Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen"

Transcriptie

1 Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen

2 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende het arbeidsvolume en de inkomensrekeningen van de huishoudens voor het Rijk, de gewesten, de provincies en de arrondissementen over de periode en vormt een aanvulling op de publicatie van februari Wat het Rijk betreft, stemmen de resultaten overeen met de oktober 2017-ramingen uit de INR-publicatie Nationale Rekeningen, Deel 2: Gedetailleerde rekeningen en tabellen De regionale verdeling is gebaseerd op methodes, definities en nomenclaturen die voor alle lidstaten van de Europese Unie zijn geharmoniseerd. Het referentiekader is het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 2010) zoals opgenomen in de EG-verordening nr. 549/2013 van het Europees parlement en de Raad van 21 mei De publicatie bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat een beknopte bespreking van de resultaten en de methode om het arbeidsvolume regionaal te berekenen. Het tweede deel presenteert de statistische tabellen. Alle berekeningen werden afgesloten op 23 maart Toelichtingen van conceptuele en methodologische aard evenals meer gedetailleerde tabellen bevinden zich op de website van de Nationale Bank van België: voor alle variabelen per bedrijfstak vanaf 2003 volgens de NACE 2008-nomenclatuur en ESR 2010; voor de consumptieve bestedingen per institutionele sector vanaf 1995 of 1999 volgens het ESR 2010; voor de inkomensrekeningen van de huishoudens vanaf 1995 of 1999 volgens het ESR Instituut voor de nationale rekeningen Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan mits bronvermelding. ISSN (print) ISSN X (online)

3 Woord vooraf Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de regionale verdeling van het arbeidsvolume en de inkomensrekeningen van de huishoudens en hun sparen voor de periode volgens de ESR 2010-methodologie. De gepresenteerde regionale rekeningen zijn coherent met de nationale rekeningen gepubliceerd in oktober Het is de eerste keer dat regionale resultaten m.b.t. het arbeidsvolume uitgedrukt in aantal gewerkte uren worden gepubliceerd. Ze omvatten de periode Voor het aantal gewerkte uren door loontrekkenden zijn er resultaten op het niveau van de gewesten, provincies en arrondissementen. Voor het arbeidsvolume van de zelfstandigen beperkt het geografische detail zich tot de gewesten en provincies. Dit vloeit voort uit het gebruikte bronnenmateriaal. Dit houdt ook in dat er geen gegevens beschikbaar zijn over het aantal gewerkte uren door zelfstandigen voor de Duitstalige Gemeenschap. De voorliggende publicatie bevat een sub-set van de rekeningen. Alle gedetailleerde resultaten zijn ter beschikking via de gegevensbank NBB.Stat van de Nationale Bank van België. De Raad van bestuur van het INR heeft de in deze publicatie opgenomen resultaten en in het bijzonder ook de methode om het arbeidsvolume op regionaal niveau te ramen bevestigd. Het Wetenschappelijk comité voor de nationale rekeningen, van zijn kant, heeft een positief advies verstrekt. Jean-Marc Delporte De voorzitter van de Raad van bestuur van het Instituut voor de nationale rekeningen Brussel, april

4

5 Inhoudstafel Woord vooraf 3 Commentaar 9 I Het arbeidsvolume uitgedrukt in gewerkte uren per gewest Totaal arbeidsvolume Overzicht Onderscheid tussen loontrekkenden en zelfstandigen Detail per bedrijfstak A10 en per sector Aantal gewerkte uren per jaar per persoon Overzicht Onderscheid tussen loontrekkenden en zelfstandigen Aantal gewerkte uren per jaar per zelfstandige Aantal gewerkte uren per jaar per loontrekkende Detail per bedrijfstak A10 en per sector voor het jaar Aantal gewerkte uren per loontrekkende Aantal gewerkte uren per zelfstandige Determinanten van het arbeidsvolume Productiviteit per gewerkt uur Overzicht Determinanten van de toegevoegde waarde naar volume Detail per bedrijfstak A10 en per sector voor het jaar Loonkosten per gewerkt uur Overzicht Determinanten van de beloning van werknemers Detail per bedrijfstak A10 en per sector voor het jaar

6 II De inkomensrekeningen van de huishoudens per gewest Primair inkomen (netto) Beschikbaar inkomen (netto) Bruto beschikbaar inkomen Brutobesparingen Brutospaarquote Ontwikkeling van de belangrijkste aggregaten van de inkomensrekeningen van de huishoudens Wijzigingen t.o.v. de publicatie van de regionale rekeningen van februari Wijzigingen m.b.t. het primair en beschikbaar inkomen (netto) Wijzigingen m.b.t. het bruto beschikbaar inkomen en de brutobesparingen 39 III Methodologische nota m.b.t. de regionale verdelingvan het aantal gewerkte uren Definitie gewerkte uren Aantal gewerkte uren door loontrekkenden Algemeen principe Aantal gewerkte uren per loontrekkende volgens de RSZ-gegevens Correctie voor betaalde maar niet gewerkte dagen en uren Raming van het aantal gewerkte uren per persoon voor voltijdse werknemers Raming van het aantal gewerkte uren per persoon voor deeltijdse werknemers Speciale gevallen Raming van het aantal gewerkte uren per loontrekkende Aantal gewerkte uren volgens de nationale en regionale rekeningen Exclusief zwartwerk Zwartwerk Studenten Correctie voor kalendereffecten Ondernemingen met vestigingen in meerdere arrondissementen Resultaten volgens de regionale rekeningen Aantal gewerkte uren door zelfstandigen Raming in de nationale rekeningen Raming in de regionale rekeningen Algemeen principe Alternatieve benadering Algemene opmerking 50 6

7 Tabellen Inleidende beschouwingen Totaal aantal gewerkte uren 1.1 Totaal aantal gewerkte uren - Totale economie (S.1) Totaal aantal gewerkte uren - Resultaten per NUTS1 - A Brussels Hoofdstedelijk gewest - Absolute cijfers Vlaams gewest - Absolute cijfers Waals gewest - Absolute cijfers Extraregionaal gebeid - Absolute cijfers Het Rijk - Absolute cijfers Gewerkte uren door loontrekkenden 2.1 Gewerkte uren door loontrekkenden - Totale economie (S.1) Gewerkte uren door loontrekkenden - Resultaten per NUTS1 - A Brussels Hoofdstedelijk gewest - Absolute cijfers Vlaams gewest - Absolute cijfers Waals gewest - Absolute cijfers Extraregionaal gebeid - Absolute cijfers Het Rijk - Absolute cijfers Gewerkte uren door zelfstandigen 3.1 Gewerkte uren door zelstandigen - Totale economie (S.1) Gewerkte uren door zelfstandigen - Resultaten per NUTS1 - A Brussels Hoofdstedelijk gewest - Absolute cijfers Vlaams gewest - Absolute cijfers Waals gewest - Absolute cijfers Het Rijk - Absolute cijfers Inkomensrekeningen van de huishoudens - Globale resultaten per geografische eenheid 4.1 Brussels Hoofdstedelijk gewest - Absolute cijfers Brussels Hoofdstedelijk gewest - Absolute cijfers (netto) Brussels Hoofdstedelijk gewest - Absolute cijfers (bruto) Vlaams gewest - Absolute cijfers Vlaams gewest - Absolute cijfers (netto) Vlaams gewest - Absolute cijfers (bruto) Waals gewest - Absolute cijfers Waals gewest - Absolute cijfers (netto) Waals gewest - Absolute cijfers (bruto) Extraregionaal gebied - Absolute cijfers Extraregionaal gebied - Absolute cijfers (netto) Extraregionaal gebied - Absolute cijfers (bruto) Het Rijk - Absolute cijfers Het Rijk - Absolute cijfers Het Rijk - Absolute cijfers Inkomensrekeningen van de huishoudens - Rekening voor bestemming van primaire inkomens 5.1 Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers

8 5.5 Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Inkomensrekeningen van de huishoudens - Secundaire inkomensverdelingsrekening 6.1 Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Inkomensrekeningen van de huishoudens - Beschikbaar inkomen per inwoner 7.1 Beschikbaar inkomen per inwoner - Absolute cijfers Inkomensrekeningen van de huishoudens - Duitstalige gemeenschap 8.1 Duitstalige gemeenschap - Absolute cijfers Bijlagen 9.1 Gemiddelde bevolking per gewest, provincie en arrondissement Bedrijfstakclassificaties A3, A10, A21, A38, A64, SUT en NACE-BEL 127 Publicaties van het INR en contactpersonen 143 Algemene opmerkingen 147 Conventionele tekens 149 Lijst van afkortingen 151 8

9 Commentaar De EG-Verordening nr. 549/2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (ESR 2010) bepaalt welke variabelen regionaal moeten worden uitgesplitst. Voor België ontbrak nog één variabele: de gewerkte uren opgesplitst naar enerzijds loontrekkenden en anderzijds zelfstandigen. De regionale resultaten voor de periode zijn nu beschikbaar en worden voorgesteld in hoofdstuk I. In hoofdstuk III wordt de gevolgde ramingsmethode uitgelegd. In de publicatie m.b.t. de regionale rekeningen van februari 2018 ontbrak de regionale verdeling van de inkomensrekeningen van de huishoudens. Die resultaten zijn nu eveneens beschikbaar en komen aan bod in hoofdstuk II. Voor alle resultaten zijn de cijfers voor het Rijk coherent met die uit de nationale rekeningen van oktober

10 I Het arbeidsvolume uitgedrukt in gewerkte uren per gewest In dit hoofdstuk worden de regionale resultaten gepresenteerd m.b.t. het aantal gewerkte uren verdeeld naar werkplaats (punt 1). Nu het arbeidsvolume beschikbaar is, kan ook het aantal gewerkte uren per persoon berekend worden (punt 2) en kan nagegaan worden welke factoren de belangrijkste impact hadden op de ontwikkeling van de arbeidsduur (punt 3). Door het arbeidsvolume te combineren met respectievelijk de toegevoegde waarde en de beloning van werknemers kunnen de productiviteit en de loonkosten per gewerkt uur worden afgeleid. Die worden ter illustratie kort aangesneden in de punten 4 en 5. In de toekomst zal dit wel verder overgelaten worden aan het initiatief van de gebruikers van de regionale rekeningen. Onderstaande tabel geeft een synthese van alle variabelen. Tabel 1 SYNTHeSe - absolute CIJFeRS, aandelen en GROeI PeR GeWeST aandelen 1 of Groei (in%) absolute cijfers 1 verhoudingscijfer t.o.v. het Rijk Jaarlijks gemiddelde Gewerkte uren door loontrekkenden (in duizend uren) brussel ,5 0,06 0,12 0,02-0,39 Vlaanderen ,8 0,85 1,69 0,26 0,77 Wallonië ,6 0,82 1,93 0,04 0,74 het Rijk ,0 0,70 1,46 0,16 0,57 Gewerkte uren door zelfstandigen (in duizend uren) brussel ,1 1,76 2,65 1,13 0,88 Vlaanderen ,4 0,38 0,61 0,21-1,72 Wallonië ,5 0,69 0,53 0,80-0,03 het Rijk ,0 0,58 0,76 0,46-1,00 Totaal gewerkte uren (in duizend uren) brussel ,8 0,28 0,44 0,17-0,21 Vlaanderen ,7 0,73 1,42 0,25 0,16 Wallonië ,5 0,79 1,57 0,23 0,54 het Rijk ,0 0,68 1,30 0,23 0,20 Aantal loontrekkenden (personen) brussel ,0 0,20 0,28 0,15-0,60 Vlaanderen ,8 0,99 1,75 0,45 1,12 Wallonië ,2 0,97 1,87 0,33 0,95 het Rijk ,0 0,85 1,52 0,37 0,79 Aantal zelfstandigen (personen) brussel ,2 2,59 2,82 2,43 2,92 Vlaanderen ,8 0,80 0,78 0,82 1,39 Wallonië ,0 0,52 0,16 0,77 0,79 het Rijk ,0 0,88 0,77 0,96 1,36 Totaal aantal werkzame personen (personen) brussel ,0 0,44 0,51 0,39-0,21 Vlaanderen ,3 0,96 1,58 0,51 1,16 Wallonië ,7 0,89 1,56 0,41 0,92 het Rijk ,0 0,85 1,40 0,47 0,89 bron: INR. 1 het verschil tussen de som van de drie gewesten en het Rijk betreft het extraregionaal gebied. 10

11 TABEl 1 SYNTHESE - ABSOLUTE CIJFERS, AANDELEN EN GROEI PER GEWEST (VERVOLG) Aandelen 1 of Groei (in%) Absolute cijfers 1 verhoudingscijfer t.o.v. het Rijk Jaarlijks gemiddelde Bruto toegevoegde waarde in volume (in mln.euro; kettingeuro's met 2015 als referentiejaar) Brussel ,0 0,81 1,94-0,00 0,98 Vlaanderen ,7 1,85 2,71 1,24 1,96 Wallonië ,2 1,24 2,45 0,38 1,09 het Rijk ,0 1,51 2,49 0,81 1,58 Beloning van werknemers (in mln. euro) = D1 Brussel ,0 2,44 3,31 1,83-0,54 Vlaanderen ,8 3,22 4,72 2,16 1,37 Wallonië ,2 3,29 4,79 2,24 0,66 het Rijk ,0 3,08 4,44 2,12 0,83 Gewerkte uren per loontrekkende (uren/jaar) Brussel ,3-0,14-0,16-0,13 0,21 Vlaanderen ,1-0,14-0,07-0,19-0,34 Wallonië ,7-0,15 0,05-0,29-0,20 het Rijk ,0-0,14-0,06-0,21-0,22 Gewerkte uren per zelfstandige (uren/jaar) Brussel ,5-0,81-0,16-1,27-1,99 Vlaanderen ,0-0,42-0,16-0,61-3,07 Wallonië ,5 0,17 0,37 0,03-0,81 het Rijk ,0-0,29-0,01-0,49-2,33 Gewerkte uren per persoon (uren/jaar) Brussel ,5-0,15-0,07-0,21-0,00 Vlaanderen ,7-0,22-0,16-0,26-1,00 Wallonië ,3-0,10 0,01-0,18-0,37 het Rijk ,0-0,18-0,10-0,23-0,68 Loonkosten per uur (in euro; nominale termen) Brussel ,9 2,38 3,18 1,81-0,15 Vlaanderen 37 98,2 2,34 2,98 1,89 0,59 Wallonië 36 94,4 2,45 2,81 2,20-0,08 het Rijk ,0 2,36 2,93 1,95 0,26 Productiviteit per uur (kettingeuro's met 2015 als referentiejaar; reële termen) Brussel ,9 0,52 1,50-0,17 1,20 Vlaanderen ,1 1,10 1,27 0,99 1,80 Wallonië 45 87,5 0,45 0,86 0,15 0,55 het Rijk ,0 0,83 1,18 0,58 1,38 Bron: INR. 1 het verschil tussen de som van de drie gewesten en het Rijk betreft het extraregionaal gebied. 1. Totaal arbeidsvolume 1.1 Overzicht Op het niveau van het Rijk steeg het arbeidsvolume tussen 2003 en 2015 gemiddeld per jaar met 0,7 %, van miljoen gewerkte uren in 2003 tot miljoen gewerkte uren in Twee periodes kunnen worden onderscheiden. De periode vóór de economische crisis van 2008 werd gekenmerkt door een gemiddelde jaarlijkse groei met 1,3 %, terwijl het arbeidsvolume in de periode na 2008 minder sterk toenam (gemiddeld 0,2 % per jaar). 11

12 Tabel 2 ARBEIDSVOLUME IN GEWERKTE UREN PER GEWEST, Arbeidsvolume in gewerkte uren (in 1000 uren) Ontwikkeling t.o.v. het voorgaande jaar (in %) Jaar Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk ,1 0,7 1,7 0, ,4 0,7 1,4 1, ,4 2,1 2,0 1, ,0 2,1 1,6 1, ,3 1,5 1,2 1, ,3-1,8-1,7-1, ,6 0,6 0,9 0, ,7 2,1 2,9 2, ,7 0,4 0,4 0, ,4-0,2-0,9-0, ,3 0,6-0,4 0, ,2 0,2 0,5 0,2 Bron: INR. Tabel 3 GEMIDDELDE JAARLIJKSE GROEI VAN HET ARBEIDSVOLUME PER GEWEST (in %) Jaar Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk ,28 0,73 0,79 0, ,44 1,42 1,57 1, ,17 0,25 0,23 0,23 Bron: INR. Het aandeel van Brussel in het totaal arbeidsvolume liep terug van 15,5 % in 2003 tot 14,8 % in Het aantal gewerkte uren steeg van miljoen tot miljoen uur. De gemiddelde groei op jaarbasis van 2003 tot 2015 (0,3 %) was er de laagste van de drie gewesten. Vóór 2008 bedroeg die groei 0,4 %, tegen 0,2 % tussen 2009 en In Vlaanderen, waar het aandeel in het totale aantal gewerkte uren tussen 2003 en 2015 licht toenam van 58,1 % tot 58,7 %, steeg het arbeidsvolume van miljoen uur in 2003 tot miljoen uur in 2015 (+0,7 % gemiddeld per jaar). Tussen 2003 en 2008 werd een gemiddelde jaarlijkse stijging van het arbeidsvolume met 1,4 % opgetekend. Tussen 2009 en 2015 bedroeg die stijging 0,25 %. Het arbeidsvolume in Wallonië nam tijdens de periode van 2003 tot 2015 gemiddeld met 0,8 % per jaar toe, van miljoen uur in 2003 tot miljoen uur in 2015, dat is de sterkste toename van de drie gewesten. In Wallonië is het aandeel van het arbeidsvolume uitgedrukt in gewerkte uren licht gestegen van 26,1 % in 2003 tot 26,5 % in De gemiddelde jaarlijkse groei was ook hier het grootst in de periode van 2003 tot 2008 (+1,6 %). Sinds 2009 bedroeg de gemiddelde jaarlijkse groei 0,2 %, dat is iets lager dan in Vlaanderen. 12

13 Grafiek 1 ONTWIKKElING VaN HET TOTaal aantal GEWERKTE UREN PER GEWEST, (2003 = 100) Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Bron: INR. In Vlaanderen en Wallonië daalde het arbeidsvolume enkel in 2009 en 2013; in beide jaren vertraagde de economische activiteit. In Brussel, daarentegen, was het groeicijfer in een groter aantal jaren negatief. In 2004 en 2006 was de daling van het arbeidsvolume te wijten aan de daling van het aantal loontrekkenden in verscheidene bedrijfstakken. In 2010 was het evenwel het aantal arbeidsuren per persoon dat terugliep (hoofdzakelijk in de groot- en kleinhandel, de reparatie van auto's en motorfietsen, de rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening en de creatieve activiteiten, kunst en amusement). In 2015 nam het arbeidsvolume in Wallonië (+0,5 %) en Vlaanderen (+0,2 %) toe. In Brussel daalde het aantal gewerkte uren (-0,2 %). 1.2 Onderscheid tussen loontrekkenden en zelfstandigen De lagere groei van het totale arbeidsvolume in Brussel was vooral te wijten aan een veel tragere groei van het arbeidsvolume van de loontrekkenden, wat nog versterkt werd door hun groter aandeel in het totale arbeidsvolume (gemiddeld 87 %) in vergelijking met beide andere gewesten (gemiddeld 75 %). Vooral in de periode waren de groeiverschillen tussen enerzijds Brussel en anderzijds Vlaanderen en Wallonië uitgesproken groot. Het arbeidsvolume van de zelfstandigen daarentegen, nam in de periode gemiddeld genomen veel sterker toe in Brussel dan in beide andere gewesten. Ook hier waren de verschillen met de andere gewesten het grootst in de eerste deelperiode. Tabel 4 ARBEIDSVOLUME IN GEWERKTE UREN PER GEWEST, Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Gemiddelde jaarlijkse groei van het arbeidsvolume van loontrekkenden (in %) ,06 0,85 0,82 0, ,12 1,69 1,93 1, ,02 0,26 0,04 0,16 Gemiddelde jaarlijkse groei van het arbeidsvolume van zelfstandigen (in %) ,76 0,38 0,69 0, ,65 0,61 0,53 0, ,13 0,21 0,80 0,46 Aandeel van het aantal loontrekkenden in het totaal aantal werkzame personen (in %) ,0 74,6 73,9 76, ,7 75,7 74,2 76,8 gemiddelde ,8 75,3 74,6 76,9 Bron: INR. 13

14 Grafiek 2 ONTWIKKElING VaN HET arbeidsvolume VaN DE loontrekkenden PER GEWEST, (2003 = 100) Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Bron: INR. Grafiek 3 ONTWIKKElING VaN HET arbeidsvolume VaN DE ZElFSTaNDIGEN PER GEWEST, (2003 = 100) Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Bron: INR. 1.3 Detail per bedrijfstak A10 en per sector Tabel 5 geeft de bijdrage van elke A10-bedrijfstak tot de tussen 2003 en 2015 gecumuleerde groei van het totale arbeidsvolume per gewest. De bijdragen zijn op hun beurt nog eens opgesplitst naar de uren gepresteerd door loontrekkenden enerzijds en zelfstandigen anderzijds. Hierdoor kunnen voor elk gewest de voornaamste structurele ontwikkelingen tussen 2003 en 2015 worden vastgesteld. In alle gewesten leverden de bedrijfstakken 'vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten', 'administratieve en ondersteunende diensten' en openbaar bestuur, defensie, onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening de grootste positieve bijdragen tot de groei van het arbeidsvolume en trok de bedrijfstak verwerkende nijverheid, winning van delfstoffen en overige industrie de groei naar beneden. De veel lagere groei van het arbeidsvolume in Brussel werd vooral veroorzaakt door de fors negatieve bijdragen bij de loontrekkenden van de bedrijfstakken financiële activiteiten en verzekeringen en groot- en detailhandel, vervoer, hotels en restaurants en in iets mindere mate informatie en communicatie, terwijl die bedrijfstakken in Vlaanderen en Wallonië een positieve of slechts licht negatieve bijdrage leverden. Hierdoor was in Brussel de bijdrage van de privésector ook negatief, in tegenstelling tot beide andere gewesten. Opvallend is ook dat in Brussel de bijdrage van de zelfstandigen tot de groei van het totale arbeidsvolume groter was dan die van de loontrekkenden, wat niet het geval was in beide andere gewesten. 14

15 Tabel 5 BIJDRAGE VAN DE BEDRIJFSTAKKEN TOT DE GROEI VAN HET ARBEIDSVOLUME PER GEWEST TUSSEN 2003 EN 2015 (in %punt) A10 Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Loontrekkenden Zelfstandigen Totaal Loontrekkenden Zelfstandigen Totaal Loontrekkenden Zelfstandigen Totaal Loontrekkenden Zelfstandigen Totaal Landbouw, bosbouw en visserij 1-0,01 0,01-0,01 0,27-0,89-0,62 0,09-0,02 0,07 0,18-0,52-0,34 Verwerkende nijverheid, mijnbouw en andere 2-2,40-0,04-2,44-3,27-0,17-3,43-1,51-0,23-1,74-2,67-0,16-2,83 industrie Bouwnijverheid 3-0,28 0,82 0,54 0,40 0,47 0,87 0,59 0,64 1,24 0,34 0,57 0,91 Groot- en detailhandel, transport, verschaffen van accommodatie en 4-1,76-1,07-2,83 1,67-2,20-0,53 1,15-1,60-0,45 1,00-1,86-0,87 maaltijden Informatie en communicatie 5-0,91 0,10-0,82 0,69 0,27 0,96 0,13 0,28 0,42 0,29 0,25 0,54 Financiële activiteiten en verzekeringen 6-2,02-0,04-2,06-0,05-0,08-0,13 0,04-0,08-0,04-0,33-0,08-0,41 Exploitatie van en handel in onroerend goed 7 0,05 0,06 0,11 0,10 0,04 0,13 0,08 0,07 0,16 0,09 0,05 0,14 15 Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten; administratieve en 8 2,87 3,11 5,97 4,32 3,02 7,33 3,35 2,21 5,56 3,83 2,82 6,65 ondersteunende diensten Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen; onderwijs; menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 9 4,94 0,02 4,96 4,08 0,44 4,52 4,47 0,82 5,29 4,27 0,47 4,74 Andere dienstverlenende activiteiten 10 0,19-0,17 0,02-0,19 0,27 0,08-0,76 0,13-0,63-0,28 0,17-0,12 Totaal 0,67 2,79 3,46 8,02 1,17 9,18 7,62 2,24 9,87 6,72 1,70 8,42 Industrie C -2,83-0,04-2,87-3,45-0,18-3,62-1,70-0,25-1,95-2,89-0,17-3,06 Overheidssector S13 3,85-3,85 1,56-1,56 1,77-1,77 1,93-1,93 Privésector S1-S13-3,19 2,79-0,40 6,45 1,17 7,62 5,85 2,24 8,09 4,79 1,70 6,49 Bron: INR.

16 2. Aantal gewerkte uren per jaar per persoon 2.1 Overzicht Het aantal gewerkte uren per jaar per persoon in België daalde tijdens de periode van 2003 tot 2015 gemiddeld met 0,2 % per jaar, namelijk van uur in 2003 tot uur in Tabel 6 AANTAL GEWERKTE UREN PER PERSOON PER JAAR PER GEWEST, Gewerkte uren per persoon per jaar Ontwikkeling t.o.v. het voorgaande jaar (in %) Jaar Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk ,2-0,5 0,0-0, ,0-0,7-0,2-0, ,3 0,5 0,8 0, ,2 0,4 0,1 0, ,1-0,4-0,7-0, ,6-1,6-1,5-1, ,0 0,1-0,1-0, ,0 0,9 1,5 0, ,7-0,2 0,1 0, ,3 0,1-0,5-0, ,2-0,1-0,3-0, ,0-1,0-0,4-0,7 Bron: INR. Tabel 7 GEMIDDELDE JAARLIJKSE GROEI VAN HET AANTAL GEWERKTE UREN PER PERSOON PER JAAR (in %) Jaar Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk ,15-0,22-0,10-0, ,07-0,16 0,01-0, ,21-0,26-0,18-0,23 Bron: INR. Uitgesplitst naar gewest was het aantal gewerkte uren per persoon het hoogst in Vlaanderen en het laagst in Brussel (met een verschil van gemiddeld 3 %). In tegenstelling tot het totale arbeidsvolume, dat globaal genomen toenam, liep het aantal arbeidsuren per persoon in de drie gewesten gedurende de hele periode terug. Sinds het uitbreken van de economische crisis in 2008 was het verschijnsel meer uitgesproken. In Brussel daalde het aantal gewerkte uren per persoon tijdens de periode van 2003 tot 2015 met gemiddeld 0,15 % per jaar. Vóór 2008 verminderde het aantal arbeidsuren per persoon gemiddeld per jaar met 0,07 % en na 2009 met 0,21 %. In Vlaanderen liep het aantal gewerkte uren per persoon met gemiddeld 0,22 % per jaar terug. Zowel vóór als na 2008 was de daling er groter dan in Brussel of Wallonië. In Wallonië was het aantal jaarlijks gewerkte uren per persoon iets lager dan het nationale gemiddelde. Tijdens de periode van 2003 tot 2015 werd er een geringere daling opgetekend dan in de twee andere gewesten (gemiddeld -0,10 % per jaar). Tussen 2003 en 2008 is het aantal gewerkte uren per persoon zelfs licht gestegen (+0,01 % gemiddeld per jaar). Vanaf 2009 bedroeg de gemiddelde groei op jaarbasis -0,18 %. In 2015 liep het aantal gewerkte uren per persoon in Vlaanderen (-1,0 %) en in Wallonië (-0,4 %) terug ten opzichte van het voorgaande jaar. In Brussel bleef dat aantal onveranderd in vergelijking met

17 Grafiek 4 ONTWIKKELING VAN HET AANTAL GEWERKTE UREN PER JAAR PER PERSOON NAAR GEWEST, (België 2015 = 100) Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Bron: INR. 2.2 Onderscheid tussen loontrekkenden en zelfstandigen In België waren de zelfstandigen tijdens de periode van 2003 tot 2015 goed voor gemiddeld 23,1 % van het totale volume aan gewerkte uren en 16,3 % van de totale werkgelegenheid. Het aantal per zelfstandige gewerkte uren was met andere woorden hoger dan het aantal per loontrekkende gewerkte uren (gemiddeld 54,1 % hoger). Die vaststelling geldt voor de drie gewesten. Niettemin is de verhouding tussen het aantal gewerkte uren per zelfstandige en per loontrekkende minder hoog in Brussel dan in de beide andere gewesten. Van 2003 tot 2015 is het verschil tussen het aantal per jaar gewerkte uren per zelfstandige en per loontrekkende gedaald in Brussel en in Vlaanderen en gestegen in Wallonië. Tabel 8 BELANG VAN DE ZELFSTANDIGEN IN 2003, 2015 EN GEMIDDELD OVER DE PERIODE Aandeel van de zelfstandigen in het totaal arbeidsvolume (in %) Aandeel van de zelfstandigen in het totaal aantal werkzame personen (in %) Gewerkte uren per persoon per jaar: zelfstandigen/loontrekkenden (index) moy moy moy. Brussel 12,0 14,3 13,2 8,7 11,3 9,9 1,423 1,312 1,386 Vlaanderen 25,4 24,3 24,7 17,7 17,4 17,3 1,582 1,529 1,567 Wallonië 26,1 25,8 25,4 18,9 18,1 18 1,516 1,575 1,555 het Rijk 23,5 23,2 23,1 16,6 16,6 16,3 1,542 1,515 1,541 Bron: INR Aantal gewerkte uren per jaar per zelfstandige Het aantal gewerkte uren per jaar per zelfstandige in België daalde tussen 2003 en 2015 gemiddeld met 0,3 % per jaar, van uur tot uur. Die daling was meer uitgesproken tussen 2009 en 2015 (-0,5 %) dan tussen 2003 en 2008 (-0,0 %). 17

18 Tabel 9 AANTAL GEWERKTE UREN PER ZELFSTANDIGE PER JAAR PER GEWEST, Gewerkte uren per zelfstandige per jaar Ontwikkeling t.o.v. het voorgaande jaar (in %) Jaar Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk ,5-1,6-1,2-1, ,3-1,0 0,6-0, ,1 1,0 3,9 1, ,7 1,1 0,3 0, ,2-0,3-1,7-0, ,4-1,4-0,8-1, ,6-0,4 0,3-0, ,7 1,3 3,2 1, ,7-0,6 0,3-0, ,9 0,2-1,7-0, ,9-0,2-0,2-0, ,0-3,1-0,8-2,3 Bron: INR. Tabel 10 GEMIDDELDE JAARLIJKSE GROEI VAN HET AANTAL GEWERKTE UREN PER ZELFSTANDIGE PER JAAR (in %) Jaar Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk ,81-0,42 0,17-0, ,16-0,16 0,37-0, ,27-0,61-0,03-0,49 Bron: INR. Brussel en Vlaanderen lieten een daling van het aantal gewerkte uren per jaar per zelfstandige optekenen tijdens de hele periode van 2003 tot Wallonië vertoonde dan weer een algemene stijging van het aantal gewerkte uren per zelfstandige. Die stijging deed zich met name in het eerste deel van de beschouwde periode voor. Over de periode als geheel was het aantal gewerkte uren per zelfstandige in Brussel het laagst van de drie gewesten. Het verschil met de twee overige gewesten werd groter vanaf Tussen 2003 en 2014 was het aantal gewerkte uren per jaar per zelfstandige het hoogst in Vlaanderen, maar het verschil met Wallonië verkleinde vanaf In 2015 werd het aantal gewerkte uren per zelfstandige in Wallonië groter dan in Vlaanderen. Grafiek 5 ONTWIKKELING VAN HET AANTAL GEWERKTE UREN PER JAAR PER ZELFSTANDIGE NAAR GEWEST, (België 2015 = 100) Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Bron: INR. 18

19 2.2.2 Aantal gewerkte uren per jaar per loontrekkende In België daalde het aantal jaarlijks gewerkte uren per loontrekkende tussen 2003 en 2015 met gemiddeld 0,14 % per jaar, van uur in 2003 tot uur in De sterkste daling werd opgetekend in Tussen 2003 en 2015 was het aantal gewerkte uren per jaar per loontrekkende het hoogst in Brussel en het laagst in Wallonië. Het aantal jaarlijks gewerkte uren per loontrekkende verminderde in dezelfde mate in de drie gewesten (tussen -0,14 % en -0,15 % gemiddeld per jaar). Tussen 2003 en 2008 werd de grootste daling van het aantal jaarlijks gewerkte uren per loontrekkende waargenomen in Brussel (-0,16 % gemiddeld per jaar), terwijl zich in Wallonië een stijging voordeed (+0,05 % gemiddeld per jaar). Van 2009 tot 2015 daalde het aantal gewerkte uren per jaar per loontrekkende in de drie gewesten. Tabel 11 AANTAL GEWERKTE UREN PER LOONTREKKENDE PER JAAR PER GEWEST, Gewerkte uren per loontrekkende Ontwikkeling t.o.v. het voorgaande jaar (in %) Jaar Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk ,3-0,0 0,7 0, ,3-0,5-0,3-0, ,7 0,4 0,0 0, ,0 0,3 0,2 0, ,0-0,4-0,3-0, ,7-1,8-1,7-1, ,6 0,2-0,2-0, ,2 0,8 0,9 0, ,5-0,0-0,1 0, ,3-0,0-0,4-0, ,2-0,1-0,4-0, ,2-0,3-0,2-0,2 Bron: INR. Tabel 12 GEMIDDELDE JAARLIJKSE GROEI VAN HET AANTAL GEWERKTE UREN PER LOONTREKKENDE PER JAAR (in %) Jaar Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk ,14-0,14-0,15-0, ,16-0,07 0,05-0, ,13-0,19-0,29-0,21 Bron: INR. Grafiek 6 ONTWIKKELING VAN HET AANTAL GEWERKTE UREN PER JAAR PER LOONTREKKENDE NAAR GEWEST, (België 2015 = 100) Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Bron: INR. 19

20 2.3 Detail per bedrijfstak A10 en per sector voor het jaar 2015 Aan de hand van onderstaande tabellen is het mogelijk het aantal gewerkte uren per loontrekkende en zelfstandige in 2015 per gewest en per bedrijfstak, alsook het verloop ervan tussen 2014 en 2015 te analyseren Aantal gewerkte uren per loontrekkende Tabel 13 GEWERKTE UREN PER loontrekkende PER BEDRIJFSTaK EN GEWEST IN 2015 (het Rijk = 100) A10 Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Landbouw, bosbouw en visserij 1 91,0 107,9 97,3 106,1 Verwerkende nijverheid, mijnbouw en andere industrie 2 110,3 108,9 107,4 108,6 Bouwnijverheid 3 102,3 106,9 98,3 104,0 Groot- en detailhandel, transport, verschaffen van accommodatie en maaltijden 4 100,8 102,1 98,3 100,9 Informatie en communicatie 5 113,2 115,4 111,2 114,1 Financiële activiteiten en verzekeringen 6 105,1 101,1 100,8 102,9 Exploitatie van en handel in onroerend goed 7 105,0 100,4 99,7 101,4 Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten; administratieve en 8 101,4 99,5 94,1 98,6 ondersteunende diensten Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen; onderwijs; menselijke 9 102,5 92,2 94,9 94,9 gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Andere dienstverlenende activiteiten ,6 94,6 90,4 96,4 Totaal (het Rijk = 100) 103,3 100,1 97,7 100,0 Totaal (uren/jaar) Industrie C 109,4 108,6 107,1 108,3 Overheidssector S13 106,7 97,4 100,5 100,4 Privésector S1-S13 101,8 100,7 96,7 99,9 Bron: INR. In 2015 was het aantal gewerkte uren per loontrekkende hoger in Brussel dan in de beide andere gewesten voor de meeste bedrijfstakken. Enkel in de bedrijfstakken landbouw, bosbouw en visserij, bouwnijverheid, groot- en detailhandel, vervoer, hotels en restaurants en informatie en communicatie lag het aantal gewerkte uren per loontrekkende in Vlaanderen hoger dan in de twee overige gewesten. In Wallonië lag het aantal gewerkte uren per loontrekkende onder het nationale gemiddelde in alle bedrijfstakken, behalve in de bedrijfstak openbaar bestuur, defensie, onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. In Vlaanderen was het aantal gewerkte uren per loontrekkende, in tegenstelling tot de twee andere gewesten, lager in de overheidssector dan in de private sector. Tussen 2014 en 2015 is het per loontrekkende gewerkte arbeidsvolume in België met -0,2 % gedaald. Anders dan in Vlaanderen en Wallonië was er een toename in Brussel (+0,2 %), vooral in de bedrijfstakken bouwnijverheid, overige diensten en financiële activiteiten en verzekeringen. In Vlaanderen en Wallonië was in een groot aantal bedrijfstakken een daling van het aantal gewerkte uren per loontrekkende merkbaar. De meest uitgesproken daling deed zich voor in de financiële activiteiten en verzekeringen. 20

21 Tabel 14 ONTWIKKELING VAN HET AANTAL GEWERKTE UREN PER LOONTREKKENDE PER JAAR PER BEDRIJFSTAK EN GEWEST, 2015 (in %) A10 Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Landbouw, bosbouw en visserij 1-4,5 0,4 0,6 0,3 Verwerkende nijverheid, mijnbouw en andere industrie 2 0,3 0,3 0,4 0,3 Bouwnijverheid 3 1,6-0,1-1,1-0,2 Groot- en detailhandel, transport, verschaffen van accommodatie en maaltijden 4 0,2 0,0 0,1 0,1 Informatie en communicatie 5-0,5-0,1 0,0-0,2 Financiële activiteiten en verzekeringen 6 1,0-1,5-2,2-0,4 Exploitatie van en handel in onroerend goed 7 0,4 0,1 0,1 0,1 Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten; administratieve en 8 0,8-0,6-0,4-0,4 ondersteunende diensten Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen; onderwijs; menselijke 9-0,2-0,7-0,2-0,5 gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Andere dienstverlenende activiteiten 10 1,0-0,8-0,2-0,1 Totaal 0,2-0,3-0,2-0,2 Industrie C 0,6 0,4 0,4 0,4 Overheidssector S13 0,1-0,9 0,0-0,4 Privésector S1-S13 0,3-0,2-0,3-0,2 Bron: INR Aantal gewerkte uren per zelfstandige Tabel 15 GEWERKTE UREN PER ZElFSTaNDIGE PER BEDRIJFSTaK EN GEWEST IN 2015 (het Rijk = 100) A10 Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Landbouw, bosbouw en visserij 1 115,5 127,1 138,3 131,4 Verwerkende nijverheid, mijnbouw en andere industrie 2 90,0 114,2 105,0 109,8 Bouwnijverheid 3 84,7 100,3 102,0 99,1 Groot- en detailhandel, transport, verschaffen van accommodatie en maaltijden 4 99,5 106,8 108,8 107,0 Informatie en communicatie 5 91,0 108,0 93,5 101,5 Financiële activiteiten en verzekeringen 6 79,0 97,6 103,9 98,4 Exploitatie van en handel in onroerend goed 7 88,8 88,8 100,4 92,4 Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten; administratieve en 8 90,8 100,4 96,6 98,1 ondersteunende diensten Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen; onderwijs; menselijke 9 76,6 88,6 95,2 89,8 gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Andere dienstverlenende activiteiten 10 83,8 88,0 85,5 87,0 Totaal (het Rijk = 100) 89,5 101,0 101,5 100,0 Totaal (uren/jaar) Industrie C 89,7 114,3 104,9 109,8 Overheidssector S Privésector S1-S13 89,5 101,0 101,5 100,0 Bron: INR. 21

22 In 2015 was het aantal gewerkte uren per zelfstandige in Brussel lager dan in Vlaanderen en in Wallonië voor alle bedrijfstakken. Het verschil was bijzonder groot in de bedrijfstakken verwerkende nijverheid, winning van delfstoffen en overige industrie, bouwnijverheid en financiële activiteiten en verzekeringen. Sommige bedrijfstakken vertoonden een gelijkaardige ontwikkeling in de drie gewesten. Zo lag het per zelfstandige gewerkte arbeidsvolume in de landbouw, bosbouw en visserij ruim boven het nationale gemiddelde. Daarentegen was het arbeidsvolume per zelfstandige in de bedrijfstakken openbaar bestuur, defensie, onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 1 en overige diensten lager dan het rijksgemiddelde voor alle bedrijfstakken samen. Tussen 2014 en 2015 is het aantal gewerkte uren per zelfstandige in België met -2,3 % gedaald. Dit was ook het geval in de drie gewesten, zij het in uiteenlopende mate: -3,1 % in Vlaanderen, -2,0 % in Brussel en -0,8 % in Wallonië. De daling van het per zelfstandige gewerkte arbeidsvolume was vooral aanzienlijk in de bedrijfstakken financiële activiteiten en verzekeringen in Brussel en exploitatie van en handel in onroerend goed in Vlaanderen. Tabel 16 ONTWIKKELING VAN HET AANTAL GEWERKTE UREN PER ZELFSTANDIGE PER JAAR PER BEDRIJFSTAK EN GEWEST, 2015 (in %) A10 Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Landbouw, bosbouw en visserij 1 4,3 1,6 5,4 3,1 Verwerkende nijverheid, mijnbouw en andere industrie 2-7,4 1,6-3,5-0,5 Bouwnijverheid 3-1,9-1,7-2,7-2,2 Groot- en detailhandel, transport, verschaffen van accommodatie en maaltijden 4-0,4-1,4-0,3-1,0 Informatie en communicatie 5 1,8 4,4 6,9 4,8 Financiële activiteiten en verzekeringen 6-10,7-5,7 2,4-3,6 Exploitatie van en handel in onroerend goed 7-6,0-10,6 5,1-5,2 Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten; administratieve en 8-2,6-5,3-2,4-4,3 ondersteunende diensten Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen; onderwijs; menselijke 9-0,5-0,5-1,4-0,8 gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Andere dienstverlenende activiteiten 10 6,0-3,3 2,9-1,1 Totaal -2,0-3,1-0,8-2,3 Industrie C -7,6 1,7-3,5-0,5 Overheidssector S Privésector S1-S13-2,0-3,1-0,8-2,3 Bron: INR. 3. Determinanten van het arbeidsvolume De veranderingen in het totale arbeidsvolume vallen te verklaren door het verloop van, enerzijds, het aantal werkzame personen en, anderzijds, het aantal jaarlijks per persoon gewerkte uren. Beide elementen kunnen verder opgesplitst worden naar loontrekkenden en zelfstandigen 2. Grafiek 7 toont de bijdragen van deze determinanten tot de ontwikkeling van het totale arbeidsvolume voor België en per gewest tijdens de periode In België was, tijdens de hele periode van 2004 tot 2015 met uitzondering van het jaar 2009, de ontwikkeling 1 Er zijn geen zelfstandigen in de deeltakken openbaar bestuur en defensie. 2 Voorts is er een verwaarloosbare restwaarde die voortvloeit uit de wisselwerking tussen de beide elementen. Die restwaarde varieert tijdens de periode naargelang van het geografisch niveau en het jaar tussen -0,01 procentpunt en +0,02 procentpunt. 22

23 van het aantal werkenden, en meer bepaald van het aantal loontrekkenden, de voornaamste determinant van de verandering van het arbeidsvolume. In 2009 was de daling van het arbeidsvolume hoofdzakelijk toe te schrijven aan een vermindering van het aantal gewerkte uren per loontrekkende. Wanneer een onderscheid wordt gemaakt naar het statuut van de werkenden, blijkt dat bij de zelfstandigen wijzigingen in het aantal per persoon gewerkte uren een grotere rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van het arbeidsvolume dan bij de loontrekkenden. Grafiek 7 DETERMINANTEN VAN HET VERLOOP VAN HET ARBEIDSVOLUME Brussel 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0-0,5-1,0-1,5-2,0-2, Vlaanderen 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0-0,5-1,0-1,5-2,0-2, Wallonië 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0-0,5-1,0-1,5-2,0-2, het Rijk 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0-0,5-1,0-1,5-2,0-2, aantal loontrekkenden aantal zelfstandigen Gewerkte uren per loontrekkende Gewerkte uren per zelfstandige Residu Groei van het totaal arbeidsvolume Bron: INR. In de drie gewesten was de ontwikkeling van het aantal werkzame personen, en meer bepaald van het aantal loontrekkenden, de voornaamste determinant van het arbeidsvolume tussen 2004 en Binnen de populatie van de zelfstandigen, was de verandering van het aantal zelfstandigen in Brussel eveneens de factor die al met al het meest bijdroeg tot de veranderingen van het arbeidsvolume. In Vlaanderen en Wallonië, daarentegen, werden 23

24 de veranderingen van het arbeidsvolume bij de zelfstandigen hoofdzakelijk beïnvloed door wijzigingen in het aantal door hen gewerkte uren. In 2009 was de daling van het arbeidsvolume in de drie gewesten meestal toe te schrijven aan de daling van het aantal gewerkte uren per loontrekkende. De daling van het aantal gewerkte uren per zelfstandige was eveneens een bepalende factor in Vlaanderen en in Wallonië, maar niet in Brussel. Vanaf 2010 was de situatie meer genuanceerd. In Brussel hadden, voor vier van de zes jaren, de ontwikkelingen van het aantal werkenden zowel voor de loontrekkenden als voor de zelfstandigen een grotere invloed op het arbeidsvolume dan die van het aantal per persoon gewerkte uren. In Vlaanderen en Wallonië was de belangrijkste determinant van het verloop van het arbeidsvolume eveneens de wijzigingen in het aantal personen, en in het bijzonder in het aantal loontrekkenden. De schommelingen van het aantal uren per persoon hadden een geringere impact. 4. Productiviteit per gewerkt uur 4.1 Overzicht Nu het arbeidsvolume gekend is, kan per gewest de productiviteit per gewerkt uur worden bepaald (zijnde de bruto toegevoegde waarde naar volume gedeeld door het totale arbeidsvolume). Tussen 2003 en 2015 steeg de productiviteit per gewerkt uur in België gemiddeld met 0,8 % per jaar. De gemiddelde jaarlijkse stijging was tweemaal hoger tussen 2003 en 2008 (1,2 %) dan tussen 2009 en 2015 (0,6 %). Tabel 17 PRODUCTIVITEIT PER UUR PER GEWEST, Productiviteit per uur (kettingeuro's met 2015 als referentiejaar) Ontwikkeling t.o.v. het voorgaande jaar (in %) Jaar Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk ,2 45,4 42,9 46, ,2 46,6 43,6 48,0 3,3 2,6 1,7 2, ,3 47,3 43,6 48,6 1,8 1,5-0,0 1, ,0 47,6 43,7 49,0 2,7 0,8 0,2 0, ,1 48,6 44,2 49,7 0,1 2,1 1,1 1, ,8 48,3 44,8 49,7-0,4-0,6 1,3-0, ,3 48,4 44,0 49,3-2,3 0,1-1,6-0, ,7 49,3 45,3 50,3 2,1 1,8 2,8 2, ,9 49,5 44,5 50,3 0,4 0,5-1,8-0, ,5 49,6 44,1 50,2-0,7 0,1-0,9-0, ,4 50,0 44,2 50,5-0,1 0,9 0,3 0, ,3 50,9 45,0 51,0-1,8 1,7 1,8 1, ,1 51,8 45,2 51,7 1,2 1,8 0,5 1,4 Bron: INR. Tabel 18 GEMIDDELDE JAARLIJKSE GROEI VAN DE PRODUCTIVITEIT PER UUR (in %) Jaar Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk ,52 1,10 0,45 0, ,50 1,27 0,86 1, ,17 0,99 0,15 0,58 Bron: INR. 24

25 Tijdens de hele periode van 2003 tot 2015 vertoonde Brussel de hoogste productiviteit per gewerkt uur (gemiddeld +42,1 % ten opzichte van Wallonië). In Wallonië was de productiviteit per gewerkt uur dan weer het laagst, maar het verschil met Vlaanderen was kleiner (gemiddeld 10,1 %). Dat verschil is de afgelopen jaren evenwel toegenomen. In de drie gewesten nam de productiviteit per gewerkt uur tussen 2003 en 2015 toe. De gemiddelde jaarlijkse groei van de productiviteit per gewerkt uur in Vlaanderen (1,1 %) beliep meer dan het dubbele van die in de beide andere gewesten (0,52 % in Brussel en 0,45 % in Wallonië). Van 2003 tot 2008 was het gemiddelde groeiverschil per jaar tussen de gewesten iets minder uitgesproken dan na Tussen 2009 en 2015 is de productiviteit per gewerkt uur in Brussel gemiddeld op jaarbasis zelfs verminderd. Grafiek 8 VERLOOP VAN DE PRODUCTIVITEIT PER GEWERKT UUR NAAR GEWEST, (België 2015 = 100) Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Bron: INR. 4.2 Determinanten van de toegevoegde waarde naar volume Het verloop van de bruto toegevoegde waarde naar volume wordt bepaald door de ontwikkeling van het aantal gewerkte uren per persoon, de totale werkgelegenheid en de productiviteit per uur. De grafieken hieronder tonen de bijdrage van elke determinant tot de groei van de toegevoegde waarde naar volume voor België en per gewest, voor de periode Tussen 2004 en 2015 werd de groei van de toegevoegde waarde naar volume in de drie gewesten vooral bepaald door de ontwikkeling van de productiviteit per uur en in mindere mate door die van de totale werkgelegenheid. De daling van de toegevoegde waarde naar volume in 2009 werd in Brussel vooral bepaald door de afname van de productiviteit per uur. In Vlaanderen was ze vooral het gevolg van de vermindering van het aantal gewerkte uren per persoon. In Wallonië was de daling van de toegevoegde waarde naar volume zowel te wijten aan de vermindering van de productiviteit per uur als aan het geringer aantal gewerkte uren per persoon. De stijging van de toegevoegde waarde in 2015 werd in Brussel en in Vlaanderen vooral gedragen door de toename van de productiviteit per uur. In Wallonië was de groei van het aantal personen de meest bepalende factor. 25

26 Grafiek 9 DETERMINANTEN VAN HET VERLOOP VAN DE TOEGEVOEGDE WAARDE IN BELGIË Brussel 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5-0,5-1,5-2,5-3, Vlaanderen 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5-0,5-1,5-2,5-3, Wallonië 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5-0,5-1,5-2,5-3, het Rijk 4,5 3,5 2,5 1,5 0,5-0,5-1,5-2,5-3, aantal personen Productiviteit per gewerkt uur aantal uren per persoon Bruto toegevoegde waarde in volume Bron: INR. 4.3 Detail per bedrijfstak A10 en per sector voor het jaar 2015 In onderstaande tabel wordt de productiviteit per uur vergeleken per gewest en per bedrijfstak. Vooraf moet worden opgemerkt dat de productiviteit per uur voor de bedrijfstak exploitatie van en handel in onroerend goed geen betekenis heeft. De toegevoegde waarde in deze bedrijfstak omvat immers de toegevoegde waarde van de woondiensten waartegenover geen werkgelegenheid staat. Hierdoor worden de productiviteitscijfers overschat. In 2015 liet Brussel voor alle bedrijfstakken de hoogste productiviteit per uur optekenen van de drie gewesten. De productiviteit was vooral hoog in de financiële activiteiten en verzekeringen. In Wallonië was de productiviteit per uur in nagenoeg alle bedrijfstakken het laagst van de drie gewesten. De verschillen met de twee overige gewesten waren evenwel minder groot in de bedrijfstakken gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten en openbaar bestuur, defensie, onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening branches waarin de productiviteit per uur in Brussel en Vlaanderen onder het nationale gemiddelde lag. Anders dan in de 26

27 twee andere gewesten, was de productiviteit per uur in Wallonië hoger in de overheidssector dan in de private sector. Tabel 19 PRODUCTIVITEIT PER UUR PER BEDRIJFSTaK EN GEWEST IN 2015 (het Rijk = 100) A10 Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Landbouw, bosbouw en visserij 1 131,2 46,8 30,6 41,4 Verwerkende nijverheid, mijnbouw en andere industrie 2 168,7 137,6 129,7 137,2 Bouwnijverheid 3 102,9 95,2 72,5 89,1 Groot- en detailhandel, transport, verschaffen van accommodatie en maaltijden 4 110,9 97,5 73,7 92,8 Informatie en communicatie 5 192,3 144,9 137,8 156,6 Financiële activiteiten en verzekeringen 6 253,4 195,1 191,0 219,9 Exploitatie van en handel in onroerend goed 7 931,9 1793,0 1471,0 1499,4 Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten; administratieve en 8 82,2 68,2 54,8 67,3 ondersteunende diensten Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen; onderwijs; menselijke 9 90,9 79,4 78,8 81,3 gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Andere dienstverlenende activiteiten 10 80,0 46,0 46,1 52,9 Totaal (Het Rijk = 100) 121,2 100,2 87,7 100,0 Totaal (in euro; prijzen van het voorgaande jaar) 62,0 51,3 44,9 51,2 Industrie C 141,1 130,7 122,5 129,0 Overheidssector S13 101,5 94,0 91,5 95,1 Privésector S1-S13 128,5 101,2 86,7 101,0 Bron: INR. 5. Loonkosten per gewerkt uur 5.1 Overzicht De loonkosten zijn gebaseerd op de totale kosten voor de werkgevers (volgens het ESR: de beloning van werknemers, D.1). De brutolonen (D.11) worden niet afzonderlijk geraamd in de regionale rekeningen. De loonkosten per gewerkt uur zijn in België tussen 2003 en 2015 gemiddeld met 2,4 % per jaar toegenomen. De gemiddelde jaarlijkse stijging was hoger tussen 2003 en 2008 dan tussen 2009 en Tabel 20 LOONKOSTEN PER UUR PER GEWEST, Loonkosten per uur (in euro) Ontwikkeling t.o.v. het voorgaande jaar (in %) Jaar Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk Brussel Vlaanderen Wallonië het Rijk ,8 28,1 26,7 28, ,5 28,7 27,0 29,1 2,0 2,0 1,1 1, ,4 29,3 27,6 29,7 2,7 1,9 2,1 2, ,7 30,3 28,6 30,8 3,9 3,4 3,9 3, ,3 31,2 29,4 31,8 4,4 3,3 2,7 3, ,4 32,6 30,7 33,1 2,8 4,3 4,3 4, ,4 33,3 31,8 34,0 2,7 2,2 3,5 2, ,1 33,8 32,2 34,4 1,7 1,4 1,4 1, ,1 34,5 33,1 35,3 2,5 2,2 2,6 2, ,2 35,6 34,2 36,4 2,6 3,2 3,3 3, ,2 36,5 35,3 37,3 2,5 2,5 3,4 2, ,6 36,9 35,8 37,8 0,8 1,2 1,2 1, ,5 37,2 35,7 37,9-0,1 0,6-0,1 0,3 Bron: INR. 27

: Gemiddelde jaarlijkse groei arbeidsvolume hoger in Vlaanderen en Wallonië dan in Brussel

: Gemiddelde jaarlijkse groei arbeidsvolume hoger in Vlaanderen en Wallonië dan in Brussel Instituut voor de Nationale Rekeningen 2018-04-20 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie -: Gemiddelde jaarlijkse groei arbeidsvolume hoger in en dan in In de periode - nam het arbeidsvolume gemiddeld

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie 2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2015 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak, de finale consumptieve bestedingen per

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2003-2012 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2014-04-30 Links Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Bij een stijging van 0,3 % in

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2013 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2014 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2015-04-29 Links: Publicatie NBB.stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015 De economische activiteit stijgt met

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2013 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2000-2009 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2015 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011 Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de verdeling van de Belgische

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse aanbod en gebruikstabellen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2013 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de verdeling van de Belgische

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2016-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2016-I Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2016-I Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Stelsel

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2003 - I Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Severine Appelmans Economie Samenvatting 14,75 miljard euro aan waardecreatie (BBP) BBP per inwoner net boven Vlaamse

Nadere informatie

Nationale Bank van België, Brussel in samenwerking met de drie gewesten

Nationale Bank van België, Brussel in samenwerking met de drie gewesten Regionale rekeningen Regionale verdeling van de consumptieve bestedingen van de gezinnen, de overheid en de instellingen zonder winstoogmerk en de gezinsbesparingen 199-201 Inhoud van de publicatie Deze

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2014

Sectoranalyse Horeca 2014 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2014 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen Omzet en investeringen 2014 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-III

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-III Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-III Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2017 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten

Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten 2018-2023 1 Top-down model Overzicht presentatie 1. Databank 2. Model 2.1 Structuur 2.2 Kern 2.3 Arbeidsmarkt 2.4 Huishoudrekeningen

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-II

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-II Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-II Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Economie en ondernemen

Economie en ondernemen Economie en ondernemen SAMENVATTING 42.156 BBP per inwoner, groeiend 19.155,8 miljoen euro BBP arr. Turnhout, groeiend 44% van de groei is toe te schrijven aan industrie Sterkste economische sectoren m.b.t.

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-IV

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-IV Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-IV Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

DynaMiek van de werkgelegenheid bij KMO s in Vlaanderen vanuit bedrijfsperspectief

DynaMiek van de werkgelegenheid bij KMO s in Vlaanderen vanuit bedrijfsperspectief Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra DynaMiek van de werkgelegenheid bij KMO s in Vlaanderen vanuit bedrijfsperspectief Ludo Struyven, Steven Bulté & Sem Vandekerckhove STORE Workshop - 5 juni

Nadere informatie

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE Bijdrage tot de welvaart België telt tienduizenden vzw s, stichtingen, sociale economiebedrijven en feitelijke verenigingen. 18.847 daarvan

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2004-2007 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Nationale Bank van België, Brussel in samenwerking met de drie gewesten

Nationale Bank van België, Brussel in samenwerking met de drie gewesten Regionale rekeningen Regionale verdeling van de consumptieve bestedingen van de gezinnen, de overheid en de instellingen zonder winstoogmerk en de gezinsbesparingen 199-2013 Inhoud van de publicatie Deze

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2014-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2014-I Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2014-I Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Stelsel

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2008 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-032 15 mei 2012 9.30 uur Economie 1,1 procent gekrompen In eerste kwartaal 1,1 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Investeringen 4,2 procent lager Consumptie

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2015 - privésector 1. Aangiften : In 2015 werden 157.242 aangiften genoteerd. Het betreft een verdere daling (-6,5% t.o.v.

Nadere informatie

REGIONALE REKENINGEN

REGIONALE REKENINGEN REGIONALE REKENINGEN Aggregaten per bedrijfstak 1995-1999 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd Steunpunt WAV en VIONA SSA De arbeidsmarkt in Vlaanderen, Jaarreeks 2000, Deel III: De Sociale Balans, een aal-regionale analyse. In de sociale balansen brengen

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt FEBRUARI 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

SECTORANALYSE HORECA 2015

SECTORANALYSE HORECA 2015 Rapport 2015 106 Pag. SECTORANALYSE HORECA 2015 Ondernemingen 2015 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie werd met de grootste zorg samengesteld. Guidea, het Kenniscentrum voor

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-009 15 februari 2012 9.30 uur Economie 0,7 procent gekrompen In vierde kwartaal 0,7 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Consumptie 1,8 procent lager

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt SEPTEMBER 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied Brussels Observatorium voor de Oktober 2013 FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied De arbeidsmarkten van de 3 gewesten in België zijn erg verschillend en hebben elk hun eigen specificiteit,

Nadere informatie

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL 214-1-21 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 213 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2012

Sectoranalyse Horeca 2012 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2012 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen 2013 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Toelichting bij de recente ontwikkelingen September 2015 Instituut voor de nationale rekeningen Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-113 30 september 2005 9.30 uur Banenverlies tot staan gekomen In het tweede kwartaal van 2005 waren er vrijwel evenveel banen als in het eerste kwartaal.

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2014 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen September 2016 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat 61 bus

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2015 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen April 2017 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat 61 bus 3551-3000

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2018 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2016 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen Katleen Pasgang April 2018 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Oktober 2011 De arbeidsongevallen in de uitzendarbeidsector in 2010 1 Inleiding De arbeidsongevallen van de uitzendkrachten kunnen worden geanalyseerd op basis van drie selectiecriteria

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Tweede kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2016 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België

Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni 2019 Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België Deze barometer is een maandelijkse publicatie van gegevens over de bezoldigde arbeid

Nadere informatie

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Nationale Bank van België (2004). De sociale balans 2003, Economisch Tijdschrift 4-2004. Voor het eerst heeft de Nationale Bank van België de sociale balansen

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 1970-2001 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Juli 2015 Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2014 - Privésector 1 De arbeidsongevallen in 2014: Daling met 4,4 % op de arbeidsplaats Daling met 13,1 % op de weg

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-161 3 september 2003 9.30 uur Aantal banen in Nederland daalt Het aantal banen van werknemers in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 is 22 duizend

Nadere informatie

Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Faillissementen Augustus Waterdistributie Juli

Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Faillissementen Augustus Waterdistributie Juli 19.09.2008 Nr 3218 I. ECONOMIE EN FINANCIEN Conjunctuurindicatoren Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Faillissementen Augustus 2008... 6 II. INDUSTRIE EN BOUWNIJVERHEID Industrie Waterdistributie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2017 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Directie Statistieken, Budget en Studies Stat@rva.be Inhoudsopgave: 1 INLEIDING 1 2 EVOLUTIE VAN DE VERGOEDE VOLLEDIGE

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-064 24 september 2009 9.30 uur www.cbs.nl Flink banenverlies In tweede kwartaal 72 duizend banen minder dan een jaar eerder Ook kwartaal op kwartaal

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2014 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2015 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 2017

TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 2017 218-1-8 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 217 TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 217 Brussel 8 oktober 218 - De in de Belgische havens geproduceerde

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2014 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex daalt in december naar -0,4%,

Nadere informatie

Gegevens met betrekking tot Brussel Economie en Werkgelegenheid Directie Steun aan Ondernemingen Kruidtuinlaan 20 BRUSSEL

Gegevens met betrekking tot Brussel Economie en Werkgelegenheid Directie Steun aan Ondernemingen Kruidtuinlaan 20 BRUSSEL JAARVERSLAG 2014 over de toepassing van de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun voor de bevordering van de economische expansie (BS van 10/01/2008) Gegevens met betrekking tot

Nadere informatie

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2016

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2016 217-1-23 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 216 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Iets meer banen dan een jaar geleden

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Iets meer banen dan een jaar geleden Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-045 23 juni 2011 9.30 uur Iets meer banen dan een jaar geleden In eerste kwartaal 34 duizend banen meer dan een jaar eerder Maar een fractie minder banen

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-252 10 december 2002 9.30 uur Werkgelegenheid groeit in de zorg en daalt in het bedrijfsleven In het derde kwartaal van 2002 is het aantal banen van

Nadere informatie