakst eens met de stelling (31,1 procent). In dit cluster zitten de opleidingen Farmacie en Wijsbegeerte, die de grootste gemiddelde tijdsinvestering (respectievelijk 29,4 en 27,8 uur per week) binnen de steekproef kennen, wat dit resultaat zou kunnen verklaren. Studenten die de helft of minder van het aantal te behalen hebben gehaald, zijn het vaakst van mening dat het bindend studieadvies voor een te grote studiedruk zorgt: 47,4 procent is het in meer of mindere mate eens met de stelling. Van de studenten die alles hebben gehaald is slechts 18,5 procent het hiermee eens en 57,1 procent. 14

22 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Helemaal mee mee Niet mee eens/niet mee mee eens Helemaal mee eens Figuur 3.11: Het bindend studieadvies zorgt voor een te grote studiedruk Ongeveer tweederde van de respondenten (67,3 procent bij N=727) vindt de moeilijkheidsgraad van de eigen opleiding voldoende. 23,0 procent van de studenten vindt de moeilijkheidsgraad te hoog en 9,8 procent noemt deze aan de lage kant. De opleiding Farmacie springt er uit wat betreft de eerste categorie: 63,7 procent van de studenten aan deze opleiding vindt de moeilijkheidsgraad aan de hoge kant. Studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald vinden hun opleiding veel vaker moeilijk (55,8 procent) dan studenten die alles hebben gehaald (14,0 procent). Die vinden op hun beurt de moeilijkheidsgraad vaker aan de lage kant (12,4 procent) dan studenten uit -clusters 1 (4,2 procent) en 2 (5,6 procent). De meeste respondenten, 88,3 procent om precies te zijn, waren voor aanvang van hun studie redelijk of zeer zeker over hun studiekeuze (N=733). Studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten heeft gehaald waren enigszins vaker onzeker over hun studiekeuze (14,8 procent), maar het verschil met de overige -clusters is klein. De opleiding Farmacie is een uitschieter: 21,3 procent van de studenten aan deze opleiding was voor aanvang van de studie in meer of mindere mate onzeker over de studiekeuze. Dit relatief hoge percentage zou wellicht verklaard kunnen worden voor studenten die Farmacie zijn gaan studeren, omdat zij zijn uitgeloot voor een andere opleiding. Naar aanleiding van de resultaten van het eerste semester is 15,0 procent van de respondenten gaan twijfelen over zijn of haar studiekeuze (N=733). Van de studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald is echter iets meer dan de helft gaan twijfelen, terwijl aanvankelijk 85,2 procent van hen zeker was over de studiekeuze. Studenten die alles hebben gehaald zijn minder gaan twijfelen: 11,4 procent van hen was voor aanvang in meer of mindere mate onzeker over de studiekeuze, maar na het eerste semester is dat nog maar 6,8 procent. Bijna driekwart van de respondenten (73,2 procent bij N=730) heeft in het eerste semester gemiddeld 80 tot 100 procent van de onderwijsbijeenkomst bijgewoond. Nog eens 20,4 procent heeft 60 tot 80 procent bijgewoond. Slechts 6,4 procent heeft gemiddeld minder dan 60 procent van de colleges bezocht. Studenten binnen het cluster Sociale Wetenschappen (met name Psychologie) bezoeken aanzienlijk minder 15

23 vaak colleges dan studenten uit de andere clusters: 57,3 procent van hen is gemiddeld bij 80 tot 100 procent van de colleges aanwezig geweest, in tegenstelling tot 82,9 procent in het cluster Geowetenschappen en 79,1 procent in het cluster Overig. Studenten die alle studiepunten in het eerste semester hebben gehaald, wonen enigszins vaker colleges bij dan studenten die niet alles hebben gehaald. 74,8 procent van de studenten uit -cluster 3 heeft namelijk 80 tot 100 procent van de colleges bezocht, terwijl dat voor -clusters 1 en 2 respectievelijk 67,7 en 70,6 procent is. Naar aanleiding van de resultaten van het eerste semester is 17,9 procent van de respondenten voornemens om vaker colleges bij te wonen en 4,9 procent is van plan minder vaak colleges te bezoeken (N=731). Het merendeel van de studenten (77,2 procent) blijft echter even vaak colleges bijwonen. Van de studenten in het cluster Sociale Wetenschappen, die minder trouw colleges bijwonen dan studenten uit de overige clusters, is 18,5 procent van plan om vaker naar colleges te gaan, terwijl 9,3 procent van hen minder vaak colleges wil gaan bezoeken. Studenten in het cluster Overig zijn het vaakst van plan om vaker naar colleges te gaan: 22,6 procent, terwijl slechts 2,0 procent van hen voornemens is minder vaak te gaan. Van de studenten die de helft of minder van het te behalen aantal studiepunten heeft gehaald is 46,8 van plan om vaker en 2,1 procent om minder vaak colleges bij te wonen. Studenten die alles hebben gehaald lijken minder noodzaak te zien om de frequentie van hun collegebezoek aan te passen: 83,2 procent van hen blijft even vaak naar college te gaan. 10,4 procent zegt vaker te willen gaan, terwijl 6,4 procent van plan is om minder vaak colleges bij te wonen. Op opleidingsniveau vallen Farmacie en Psychologie op. 20,2 procent van de studenten van de eerste opleiding zegt vaker colleges te gaan bijwonen, terwijl 92,2 procent in het eerste semester al gemiddeld 80 tot 100 procent heeft bijgewoond. Van de studenten Psychologie geeft daarentegen 12,0 procent aan minder vaak naar colleges te gaan, terwijl studenten van deze opleiding al relatief minder vaak colleges bijwonen. 80,0% 60,0% 40,0% 20,0% 0,0% Veel vaker Iets vaker (Ongeveer) even vaak Iets minder vaak Veel minder vaak Figuur 3.12: Van plan vaker colleges bij te wonen? De respondenten hebben in het eerste semester gemiddeld 24,75 uur per week aan hun studie besteed, met inbegrip van de contacturen (N=716). Studenten die alle studiepunten hebben gehaald, hebben iets meer tijd aan hun studie besteed (25,14 uur) dan studenten in de -clusters 1 (23,97 uur) en 2 (24,53 uur). 16

24 De tijdsinvestering per opleiding varieert van 20,6 uur per week bij Culturele antropologie tot 29,4 uur bij Farmacie. Naar aanleiding van de studieresultaten in het eerste semester is 46,3 procent van de respondenten voornemens om meer tijd aan zijn of haar studie te gaan besteden (N=733). Met name studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald, zijn van plan hun tijdsinvestering te verhogen: 85,3 procent, terwijl niemand in deze groep zegt minder tijd in de studie te gaan steken. Van de studenten in -cluster 2 is 66,9 procent van plan meer tijd en 0,8 procent minder tijd aan de studie te gaan besteden. Van de studenten die alle studiepunten hebben gehaald zegt 32,1 procent meer tijd aan de studie te gaan besteden, terwijl 3,7 procent van hen zegt minder tijd aan de studie te gaan besteden. 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Veel meer tijd Iets meer tijd (Ongeveer) evenveel tijd Iets minder tijd Veel minder tijd Figuur 3.13: Van plan meer tijd aan studie te besteden? 17

25 4. Conclusie Uit dit onderzoek is gebleken dat eerstejaarsstudenten behoorlijk positief lijken over het bindend studieadvies. Bijna tweederde van de respondenten vindt het een nuttige maatregel en slechts weinigen noemen het bindend studieadvies betuttelend of te streng. Het komt nauwelijks voor dat studenten liever geen bindend studieadvies zouden willen zien. Desalniettemin lijkt er weinig animo te zijn voor een bindend studieadvies voor alle studiejaren, en de meeste studenten zien liever een handhaving van de huidige norm of een verlaging daarvan dan een hogere norm voor het bindend studieadvies. De mening over het bindend studieadvies lijkt wel afhankelijk te zijn van de studieprestaties van studenten. Zo zijn studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten in het eerste semester hebben gehaald veel vaker dan studenten die alle cursussen hebben gehaald van mening dat het bindend studieadvies een betuttelende en te strenge maatregel is. Ook zijn studenten die niet alle studiepunten hebben gehaald vaker dan studenten die alles hebben gehaald voorstander van een verlaging van de bsanorm. Ook zien zij aanmerkelijk minder vaak het nut in van het bindend studieadvies, al zijn er zelfs onder de groep studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald iets meer personen het eens dan met de stelling dat het bindend studieadvies een nuttige maatregel is. De weerstand tegen een bindend studieadvies voor alle studiejaren is echter onder alle studenten ongeveer even groot, al zijn studenten die alle studiepunten hebben gehaald iets minder negatief. Studenten zijn dus redelijk positief over het bindend studieadvies, maar het moet liever niet worden uitgebreid. Het overgrote deel van de studenten hoort bijtijds, dat wil zeggen uiterlijk tijdens de introductieperiode, voor het eerst over het bindend studieadvies. Iets minder dan helft van de studenten heeft zelfs al voor aanvang van de studie erover gehoord. Wel lijken studenten die niet alle studiepunten hebben gehaald, vaker dan studenten die alles hebben gehaald, pas na de introductieperiode van het bindend studieadvies te hebben gehoord. Bij de beoordeling van de kwaliteit van de verkregen informatie is een soortgelijke trend waar te nemen: hoe meer studiepunten studenten hebben gehaald, hoe positiever zij zijn over deze informatie. Studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald zijn het minst vaak tevreden. Of dit leidt tot hun mindere prestaties is niet duidelijk. Wellicht zijn studenten die er minder florissant voorstaan wat betreft studieprestaties geneigd om hiermee alsnog een verklaring te zoeken voor hun tegenvallende studieprestaties. Dit kan echter niet met zekerheid worden gezegd en zou derhalve nader onderzocht moeten worden. Over het algemeen zijn studenten echter tevreden over de informatie die zij hebben gekregen over het bindend studieadvies. Een zeer groot deel van de studenten heeft op het moment van enquêteren reeds contact gehad met hun tutor. Slechts een klein aantal studenten geeft aan niet te weten wie hun tutor is. Een meerderheid van de respondenten is tevreden over de informatie over de studievoortgang, de bereikbaarheid van de tutor en de hoeveelheid contact met de tutor. Ruim een derde van de studenten zou echter vaker contact met hun tutor willen. Naar aanleiding van de studieresultaten van het eerste semester zegt iets minder dan een kwart van de studenten extra studiebegeleiding te zoeken, met name van een studieadviseur en tutor. Slechts een klein deel van de studenten zegt zich te willen wenden tot een studentendecaan of psycholoog. Het zijn vooral studenten die niet alle studiepunten hebben gehaald, en dan met name hen die de helft of minder hebben gehaald, die aangeven extra begeleiding te willen zoeken. Toch is minder dan de helft van hen voornemens om extra begeleiding te zoeken. Studenten die alle studiepunten hebben gehaald, lijken weinig behoefte te hebben aan extra begeleiding. Minder dan een vijfde van hen geeft aan deze te willen zoeken. Er lijkt dus nauwelijks sprake te zijn van een run op extra studiebegeleiding. Iets minder dan de helft van de studenten zegt dat het bindend studieadvies hen stimuleert om hard te studeren. Hierbij is nauwelijks verschil waar te nemen tussen studenten die wel en studenten die niet alle 18

26 studiepunten hebben gehaald. Het aantal uren dat in het eerste semester per week aan de studie wordt besteed, is echter aan de lage kant: gemiddeld minder dan 25 uur per week, waarbij studenten die alle studiepunten hebben gehaald iets meer tijd in hun studie steken dan studenten die niet alles hebben gehaald. Het bindend studieadvies lijkt wel vooral invloed te hebben op de studiehouding van de studenten die niet alle studiepunten hebben gehaald. Zij ervaren veel vaker dan studenten die alle studiepunten hebben gehaald dat het bindend studieadvies voor een te grote studiedruk zorgt. Ook vinden zij de moeilijkheidsgraad van hun opleiding aanzienlijk vaker aan de hoge kant en zijn zij vaker van plan om in het tweede semester meer tijd aan hun studie te besteden en vaker colleges bij te wonen. Deze studenten laten de moed dus niet zakken en zijn van plan zich harder te gaan inzetten. Bovendien zijn studenten die niet alle studiepunten hebben gehaald vaker gaan twijfelen over studiekeuze dan studenten die alle studiepunten hebben gehaald, die juist minder zijn gaan twijfelen. Van de studenten die de helft of minder van het aantal te behalen studiepunten hebben gehaald, is zelfs de helft gaan twijfelen over zijn of haar studiekeuze. Voor aanvang van hun studie twijfelden zij slechts iets vaker dan studenten die uiteindelijk alle studiepunten hebben gehaald. De meeste studenten lijken dus een weloverwogen studiekeuze te hebben gemaakt. Studenten die alle cursussen hebben gehaald, zijn het vaakst van plan om even vaak colleges bij te wonen en even veel tijd aan de studie te besteden. Slechts weinigen onder hen geven aan minder aan hun studie te gaan doen, dus het bindend studieadvies lijkt wat dat betreft geen negatieve uitwerking te hebben op de studiehouding van deze groep. Wel zijn zij minder vaak geneigd om meer tijd aan hun studie te besteden. 19

27 5. Discussie Uit het onderzoek blijkt dat het oordeel van studenten over het bindend studieadvies in sterke mate afhankelijk is van de mate van studiesucces. Immers, studenten die alle studiepunten hebben gehaald, zijn een stuk positiever over het bindend studieadvies dan studenten die niet alles hebben gehaald. Gezien deze mogelijke invloed van studieprestaties op de beoordeling van het bindend studieadvies zou het wellicht wenselijk zijn geweest om ook voor aanvang van de studie te vragen hoe studenten aankijken tegen het bindend studieadvies. Op deze manier had kunnen worden bekeken of er sprake is van veranderingen in de loop van het collegejaar en of studieprestaties daadwerkelijk van invloed zijn op de mening over het bindend studieadvies. Eventueel vervolgonderzoek hiernaar zou hierover duidelijkheid kunnen verschaffen. Met betrekking tot de analyseniveaus kan het volgende worden opgemerkt. Het opleidingscluster Overig is in tegenstelling tot de clusters Sociale Wetenschappen en Geowetenschappen opgebouwd uit opleidingen van drie verschillende faculteiten, waardoor er minder natuurlijke samenhang tussen de opleidingen binnen dit cluster bestaat. Op opleidingsniveau moet worden opgemerkt dat er grote verschillen bestaan in het aantal respondenten per opleiding, variërend van 13 (Milieu-natuurwetenschappen) tot 227 (Rechtsgeleerdheid). Grote opleidingen kunnen een stempel drukken op de algehele resultaten, terwijl binnen kleine opleidingen één of enkele respondenten met een afwijkende mening de balans kunnen beïnvloeden. Bij de opleiding Aardwetenschappen werden de vragenlijsten afgenomen vlak na een tentamen, wat de resultaten van deze groep studenten kan hebben beïnvloed. Opmerkelijk is namelijk dat zij in verhouding minder positief zijn dan studenten van andere opleidingen. Wat betreft de -clusters valt op dat cluster 3 sterk in de meerderheid is en aanzienlijk groter is dan clusters 1 en 2 bij elkaar. Gezien de periode van dataverzameling viel echter te verwachten dat met name het aantal studenten dat maximaal de helft van het aantal te behalen studiepunten heeft gehaald laag zou kunnen zijn, aangezien studenten in de gevarenzone per 1 februari hun studie konden staken teneinde een bindend studieadvies te ontlopen en om studiefinanciering te behouden. Het is mogelijk dat juist de volhouders binnen deze groep zijn overgebleven, wat invloed kan hebben op de data binnen -cluster 1. Eerder enquêteren zou echter ook niet wenselijk zijn geweest, omdat studenten dan te weinig studiepunten konden behalen om een zinnig beeld te kunnen schetsen van hun mate van studiesucces. Bovendien was de doelstelling van dit onderzoek niet, zoals reeds vermeld, om te inventariseren hoeveel studiepunten de studenten in het eerste semester van het collegejaar hebben gehaald. 20

Nominaal is Normaal bij FSW

Nominaal is Normaal bij FSW Faculteit der Sociale Wetenschappen Nominaal is Normaal bij FSW Tweede rapportage met resultaten over studiekeuze, instroom, studieresultaten en gerapporteerde zelfstudietijd Datum: Maart 2012 Auteurs:

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Bindend Studieadvies. student. uva.nl/ rechten

Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Bindend Studieadvies. student. uva.nl/ rechten m UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bindend Studieadvies (BSA) 2018-2019 student. uva.nl/ rechten Het (negatief bindend) studieadvies Als je als voltijd bachelorstudent staat ingeschreven

Nadere informatie

Profileringsruimte. Een onderzoek naar het keuzegedrag en de keuzemotieven van bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht

Profileringsruimte. Een onderzoek naar het keuzegedrag en de keuzemotieven van bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht Profileringsruimte Een onderzoek naar het keuzegedrag en de keuzemotieven van bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport Utrecht, april 2007 Profileringsruimte

Nadere informatie

Bindend Studieadvies (BSA)

Bindend Studieadvies (BSA) BSA_4luik_0708.qxp:BSA folder recht 06-06-2007 18:18 Pagina 1 Bindend Studieadvies (BSA) Neem contact op met het Bureau Studiebegeleiding Om dispensatie te krijgen van het negatief BSA moet u uw persoonlijke

Nadere informatie

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid www.qompas.nl Januari 2015 Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid 1 Oordeel studenten/scholieren over Qompas en tevredenheid met betrekking tot

Nadere informatie

Bijlagenummer GV 507

Bijlagenummer GV 507 GEZAMENLIJKE VERGADERING UGV/OR/SR Bijlagenummer GV 507 Onderwerp: Ophoging norm bindend studieadvies Status Voorbereidende commissie OOM-1 Behandeld in Voorbereidende GV 28 september 2015 Overlegvergadering

Nadere informatie

Algemene informatie. Beste aanstaande student,

Algemene informatie. Beste aanstaande student, Algemene informatie Beste aanstaande student, Ter voorbereiding op het gesprek vragen we je een korte enquête in te vullen. Met het invullen bevestig je tegelijk je komst naar het kennismakingsgesprek,

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over Matching

Veelgestelde vragen over Matching Veelgestelde vragen over Matching Voor de meest actuele versie zie www.uu.nl/matching 1. Waarom voert de Universiteit Utrecht matching in? Om jou als aankomend student te laten beginnen aan een opleiding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 3 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Governance and Global Affairs,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 2 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-2 5 3 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellante tegen de examencommissie Chinastudies,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 0 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: CBE, Postbus 80125, 3508 TC Utrecht College van Beroep voor de Examens ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Bezoekadres Heidelberglaan 8, Utrecht UITSPRAAK Ons

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Gap Year onderzoek. 1. Uitkomsten Jongeren

Gap Year onderzoek. 1. Uitkomsten Jongeren Samenvatting Gap Year onderzoek Mei 2012 Gap Year onderzoek In april 2012 hebben het Europees Platform en de Nuffic onderzoek gedaan naar de toekomstplannen van leerlingen na hun eindexamen. De focus van

Nadere informatie

TUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN

TUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN TUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN December 2016 In de wet Kwaliteit in Verscheidenheid is met ingang van het studiejaar 2014/2015

Nadere informatie

Duurzame ontwikkeling

Duurzame ontwikkeling Duurzame ontwikkeling Rapportage duurzaamheid en groene energie 2010 Onderzoek & Statistiek Groningen is ondergebracht bij de dienst SOZAWE van de Gemeente Groningen Duurzame ontwikkeling Rapportage duurzaamheid

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 8 4 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-1 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van mevrouw XXX te Den Haag, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden

Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden : Afwijzing, bindend negatief studieadvies, BNSA, herkansing

Nadere informatie

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017 TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017 Studie in Cijfers (vaak ook studiebijsluiter genoemd) geeft een beeld van hoe een opleiding aan een hogeschool het doet in vergelijking met dezelfde

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 0 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam

Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : bindend negatief studieadvies compensatieregeling

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Bij beslissing van 28 augustus 2013 heeft de examencommissie van de opleiding Informatica appellant een negatief bindend studieadvies gegeven.

Bij beslissing van 28 augustus 2013 heeft de examencommissie van de opleiding Informatica appellant een negatief bindend studieadvies gegeven. Zaaknummer : CBHO 2014/045 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 23 juni 2014 Partijen : Appellant tegen Hogeschool Leiden Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, duale opleiding NBSA, negatief bindend

Nadere informatie

Wat weet jij over het leenstelsel?!

Wat weet jij over het leenstelsel?! Resultaten onderzoek Wat weet jij over het leenstelsel? 13-01-2015 Wat weet jij over het leenstelsel? In 2015 staan er ingrijpende veranderingen voor de deur die de toegankelijkheid van het onderwijs onder

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase Zwolle, 8 december 2008 Gewijzigd op 9 juli 2012 1 Titel I - Algemeen Artikel 1 - Doel 1. Het doel van het uitvoeringsreglement is te garanderen

Nadere informatie

Studiekeuze van Amsterdamse VWO-leerlingen

Studiekeuze van Amsterdamse VWO-leerlingen Studiekeuze van Amsterdamse VWO-leerlingen Foto: FNWI (Interieur), fotograaf Harry van Veenendaal (2012) Projectnummer: 13156 Lotje Cohen MSc Merel van der Wouden MSc drs. Carine van Oosteren drs. Jeroen

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9 69 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Pedagogische Wetenschappen, verweerster 1.

Nadere informatie

Uitgebreide Pilot Nominaal = Normaal aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Uitgebreide Pilot Nominaal = Normaal aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Uitgebreide Pilot Nominaal = Normaal aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Tussenrapportage onderzoek (februari 2013) Dr. Gerard Baars Dr. Brian Godor Ing. Peter Hermus Drs. Rick Wolff In samenwerking

Nadere informatie

Overzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging: 30-aug-2016

Overzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging: 30-aug-2016 Overzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging: 30-aug-2016 Bedrijfskunde Radboud Universiteit Nijmegen Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen Bedrijfskunde Vrije Universiteit Amsterdam Biomedische wetenschappen

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 1 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Nominaal is normaal bij FSW

Nominaal is normaal bij FSW Nominaal is normaal bij FSW Effect op studiekeuze, instroom, rendement/ studieresultaten en zelfstudietijd Prof. dr. H.T. van der Molen, Decaan Faculteit Sociale Wetenschappen Dr. G.J.A. Baars (Risbo)

Nadere informatie

Overzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging: 14-9-15

Overzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging: 14-9-15 Overzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging: 14-9-15 Bedrijfskunde Radboud Universiteit Nijmegen Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen Bedrijfskunde Vrije Universiteit Amsterdam Biomedische wetenschappen

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-2 2 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 1 1 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 1 6 3

U I T S P R A A K 1 4 1 6 3 U I T S P R A A K 1 4 1 6 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-1 2 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van mevrouw XXX te Rotterdam, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 7 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de heer XXX, appellant tegen het College van Bestuur, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 1 5 4

U I T S P R A A K 1 3 1 5 4 U I T S P R A A K 1 3 1 5 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 3 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden DATUM 18-7-2016 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 670 528

Nadere informatie

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden DATUM 6-6-2016 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 762 573 898

Nadere informatie

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden DATUM 11-7-2016 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 679 534

Nadere informatie

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden DATUM 4-4-2016 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 779 608 940

Nadere informatie

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden DATUM 22-08-16 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 449 361 523

Nadere informatie

Bijlage 4: Extra vragenlijst evaluatie studiekeuzegesprekken

Bijlage 4: Extra vragenlijst evaluatie studiekeuzegesprekken Bijlage 4: Extra vragenlijst evaluatie studiekeuzegesprekken De vragen in deze vragenlijst hebben betrekking op de gevolgde training/workshop Studiekeuze in april 2010. Daarbij zijn we benieuwd hoe jouw

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2010 EXAMENCOMMISSIE FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

JAARVERSLAG 2010 EXAMENCOMMISSIE FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM JAARVERSLAG 2010 EXAMENCOMMISSIE FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Rotterdam, maart 2011 Jaarverslag 2010 Examencommissie Faculteit der Wijsbegeerte 1 In de Wet Versterking Besturing

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : 2013/129 Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,

Nadere informatie

Onderzoek: Studiekeuzecheck

Onderzoek: Studiekeuzecheck Onderzoek: Studiekeuzecheck Publicatiedatum: 11-4- 2014 Over dit onderzoek Het 1V Jongerenpanel, onderdeel van EenVandaag, bestaat uit 7000 jongeren van 12 t/m 24 jaar. Aan dit online onderzoek, gehouden

Nadere informatie

Betrokkenheid van onderzoekscholen bij het ontwikkelen van onderzoeksgerichte masteropleidingen

Betrokkenheid van onderzoekscholen bij het ontwikkelen van onderzoeksgerichte masteropleidingen Een groot aantal ingevulde vragenlijsten is per 15 augustus 2003 (de deadline) geretourneerd. Een rappel leverde nog eens een aantal ingevulde vragenlijsten op. Uiteindelijk hebben 29 decanen en 22 directeuren

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

Studeren in een academische context

Studeren in een academische context Studeren in een academische context Jan van Rooij & Sinem Akgün 07-09-2017 - Organisatie van de Universiteit Leiden/ - CvB > Faculteit > Instituut (psychologie) - Bachelor opleidingscommissie - Honours

Nadere informatie

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Draagvlakmeting Projectnummer: 10063 In opdracht van: Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) Rogier van der Groep Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658

Nadere informatie

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: appellant

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: appellant UITSPRAAK Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:. appellant tegen de beslissing van Commissie Studieadvies Eerste Jaar

Nadere informatie

Gescheiden gft inzameling Nesselande

Gescheiden gft inzameling Nesselande rotterdam.nl/onderzoek Gescheiden gft inzameling Nesselande Onderzoek en Business Intelligence Gescheiden gft inzameling Nesselande Een evaluatie M. van Rhee Onderzoek en Business Intelligence (OBI) 13

Nadere informatie

Studiebegeleiding: de studieadviseur en de student

Studiebegeleiding: de studieadviseur en de student 30-5-2016 1 Studiebegeleiding: de studieadviseur en de student Geartsje Zondervan Anneke Schrik Bart Borghols Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen 30-5-2016 2 30-5-2016 3 Even voorstellen Geartsje

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,

Nadere informatie

Bekendheid Harde Knip

Bekendheid Harde Knip Bekendheid Harde Knip Eindrapportage Onderzoek in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs Froukje Wartenbergh-Cras Joyce Bendig-Jacobs Marc Thomassen ResearchNed juni 2012 2012 ResearchNed Nijmegen

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : CBHO 2014/272 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 juli 2015 Partijen : Appellante en CBE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : afwijzing bezwaarprocedure bindend negatief

Nadere informatie

Rommelen met je identiteit. Landelijk scholierenonderzoek naar de aard en de omvang van de falsificatie van legitimatiebewijzen door jongeren

Rommelen met je identiteit. Landelijk scholierenonderzoek naar de aard en de omvang van de falsificatie van legitimatiebewijzen door jongeren Rommelen met je identiteit Landelijk scholierenonderzoek naar de aard en de omvang van de falsificatie van legitimatiebewijzen door jongeren Utrecht, maart 2005 2 Rommelen met je identiteit Uitvoerder:

Nadere informatie

INTRODUCTIE & STUDIESUCCES

INTRODUCTIE & STUDIESUCCES INTRODUCTIE & STUDIESUCCES DEELRAPPORT STUDENT ANALYTICS 201 1 AUGUSTUS 201, V1 INHOUD CONTEXT ONDERZOEK: STUDENT ANALYTICS Dit deelrapport van het project Student Analytics 201 behandelt de relatie tussen

Nadere informatie

Introductie Bacheloropleiding Psychologie

Introductie Bacheloropleiding Psychologie Introductie Bacheloropleiding Psychologie 31 augustus 2015 Anna Zandvliet, Arjaan Wit Instituut Psychologie Welkom Organisatie Universiteit/Faculteit/Instituut Programma propedeuse In het kort: BSA & studiebegeleiding

Nadere informatie

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 1. Inleiding Vanaf 2015 verandert het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (vanaf

Nadere informatie

De studiebelasting voor Werktuigbouwkunde bedraagt gemiddeld 42 uur per week. Wiskunde is wel een

De studiebelasting voor Werktuigbouwkunde bedraagt gemiddeld 42 uur per week. Wiskunde is wel een Naam opleiding: Werktuigbouwkunde Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas terugnemen kan

Nadere informatie

College van Beroep voor het Hoger Onderwijs

College van Beroep voor het Hoger Onderwijs College van Beroep voor het Hoger Onderwijs Zaaknummer: CBHO 2015/288 Datum uitspraak: 28 april 2016 Uitspraak in de zaak tussen: [naam], appellant, en het college van beroep voor de examens van de Universiteit

Nadere informatie

Algemene informatie

Algemene informatie Algemene informatie 2016-2017 BSA-regeling UITVOERINGSREGELING STUDIEADVIES BSA - TUA juni 2016 Aan de TUA geldt een bindend studieadvies. De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW)

Nadere informatie

Overzicht Lotingstudies WO

Overzicht Lotingstudies WO Overzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging: Bedrijfskunde Radboud Universiteit Nijmegen voltijd Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen voltijd Bedrijfskunde Vrije Universiteit Amsterdam voltijd Biomedische

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Artikel 1. Definities...2. Artikel 2. Eisen Bindend Studieadvies...2. Artikel 3. Het studiebegeleidingsplan en het advies...2

Artikel 1. Definities...2. Artikel 2. Eisen Bindend Studieadvies...2. Artikel 3. Het studiebegeleidingsplan en het advies...2 REGELING BINDEND STUDIEADVIES UNIVERSITEIT LEIDEN Inhoud Artikel 1. Definities...2 Artikel 2. Eisen Bindend Studieadvies...2 Artikel 3. Het studiebegeleidingsplan en het advies....2 Artikel 4. Dossiervorming...3

Nadere informatie

Tevredenheid contact beroepspraktijk/ praktijkgerichtheid

Tevredenheid contact beroepspraktijk/ praktijkgerichtheid Tevredenheid contact beroepspraktijk/ praktijkgerichtheid Studenten Gedrag & Maatschappij vaker ontevreden... 2 Wo-bachelorstudenten vaker ontevreden over praktijkaspecten... 3 Minder ontevreden studenten

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel Fractie Front Verhogen bedrag bestuursbeurzen

Initiatiefvoorstel Fractie Front Verhogen bedrag bestuursbeurzen Fractie Front Warandelaan 2 5037 AB Tilburg E: info@fractiefront.nl T: 013 466 8780 I: www.fractiefront.nl To: University Council From: Fractie Front Date: 11 th of December 2015 Reference: Higher the

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 7 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Masterkeuze Stichting OER 2009/2010 2

Onderzoeksrapport Masterkeuze Stichting OER 2009/2010 2 Onderzoeksrapport Masterkeuze Eenentwintigste bestuur Stichting OER 2009/2010 Voorwoord Voor u ligt het tweede en laatste onderzoeksrapport van het eenentwintigste bestuur (academisch jaar 2009-2010) van

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de decaan van de Tilburg Law School, verweerder

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase Door het College van Bestuur vastgesteld op 23 maart 2017 na verkregen instemming van de CMR op 15 maart 2017 Inhoud Artikel 1. Doel... 2 Artikel

Nadere informatie

nadruk gelegd op het belang van discipline en

nadruk gelegd op het belang van discipline en Bijlage IV bij Praktijkbeschrijving Liberal Arts and Sciences: de nameting Opgesteld door: Steven Dijkstra Projectleider Studiekeuzegesprekken Liberal Arts and Sciences Universiteit Utrecht Ter inleiding

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 2 1 2

U I T S P R A A K 1 3 2 1 2 U I T S P R A A K 1 3 2 1 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie Propedeuse van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Revisie Keuzegids Universiteiten 2015

Revisie Keuzegids Universiteiten 2015 Revisie Keuzegids Universiteiten 2015 Voor u ligt een nieuwe analyse Keuzegids 2015 d.d. 5-11-2014. Deze vernieuwde analyse is tot stand gekomen wegens een grote rectificatie op de Keuzegids 2015 d.d.

Nadere informatie

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017 TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017 Studie in Cijfers (vaak ook studiebijsluiter genoemd) geeft een beeld van hoe een opleiding aan een universiteit het doet in vergelijking met

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 5 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

WO-BACHELOR - studentaantallen Economie en Recht

WO-BACHELOR - studentaantallen Economie en Recht Economie en Recht Bedrijfskunde Bedrijfs- en Consumentenwetenschappen Wageningen University 238 Bedrijfskunde Bedrijfskunde Erasmus Universiteit Rotterdam 2.204 Bedrijfskunde Bedrijfskunde Maastricht University**

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Wachttijden 2014

Onderzoeksrapport. Wachttijden 2014 Onderzoeksrapport Wachttijden 2014 Inhoudsopgave 1. Abstract 2. Inleiding 3. De Geneeskundestudent 4. Methode 5. Resultaten - Enquête algemeen - Enquête Wachttijden 6. Conclusie 7. Referenties 8. Contactgegevens

Nadere informatie