Rekenverbeterplan Mobiel

Transcriptie

1 Basisschool Mobiel Mijehof HW Amsterdam Zuidoost Rekenverbeterplan Opgesteld : zie voetregel 1

2 1. De opbouw van dit plan van aanpak Dit plan van aanpak is opgebouwd uit de volgende onderdelen. Aanleiding Beginsituatie Algemene doelstellingen Doelstellingen per groep Afspraken Acties Cyclus - planning 2. Aanleiding Aanleiding tot dit rekenverbeterplan is het feit, dat basisschool Mobiel, net als de andere basisscholen in Amsterdam Zuidoost, deelneemt aan het OEKT-rekenverbeterproject (OEKT = Omdat Elk Kind Telt) waar het SMART omgaan met toetsresultaten nagestreefd wordt ten einde de kwaliteit van het rekenonderwijs te verbeteren. Conclusie voor Mobiel is dat leerkrachten reeds vertrouwd zijn met het invoeren en bijhouden van toetsresultaten. Daarnaast achten de interne begeleider en de directie het van groot belang dat prioriteit gegeven wordt aan het toerusten van leerkrachten om de eerder genoemde toetsresultaten verder te kunnen analyseren en diagnosticeren zodat hierop door de leerkracht zelf onderbouwde acties kunnen worden ondernomen ten einde de rekenresultaten te verbeteren. In dit plan van aanpak is gebruik gemaakt van gegevens uit: Het inspectierapport van Het schoolplan Het beoordelingsformat schoolformat rekenverbetertrajecten van de PO-raad. 3. Beginsituatie De Rekenresultaten van de groepen 3, 4 en 5 liggen op dit moment nog onder de ondergrens die de inspectie hanteert. De E toetsen die in schooljaar zijn afgenomen in groep 4, laten groei zien, zowel in vaardigheid als in niveau. Groep 5 blijft wat achter De analyse van de leerlingvolgsysteem-resultaten (Cito) vraagt verdere verdieping zodat de leerrendementen van individuele leerlingen en groepen beter in kaart kunnen worden gebracht. Actieplannen (bijvoorbeeld een duidelijk zorgvergaderrooster, implementatie van een routeplan voor groeps- of handelingsplannen aan de hand van de zorgroute) om aan de hand van een duidelijke analyse te werken aan verbetering van tegenvallende resultaten zijn noodzakelijk maar ontbreken nog. (zie het bijgevoegde toetsoverzicht van groep 5 van schooljaar waar de vaardigheidscore bij een aantal leerlingen een terugval laat zien). Er is onvoldoende verantwoord en gedifferentieerd leerstofaanbod voor de meerpresteerders. De school verantwoordt zich in onvoldoende mate over de gerealiseerde onderwijskwaliteit naar de ouders toe middels een duidelijke informatiesystematiek ten aanzien van onderzoeksuitkomsten en de effecten van verbeterplannen. In oudergesprekken wordt de vaardigheid van de leerlingen besproken en middels de nieuwsbrief wordt globaal gecommuniceerd over de toetsen (de toetsdoelen waarop thuis kan worden geoefend worden benoemd). De verantwoording naar de algemeen directeur geschiedt drie maal per jaar aan de hand van tussentijdse rapportages. De frequentie van zorgteambreed-overleggen wordt in verhoogd van drie naar zes bijeenkomsten. 4. Algemene doelstellingen 2

3 De school streeft naar een percentage van minimaal 75% van de leerlingen op het landelijk gemiddelde en maximaal 25% onder de signaallijn. Een leerling met gedurende een jaar 3x A niveau ( middentoets, eindtoets, middentoets) is een meerpresteerder en krijgt daarna zogenaamde plustaken van de rekenmethode Pluspunt. Er is veel verantwoord verrijkingsmateriaal op school, dat op de juiste wijze in de behoefte van deze leerlingen kan voorzien. De inzet van dit materiaal is op dit moment echter nog onvoldoende. Komend schooljaar willen we hierin een slag maken door gerichter verrijkingsstof in de weekplanningen mee te nemen voor leerlingen die hiervoor in aanmerking komen. Het streven is om aan het einde van het schooljaar binnen elke groep voor de meerpresteerders een concreet plan te realiseren met betrekking tot verrijkingsstof. Door ontwikkelingen binnen Bijzonderwijs zijn we hier niet aan toe gekomen. De vaardigheidscores binnen het scoregebied van een leerling willen we nadrukkelijk monitoren. Een leerling met bijvoorbeeld een A-score kan zich namelijk ook gedurende meerdere jaren minder ontwikkelen door een gebrek aan stimulans / prikkel en toch A-scores blijven behalen. In realiteit presteert deze leerling dus minder dan van hem/haar verwacht mag worden. In dat geval wordt onderzocht waar de oorzaak ligt van dit probleem door de toets nader te analyseren en in gesprek te gaan met leerling en leerkracht, waarna een concreet actieplan kan worden opgesteld. Leerlingen op D- en E niveau worden teruggetoetst en de vaardigheidsscores van de laatste drie toetsen worden geanalyseerd om zo het leerrendement in kaart te brengen. Daarna wordt opnieuw het niveau bepaald. Vervolgens wordt de stof aangeboden in de zone van de naaste ontwikkeling met nieuwe doelen en registratie in een zogenaamd leerlingjournaal. Van leerlingen die D en E scoren wordt de toets geanalyseerd en op de hiaten wordt ingespeeld. De leerkracht stelt voor rekenen groepsplan op waarbij goed gekeken wordt naar de onderwijsbehoefte van elke leerling. We streven naar niet meer dan 3 subgroepen binnen één jaargroep! Daarbij worden individuele handelingsplannen die in de klas worden uitgevoerd meegenomen. Een leerling met 3 x achtereenvolgens E niveau scoort krijgt vanaf groep 6 een eigen leerprogramma of leerlijn wanneer extern onderzoek bevestigt, dat een leerling alleen dan in staat is de basisschool af te ronden. Voor deze leerlingen wordt door interne begeleider en groepsleerkracht een O.P.P. (ontwikkelperspectief) opgesteld, waarin de tussen- en einddoelen vermeld staan, die als te bereiken resultaten gelden. In de groepen 3, 4 en 5 worden kinderen met leerachterstanden geholpen middels (groeps)handelingsplannen, gerichte instructie en ondersteuning door leerkrachten, die door de IB-er hierbij gecoacht worden. Alle CITO-toetsresultaten worden structureel ingevoerd in ons leerlingvolgysteem van webbased Esis waarna een opbrengstenanalyse plaatsvindt waar duidelijke actieplannen uit voortvloeien. 5. Doelstellingen per groep Hierbij wordt gebruik gemaakt van iedereen kan leren rekenen van de PO-Raad en het Projectbureau Kwaliteit. De IB-er zorgt ervoor dat elke leerkracht de brochure in zijn bezit heeft en dat deze onderdeel is van de klassenmap. De brochure bevat praktische handreikingen, die een waardevolle aanvulling zijn op de rekenmethode. In groep 1 Wordt gebruik gemaakt van rekenterminologie (erbij, eraf, meer, minder etc.) Wordt het voorbereidend rekenen elke dag betekenisvol aangeboden Kennen de kinderen de cijfercymbolen tot 5 Groep 2 Aan het einde van groep 2: Kennen de kinderen de cijfersymbolen Kunnen kinderen tot 20 tellen Kunnen kinderen vanaf een gegeven getal verder tellen 3

4 Kunnen kinderen terugtellen vanaf 10 Kunnen kinderen de buurgetallen noemen van getallen tot 20 In groep 3 Krijgen zwakke rekenaars meer instructie en oefentijd Wordt tijdig gesignaleerd en ingegrepen. Aan het eind van groep 3: kunnen geautomatiseerd optellen en aftrekken tot 10. In Groep 4 Wordt extra tijd en begeleide instructie geboden voor zwakke rekenaars Wordt ruime aandacht besteed aan het oriënteren in de telrij tot 100. Aan het eind van groep 4 Kunnen leerlingen geautomatiseerd optellen en aftrekken tot 20. Kunnen de kinderen eind groep 4 vlot optellen en aftrekken tot 100. In Groep 5 Wordt ruime aandacht besteed aan het oriënteren in de telrij tot 1000 Wordt gerichte aandacht gegeven aan het ontwikkelen en expliciet aanleren van vermenigvuldigingsstrategieën. Aan het eind van groep 5 zijn de tafels van 1 10 geautomatiseerd. In Groep 6 Wordt frequent (elke les 5-10 minuten) aandacht besteed aan het onderhouden van rekenvaardigheden, die in groep 3, 4 en 5 zijn aangeleerd, zoals het rekenen tot 100, tot 1000 en de tafels van vermenigvuldiging. Worden voor zwakke rekenaars keuzes gemaakt. Voor deze leerlingen wordt gebruik gemaakt van de minimumdoelen uit de methode. Aan het eind van groep 6 worden alle tijdsbegrippen door de leerlingen beheerst. Groep 7-8 Ten aanzien van breuken en procenten wordt een groepsplan ontwikkeld dat kijkend naar de planning van het leerstofaanbod structureel geëvalueerd wordt. Krijgen ook zwakke rekeneaars onderwijs in typische bovenbouwonderwerpen zoals breuken, kommagetallen, verhoudingen en procenten. Is er ruime aandacht voor elementair (getal) inzicht in breuken, kommagetallen, verhoudingen en procenten. Wordt het instructie geven gehandhaafd. Voorkomen wordt dat zwakke rekenaars langdurig zelfstandig werken. Wordt de tweede helft van groep 8 gebruikt om hiaten in de rekenvaardigheden van kinderen weg te werken en om kinderen gericht voor te bereiden op de overgang naar het voortgezet onderwijs. Aan het eind van groep 8 worden alle tijdsbegrippen door de leerlingen beheerst. 6. Afspraken doorgaande lijn groepen 3-8 Regelmatig doch minimaal een keer per week vindt een aanschouwelijke rekenles plaats. Elke dag wordt vijf minuten besteed aan automatiseringsopdrachten, zoals terug te vinden is in de weekplanning. De doelstellingen zijn bij punt 5 beschreven. Aan de hand van een kijkwijzer (zie bijlage) geven collega s elkaar als maatjes feedback als zij klassenbezoeken bij elkaar afleggen. Hier worden roosters voor opgesteld. De kijkwijzer die Mobiel gebruikt is als bijlage aan dit plan toegevoegd. Heeft afgelopen schooljaar niet plaatsgevonden. Het jaar ervoor wel. Omdat we volgend jaar nieuwe collega s krijgen is het zinvol hier wel ruimte voor te geven. 4

5 IB-er en VVE-coordinatoren formuleren welke vaardigheiden een oudste kleuter op voorbereidend rekengebied moet beheersen voor overgang naar groep 3. Staat echter nog niet duidelijk op papier. Een rekenblok duurt drie weken. Driewekelijks wordt door de leerkracht vooruit gepland en in deze planning komt ook het doel van de rekenles naar voren. Het is van belang dat leerkrachten en leerlingen zich van dit doel bewust zijn zodat voor hen duidelijk is welke leerstof aan het einde van het blok wordt getoetst. IB-er en directie werken aan het ontwikkelen van een digitale datamuur voor rekenen, die de vorderingen van de leerlingen inzichtelijk maakt. Rekenmaterialen zijn geïnventariseerd en zijn toegankelijk op een centrale plek voor alle leerkrachten. Eind maart zijn alle groepen vanaf groep 3 voorzien van een digitaal schoolbord. Daadwerkelijk gebruik van de mogelijkheden hiervan zal een positieve invloed hebben op de onderwijsresultaten en dus ook op de rekenresultaten. De ICT-er heeft hiertoe actie ondernomen door te inventariseren hoe ver de verschillende leerkrachten zijn ten aanzien van het gebruik van het digibord. Er zullen vervolgens groepjes worden gemaakt en leerkrachten zullen op hun niveau worden bekwaamd. Voor groep 1 t/m 3 wordt gezamenlijk door de onderbouwleerkrachten op de centrale hal een rekenhoek gemaakt. Hierbij wordt ingespeeld op de onderdelen voorbereiden rekenen met geld, meten en wegen. De tutor krijgt hierin een belangrijke rol. IB en Directie zijn van mening dat goed rekenonderwijs niet los kan worden gezien van taal. De nieuwe LVS-toetsen zijn nog taliger dan voorheen. Komend schooljaar wordt dan ook geïnvesteerd in het optimaal gebruik van de taalmethode Taalactief en zal ook worden gestart Estafette 7. Acties Het is van belang, dat rekenverbeterfactoren op schoolniveau in kaart worden gebracht. Hieruit vloeit de volgende actielijst voort: De leerkracht: a. maakt een gedegen jaarplanning en is al op de hoogte van de rekenstof die hij of zij dit jaar gaat aanbieden. b. Bespreekt in de teamvergadering of in bouwoverleg het overzicht van de leerstof van het voorgaande en volgend jaar in het kader van de doorgaande lijn. c. dient professioneel om te gaan met weerstand. Nieuwe projecten brengen soms weerstanden met zich mee. Dat geldt ook voor het rekenproject OEKT. Het is van belang dat we als team daar professioneel mee omgaan en dat voor de leraren duidelijk wordt dat zij het verschil maken. d. wordt eigenaar van de leerdoelen voor de groep en de individuele leerling. e. kijkt verder dan de uitslag in A E -scores. Analyse van de vaardigheidsscores bij leerlingen die meerdere keren een vaste A- E score hebben geeft meer inzicht in de vorderingen. f. wordt minimaal een keer per jaar in het kader van het rekenverbeterplan van Mobiel aan de hand van een kijkwijzer vereerd met een gezamenlijk klassenbezoek van de directeur en de interne begeleider. g. die als maatje aan een ander verbonden is, coacht die ander didactisch en omgekeerd. Ze spreken de te geven lessen met elkaar door, leggen klassenbezoeken bij elkaar af en evalueren deze. Met elkaar praten over het rekenonderwijs bevordert de kwaliteit. Onderwerpen die daarbij aan de orde komen zijn: Het handelen van de leerkracht binnen het rekenonderwijs. Gebruik van data en de doorgaande rekenlijn conform de methode. Effectieve leertijd. De kwaliteit van het directe instructiemodel en de differentiatie. Klassenmanagement. Oriëntatie op een nieuwe rekenmethode aangezien de huidige rekenmethode afgeschreven is en dus vanuit dat oogpunt vervangen kan worden. 5

6 Verbetering van de leerkrachtvaardigheden, zoals programmaplanning, gebruik aanschouwelijk materiaal, preventief analyseren van toetsresultaten en het opstellen van een groepsplan met gedifferentieerd aanbod. h. besteedt elke dag één uur aan rekenonderwijs. Met de interne begeleider wordt besproken of dit voldoende is. Deze hanteert hierbij de richtlijnen van de PO-raad. i. analyseert de methodegebonden toetsen en stelt daaruit vloeiende actieplannen op. Deze acties worden meegenomen in het groepsplan of de individuele handelingsplannen. j. De leerkracht analyseert voor D en E kinderen de lvs-toetsen en ontdekt zodoende waar de hiaten zitten en welke stappen moeten worden gezet om in de behoeften van deze kinderen te voorzien. (denk aan werken aan de instructietafel, preteaching, meer oefenmomenten) k. legt een link tussen de leeropbrengsten en zijn of haar mogelijk te verbeteren vaardigheden om beter rekenonderwijs te bieden. Kortom, de leerkracht kijkt kritisch naar zijn eigen handelen. l. wordt betrokken bij het toetsen van lesmethodes op kwaliteit en effectiviteit en trekken daaruit conclusies. Uiteraard hebben directie en interne begeleider hierin een leidende rol. m. bekijkt aan de hand van de zeven stappen, horende bij de zogenaamde activerende directe instructie, hoe er beter uitgelegd kan worden aan de kinderen. n. dient de zorg planmatig uit te voeren waarna de leerlingenzorg geëvalueerd kan worden aan de hand van een leidraad die de interne begeleider op verzoek aanreikt. o. Integreert het rekenonderwijs ook in andere vakken. 8. Cyclus-planning van periodieke momenten van monitoring van de te ondernemen actie van de leerkrachten toe. Maand Actie Door Agustus 2010 Teamvergadering over de opbrengsten en resultaten van IB r de afgenomen E- toetsen die vorig schooljaar zijn afgenomen Augustus 2010 Teamvergadering over handelings- en groepsplannen IB r aan de hand van de 1-zorgroute. Opbrengsten en resultaten komen aan bod. September 2010 Teamvergadering over het op uniforme wijze bijhouden IB r van methodegebonden toetsresultaten. September 2010 Zorgteam Breed Overleg. IB r, directie, September 2010 Klassenbezoeken directie met aandacht voor en bewaking van: Directie Afspraken uit Rekenverbeterplan (worden opgenomen in het handboek van Mobiel) 3 weken planning / 5 minuten automatiseren welke opgenomen is in de weekplanning gebruik instructietafel waarbij zoveel mogelijk kinderen betrokken worden bij de instructie. Begeleide verwerking want dat hebben onze kinderen nodig. September 2010 Monitoring van de leerkrachtacties zoals deze in het rekenverbeterplan zijn benoemd Directie, IB r en groepsleerkracht Oktober 2010 Groepsbesprekingen tussen IB r en groepsleerkrachten IB r, groepsleerkracht Oktober 2010 Teamvergadering waarin de voortgang van implementatie van groepsplannen en individuele handelingsplannen in kaart wordt gebracht IB r 6

7 November 2010 Zorgteam Breed Overleg IB r, directie, November 2010 Verantwoording naar ouders van resultaten IB r en directie rekenverbeterplan tot nog toe Januari 2011 Teamvergadering waarin de voortgang van IB r implementatie van handelings- en groepsplannen in kaart wordt gebracht Januari 2011 Zorgteam Breed Overleg IB r, directie, Januari 2010 Klassenbezoeken directie met aandacht voor en bewaking van: Directie Afspraken uit Rekenverbeterplan (worden opgenomen in het handboek van Mobiel) 3 weken planning / 5 minuten automatiseren welke opgenomen is in de weekplanning gebruik instructietafel waarbij zoveel mogelijk kinderen betrokken worden bij de instructie. Begeleide verwerking want dat hebben onze kinderen nodig. Februari 2011 Maart 2011 Teamvergadering over de opbrengsten en resultaten van de afgenomen M- toetsen. Monitoring van de leerkrachtacties zoals deze in het rekenverbeterplan zijn benoemd IB r Directie, IB r en groepsleerkracht Maart 2011 Zorgteam Breed Overleg IB r, directie, Maart 2011 Leerlingbesprekingen tussen IB r en groepsleerkrachten IB r, groepsleerkracht April 2011 Teamvergadering waarin de voortgang van IB r implementatie van het groepplannen en de handelingsplannen in kaart wordt gebracht. Mei 2011 Zorgteam Breed Overleg IB r, directie, Mei 2011 Mei 2011 Juni 2011 Juni 2011 Per groep vinden gesprekken tussen IB r en groepsleerkracht plaats waarbij van elke leerling de drie opeenvolgende toetsresultaten ( midden eindmidden) in kaart worden gebracht en het leerrendement aan de hand van de vaardigheidsscores wordt vastgesteld. Verantwoording naar ouders van resultaten rekenverbeterplan tot nog toe De formatie van het volgende schooljaar is bekend evenals de groepenverdeling. De betreffende collega s dragen de informatie van elke leerling over, zodat een doorgaande lijn gewaarborgd wordt. De IB r monitort of dit voor alle groepen plaats heeft gevonden in de betreffende periode. Klassenbezoeken directie met aandacht voor en bewaking van: Afspraken uit Rekenverbeterplan (worden opgenomen in het handboek van Mobiel) 3 weken planning / 5 minuten automatiseren welke opgenomen is in de weekplanning gebruik instructietafel waarbij zoveel mogelijk kinderen betrokken worden bij de instructie. Begeleide verwerking want dat hebben onze IB r en groepsleerkrachten IB r en directie Groepsleerkracht IB r Directie 7

8 kinderen nodig. Juli 2011 Zorgteam Breed Overleg IB r, directie, Bijlagen Observatieformulier Instructiemodel 1 Groepsoverzicht-voorbeeld met actiepunten van groep 5 Analyse opbrengen ordenen en rekenen/wiskunde februari 2010 Opgesteld, mede namens het team, 27 april 2010, Amsterdam-Zuidoost en recentelijk aangevuld op 7 juli 2010 n.a.v. opmerkingen c.q. aanvullingen van de algemeen directeur, de heer E. Bakker op 29 juni Geavalueerd op 27 juni 2011 Maya Goercharan, interne begeleider Leon Dijcks, directeur Bijlage 9. Project opbrengstgericht leiderschap a. Doelen Centrale doelstelling van het project vormt de versterking van het opbrengstgericht leiderschap in de school, tot uitdrukking komend in een cultuur van opbrengstgericht werken (evaluatiecultuur). De inhoudelijke focus ligt hierbij op het rekenonderwijs (project Omdat elk kind telt! ). Onze school werkt tijdens de doorlooptijd van het project aan de ontwikkeling, invoering en borging van een systematische werkwijze waarbij data van leerresultaten van de leerlingen uitgangspunt vormen voor het leren van leerlingen. In de kern betekent dit dat alle betrokkenen in onze school op alle niveaus werken volgens de principes van planmatig werken : het helder in kaart brengen van de beoogde kwaliteit en de aanpak, het gericht werken aan het tot stand komen van de beoogde kwaliteit, het in kaart brengen van de resultaten / opbrengsten in samenhang met de beoogde resultaten (met in begrip van het hierover verantwoording afleggen aan de betrokkenen) en het aanpassen van de aanpak. Om de invoering van het systematisch werken met data verder te stimuleren, besteedt onze school aandacht aan de versterking van het reflectief vermogen en overweegt gebruik te maken van methodes van zelfevaluatie en het inzetten van audits (kwaliteitsbeoordeling door interne en of externe deskundigen). b. Beoogde opbrengsten De inspanningen van onze school zijn gericht op de volgende opbrengsten: De rekenprestaties van de leerlingen zijn op peildatum 01 augustus 2011 meetbaar en verbeterd ten opzichte van de nulmeting op peildatum 01 augustus Dit valt onder andere af te leiden uit de vergelijkende gegevens van de Cito-eindtoets en een aantal Cito- tussentoetsen. 8

9 De cultuur van opbrengstgericht werken is versterkt. Dit valt onder andere af te leiden uit de toename van het zichtbaar inzetten van data bij de planning van het leerproces van de leerlingen en het periodiek inzetten van instrumenten van zelfevaluatie in de school. c. Programma Programmalijn 1: Opbrengstgerichte leiders Doel: De schooldirectie geeft leiding aan het schoolteam vanuit de principes van opbrengstgericht leiderschap en bevordert hiermee de beoogde cultuur van opbrengstgericht werken in de school. Aanpak: De schooldirectie ontwikkelt op grond van een gedegen analyse van de huidige situatie een realistisch haalbare verbeteraanpak voor de beoogde kwaliteitsverbetering van opbrengstgericht leiderschap in de school, richt het verbeterproces in, voert de planning uit en volgt de resultaten van de uitvoering. De schooldirectie voert hierbij de volgende activiteiten uit: De schooldirectie brengt de beginsituatie van opbrengstgericht leiderschap in kaart. De schooldirectie stelt een persoonlijk ontwikkelingsplan op, bespreekt dit met de algemeen directeur en met het schoolteam. Algemeen directeur en schooldirectie stellen in samenspraak het persoonlijk ontwikkelingsplan vast. De schooldirectie voert het persoonlijk ontwikkelingsplan uit waarbij zij optimaal gebruik maken van het geven van onderlinge feedback- en leerervaringen onder andere opgedaan tijdens de PLG directies (project Omdat elk kind telt! ) Resultaat: Aan het einde van het project wordt zichtbaar meer en beter gebruik gemaakt van de principes van opbrengstgericht leiderschap bij het leiding geven aan het schoolteam. Programmalijn 2: Werkproces opbrengstgericht werken Doel: Elke leraar hanteert bij het geven van rekenonderwijs het werkproces van opbrengstgericht werken. Aanpak: Ons schoolteam ontwikkelt, implementeert en borgt een werkproces van opbrengstgericht werken. Centraal in dit proces staan de stappen plannen, uitvoeren, resultaten in kaart brengen & rapporteren en bijstellen. Het werkproces voor opbrengstgericht werken wordt toegepast op het inhoudelijk domein van het rekenonderwijs (samenhang met project Omdat elk kind telt! ). Schooldirectie en schoolteam voeren hierbij de volgende activiteiten uit: De schooldirectie ontwikkelt in samenspraak met de andere aan het project Opbrengstgericht leiderschap deelnemende schooldirecties een wenselijk en realistisch haalbaar werkproces voor opbrengstgericht werken in de school. De schooldirectie consulteert het schoolteam over het beoogde werkproces opbrengstgericht werken, bespreekt de wijze waarop de invoering en borging ervan plaats vindt en zorgt voor draagvlak. 9

10 De schooldirectie stelt het werkproces vast in samenhang met de wijze waarop de invoering en borging ervan plaats vindt. De leraren voeren stap voor stap het werkproces van opbrengstgericht werken in. De schooldirectie en de leden van het rekenverbeterteam van de school ondersteunen de leraren hierbij o.a. door het uitvoeren van korte gesprekken met leraren en klasseconsultaties. - Resultaat: Aan het einde van het project heeft elk schoolteam zichtbaar het werkproces van opbrengstgericht werken op het domein rekenen ingevoerd en geborgd. Programmalijn 3: Opbrengstgerichte cultuur Doel: Het schoolteam ontwikkelt, implementeert en borgt een werkproces van zelfevaluatie en reflectie. Aanpak: Ons schoolteam ontwikkelt, implementeert en borgt een werkproces van zelfevaluatie en reflectie. Centraal in dit proces staat het periodiek inzetten van zelfevaluatie om de voortgang van de beoogde kwaliteitsverbetering rekenen te kunnen volgen (samenhang met project Omdat elk kind telt! ). Schooldirectie en schoolteam voeren hierbij de volgende activiteiten uit: Het projectteam draagt zorg voor de ontwikkeling van het zelfevaluatie instrument sterk rekenonderwijs waarbij onder andere gebruik wordt gemaakt van de bestaande kijkwijzer sterk rekenonderwijs en de inspectiestandaarden. De schooldirectie maakt het ontwikkelde instrument passend voor toepassing in de school, bespreekt de wijze waarop de invoering en borging ervan plaats vindt en zorgt voor draagvlak. De schooldirectie stelt het instrument vast in samenhang met de wijze waarop de invoering en borging ervan plaats vindt. De schooldirectie voert in samenspraak met het schoolteam de zelfevaluatie uit. De schooldirectie bespreekt de resultaten van de zelfevaluatie met het schoolteam en stelt op grond van de conclusies de planning voor het rekenverbetertraject bij. Resultaat: Aan het einde van het project heeft elke schooldirectie in samenwerking met het schoolteam de zelfevaluatie rekenen uitgevoerd en de resultaten ervan verankerd in de vervolgplanning van het rekenverbetertraject (samenhang met project Omdat elk kind telt! ). Einde bijlage 10