Raadsinformatiebrief 1

Transcriptie

1 2016/ Raadsinformatiebrief 1 Onderwerp Eindevaluatie n.a.v. motie 114 Maak werk van Max WW'ers Portefeuillehouder D. Straat B&W besluit d.d Aan de leden van de gemeenteraad Zaanstad, Inleiding Op 13 november 2014 heeft de raad motie 114 van ROSA en VVD aangenomen waarin zij het college verzoekt een pilot te starten waarin WW ers in de laatste 3 maanden voor beëindiging WW uitgenodigd worden in groepsverband. De raad vraagt deze groep WW ers voor te lichten over wat bijstand betekent. Daarbij vooral te focussen op werk door werkgevers uit te nodigen om tijdens bijeenkomsten werk aan te bieden. In juni 2015 bent u door middel van een raadsinformatiebrief (2015/119519) geïnformeerd over het plan van aanpak, het proces en het tijdpad van de uitwerking van de motie. In de huidige raadsinformatiebrief presenteren wij de eindevaluatie aan u. De evaluatie wordt ook met de indieners van de motie besproken. Proces De pilotperiode is met een aantal maanden verlengd. Dat is om goed te kunnen beoordelen wat de resultaten van deze werkwijze zijn. De verlenging was nodig omdat per groep WW ers pas na vijf maanden kan worden gezien of de nieuwe dienstverlening ook daadwerkelijk minder instroom in de bijstand oplevert. In het najaar van 2015 is een enquête uitgezet onder de deelnemers om een tussentijdse kwalitatieve beoordeling van de dienstverlening te krijgen. Het doel is WW ers aan werk helpen om zo instroom in de bijstand te voorkomen Het doel van de pilot is om zoveel mogelijk te voorkomen dat mensen vanuit de WW in de bijstand terecht komen, door middel van het actief begeleiden naar een baan. Dit wordt gedaan door in een vroeg stadium, 4 maanden voor het einde van de WW-uitkering, extra mogelijkheden en ondersteuning aan te bieden bij het werk vinden en solliciteren. De werkzoekenden worden ook specifiek voorgelicht over de rechten en plichten tijdens de bijstandsperiode, de financiële consequenties van bijstand en de verschillen tussen bijstand en WW. Het totale ondersteuningspakket bestaat uit een voorlichtingsbijeenkomst, workshops, individuele begeleiding en speeddates met werkgevers. De brochure die voor de pilot is gemaakt, vindt u in de bijlage. Met deze nieuwe dienstverlening wordt beoogd de instroom in de Participatiewet te verlagen. Hiermee wordt een kostenbesparing op het budget voor uitkeringen (Buigbudget) bereikt. Voorts draagt deze aanpak bij aan de algehele doelstelling uit het Koersbesluit dat iedereen naar vermogen participeert. Argumenten De werkwijze verdient verlenging want de resultaten zijn zeer positief In de pilotperiode wil Zaanstad gemiddeld 4 uitkeringen minder per maand in laten stromen vanuit de WW. Uit onderstaand overzicht blijkt dat er in 2014 gemiddeld 28 instromers per maand waren vanuit de max WW in Zaanstad. De gemiddelde verblijfsduur van WW ers in de bijstandsuitkering in Zaanstad is 17 maanden. Bij niet-instromen is daarmee de 1 Op deze raadsinformatiebrief volgt geen actie van de Agendacommissie. Zonodig kunt u aanvullende informatie inwinnen bij de behandelend ambtenaar. Wenst u naar aanleiding van de informatie nadere vragen te stellen aan de portefeuillehouder of een politieke discussie met de portefeuillehouder en/of raadsfracties, dan kunt u bij de Agendacommissie om agendering verzoeken mits onder vermelding van wat u vraagt aan wie inclusief een korte concrete toelichting.

2 2016/ /5 gemiddelde besparing per uitkering ,- (over de totale 17 maanden). Het beleid gericht op het beperken van de instroom in de bijstand blijkt succesvol te zijn. De doelstelling is meer dan gehaald. De werkwijze leverde over negen maanden, nl. de maanden september 2015 t/m mei 2016 in absolute getallen een lagere instroom van 100 personen op t.o.v. het peiljaar Dit betekent gemiddeld elf uitkeringen minder per maand dan het gemiddelde van 28 in Dat terwijl beoogd was dat de daling gemiddeld vier zou zijn. In onderstaande tabel ziet u dat de maand november (2015) een stijging van de instroom laat zien ten opzichte van het jaar ervoor (2014), en december een lichte daling. In de overige maanden is de doelstelling echter ruimschoots behaald. De kanttekening die erbij gemaakt wordt is dat de aanvragen over de maanden april en mei nog niet zijn afgerond. Deze cijfers kunnen dus nog iets veranderen. We hebben 2014 als peiljaar genomen voor de instroom vanuit de WW in de bijstand. De instroom per maand was als volgt: Peiljaar 2014 jan febr mrt april mei jun juli aug sept okt nov dec instroom in bijstand 44 vanuit WW totale instroom percentage Pilot 2015/2016 jan febr mrt april mei sept okt nov dec instroom in bijstand vanuit WW totale instroom percentage Absolute afname * Naast deze goede cijfers (kwantitatief) wordt de dienstverlening (kwalitatief) over het algemeen goed tot zeer goed ontvangen. Dit bleek ook al uit de tussentijdse enquête die in het najaar is gehouden. Kandidaten zijn positief en blij met de informatie en de aandacht die ze ontvangen. De voorlichting en de ondersteuning worden gewaardeerd. De meeste kandidaten hebben zich nog niet verdiept in de periode na de WW en schrikken van de hoogte van de bijstand. Dit geeft ze extra motivatie om toch actiever werk te zoeken en een wat breder zoekgedrag te vertonen. Deelname aan de workshop of de individuele begeleiding blijkt toch noodzakelijk te zijn gezien de verbetermogelijkheden van de CV s. Daarnaast worden ze gestimuleerd en ondersteund tot een pro-actieve houding bij netwerken en solliciteren. Hier maakt dan ook bijna iedereen die naar de voorlichting komt, gebruik van. Wat betreft de uitstroomcijfers: in 2015 vonden 56 kandidaten een baan. Dat is 55 % van de deelnemers aan de voorlichtingsbijeenkomst. In 2016 vonden tot nu toe 41 mensen een baan, dat is 33 %. Indien de kwalitatieve beoordeling wordt meegenomen in de evaluatie,

3 2016/ /5 waarbij de kandidaten zeer te spreken zijn over de aandacht, de voorlichting en de begeleiding die ze hebben ontvangen, moet worden geconcludeerd dat de pilot geslaagd is. Nog enkele wetenswaardigheden: De opkomst voor de voorlichting was de eerste maand nog onder de 10%, maar de laatste maanden in 2015 lag deze op 17%. De gemiddelde opkomst in 2016 ligt op 25%. Dit heeft ook te maken met de herinneringsmail die voor de informatiebijeenkomst nog gestuurd wordt. Slechts een heel klein deel van de opkomst bij de voorlichting, heeft geen recht op bijstand na hun WW-periode, gemiddeld 1 %. Alle kandidaten hebben een workshop en /of individuele begeleiding gehad bij het zoeken naar werk, waarbij ze feedback hebben ontvangen op CV, houding en presentatie. Daarnaast zijn kandidaten voorgesteld op vacatures bij het werkgeversservicepunt Indien van toepassing zijn kandidaten aangemeld voor een speeddate bij werkgevers. Deze cijfers geven aan dat de juiste toon is gevonden in de voorlichtingsbrief, de juiste mensen zijn benaderd en dat er behoefte is aan voorlichting over de bijstand / Participatiewet. Samenwerking met Werkgeversservicepunt (WSP) en UWV is goed De samenwerking met het UWV is goed. Iedere maand stuurt het UWV de voorlichtings- /uitnodigingsbrief naar de kandidaten die vier maanden voor het bereiken van de max WW zitten en ze leveren vervolgens de lijsten bij de gemeente aan. Er is overleg over de kandidaten die individueel begeleid worden en het WSP denkt actief mee in het plaatsen van deze kandidaten. Daarnaast zijn de speeddates een gezamenlijk event van UWV en gemeente. In het regionale overleg van de arbeidsmarktregio heeft Zaanstad de overige gemeenten meegenomen in de voorgenomen aanpak. Afgesproken is dat Zaanstad de resultaten deelt. Financiële en Juridische consequenties Kosten De kosten van deze dienstverlening zijn plusminus ,- op jaarbasis. Dit is voor personele inzet (voorlichting, workshop, begeleiding, bemiddeling, speeddates, overleg, monitoring en rapportage) en huur ruimtes. Besparing In de pilotperiode is er minder instroom in de bijstand, gemiddeld elf uitkeringen à 1200,- per maand minder. De opbouw van de besparing gaat stapsgewijs. De besparing op de kosten loopt na de pilotperiode verder door omdat de uitkeringsduur gemiddeld 17 maanden is. In de pilotperiode zijn er plusminus ,- minder kosten op het buigbudget. Dekking van de kosten De kosten worden gedekt binnen het Participatiebudget. Juridische consequenties Er zijn geen juridische consequenties verbonden aan het uitvoeren van deze dienstverlening. Er wordt samengewerkt met het UWV. Het UWV verzorgt lijstwerk en de uitnodigingen voor deze toegevoegde dienstverlening. Daar het burgers betreft die tot het bestand van het UWV behoren, mag de gemeente o.g.v. de wet SUWI geen gegevens inzien. Aanpak/uitvoering Het project is ook een goede vorm van integrale samenwerking en verhoogt de participatie van inwoners. Daarnaast zijn de resultaten bemoedigend. Dat is de reden dat wordt doorgegaan met dit project en is het opgenomen in het Koersbesluit dat in juni 2016 aan u wordt voorgelegd

4 2016/ /5

5 2016/ /5 Betreft Betreft de eindevaluatie n.a.v. RIB motie 114 Maak werk van MAX WW ers (2015/119519) Opdrachtgever Bijgaande stukken I. Drupsteen (075) / Brochure van WW naar Bijstand: Eindevaluatie n.a.v. motie 114 Maak werk van Max WW Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Zaanstad, mr. G.H. Faber, burgemeester Digitaal ondertekend door burgemeester G.H. Faber op Ir. J.C. van Ginkel MCM, gemeentesecretaris Digitaal ondertekend door secretaris J.C. van Ginkel op