HOE METEN KAN LEIDEN TOT WETEN. Coleta van Dam Jeugdzo! 7 nov 2012

Transcriptie

1 HOE METEN KAN LEIDEN TOT WETEN Coleta van Dam Jeugdzo! 7 nov 2012

2 INVENTARISATIE Beleid, financier, wetenschap Managers, bestuurders zorginstellingen Medewerkers primair proces

3 WAAR HEBBEN WE HET OVER? Routine outcome monitoring (ROM) Routine outcome measuring (ROM) Periodieke uitkomstmetingen Herhaalde effectmetingen Uitkomstenmonitoring Uitkomstenmanagement Patient-focused research Praktijkgestuurd effectonderzoek Resultaatgericht meten Veranderingsonderzoek

4 WAT IS HET? Systematisch volgen van veranderingen in problematiek of competenties bij cliënten Via het periodiek afnemen van meetinstrumenten als onderdeel van het werk Benutten van deze uitkomsten voor: Intern: behandelplanning, evaluatie in primair proces en beleid Extern: verantwoording naar derden (o.a. financiers) Verder onderzoek

5 EVIDENCE BASED Evidence based RCT Uitkomsten monitoring Theoretisch onderbouwd

6 ONTSTAAN (TOP-DOWN) Druk van externe partijen (vooral financiers) Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Databank NJi ROM in de GGZ verplicht, benchmarking Onvrede met bestaand effectonderzoek

7 ONTSTAAN (BOTTOM-UP) Vanuit Hulp aan Huis: uitkomsten uit vragenlijsten bespreken met hun clienten. Zij merkten: Betere afstemming met clienten Betere werkrelatie clienten Sneller, betere behandelresultaten Minder uitval

8 WIE HEEFT ER WAT AAN? Individueel niveau: hulpverlener en cliënt Team/afdeling Organisatie/instellingen Beleid, financiers, wetenschap

9 VOORBEELD 1 INDIVIDUELE UITKOMSTMETING (Bron: BergOp 3.0)

10 BESPREEKSTRAMIEN EFFECTRAPPORTAGE Activiteit Herkennen Begrijpen Waarderen Handelen Vraag Zijn de cijfers te plaatsen? Kunnen we ze verklaren? Vinden we ze goed genoeg? Zijn er verbeteracties nodig?

11 BENUTTING IN HULPVERLENEND HANDELEN Middel om zicht te krijgen op beleving van clienten t.a.v. aard en ernst problemen Interventiemiddel om met cliënten te communiceren Ondersteunend bij doelformulering Zicht op mate van probleemreductie bij evaluatie en afsluiting

12 METEN MAAKT THERAPEUTEN BETER (1) Feedback mechanisme Leren van gevolgen Bekrachtiging van eigen therapeutisch handelen Ontstaan gevoelens van efficacy Zonder feedback is behandelen als geblindoekt schieten op een doel

13 METEN MAAKT THERAPEUTEN BETER (2) (LAMBERT, 2010; Feedback werkt vooral bij cliënten bij wie een negatieve uitkomst dreigt. Van deze cliënten: Verbetert 22% zonder feedback Verbetert 33% met feedback aan therapeut Verbetert 39% met feedback aan therapeut en cliënt Verbetert 45% met feedback en suggesties voor behandeling [N.B. Onderzoek bij volwassen patiënten (Lambert)]

14 METEN MAAKT CLIËNTEN BETER Betrekken client bij diagnostiek Bespreken uitkomsten Empathisch, oplossingsgericht Therapeut Client Inzicht, reflectie Verwachtingen Motivatie Minder problematiek Meer competenties Resultaat

15 BENUTTING OP TEAM/INSTELLINGS/BELEIDSNIVEAU Er is een effectrapportage over een interventie (afdeling/ instelling, etc.) De dialoog tussen management en professionals; directie en overheid/ financiers die aanzet tot handelen Stoppen of doorgaan? Verbeteracties? Of tot meer kennis Ander zicht op Meer begrip van

16 VOORBEELD 2 GROEPSUITKOMSTEN Externaliserend probleemgedrag STOP 4-7 Klinisch gebied Start Einde Bron: Bastiaanssen, 2012

17 FEEDBACK EN VERBETERGESPREKKEN Resultaten Verbeteracties Herkenbaar? Goed genoeg? Verklaren?

18 VOORBEELD 3 INTERNE BENCHMARK OVER JAREN TRENDMERK Totaal probleemgedrag IOG Bron: De Meyer, 2012

19 VOORBEELD 4 BENCHMARKING INSTELLINGEN 70 Externaliserend probleemgedrag STOP 4-7 Klinisch gebied Totaal NL Totaal NL Instelling 1 Instelling 2 Instelling 3 Start Einde Bron: Bastiaanssen, 2012

20 Deviatiescore CBCL VOORBEELD 5 BENCHMARKING GROEPSBELOOP 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 bij opname een halfjaar na opname een jaar na opname anderhalf jaar na opname tw ee jaar na opname Norm Instelling A (fictief) Instelling B (fictief) Norm Bron klinische norm: Onderzoek Boddaertcentra Kloosterman & Veerman (1999)

21 BENCHMARK GEVAREN Appels en peren Financiering Bias

22 WAAROM IS HET ZO MOEILIJK? Implementeren = veranderen = weerstand Vooral bij top-down, minder bij bottum-up Onderschatting investering

23 SLAGINGSKANS VERHOGEND Meten op de werkvloer, in interactie met jeugdige/ouders Vragenlijsten sluiten aan bij programma Meten maakt deel uit van de dagelijkse praktijk Resultaat wordt benut bij uitvoeren van zorg en beleid Randvoorwaarden: computerprogamma (bv. BergOp) Onderzoekslogistiek: secreteriaat, procesbewaker Betrokkenheid directie Training, coaching

24 ERVARINGEN SEJN-DEELNEMERS Organisatie moet het zelf willen Waarom doen we dit? Helder zijn: verbeteren en profileren Volledige steun directie en management én consequenties overzien Werkvloer betrekken bij opzet en uitvoering Onderdeel van werkproces aanpassing werkprocessen!

25 MEER LEZEN Finn, S.E. (2007). In our clients shoes. Theory and technique of therapeutic assessment. New York: Psychology Press. Lambert, M.J. (2010). Yes it is time for clinicians to routinely monitor treatment outcome. In B.L.Duncan, S.D. Miller, B.E. Wampold, & M.A. Hubble (Eds.), The heart and soul of change, Delivering what works in therapy(2 nd edition). (pp ). Washington, DC: American Psychological Association. Metz, A.J.R., Blasé, K., & Bowie, L. (2007). Implementing evidence-based practices: Six drivers of succes. Child Trends _10_01_RB_6SuccessDrivers.pdf Veerman, J.W. (2008). Het mooie van meten. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 63, Veerman, J.W. (2012). Zeven agendapunten voor een effectievere jeugdzorg in tijden van transitie. Jeugdkennis, 6. Themanummer ROM Tijdschrift voor Psychiatrie, 54 (2) februari voor databank NJi voor erkenningscommissie justitie voor informatie over ROM in GGZ voor informatie over ROM in GGZ Kinderpsychiatrie voor informatie voor uitkomstmetingen jeugdzorg voor informatie over het programma BergOp