Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen"

Transcriptie

1 Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen

2 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens voor het Rijk, de gewesten, de provincies en de arrondissementen over de periode /2012. Cijfermateriaal voor de Duitstalige Gemeenschap is opgenomen in afzonderlijke tabellen. Wat het Rijk betreft, stemmen de resultaten overeen met de september 2013-ramingen uit de INR-publicatie "Nationale Rekeningen, Deel 2: Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2012". De regionale verdeling is gebaseerd op methodes, definities en nomenclaturen die voor alle lidstaten van de Europese Unie zijn geharmoniseerd. Het referentiekader is het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 1995) zoals opgenomen in de EG-verordening nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni De publicatie bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat een beknopte bespreking van de resultaten. Het tweede deel presenteert de statistische tabellen. Alle berekeningen werden afgesloten op 17 januari Toelichtingen van conceptuele en methodologische aard evenals meer gedetailleerde tabellen voor de periode volgens de NACE 2003-nomenclatuur en vanaf 2003 volgens de NACE 2008-nomenclatuur bevinden zich op de website van de Nationale Bank van België. Instituut voor de nationale rekeningen Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan mits bronvermelding. ISSN (print) ISSN X (online)

3 Woord vooraf Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de regionale rekeningen voor de periode /2012 volgens de ESR 1995-methodologie. Er dient op gewezen dat de cijfers met betrekking tot het jaar 2012 een voorlopig karakter hebben en gevoelig zijn voor latere revisie. De wijzigingen aangebracht in de in september 2013 gepubliceerde nationale rekeningen 2012 werden geïntegreerd in de regionale rekeningen waardoor er zich wijzigingen kunnen voordoen vanaf datajaar Deze versie bevat terug cijfers over de regionale verdeling van de bruto-investeringen in vaste activa. Het aantal tabellen opgenomen in de voorliggende publicatie is beperkt. Alle gedetailleerde resultaten worden verder ter beschikking gesteld via de gegevensbank Belgostat online van de Nationale Bank van België (NBB). De Raad van het INR heeft de regionale rekeningen /2012 goedgekeurd en het Wetenschappelijk comité voor de nationale rekeningen, van zijn kant, heeft een positief advies verstrekt. De voorzitter van de Raad van bestuur van het Instituut voor de nationale rekeningen Jean-Marc Delporte Brussel, januari

4

5 Inhoudstafel Woord vooraf 3 Commentaar 9 1 Bespreking van de resultaten Aggregaten per bedrijfstak verdeeld naar werkplaats Bruto toegevoegde waarde tegen lopende prijzen Economische groei op basis van de bruto toegevoegde waarde in volume Aantal loontrekkenden Aantal zelfstandigen Beloning van werknemers Bruto-investeringen in vaste activa Inkomensrekeningen van de huishoudens verdeeld naar woonplaats Primair inkomen Beschikbaar inkomen Verschilpunten t.o.v. de vorige publicatie van de regionale rekeningen Bruto toegevoegde waarde Aantal loontrekkenden Aantal zelfstandigen Beloning van werknemers Bruto-investeringen in vaste activa Methodologische wijzigingen Herzieningen voor de periode Rekeningen van gezinnen 36 Tabellen Inleidende beschouwingen Algemeen overzicht Samenvattende tabel met de aggregaten en saldi per geografisch gebied Absolute cijfers Aandeel per geografische eenheid Absolute cijfers Aandeel per geografische eenheid Absolute cijfers Aandeel per geografische eenheid

6 1.1.7 Absolute cijfers Aandeel per geografische eenheid Absolute cijfers Aandeel per geografische eenheid Absolute cijfers Aandeel per geografische eenheid Absolute cijfers Aandeel per geografische eenheid Absolute cijfers Aandeel per geografische eenheid Absolute cijfers Aandeel per geografische eenheid Absolute cijfers Aandeel per geografische eenheid Bruto binnenlands product 2.1 Bruto binnenlands product, tegen lopende prijzen Bruto binnenlands product per inwoner, tegen lopende prijzen Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen 3.1 Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen, tegen lopende prijzen - totale economie (S.1) Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen, in kettingeuro s (referentiejaar 2011) Absolute cijfers Ontwikkeling t.o.v. het voorgaande Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen per inwoner, tegen lopende prijzen - Absolute cijfers Economische structuur van de gewesten op grond van de bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen, tegen lopende prijzen - resultaten per NUTS 1 - A Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Absolute cijfers Vlaams Gewest - Absolute cijfers Waals Gewest - Absolute cijfers Extraregionaal gebied - Absolute cijfers Het Rijk - Absolute cijfers Beloning van werknemers 4.1 Beloning van werknemers, tegen lopende prijzen - totale economie (S.1) Beloning van werknemers, tegen lopende prijzen - resultaten per NUTS 1 - A Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Absolute cijfers Vlaams Gewest Waals Gewest - Absolute cijfers Extraregionaal gebied - Absolute cijfers Het Rijk - Absolute cijfers Totaal aantal werkzame personen 5.1 Totaal aantal werkzame personen, totale economie (S.1) Totaal aantal werkzame personen - Resultaten per NUTS 1- A Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Absolute cijfers Vlaams Gewest - Absolute cijfers Waals Gewest - Absolute cijfers Extraregionaal gebied - Absolute cijfers Het Rijk - Absolute cijfers 106 6

7 6. Aantal werknemers 6.1 Aantal werknemers - totale economie (S.1) Aantal werknemers - Resultaten per NUTS 1 - A Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Absolute cijfers Vlaams Gewest - Absolute cijfers Waals Gewest - Absolute cijfers Extraregionaal gebied - Absolute cijfers Het Rijk - Absolute cijfers Aantal zelfstandigen 7.1 Aantal zelfstandigen in de totale economie (S.1) Aantal zelfstandigen - Resultaten per NUTS 1 - A Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Absolute cijfers Vlaams Gewest - Absolute cijfers Waals Gewest - Absolute cijfers Het Rijk - Absolute cijfers Bruto-investeringen in vaste activa 8.1 Bruto-investeringen in vaste activa, tegen lopende prijzen, totale economie (S.1) - Absolute cijfers Bruto-investeringen in vaste activa, tegen lopende prijzen, Resultaten per NUTS 1 - A Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Absolute cijfers Vlaams Gewest - Absolute cijfers Waals Gewest - Absolute cijfers Extraregionaal gebied Het Rijk - Absolute cijfers Economische kerncijfers voor de Duitstalige gemeenschap 9.1 Economische kerncijfers voor de Duitstalige Gemeenschap Inkomensrekeningen van de huishoudens - Globale resultaten per geografische eenheid 10.1 Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Extraregionaal gebied Het Rijk Inkomensrekeningen van de huishoudens - Rekening voor bestemming van primaire inkomens 11.1 Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Inkomensrekeningen van de huishoudens - Secundaire inkomensverdelingsrekening 12.1 Absolute cijfers Absolute cijfers

8 12.3 Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Absolute cijfers Inkomensrekeningen van de huishoudens - Beschikbaar inkomen per inwoner 13.1 Beschikbaar inkomen per inwoner Inkomensrekeningen van de huishoudens - Duitstalige gemeenschap 14.1 Duitstalige Gemeenschap Bijlagen 15.1 Gemiddelde bevolking per gewest, provincie en arrondissement Bedrijfstakclassificaties A3, A10, A21, A38, A64, SUT en NACE-BEL 201 Publicaties van het INR en contactpersonen 217 Algemene opmerkingen 221 Conventionele tekens 223 Lijst van afkortingen 225 8

9 Commentaar De in februari 2013 gepubliceerde regionale rekeningen werden aangepast aan de resultaten van de nationale rekeningen van september en aangevuld met een supplementair jaar, in casu In een eerste hoofdstuk worden de nieuwe resultaten kort besproken. Verschillen met de resultaten uit de publicatie van februari 2013 worden behandeld in het tweede hoofdstuk. Hier komen ook de methodologische wijzigingen bij de regionale verdeling van de bruto-investeringen in vaste activa aan bod. 1. Bespreking van de resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten gepresenteerd m.b.t., enerzijds, de aggregaten per bedrijfstak verdeeld naar werkplaats en, anderzijds, de inkomensrekeningen van de huishoudens verdeeld naar woonplaats. Voor het jaar 2012 zijn enkel de variabelen bruto toegevoegde waarde (in volume en tegen lopende prijzen) en werkgelegenheid beschikbaar. De regionale verdeling gebeurde volgens de voorlopige methode op basis van indicatoren, waardoor de resultaten met de nodige omzichtigheid dienen te worden geïnterpreteerd. Voor de uitsplitsing van gegevens van ondernemingen die vestigingen hebben in meerdere arrondissementen kon reeds gebruik gemaakt worden van het aantal jobs volgens het RSZ-vestigingenbestand m.b.t. het jaar Op die manier werd voor de raming van de cijfers voor het laatste jaar reeds rekening gehouden met eventuele wijzigingen in de verdeling van het aantal jobs per vestiging binnen een individuele multi-arrondissementele onderneming. 1.1 Aggregaten per bedrijfstak verdeeld naar werkplaats Tabel 1 bevat een synthese van de sleutelvariabelen van de regionale rekeningen. De bruto-investeringen in vaste activa maken terug deel uit van de gepresenteerde variabelen. 1 Zie de INR-publicatie "Nationale Rekeningen, Deel 2, Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2012". 2 m.u.v. de eenheden die behoren tot de SUT-bedrijfstakken "opslag en vervoersondersteunende activiteiten", "openbaar bestuur, m.u.v. defensie en verplichte sociale verzekeringen" en "onderwijs" die behoren tot de overheidssector; hier werd de structuur van het jaar 2011 overgenomen. 9

10 tabel 1 AGGREGATEN PER BEDRIJFSTAK - AANDELEN EN GROEI PER GEWEST In absolute cijfers ( miljoen of aantal personen) Aandeel van elk gewest in het Rijk (%) Veranderingspercentages t.o.v. het vorige jaar (v) Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen, tegen lopende prijzen (volgens werkplaats) Brussels Hoofdstedelijk Gewest ,5 18,9 4,3 3,7 1,6 Vlaams Gewest ,2 57,5 3,8 4,5 1,7 Waals Gewest ,8 23,5 4,9 2,8 1,5 Extraregionaal gebied 216,6 0,1 25,5 2,0 6,5 Het Rijk ,1 100,0 4,2 4,0 1,6 Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen, in volume - referentiejaar 2011 (volgens werkplaats) - Economische groei Brussels Hoofdstedelijk Gewest ,5 Vlaams Gewest ,2 57,5 2,0 2,8-0,1 Waals Gewest ,8 23,5 2,8 0,9-0,5 Extraregionaal gebied 216,6 0,1 17,2-3,0 16,1 Het Rijk ,1 100,0 2,1 2,1-0,2 Aantal loontrekkenden (volgens werkplaats) 18,9 1,5 1,5-0,3 Brussels Hoofdstedelijk Gewest ,3 0,4 1,8-0,3 Vlaams Gewest ,1 0,5 1,3 0,2 Waals Gewest ,5 1,1 1,6-0,1 Extraregionaal gebied ,1 12,9-3,5 9,9 Het Rijk ,0 0,6 1,4 0,0 Aantal zelfstandigen (volgens werkplaats) Brussels Hoofdstedelijk Gewest ,6 1,8 2,8 3,9 Vlaams Gewest ,3 0,6 1,0 0,8 Waals Gewest ,2 1,0 1,5 1,3 Het Rijk ,0 0,9 1,3 1,2 Beloning van werknemers (volgens werkplaats) Brussels Hoofdstedelijk Gewest ,3 Vlaams Gewest ,0 56,2 2,1 4,3 n.b. Waals Gewest ,2 24,2 2,4 5,1 n.b. Extraregionaal gebied 201,1 0,1 25,9 2,2 n.b. Het Rijk ,6 100,0 2,0 4,6 n.b. Bruto-investeringen in vaste activa (volgens werkplaats) Brussels Hoofdstedelijk Gewest ,8 19,5 1,3 4,6 n.b. Vlaams Gewest ,0 63,1 1,9 8,0 n.b. Waals Gewest ,3 23,3-1,6 6,9 n.b. Extraregionaal gebied 35,3 0,0-65,6 36,8 n.b. Het Rijk ,4 100,0 0,9 7,0 n.b. 13,5 0,8 2,3 n.b. Bron: INR Bruto toegevoegde waarde tegen lopende prijzen Op basis van de nieuwe cijfers voor zowel nationaal als regionaal berekend volgens de definitieve methode - nam de bruto toegevoegde waarde tegen lopende prijzen in Vlaanderen toe met 4,5 %, in Brussel met 3,7 % en in Wallonië met 2,8 %. Op het niveau van het Rijk werd een groei van 4,0 % opgetekend. Voor Vlaanderen betekende dit een versnelling van de groei t.o.v. 2010; voor Brussel en Wallonië daarentegen een groeivertraging. 10

11 tabel 2 BEDRIJFSTAKKEN MET DE GROOTSTE IMPACT OP DE GROEI VAN DE BRUTO TOEGEVOEGDE WAARDE, TEGEN LOPENDE PRIJZEN PER GEWEST - JAAR 2011 (in %punt) Bedrijfstak Brussel Vlaanderen Wallonië Openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekeringen (OO) 0,76 0,17 0,28 Financiële activiteiten en verzekeringen (KK) 0,67 0,13 0,06 Rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening, hoofdkantoren, 0,52 0,42 0,31 adviesbureaus, architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen (MA) Telecommunicatie (JB) 0,30-0,06-0,06 Industrie (C) -0,34 0,59-1,32 waarvan: Geraffineerde aardolieproducten (CD) -0,43-0,10 0,00 Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten (CF) -0,04 0,16-1,74 Groot- en detailhandel; reparatie van auto s en motorfietsen (GG) 0,24 0,59 0,55 Administratieve en ondersteunende diensten (NN) -0,17 0,59 0,34 Bouwnijverheid ( FF) 0,07 0,56 0,65 Onderwijs (PP) 0,25 0,32 0,46 Exploitatie van en handel in onroerend goed (LL) 0,20 0,31 0,24 Gezondheidszorg (QA) 0,19 0,26 0,34 pm: totale groei 3,7 4,5 2,8 waarvan: groeibijdrage overheidssector groeibijdrage privésector 1,11 2,64 0,52 3,98 0,82 2,02 Bron: INR. In 2011 realiseerde Vlaanderen een hogere groei dan beide andere gewesten. Het verschil wordt vooral verklaard door de positieve groeibijdrage van de industrie in Vlaanderen, terwijl die negatief was in beide andere gewesten. In Brussel werd dit in hoofdzaak veroorzaakt door de bedrijfstak "geraffineerde aardolieproducten" die in 2011 een negatieve toegevoegde waarde optekende. In Wallonië kwam de sterke negatieve bijdrage van de industrie volledig op konto van de farmacie. De hogere groei in Brussel dan in Wallonië was bijkomend vooral te wijten aan het verschil in groeibijdrage van de bedrijfstakken "openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekeringen" en "financiële activiteiten". In Vlaanderen werd de groei in 2011 dus vooral gedragen door de industrie, de handel, de administratieve en ondersteunende diensten en de bouwnijverheid. In Brussel waren dit vooral de bedrijfstakken "openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekeringen", "financiële activiteiten" en "rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening, hoofdkantoren, adviesbureaus, architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen". In Wallonië droegen de bedrijfstakken bouw, handel en onderwijs het meest bij tot de groei. Globaal genomen lag de bijdrage tot de groei van heel wat bedrijfstakken iets lager in Wallonië dan in Vlaanderen en/of Brussel. Volgens de voorlopige raming, vertraagde, in vergelijking met 2011, de groei van de toegevoegde waarde tegen lopende prijzen in 2012 in alle drie de gewesten. In Vlaanderen bedroeg de groei 1,7 % (-2,8 %punt), in Brussel 1,6 % (-2,1 %punt) en in Wallonië 1,5 % (-1,3 %punt). Op het niveau van het Rijk bedroeg die 1,6 % (-2,4 %punt). Voor Brussel en Wallonië was dit het tweede opeenvolgende jaar van groeivertraging. De groei in 2012 werd in alle drie de gewesten vooral gedragen door de bedrijfstakken "openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekeringen" en "onderwijs". In Wallonië kwam daar nog de gezondheidszorg bij en in Vlaanderen de handel, de gezondheidszorg en "rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening, hoofdkantoren, adviesbureaus, architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen". In Brussel leverde ook de industrie een positieve bijdrage tot de groei, terwijl die in beide andere gewesten negatief uitviel. De bedrijfstak "financiële activiteiten en verzekeringen" daarentegen trok vooral in Brussel de groei naar beneden. 11

12 tabel 3 bedrijfstakken MEt DE GROOtStE IMPaCt OP DE GROEI VaN DE bruto toegevoegde WaaRDE, tegen LOPENDE PRIJZEN, PER GEWESt - JaaR 2012 (in %punt) Bedrijfstak Brussel Vlaanderen Wallonië Openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekeringen (OO) 0,61 0,23 0,36 Industrie (C) waarvan: Vervaardiging van cokes en geraffineerde aardolieproducten (CD) Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten (CF) Vervaardiging van metalen in primaire vorm en van producten in 0,26 0,42-0,05-0,03-0,33-0,18-0,11-0,21-0,38-0,02-0,22-0,23 metaal, excl. machines en apparaten (CH) Onderwijs (PP) 0,23 0,24 0,34 Menselijke gezondheidszorg (QA) 0,14 0,23 0,35 Groot- en detailhandel, reparatie van auto's en motorfietsen (GG) -0,05 0,27 0,10 Rechtskundige en boekhoudkundige diensten, hoofdkantoren, adviesbureaus, 0,03 0,22 0,17 architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen (MA) Financiële activiteiten en verzekeringen (KK) -0,27 0,11-0,06 pm.: totale groei (%) waarvan: bijdrage overheidssector bijdrage privésector 1,6 0,97 0,63 1,7 0,49 1,18 1,5 0,73 0,73 Bron: INR Economische groei op basis van de bruto toegevoegde waarde in volume In Vlaanderen nam de economische activiteit in volume in 2011 toe met 2,8 % to. 2,0 % in In Brussel stagneerde de groei op 1,5 %. Na de sterke remonte van de economische activiteit in Wallonië in 2010 (2,8 %) viel die in 2011 terug tot een groei van 0,9 %. Op het niveau van het Rijk werd er, net zoals in 2010, een groei van 2,1 % gerealiseerd. tabel 4 bedrijfstakken MEt DE GROOtStE IMPaCt OP DE GROEI VaN DE bruto toegevoegde WaaRDE, IN VOLUME, PER GEWESt - JaaR 2011 (In %punt) Bedrijfstak Brussel Vlaanderen Wallonië Openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekeringen (OO) 0,37 0,01-0,02 Rechtskundige en boekhoudkundige diensten, hoofdkantoren, adviesbureaus, 0,35 0,23 0,17 architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen (MA) Telecommunicatie (JB) 0,35-0,04-0,04 Vervoer en opslag (HH) 0,32 0,26 0,26 Industrie (C) -0,43 0,50-1,46 waarvan: Geraffineerde aardolieproducten (CD) Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten (CF) -0,50-0,07 0,04 0,08 0,02-1,95 Bouwnijverheid (FF) 0,05 0,53 0,62 Administratieve en ondersteunende diensten (NN) -0,24 0,50 0,31 pm.: totale groei (%) 1,5 2,8 0,9 waarvan: groeibijdrage overheidssector groeibijdrage privésector 0,44 1,03-0,06 2,86 0,05 0,87 Bron: INR. 12

13 De groei van de toegevoegde waarde in volume geeft quasi hetzelfde beeld als bij de toegevoegde waarde tegen lopende prijzen. De sterke prestaties van de Waalse economie in 2010 en de minder goede in 2011 waren vooral toe te schrijven aan de farmaceutische nijverheid (cf. supra, punt 1.1.1). In 2011 vertoonde die een krimp van 52 %, waardoor ze de Waalse groei met 1,95 %punt naar beneden trok. De groeibijdrage van de totale industrie kwam in Wallonië uit op -1,46 %punt. Ook in Brussel was die negatief (-0,43 %punt, waarvan -0,50 %punt afkomstig van de vervaardiging van geraffineerde aardolieproducten). Enkel in Vlaanderen leverde de industrie een positieve groeibijdrage (0,5 %punt). De groei in Vlaanderen kwam vooral van de bedrijfstakken "bouw", "industrie" en "administratieve en ondersteunende diensten". In Brussel leverden de bedrijfstakken "openbaar bestuur", "rechtskundige en boekhoudkundige diensten, hoofdkantoren, adviesbureaus, architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen", "telecommunicatie" en "vervoer en opslag" een significante bijdrage tot de groei. In Wallonië werd de groei vooral gedragen door de bouwnijverheid en de "administratieve en ondersteunende diensten". Volgens de eerste voorlopige resultaten 1 vertoonde de economische activiteit in volume in 2012 in alle drie de gewesten een krimp. Na het economische herstel in 2010 (2,8 %) vertraagde de Waalse groei in 2011 (0,9 %) om in 2012 te dalen met 0,5 %. In Brussel groeide de bruto toegevoegde waarde in volume in 2010 en 2011 telkens met 1,5 % en kromp in 2012 (-0,3 %). In Vlaanderen flakkerde de economie in 2011 verder op (2,8 % t.o.v. 2,0 % in 2010), maar in 2012 vertoonde die eveneens een krimp (-0,1 %). De teruggang van de economische activiteit manifesteerde zich in alle drie de gewesten vooral in de privésector. Brussel was het enige gewest waar de industrie een positieve bijdrage leverde (0,2 %punt), die quasi volledig toegeschreven kon worden aan de vervaardiging van cokes en geraffineerde aardolieproducten 2. In beide andere gewesten was de bijdrage van de industrie negatief: in Vlaanderen -0,5 %punt en in Wallonië -0,3 %punt. Maar ook de dienstenbedrijfstakken deden het niet goed. In Brussel was dit het meest uitgesproken in de financiële activiteiten en verzekeringen en in de handel met elk een groeibijdrage van -0,3 %punt. In Vlaanderen en Wallonië waren er geen specifieke uitschieters. De enige vermeldenswaardige positieve bijdragen tot de economische activiteit werden gerealiseerd in de openbare diensten in Brussel (+0,27 %punt), in het onderwijs (+0,13 %punt) en de gezondheidszorg (+0,12 %punt) in Vlaanderen en eveneens in de gezondheidszorg (+0,19 %punt) in Wallonië Aantal loontrekkenden Globaal genomen nam de loontrekkende werkgelegenheid in 2011, na de bescheiden groei in 2010, verder toe ( personen, zijnde 1,4 %). Ook in de drie gewesten was er een verdere toename: in Brussel met personen of 1,8 %, in Wallonië met personen of 1,6 % en in Vlaanderen met personen of 1,3 %. Die resultaten liggen in lijn met de eveneens sterkere groei van de beloning van werknemers (cf. infra, punt 1.1.5). De toegevoegde waarde daarentegen nam enkel in Vlaanderen sterker toe in 2011 dan in In beide andere gewesten bleef die eveneens toenemen, maar wel in geringere mate. In alle drie de gewesten nam het aantal loontrekkenden het meest toe in de bedrijfstak "administratieve en ondersteunende diensten" (vooral bij de interim- en reinigingsactiviteiten). In Brussel kwam daar ook nog de bedrijfstak "openbaar bestuur" bij. In 2011 droeg de totale overheidssector 0,54 %punt bij tot de totale groei van het aantal loontrekkenden in Brussel, wat veel hoger lag dan in Wallonië 1 De raming van de toegevoegde waarde in volume voor een laatste jaar, in casu 2012, gebeurt op het detailniveau A38/arrondissement - enkel op dat niveau zijn te verdelen nationale cijfers beschikbaar -, terwijl die voor eerdere jaren per A64/arrondissement geraamd wordt. Dit geeft voor het laatste jaar aanleiding tot iets minder nauwkeurige ramingen. 2 In Brussel bevindt zich een onderneming die eigenaar is van de aangekochte en verkochte goederen en die de bewerking van de aangekochte goederen in maakloonwerk laat uitvoeren door een andere onderneming van dezelfde groep gesitueerd in een ander arrondissement. 13

14 (0,08 %punt) en in Vlaanderen (-0,01 %punt). Dit kwam vooral door de toename bij defensie en de administratie in Brussel, terwijl het aantal loontrekkenden er in beide andere gewesten daalde. In Wallonië leverden ook nog de bedrijfstakken "maatschappelijke dienstverlening" (vooral zonder ( personen) en in mindere mate met huisvesting (+800 personen)), onderwijs ( personen) en de handel ( personen) een significante bijdrage. In Vlaanderen kwamen er ook vooral in de bedrijfstakken "maatschappelijke dienstverlening" (vooral zonder ( personen) en in mindere mate met huisvesting ( personen)) en de handel ( personen) werknemers bij. Daartegenover echter, stond een verlies van ruim arbeidskrachten in de industrie (vooral de automobiel- en textiel- en kledingnijverheid). tabel 5 bedrijfstakken MEt DE GROOtStE IMPaCt OP DE GROEI VaN het aantal WERKNEMERS PER GEWESt - JaaR 2011 (in %punt) Bedrijfstak Brussel Vlaanderen Wallonië Administratieve en ondersteunende diensten (NN) 0,61 0,45 0,36 Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekering (OO) 0,35-0,06-0,16 Maatschappelijke dienstverlening (QB) 0,17 0,37 0,27 Onderwijs (PP) 0,19 0,04 0,25 Groot- en detailhandel, reparaties van auto's en motorfietsen (GG) -0,06 0,19 0,25 pm: totale groei (in %) 1,8 1,3 1,6 waarvan: groeibijdrage overheidssector groeibijdrage privésector 0,54 1,24-0,01 1,27 0,08 1,52 Bron: INR. Volgens de eerste voorlopige ramingen 1 stabiliseerde de loontrekkende werkgelegenheid in 2012 op het niveau van het Rijk. In Brussel en Wallonië deed zich een lichte krimp voor. Het aantal loontrekkenden daalde er met respectievelijk en personen of 0,3 en 0,1 %. In Vlaanderen werd een lichte stijging opgetekend ten belope van personen of 0,2 %. In de drie gewesten leverden de bedrijfstakken "gezondheidszorg" en "maatschappelijke dienstverlening" de meest positieve bijdragen (telkens 0,1 à 0,2%punt) tot de wijziging in het aantal loontrekkenden tussen 2011 en In Vlaanderen kwam daar nog de handel bij en in Brussel de "informaticadiensten en dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie". Die positieve bijdragen werden in Brussel volledig tenietgedaan door de krimp in de financiële activiteiten en verzekeringen, de industrie, de administratieve en ondersteunende diensten en de handel. In Vlaanderen werd de groei vooral getemperd door de daling in de industrie en de bedrijfstak "vervoer en opslag". Ook in Wallonië waren het die bedrijfstakken die de sterkste dalingen optekenden met daarnaast ook de overheidsadministraties Aantal zelfstandigen In 2011 nam het aantal zelfstandigen in Brussel opnieuw forser toe dan in beide andere gewesten, nl. met 2,8 % (zijnde personen), of 1 %punt meer dan in 2010, toen de groei 1,8 % bedroeg. In Wallonië nam de zelfstandige werkgelegenheid toe met 1,5 % (of personen) wat eveneens meer was dan de 1,0 % groei in Vlaanderen noteerde een groei ten belope van 1,0 % (of personen) t.o. 0,6 % in Op het niveau 1 In tegenstelling tot de raming van de toegevoegde waarde konden de berekeningen hier voor alle sectoren wel verder uitgevoerd worden op het detailniveau SUT-bedrijfstak/arrondissement. 14

15 van het Rijk werd een groei opgetekend ten belope van 1,3 % t.o. 0,9 % in In alle drie de gewesten werd de groei van de zelfstandige werkgelegenheid in 2011 vooral gedragen door de bedrijfstak "rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening, adviesbureaus, architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen" - meer specifiek bij de adviesbureaus m.b.t. bedrijfsvoering en beheer - en, maar dan in veel mindere mate, door de bouwnijverheid. In alle gewesten daalde het aantal zelfstandigen verder gevoelig in de bedrijfstakken "landbouw" 1 en "handel". Volgens de eerste voorlopige ramingen nam het aantal zelfstandigen in 2012 in Brussel opnieuw, maar dan nog meer uitgesproken, sterker toe dan in beide andere gewesten, nl. met 3,9 % (zijnde personen) t.o. 1,3 % (of personen) in Wallonië en 0,8 % (of personen) in Vlaanderen. Nog meer dan in 2011 maakte Brussel het verschil met beide andere gewesten door de veel hogere groeibijdrage van de bedrijfstak "rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening, adviesbureaus, architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen" - meer specifiek bij de adviesbureaus m.b.t. bedrijfsvoering en beheer. In Brussel kwam daar ook nog de bouwnijverheid bij. Daartegenover stond in alle gewesten de verdere gevoelige daling van de zelfstandige werkgelegenheid in de bedrijfstakken "handel", "horeca" en "landbouw" Beloning van werknemers De beloning van werknemers nam in 2011 in Wallonië toe met 5,1 %, in Brussel met 4,6 % en in Vlaanderen met 4,3 %. Globaal steeg de beloning van werknemers, in lopende prijzen, in België met 4,6 %. Dit was 2,6 %punt meer dan in Ook voor de drie gewesten was de toename van de loonmassa in 2011 fors hoger dan in 2010: Brussel: +3,3 %punt; Wallonië: +2,7 %punt; Vlaanderen: +2,2 %punt. De grotere groei van de loonmassa in 2011 t.o.v in alle gewesten werd ondersteund door een eveneens hogere groei van het aantal loontrekkenden. Bij de toegevoegde waarde daarentegen was dit enkel het geval in Vlaanderen. Er valt op te merken dat, in nominale termen, de loonmassa in 2011 op het niveau van het Rijk sterker groeide dan de toegevoegde waarde (0,6 %punten). Dit was ook zo voor Wallonië (2,3 %punten) en Brussel (0,9 %punten). Voor Vlaanderen daarentegen groeide de toegevoegde waarde in nominale termen iets meer (0,2 %punten) dan de lonen. Hierdoor was het dus enkel in Vlaanderen dat het aandeel van de loonmassa in de toegevoegde waarde, telkens tegen lopende prijzen, iets afnam. In beide andere gewesten nam het, net zoals op het niveau van het Rijk, toe. tabel 6 bedrijfstakken MEt DE GROOtStE IMPaCt OP DE GROEI VaN DE BELONING VAN WERKNEMERS PER GEWESt - JaaR 2011 (in %punt) Bedrijfstak Brussel Vlaanderen Wallonië Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekering (OO) 1,18 0,24 0,40 Financiële activiteiten en verzekeringen (KK) 0,58 0,20 0,06 Onderwijs (PP) 0,38 0,53 0,75 Administratieve en ondersteunende diensten (NN) 0,38 0,61 0,42 Rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening, hoofdkantoren, 0,36 0,13 0,14 adviesbureaus, architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen (MA) Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen (GG) 0,15 0,69 0,52 Bouwnijverheid (FF) 0,08 0,48 0,62 Industrie (C): 0,24 0,18 0,92 waarvan: Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten (CF) Vervaardiging van transportmiddelen (CL) -0,02 0,08 0,02-0,38 0,29 0,04 pm: totale groei 4,6 4,3 5,1 waarvan: bijdrage overheidssector bijdrage privésector 1,57 3,03 0,79 3,54 1,18 3,89 Bron: INR. 1 Deze bedrijfstak komt quasi niet voor in Brussel. 15

16 De hogere groei van de totale loonmassa in Wallonië kwam vooral op rekening van de privésector. Vooral het verschil in groeibijdrage van de industrie per gewest is opmerkelijk: Wallonië 0,92 %punt; Brussel 0,24 %punt en Vlaanderen 0,18 %punt. De lagere groeibijdrage in Vlaanderen werd mede veroorzaakt door de daling van de loonmassa in de automobielnijverheid na de ontslaggolf in 2010, wat zich eveneens vertaalde in een daling van het aantal loontrekkenden (cf. supra, punt 1.1.3). Daarnaast wordt de lagere groei in Vlaanderen ook voor een deel verklaard door de lagere groeibijdrage van de overheidssector. In Brussel nam de beloning van werknemers er toe met 5,1 %, wat in combinatie met een relatief hoog aandeel van de overheid in de totale loonkost in Brussel (30,8 %), resulteerde in een groeibijdrage van 1,57 %punt. In Wallonië groeide de loonkost bij de overheid met 3,9 %, wat met een aandeel van 29,9 % in de totale Waalse loonmassa neerkwam op een groeibijdrage van 1,18 %punt. In Vlaanderen nam de loonmassa nagenoeg evenveel toe (4,0 %) als in Wallonië, maar het aandeel van de overheid in de totale beloning is er veel lager (19,7 %), waardoor ook de groeibijdrage lager lag (0,79 %punt). De sterkere groei van de lonen in de overheidssector in Brussel werd, in vergelijking tot beide andere gewesten, vooral veroorzaakt door de hogere groeibijdrage van de bedrijfstak "openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekering". In Vlaanderen en Wallonië daarentegen was het grootste deel afkomstig van het onderwijs. In de Brusselse privésector waren het vooral de "financiële activiteiten en verzekeringen" die een grote bijdrage tot de groei van de loonmassa leverden. In Vlaanderen en Wallonië was hun bijdrage veel kleiner. Daar zijn het vooral de bedrijfstakken "groot- en detailhandel", "bouwnijverheid" en "administratieve en ondersteunende diensten" die verantwoordelijk zijn voor een belangrijk deel van de groei. In Wallonië moet hier uiteraard ook de industrie aan toegevoegd worden. Daarnaast springen per sector in 2011 nog volgende elementen in het oog: Bij de niet-financiële ondernemingen (S11), de zelfstandigen (S14) en de instellingen zonder winstoogmerk (IZW's) ten behoeve van huishoudens (S15) nam de loonmassa telkens het sterkst toe in Wallonië (met respectievelijk 5,7 %, 5,1 % en 6,8 %). Bij de niet-financiële ondernemingen (S11) lag de stijging van de loonmassa in Brussel (+4,5 %) en Vlaanderen (+4,4 %) zeer dicht in elkaars buurt. De beloning van werknemers bij zelfstandigen daarentegen daalde in Brussel (-1,9 %) en bleef quasi stabiel in Vlaanderen (+0,2 %). Bij de IZW's nam de loonmassa in Brussel toe met 3,5 % en in Vlaanderen met 4,7 %. Bij de financiële instellingen (S12) vertoonde Vlaanderen de grootste toename (5,8 %). De stijging in Brussel bedroeg 4,5 % en in Wallonië 2,2 %. Bij de overheid (S13) nam de beloning van werknemers eveneens in alle drie de gewesten verder toe. In Vlaanderen (4,0 %) en Wallonië (3,9 %) lag de groei quasi op hetzelfde peil. In Brussel daarentegen lag die heel wat hoger (5,1 %). De meer uitgesproken toename in Brussel was, net zoals in 2010, vooral te wijten aan de sterke groei bij de federale overheid (zowel administratie als defensie) Bruto-investeringen in vaste activa In 2011 namen de investeringen in alle drie de gewesten toe. Vlaanderen tekende de sterkste groei op (8 %). Daarna volgde Wallonië, die na twee jaren van krimp terug een duidelijke toename optekende in 2011 (6,9 %). Ook in Brussel trok de groei van de investeringen verder aan (2,3 %), maar bleef in vergelijking met beide andere gewesten toch eerder bescheiden. De lagere groei in Brussel was vooral te wijten aan de negatieve bijdrage van de bedrijfstakken "vervoer en opslag", "productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht" en de industrie - meer specifiek de vervaardiging van transportmiddelen. Daartegenover werd een significant positieve bijdrage gerealiseerd in de bedrijfstakken "administratieve en ondersteunende diensten" - meer bepaald in de takken m.b.t. de verhuur en lease van motorvoertuigen en andere machines en werktuigen - en, weliswaar in mindere mate, de "exploitatie van en handel in onroerend goed", de "financiële activiteiten en verzekeringen", de handel en telecommunicatie. 16

17 tabel 7 Bedrijfstakken met de grootste impact op de groei van de investeringen per gewest - JAAR 2011 (in %punt) Bedrijfstak Brussel Vlaanderen Wallonië Administratieve en ondersteunende diensten (NN) 4,04 2,08 0,36 Exploitatie van en handel in onroerend goed (LL) 1,45 1,43-0,46 waarvan: Investeringen in woongebouwen door gezinnen -0,79-0,25-1,19 Financiële activiteiten en verzekeringen (KK) 0,76 0,12 0,57 Groot- en detailhandel, reparatie van auto's en motorfietsen (GG) 0,69 0,72 1,36 Telecommunicatie (JB) 0,65-0,20 0,48 Vervoer en opslag (HH) -2,93 0,57 1,96 Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht (DD) -1,60 0,67-1,23 Industrie (C) -0,47 1,08 0,74 waarvan: Vervaardiging van transportmiddelen (CL) -0,95 0,16 0,08 Distributie van water, afval- en afvalwaterbeheer en sanering (EE) 0,08-0,06 0,86 Bouwnijverheid (FF) -0,43 0,39 0,58 pm.: totale groei (%) 2,3 8,0 6,9 waarvan: groeibijdrage overheidssector -1,0 1,1 1,6 groeibijdrage privésector 3,3 6,9 5,3 Bron: INR. In Vlaanderen waren het, net zoals in Brussel, de bedrijfstakken "administratieve en ondersteunende diensten" en "exploitatie van en handel in onroerend goed" die de grootste bijdrage leverden tot de groei van de investeringen. Daarnaast leverden ook de handel, de "productie en distributie van electriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht" en "vervoer en opslag" een significante bijdrage tot de groei van de bruto-investeringen in vaste activa. In Wallonië werd de groei vooral gedragen door de bedrijfstakken "vervoer en opslag", handel, "distributie van water, afval- en afvalwaterbeheer en sanering" en de bouwnijverheid. De groei van de investeringen werd afgeremd door de daling van de investeringen in de bedrijfstakken "productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht" en "exploitatie van en handel in onroerend goed". Deze laatste bedrijfstak, verantwoordelijk voor meer dan een derde van de totale investeringen in Wallonië in 2011, tekende voor het derde opeenvolgende jaar een daling op van zijn investeringen. De bijdrage van de industrie tot de groei van de investeringen was in Vlaanderen en Wallonië terug positief, maar bleef negatief in Brussel. De investeringen door gezinnen in woongebouwen daalde in 2011 in alle drie de gewesten en had vooral in Wallonië en Brussel een significant negatief effect op de groei van de totale investeringen. 1.2 Inkomensrekeningen van de huishoudens verdeeld naar woonplaats Het primair inkomen De rekening voor bestemming van primaire inkomens bevat aan de middelenzijde het exploitatieoverschot 1, het gemengd inkomen van zelfstandigen, de beloning van werknemers 2 en het inkomen uit spaartegoeden en beleggingen. Aan de bestedingenzijde worden de betalingen voor het pachten van gronden en de intresten op consumenten- en hypothecaire kredieten in aanmerking genomen. Per saldo wordt het primair inkomen van de huishoudens verkregen. 1 Het betreft hoofdzakelijk inkomen uit verhuurde woningen en uit het bezit van de woning gebruikt door de eigenaar. 2 De beloning van werknemers bestaat uit het nettoloon, de sociale premies ten laste van de werknemers en de wettelijke en bovenwettelijke sociale premies ten laste van de werkgevers. 17

18 tabel 8 Primair inkomen VAN DE GEZINNEN PER GEWEST - JAAR 2011 In absolute cijfers ( miljoen) Aandeel van elk gewest in het Rijk (%) Veranderingspercentages t.o.v. het vorige jaar Brussels Hoofdstedelijk Gewest ,9 9,3 2,2 1,9 Vlaams Gewest ,2 62,4 1,6 2,4 Waals Gewest ,3 28,2 2,0 2,2 Extraregionaal gebied 97,4 0,0-9,6 4,5 Het Rijk ,8 100,0 1,8 2,3 Bron: INR. Het primair inkomen van de inwoners in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedroeg, in 2011, 23,9 mld. euro en in het Vlaams en het Waals Gewest respectievelijk 160,0 en 72,3 mld. euro. Dit leidde tot een aandeel van 9,3 % voor Brussel, 62,4 % voor Vlaanderen en 28,2 % voor Wallonië. Die aandelen zijn zeer stabiel doorheen de tijd. T.o.v nam het primair inkomen op het niveau van het Rijk toe met 2,3 %. In Brussel, Vlaanderen en Wallonië steeg het met respectievelijk 1,9 %, 2,4 % en 2,2 %. Enkel in Brussel was de groei van het primair inkomen in 2011 kleiner dan in In alle gewesten was het de beloning van werknemers - de belangrijkste component van het primair inkomen - die het meest bijdroeg tot die groei. Het primair inkomen per inwoner bedroeg in 2011 in het Vlaams Gewest euro en bleef dus hoger dan dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ( euro) en het Waals Gewest ( euro). Voor het Rijk kwam het uit op euro. T.o.v daalde het primair inkomen per inwoner in Brussel, terwijl het in beide andere gewesten toenam. Dit spruit voort uit het feit dat in Brussel de groei van de bevolking (2,2 %) groter was dan die van het primair inkomen (1,9 %). In Vlaanderen en Wallonië nam de bevolking eveneens toe, maar in veel mindere mate dan in Brussel (resp. met 0,8 en 0,7 %) en die toename lag ook telkens veel lager dan de groei van het primair inkomen. T.o.v. het primair inkomen per inwoner voor het Rijk, bedroeg dit in Wallonië 87,8 %, in Brussel 90,6 % en in Vlaanderen 108,4 % Het beschikbaar inkomen In de secundaire inkomensverdelingsrekening wordt het primair inkomen vermeerderd met een aantal uitkeringen - waaronder de sociale uitkeringen en de uitkeringen door schadeverzekeringsmaatschappijen - en verminderd met sociale premies, belastingen en verzekeringspremies, hetgeen, per saldo, het beschikbaar inkomen van de huishoudens geeft. tabel 9 beschikbaar inkomen VAN DE GEZINNEN PER GEWEST - JAAR 2011 In absolute cijfers ( miljoen) Aandeel van elk gewest in het Rijk (%) Veranderingspercentages t.o.v. het vorige jaar Brussels Hoofdstedelijk Gewest ,9 9,5 1,3 1,6 Vlaams Gewest ,9 61,0-0,1 1,9 Waals Gewest ,9 29,4 1,1 1,8 Extraregionaal gebied 94,0 0,0-10,4 4,4 Het Rijk ,7 100,0 0,4 1,8 Bron: INR. 18

19 In 2011 bedroeg het beschikbaar inkomen van de ingezetenen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 19,4 mld. euro, dat van het Vlaams Gewest 124,7 mld. euro en van het Waals Gewest 60,1 mld. euro. Hiermee kwam Brussel uit op een aandeel van 9,5 %, Vlaanderen op 61 % en Wallonië op 29,4 %. Enkel Vlaanderen heeft een kleiner aandeel in het beschikbaar inkomen dan in het primair inkomen. Voor Brussel is er een positief verschil van 0,1 à 0,2 %punt. Voor Wallonië ligt het aandeel in het beschikbaar inkomen 1 à 1,5 %punt hoger dan in het primair inkomen. Deze verhoudingen zijn relatief stabiel doorheen de tijd. T.o.v nam het beschikbaar inkomen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toe met 1,6 %, dat van het Waals Gewest met 1,8 % en dat van Vlaanderen met 1,9 %. Voor alle drie de gewesten betekende dit een hogere groei dan in Het beschikbaar inkomen per inwoner bedroeg in 2011 voor het Vlaamse Gewest euro en bleef eveneens hoger dan dat van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ( euro) en het Waals Gewest ( euro). Voor het Rijk kwam dit uit op euro. T.o.v kromp het beschikbaar inkomen per inwoner in Brussel. In Vlaanderen en Wallonië nam het toe. Dit komt doordat enkel in Brussel de groei van de bevolking groter was dan die van het beschikbaar inkomen. T.o.v. het beschikbaar inkomen per inwoner voor het Rijk, bedroeg dit in Wallonië 91,5 %, in Brussel 92,6 % en in Vlaanderen 106,0 %. In 2011 bedroeg het beschikbaar inkomen t.o.v. het primair inkomen per inwoner in Vlaanderen 77,9 %. Voor inwoners in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was dit 81,4 % en voor inwoners in het Waals Gewest 83,1 %. Op het niveau van het Rijk bedroeg het beschikbaar inkomen per inwoner 79,7 % van het primair inkomen per inwoner. 2. Verschilpunten t.o.v. de vorige publicatie van de regionale rekeningen De in februari 2013 gepubliceerde regionale rekeningen werden aangepast aan de nieuwe resultaten van de nationale rekeningen van september 2013 en aangevuld met een supplementair jaar. Er waren geen methodologische wijzigingen, nationaal noch regionaal, tenzij voor de bruto-investeringen in vaste activa die nu terug deel uitmaken van de regionale rekeningen en dit volgens de NACE 2008-nomenclatuur. In punt 2.5 wordt hierop dieper ingegaan. Regionaal wijzigden de verdeelsleutels voor ondernemingen met vestigingen in meerdere arrondissementen niet. Hierop doet zich één uitzondering voor. Analyse toonde aan dat de RSZ-vestigingengegevens voor één bankinstelling sedert 2009 niet correct waren. Na contact met de kredietinstelling werden de gegevens van de structuurenquête overgenomen en de fout werd gesignaleerd bij de RSZ. Het aantal jobs dat verkeerdelijk aan Brussel was toegewezen werd neerwaarts herzien ten voordele van de vestigingen in Vlaanderen. Het aantal jobs in Wallonië was verwaarloosbaar klein en de herziening had hier quasi geen impact. De iets grotere verschillen voor het jaar 2011 voor de variabelen toegevoegde waarde, aantal loontrekkenden en aantal zelfstandigen spruiten voort uit de overgang van de voorlopige naar de definitieve methode en dit zowel op nationaal als regionaal vlak. Concreet betekent dit dat in de vorige versie voor de raming van de aggregaten voor 2011 gebruik gemaakt werd van indicatoren en van het repertorium van productie-eenheden van Als indicator voor de toegevoegde waarde werd de ontwikkeling in de RSZ-loonmassa en in de toegevoegde waarde volgens de BTW (voor de sector van de huishoudens) gebruikt. Voor het aantal loontrekkenden werd een beroep gedaan op de evolutie van het aantal personen in hoofdberoep volgens de RSZ. Verder dient nog opgemerkt te worden dat sinds september 2009 de eerste raming van de toegevoegde waarde in de nationale rekeningen zich beperkt tot een verdeling over 38 bedrijfstakken (A38). Daardoor zijn de te verdelen rijktotalen voor de niet-financiële vennootschappen (S11), de huishoudens (S14) en de IZW's ten behoeve van huishoudens (S15) niet langer beschikbaar per SUT bedrijfstak. Bijgevolg werden de theoretisch geraamde cijfers op basis van de evolutiecoëfficiënten per SUT-bedrijfstak/arrondissement geaggregeerd naar A38-niveau. Voor de financiële instellingen (S12) en de overheid (S13) werd verder per SUT-bedrijfstak gewerkt zoals in het verleden. Dit heeft ook tot gevolg dat er voor het laatste jaar geen gegevens gepubliceerd kunnen worden voor de combinatie "gewesten - 64 bedrijfstakken". 19

20 In de huidige versie van de regionale rekeningen werden alle variabelen voor het jaar 2011 geraamd op het niveau (sub)sector/sut-bedrijfstak/arrondissement op basis van het repertorium voor 2011 en al het gedetailleerde bronnenmateriaal, dat normaal gebruikt wordt bij de definitieve methode. In wat volgt wordt een beknopte beschrijving gegeven van de nationaal aangebrachte wijzigingen en hun impact in de regionale rekeningen. 2.1 Bruto toegevoegde waarde Wat de toegevoegde waarde tegen lopende prijzen betreft, wijzigden de te verdelen Rijkscijfers voor de sectoren van de niet-financiële vennootschappen, de financiële ondernemingen en de overheid vanaf het jaar Voor de sectoren van de huishoudens en de instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. de huishoudens was dit vanaf 2010 (telkens normale courante herzieningen). Regionaal wijzigden de verdeelsleutels voor ondernemingen met vestigingen in meerdere arrondissementen niet, m.u.v. die voor één kredietinstelling vanaf datajaar 2009, wat leidde tot een verschuiving van toegevoegde waarde van Brussel naar Vlaanderen. Alle wijzigingen samen hadden voor de jaren 2009 en 2010 geen impact op de aandelen en quasi geen op de groeicijfers per gewest. Voor het jaar 2011 zijn er wel merkbare verschuivingen. De overstap van de voorlopige naar de definitieve methode op nationaal niveau resulteerde in een licht neerwaartse herziening van het niveau van de toegevoegde waarde (-0,2 %), maar zonder impact op de totale groei ervan, die op 4,0 % bleef. Regionaal daarentegen werd de toegevoegde waarde in Wallonië fors neerwaarts herzien, waardoor de groei eveneens neerwaarts herzien werd van 4,4 naar 2,8 %. De toegevoegde waarde in Vlaanderen werd opwaarts herzien, waardoor de groei 0,6 %punt hoger uitkwam. Voor Brussel was de impact van de herziening beperkt. Analyse per sector toont aan dat, niettegenstaande de totale toegevoegde waarde op nationaal vlak voor het jaar 2011 niet zo sterk herzien werd, er toch grote wijzigingen voorkwamen per sector/bedrijfstak. Binnen de nietfinanciële vennootschappen bijvoorbeeld, vielen de herzieningen op het niveau A38 binnen het interval [-994,2; +603,7] mln. euro, wat in termen van procentuele herzieningen viel tussen -24,7 % en +35,0 %. Naargelang de bedrijfstak die gewijzigd werd, had dit op regionaal vlak een ander impact, aangezien de geografische structuur per bedrijfstak verschilt. Zo kan een groot deel van de herziening van de totale Waalse toegevoegde waarde teruggevoerd worden tot de grote neerwaartse herziening van de toegevoegde waarde van de farmaceutische nijverheid. Voor Brussel is de herziening voor een groot deel toe te schrijven aan de neerwaartse aanpassing van de toegevoegde waarde van de bedrijfstak "geraffineerde aardolieproductie". Beide fenomenen werden onvoldoende gecapteerd in de nationale kwartaal- en jaarrekeningen en de evolutie van de RSZ-lonen (basis voor de raming van de toegevoegde waarde in de regionale rekeningen). De herzieningen bij de overheid worden regionaal vooral verklaard door het gebruik van de loonmassa van het betreffende jaar, terwijl in de voorlopige raming de structuur van het jaar voordien overgenomen wordt. In 2011 namen de lonen in de overheid sterker toe in Brussel dan in beide andere gewesten. Voor de andere sectoren volgen de herzieningen op regionaal vlak die op nationaal vlak. De toegevoegde waarde in volume wordt geraamd vertrekkende van de regionale verdeling van de toegevoegde waarde tegen lopende prijzen en de nationale deflatoren per bedrijfstak. Die wijzigden eveneens lichtjes vanaf Regionaal wordt voor de volumeramingen bij de takken van de overheid ook gebruik gemaakt van de evolutie van het aantal loontrekkenden. Die cijfers werden gewijzigd vanaf het datajaar 2010 (cf. infra, punt 2.2). Globaal genomen hadden alle wijzigingen geen significant effect op de gewestelijke groeiprofielen in 2009 en In 2011 worden de verschillen verklaard door de overstap van de voorlopige naar de semi-definitieve ramingsmethode voor de toegevoegde waarde tegen lopende prijzen in zowel de nationale als de regionale 20

21 rekeningen en de meer gedetailleerde raming van de economische groei (64 bedrijfstakken i.pl.v. 38). 2.2 Aantal loontrekkenden Nationaal werden er wijzigingen aangebracht vanaf het jaar 2010 (courante herzieningen). De wijzigingen in de absolute cijfers hadden echter totaal geen impact op de globale groeicijfers voor 2010 en Regionaal vloeit de wijziging in 2009 voort uit de gewijzigde verdeelsleutel voor die ene kredietinstelling waardoor er een kleine verschuiving optreedt van Brussel naar Vlaanderen. Dit had echter geen invloed op de globale aandelen en groei per gewest. De wijzigingen in 2010 en 2011 hadden eveneens quasi geen impact op de aandelen en groei per gewest. Voor het jaar 2011 zijn de verschillen per sector iets opvallender, maar dit komt door de overstap van de voorlopige naar de definitieve methode en dit zowel op nationaal als regionaal vlak. 2.3 Aantal zelfstandigen Nationaal werd het aantal zelfstandigen in 2010 en 2011 lichtjes opwaarts herzien en dit in quasi alle bedrijfstakken (normale courante herzieningen). Regionaal resulteerde dit voor de drie gewesten eveneens in een lichtjes opwaartse herziening, maar quasi zonder impact op aandelen en groeicijfers. 2.4 Beloning van werknemers Nationaal wijzigden de Rijkscijfers voor de overheidssector vanaf het jaar Voor alle andere sectoren was dit vanaf 2010 (telkens normale courante herzieningen). Regionaal wijzigden de verdeelsleutels voor ondernemingen met vestigingen in meerdere arrondissementen enkel voor die ene kredietinstelling. Het aantal jobs dat verkeerdelijk aan Brussel was toegewezen werd neerwaarts herzien ten voordele van de vestigingen in Vlaanderen. Het aantal jobs in Wallonië is verwaarloosbaar klein en de herziening had hierop quasi geen impact. In absolute cijfers zijn alle herzieningen aan de totale beloning van werknemers op het niveau van het Rijk uiterst klein. Regionaal is dit eveneens het geval. De aandelen per gewest wijzigen quasi niet. De impact op de groei per gewest is iets zichtbaarder, vooral in Brussel ingevolge de hogervermelde correctie voor die ene kredietinstelling. Dit komt duidelijk tot uiting in de resultaten per sector. De gewestelijke aandelen wijzigen enkel bij de financiële instellingen waar zich een switch voordoet van enkele tienden procentpunten van Brussel naar Vlaanderen. Het is ook in die sector dat de grootste verschillen bij de gewestelijke groeicijfers voorkomen. 2.5 Bruto-investeringen in vaste activa De laatste officiële cijfers m.b.t. de regionale verdeling van de investeringen werden gepubliceerd in december 2010 volgens de activiteitennomenclatuur NACE 2003 en hadden betrekking op de periode In die versie waren alle elementen van de nationale revisies en geïntegreerd op het niveau van het Rijk, maar niet noodzakelijkerwijze regionaal uitgesplitst op de meest adequate manier door de beperkingen van de toenmalige informaticatoepassing. Nationaal werd in de loop van het jaar 2011 voor alle variabelen overgestapt van de activiteitennomenclatuur NACE 2003 naar NACE , dus ook voor de investeringen. 1 zie publicaties "Nationale rekeningen, Deel 2 - Gedetailleerde rekeningen en tabellen, " van december 2005 en "Regionale rekeningen, " van maart zie publicaties "Nationale rekeningen, Deel 2 - Gedetailleerde rekeningen en tabellen, " van oktober 2009 en "Regionale rekeningen, " van maart zie publicatie "Regionale rekeningen, " van februari

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie 2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2013 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2015 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak, de finale consumptieve bestedingen per

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2014 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2007-2015 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende het arbeidsvolume en de inkomensrekeningen van de huishoudens voor

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011 Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de verdeling van de Belgische

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2013 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de verdeling van de Belgische

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse aanbod en gebruikstabellen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2013 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2004-2007 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

: Gemiddelde jaarlijkse groei arbeidsvolume hoger in Vlaanderen en Wallonië dan in Brussel

: Gemiddelde jaarlijkse groei arbeidsvolume hoger in Vlaanderen en Wallonië dan in Brussel Instituut voor de Nationale Rekeningen 2018-04-20 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie -: Gemiddelde jaarlijkse groei arbeidsvolume hoger in en dan in In de periode - nam het arbeidsvolume gemiddeld

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2000-2009 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2003 - I Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2014-04-30 Links Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Bij een stijging van 0,3 % in

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2015 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten

Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten 2018-2023 1 Top-down model Overzicht presentatie 1. Databank 2. Model 2.1 Structuur 2.2 Kern 2.3 Arbeidsmarkt 2.4 Huishoudrekeningen

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2015-04-29 Links: Publicatie NBB.stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015 De economische activiteit stijgt met

Nadere informatie

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief)

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief) BIJLAGE 1 BIJ HET KB TARIFERING - INDELING WERKGEVERS IN 5 TARIEFGROEPEN VOLGENS HOOFDACTIVITEIT tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief) 1 Uitgeverijen 58 1 Ontwerpen en programmeren

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2008 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 1970-2001 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van

Nadere informatie

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN Integrale versie 2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN In vergelijking met de vorig jaar gepubliceerde reeksen 2 over de kapitaalgoederenvoorraad (KGV) en de afschrijvingen zijn er drie methodologische aanpassingen

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-009 15 februari 2012 9.30 uur Economie 0,7 procent gekrompen In vierde kwartaal 0,7 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Consumptie 1,8 procent lager

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt FEBRUARI 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2017 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

REGIONALE REKENINGEN

REGIONALE REKENINGEN REGIONALE REKENINGEN Aggregaten per bedrijfstak 1995-1999 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Toelichting bij de recente ontwikkelingen September 2015 Instituut voor de nationale rekeningen Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-069 15 november 2011 9.30 uur Economische groei valt terug Economie 1,1 procent gegroeid op jaarbasis in derde kwartaal Kwartaal op kwartaal 0,3 procent

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt SEPTEMBER 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-032 15 mei 2012 9.30 uur Economie 1,1 procent gekrompen In eerste kwartaal 1,1 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Investeringen 4,2 procent lager Consumptie

Nadere informatie

Nationale Bank van België, Brussel in samenwerking met de drie gewesten

Nationale Bank van België, Brussel in samenwerking met de drie gewesten Regionale rekeningen Regionale verdeling van de consumptieve bestedingen van de gezinnen, de overheid en de instellingen zonder winstoogmerk en de gezinsbesparingen 199-201 Inhoud van de publicatie Deze

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Tweede kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2003 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2014 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen September 2016 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat 61 bus

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2015 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen April 2017 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat 61 bus 3551-3000

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2016 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen Katleen Pasgang April 2018 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat

Nadere informatie

Economie groeit met 0,7 procent

Economie groeit met 0,7 procent Persbericht PB14 010 14 februari 08.30 uur Economie groeit met 0,7 procent Economie groeit in vierde kwartaal met 0,7 procent ten opzichte van het derde kwartaal 8 duizend banen minder dan in het derde

Nadere informatie

Bijlage - Tabellen. Ongevallen op de arbeidsplaats ,9% ,7% 1,9% Ongevallen op de arbeidsweg ,1% 23.

Bijlage - Tabellen. Ongevallen op de arbeidsplaats ,9% ,7% 1,9% Ongevallen op de arbeidsweg ,1% 23. Bijlage - Tabellen Tabel 1 : Vergelijking van de verdeling in absolute en relatieve frequentie van de verkeersongevallen naar de plaats van het ongeval met het geheel van de ongevallen 2008 % van de Ongevallen

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-III

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-III Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-III Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2014

Sectoranalyse Horeca 2014 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2014 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen Omzet en investeringen 2014 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Maakeconomie in Limburg

Maakeconomie in Limburg Sectoranalyse Maakeconomie in Limburg Augustus 2018 C r e a t i e v e E c o n o m i e i n L i m b u r g P a g i n a 1 46 INHOUDSOPGAVE 1. Definitie 3 2. Bedrijven in de Maakeconomie (Vestigingen met personeel)

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2016-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2016-I Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2016-I Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Stelsel

Nadere informatie

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder Persbericht PB13-070 14 november 2013 09.30 uur Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder - Economie groeit in derde kwartaal met 0,1 procent ten opzichte van tweede kwartaal - 46 duizend

Nadere informatie

Economie en ondernemen

Economie en ondernemen Economie en ondernemen SAMENVATTING 42.156 BBP per inwoner, groeiend 19.155,8 miljoen euro BBP arr. Turnhout, groeiend 44% van de groei is toe te schrijven aan industrie Sterkste economische sectoren m.b.t.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2014-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2014-I Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2014-I Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Stelsel

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-II

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-II Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-II Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-IV

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-IV Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-IV Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei Persbericht PB14-050 14 augustus 2014 09.30 uur Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei - Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014 - Volgens

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2014 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2016 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Publicatiedatum CBS-website 9 mei 2005 Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Enkele belangrijke uitkomsten revisiejaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik Persbericht PB14-032 15 mei 2014 9.30 uur CBS: economie krimpt door lager gasverbruik - Sterke afname binnenlands verbruik en export van aardgas door milde winter - Mede hierdoor economische krimp van

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2005 Inhoud de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen. Toelichtingen van conceptuele en methodologische aard

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen. Toelichtingen van conceptuele en methodologische aard Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen Toelichtingen van conceptuele en methodologische aard INHOUDSTAFEL I. Inleiding 7 1. Regionale aggregaten en rekeningen volgens het ESR 1995

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen Toelichtingen van conceptuele en methodologische aard Maart 2007 Inhoud van de publicatie Deze bijdrage verduidelijkt de wijze waarop de regionale

Nadere informatie

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-047 20 april 2005 9.30 uur Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger Het bruto binnenlands product (BBP) van 2001 is door herziening van definities

Nadere informatie

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 02 mei 2013 Statistisch Bulletin 13 18 no. Jaargang 69 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien voorkomend

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen Toelichtingen van conceptuele en methodologische aard LLaatst gewijzigd: februari 2013 Inhoud van de publicatie Deze bijdrage verduidelijkt de

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-074 13 juli 2006 9.30 uur Uitgaven huishoudens hoger dan inkomsten De Nederlandse economie is in 2005 met 1,5 procent gegroeid. Het voor inflatie gecorrigeerde

Nadere informatie

NACE 2003 NACE 2008 regionaal detail

NACE 2003 NACE 2008 regionaal detail Methodologische nota Bij de opmaak van de regionale rekeningen van december 2011 werd, net zoals in de gedetailleerde nationale rekeningen van september 2011, overgestapt op de nieuwe activiteitennomenclatuur

Nadere informatie

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Severine Appelmans Economie Samenvatting 14,75 miljard euro aan waardecreatie (BBP) BBP per inwoner net boven Vlaamse

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2012

Sectoranalyse Horeca 2012 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2012 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen 2013 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 40 6 oktober 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Indexcijfers cao-lonen en contractuele loonkosten (35) 3 Ontwikkeling cao-lonen en contractuele loonkosten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 3,5 procent in Economische groei vierde kwartaal liefst 4,4 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 3,5 procent in Economische groei vierde kwartaal liefst 4,4 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-008 14 februari 2008 9.30 uur Economie groeit 3,5 procent in 2007 De Nederlandse economie is in 2007 met 3,5 procent gegroeid. Dit is de hoogste groei

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

De arbeidsmarkt klimt uit het dal Trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en onderwijs De arbeidsmarkt klimt uit het dal Het gaat weer beter met de arbeidsmarkt in, ofschoon de werkgelegenheid wederom flink daalde. De werkloosheid ligt nog

Nadere informatie

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE Bijdrage tot de welvaart België telt tienduizenden vzw s, stichtingen, sociale economiebedrijven en feitelijke verenigingen. 18.847 daarvan

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-077 14 november 2008 9.30 uur Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Bijna een halvering in vergelijking met eerste halfjaar

Nadere informatie

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL 215-1-19 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 214 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

Milieubelastingen naar economische activiteit

Milieubelastingen naar economische activiteit Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Instituut voor de nationale rekeningen Milieubelastingen naar economische activiteit 2008-2012 September 2014 Kunstlaan 47-49 1000 Brussel E-mail:

Nadere informatie

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2016

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2016 217-1-23 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 216 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2018 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Seminarie voor leerkrachten economie van het middelbaar onderwijs Brussel, 11 oktober 2017 Departement Algemene Statistieken Hans De Dyn 2 / 24 Inhoud

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2002 - III Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2014 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex daalt in december naar -0,4%,

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Maart 212 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 212 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie