Betreft: Voorstel tijdelijke aanpassing managementstatuut d.d

Transcriptie

1 Aan: Van: Bestuurscommissie Winkler Prins Ferdinand Vinke, centraal directeur Betreft: Voorstel tijdelijke aanpassing managementstatuut d.d Datum: 11 juni 2012 Status: Besluitvorming vergadering bestuurscommissie Korte toelichting: Het huidige managementstatuut van 2010 zal worden vervangen door een nieuw managementstatuut. Redenen hiervoor zijn de nieuwe managementstructuur die ingaat per augustus 2012 en het wetsvoorstel Goed onderwijs, goed bestuur waarin aanwijzingen staan voor de rolverdeling tussen toezicht, bestuur en management. De invoering van het nieuwe statuut kan pas later dit najaar plaatsvinden. Het bijgevoegde voorstel is bedoeld om een praktische, tussentijdse oplossing te formuleren waardoor het nieuwe managementteam kan samenwerken.

2 Managementstatuut van de "Winkler Prins" openbare scholengemeenschap voor Gymnasium, Atheneum, HAVO, VMBO en Praktijkonderwijs te Veendam. De bestuurscommissie van de "Winkler Prins" gezien haar voorstel van d.d.10 juni 2010, gezien het advies van de medezeggenschapsraad, stelt het navolgende managementstatuut vast: Artikel 1 Begripsomschrijving In dit statuut wordt verstaan onder: a. commissie: de bestuurscommissie voor het bestuur en beheer ingesteld op grond van artikel 83 van de Gemeentewet ten behoeve van het "Winkler Prins" te Veendam. De commissie is op basis van de verordening Bestuurscommissie Winkler Prins te Veendam het bevoegd gezag als bedoeld in de Wet op het Voortgezet Onderwijs. b. centraal directeur: eenhoofdige centrale directie als bedoeld in artikel 32b van de Wet op het Voortgezet Onderwijs; c. sectordirecteur: functionaris in deze functie in dienst van de commissie benoemd door de commissie; d. decentraal georganiseerd overleg (DGO): het decentraal georganiseerd overleg als bedoeld in artikel 40a van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. Artikel 2 Taken en bevoegdheden commissie De commissie bestuurt op hoofdlijnen: 1. a) De commissie heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor de instandhouding van de school, de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering. b) De commissie stelt een strategisch beleidsplan vast, waarin op hoofdlijnen in ieder geval aandacht besteed wordt aan de beleidsterreinen strategisch beleid, personeel en organisatie, onderwijsbeleid, leerlingenzorg, toelatingsbeleid, materiële en financiële zaken en bestuurlijke zaken. c) De commissie doet voorstellen aan de gemeenteraad met betrekking tot de instandhouding van de school waaronder begrepen is de fusie, de bestuurlijke overdracht en wijziging van de grondslag, de verhuizing en de opheffing van een nevenvestiging of dislocatie van de school. d) De commissie stelt de personele en materiële begroting vast. e) De commissie beslist over het aangaan van samenwerking met andere instellingen. f) De commissie beslist over het verkrijgen, bezwaren en vervreemden van onroerend goed. g) De commissie benoemt, schorst en ontslaat de centraal directeur. h) De commissie stelt de begroting, de jaarrekening en het sociaal jaarverslag vast. De jaarrekening wordt voor de vaststelling door de commissie aan een door de commissie benoemde accountant voorgelegd. i) De commissie voert de functionerings- en beoordelingsgesprekken met de centraal directeur. j) De commissie stelt het managementstatuut vast. k) De commissie stelt het medezeggenschapsreglement vast. 2. De commissie verleent ten aanzien van alle taken en bevoegdheden die haar op basis van de verordening Bestuurscommissie Winkler Prins te Veendam toekomen en niet in het eerste lid van dit artikel zijn genoemd, mandaat aan de centraal directeur. Artikel 3 Taken en bevoegdheden centraal directeur 1. De centraal directeur draagt zorg voor de voorbereiding en uitvoering van de besluiten, zoals genoemd in artikel 2 eerste lid van dit statuut, met uitzondering van artikel 2 eerste lid sub g en sub i. 1

3 2. De centraal directeur oefent de taken en bevoegdheden uit zoals bedoeld in artikel 2 tweede lid van dit statuut. 3. Overeenkomstig het bepaalde in het medezeggenschapsreglement en de daarbij behorende bijlage voert de centraal directeur de besprekingen met de medezeggenschapsraad op instellingsniveau over de aangelegenheden die behoren tot de taken en bevoegdheden zoals omschreven in dit statuut. 4. De centraal directeur voert de functionering- en beoordelingsgesprekken met de sectordirecteuren Artikel 4 Verlenen ondermandaat door centraal directeur 1. De centraal directeur kan aan een sectordirecteur of derden die in dienst zijn van de commissie een ondermandaat verlenen ten aanzien van de taken en bevoegdheden zoals genoemd in artikel 3 van dit statuut. 2. De centraal directeur legt in een mandateringsbesluit vast welke taken en bevoegdheden aan welke functionaris worden ondergemandateerd. Artikel 5 Vertegenwoordiging in en buiten rechte De centraal directeur vertegenwoordigt de commissie in en buiten rechte met betrekking tot de aan de centraal directeur gemandateerde bevoegdheden voor zover in dit statuut niet anders wordt bepaald. Artikel 6 Regeling toedeling, bestemming en aanwending van de bekostiging. 1. De centraal directeur stelt de sectordirecteur ten minste in de gelegenheid aan hem advies uit te brengen over: a) De vaststelling en wijziging van de (meerjaren) begroting. b) De vaststelling van de jaarrekening. c) De criteria die de commissie toepast bij de verdeling van de totale lumpsum. d) De criteria en spelregels die de commissie toepast bij het verschuiven van middelen tussen de afzonderlijke sectoren. 2. De sectordirecteur wordt, voordat het in lid 1 bedoelde advies wordt uitgebracht, door de centraal directeur in de gelegenheid gesteld met de centraal directeur overleg te voeren over de in lid 1 genoemde onderwerpen. 3. De centraal directeur stelt de sectordirecteur zo spoedig mogelijk schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte of hij het door de sectordirecteur aan hem uitgebrachte advies overneemt in zijn advisering aan de commissie. 4. Indien de centraal directeur het advies van de sectordirecteur niet of niet geheel in zijn advisering aan de commissie overneemt, stelt de centraal directeur de sectordirecteur in de gelegenheid met hem overleg te voeren, alvorens definitief aan de commissie te adviseren. De centraal directeur brengt zijn definitieve beslissing, over het wel of niet overnemen van het advies van de sectordirecteur, zo spoedig mogelijk ter kennis aan de sectordirecteur. 5. De centraal directeur is bevoegd uitgaven te doen met in achtneming van de door de commissie vastgestelde begroting. Artikel 7 Verantwoording financieel beleid Na afloop van elk kwartaal rapporteert de centraal directeur aan de commissie over de stand van zaken met betrekking tot inkomsten, uitgaven en aangegane verplichtingen en geeft hiervan een overzicht betreffende het dan verstreken deel van het kalenderjaar. Artikel 8 Informatieoverdracht De centraal directeur informeert de commissie in voldoende mate over de dagelijkse gang van zaken en over de voortgang op tenminste de beleidsterreinen strategisch beleid, personeel en organisatie, onderwijsbeleid, leerlingenzorg, toelatingsbeleid, materiële en financiële zaken en bestuurlijke zaken. Artikel 9 Wijzigen of intrekken van besluiten Indien de centraal directeur bij de uitoefening van zijn in dit statuut genoemde taken en bevoegdheden handelt in strijd met dit statuut of met enige andere regeling dan wel schade toebrengt aan de belangen van de school kan de commissie hierbij genomen besluiten wijzigen en/of intrekken. Artikel 10 Wijziging van de verdeling der bevoegdheden Wijziging van de verdeling der taken en bevoegdheden van de commissie en centraal directeur zoals omschreven in artikel 2 en 3 vergt een wijziging van dit statuut. 2

4

5 Voorstel tijdelijke aanpassing managementstatuut d.d Geachte leden van de bestuurscommissie, Met ingang van 1 augustus 2012 verandert de managementstructuur van Winkler Prins van drie managementlagen naar twee. Het aantal directiefuncties wordt verminderd van twaalf naar acht. Het bestuur heeft hierover een besluit genomen in de bestuursvergadering van juni Daarnaast speelt binnen bestuurlijk onderwijsland, en daarmee ook binnen Winkler Prins, de discussie over de toepassing van het wetsvoorstel Goed onderwijs, goed bestuur waarin de scheiding van toezicht, bestuur en management wordt beschreven. Dit alles is voor de bestuurscommissie aanleiding geweest om een nieuw managementstatuut te laten beschrijven waarin beide bovengenoemde zaken verwerkt worden. Het concept ligt in de volgende bestuursvergadering (juni 2012) ter tafel. In het geval het bestuur dit concept (al dan niet gewijzigd) vaststelt, is daarmee het statuut nog niet definitief. Er kan slechts sprake zijn van een voorgenomen besluit, omdat de directeuren van de deelscholen eerst de gelegenheid geboden moet worden om met het bestuur in gesprek te gaan over het voorgenomen concept managementstatuut. Het bestuur kan eventuele opmerkingen van de directeuren overnemen of naast zich neerleggen. Daarna heeft de medezeggenschapsraad van de school een adviesrecht op het concept statuut. Pas daarna kan de bestuurscommissie het statuut definitief vaststellen. In het gunstigste geval zal dat in oktober 2012 plaats kunnen vinden. Op 1 augustus 2012 gaan we dus van start met de nieuwe managementstructuur terwijl het nieuwe managementstatuut nog niet is vastgesteld. Hiervoor zal een tijdelijke oplossing gevonden moeten worden. Het voorstel is om dit op praktische wijze vorm te geven doordat het bestuur besluit dat het huidige managementstatuut van ook voor het nieuwe managementteam van kracht zal blijven met dien verstande dat daar waar centraal directeur staat, gelezen moet worden, centrale directie en daar waar sectordirecteur staat, gelezen moet worden directeur deelschool.