Reclamebeleid. Gemeente Stede Broec

Transcriptie

1 Reclamebeleid Gemeente Stede Broec

2 Inhoudsopgave 1. Algemene beschrijving en uitgangspunten van het beleid pagina Regelgeving pagina 4 2. Permanente reclame aan of bij een gebouw pagina Beoordelingscriteria pagina Gebiedsindeling pagina Bebouwde Kom pagina Bedrijventerrein pagina Sportterreinen pagina Buitengebied ( buiten de bebouwde kom ) pagina Openbare ruimte pagina 6 3. Tijdelijke reclame niet op of aan een gebouw pagina 7 4. Overgangsbepaling pagina 7 5. Evaluatie pagina 8 Bijlage I. Criteria reclame bebouwde kom II. Criteria reclame bedrijventerrein III. Criteria reclame sportterreinen IV. Criteria tijdelijke reclame niet op of aan een gebouw V. Overeenkomst reclameborden aan lichtmasten VI. Plattegrond Gemeente Stede Broec 2

3 1. Algemene beschrijving en uitgangspunten van het beleid Als we over reclame praten dan gaat het om een publieke aanprijzing van een bedrijf, een product of dienst. Om het maximale effect te bereiken moet reclame dus opvallen. En om op te vallen wordt op allerlei manieren geprobeerd om de aandacht te vangen. Dat kan door verschillende formaten te gebruiken, maar ook de plaats en uitvoering zijn belangrijk. De gemeente Stede Broec vindt het belangrijk om de manier waarop reclame wordt gemaakt in redelijke regels vast te leggen. Tot op heden had de gemeente Stede Broec geen reclamebeleid, waardoor we geen handvatten hadden om op te treden. Deze nota heeft tot doel beleid vast te stellen met betrekking tot het toelaten van reclame-uitingen. Uitgangspunt daarbij is niet, dat reclame geweerd dient te worden. Het is heel legitiem dat ondernemers bekendheid willen geven aan het bestaan van hun bedrijf door middel van reclame uitingen. In deze nota wordt een onderscheid gemaakt tussen permanente en tijdelijke reclame. Permanente reclame is reclame op of aan onroerende zaken en tijdelijke reclame is reclame op driehoeksborden en spandoeken. 3

4 1.1 Regelgeving Op grond van artikel 4:15 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is het verboden zonder vergunning van het college op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is. Op dit verbod bestaat een klein aantal uitzonderingen, dat in lid 2 van artikel 4:15 van de APV wordt opgesomd. Het gaat hierbij om een aantal concreet omschreven typen borden met een maximale oppervlakte van 0,5m² ( makelaarsborden, naamborden etc.), bouwborden en aankondigingen van kennelijk tijdelijke aard ( met toestemming van het college). Een reclamevergunning kan worden geweigerd: a. wanneer de reclame-uiting niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand; b. in het belang van de verkeersveiligheid; c. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken. Daarnaast wordt ten behoeve van de zogenoemde sandwichborden gebruik gemaakt van artikel 2:10 van de APV ( het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie daarvan). Op grond van dit artikel is het verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als: a. het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg b. het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Op grond van artikel 5:7 APV is het verder verboden een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op de weg te parkeren met het kennelijke doel om daarmee handelsreclame te maken. Van dit verbod kan het college ontheffing verlenen. 4

5 2. Permanente reclame aan of bij een gebouw Op grond van artikel 4:15 Algemene Plaatselijke Verordening is het verboden zonder vergunning op of aan een onroerende zaak reclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook die vanaf de weg zichtbaar is. 2.1 Beoordelingscriteria Bij het vaststellen van normen voor reclame is het zinvol een onderscheid te maken tussen verschillende gebieden in de gemeente. Een woonwijk vraagt een andere benadering dan een winkelgebied. Het buitengebied kan ernstig aangetast worden bij plaatsing van reclame die op een bedrijventerrein gebruikelijk is. Per gebied wordt een eigen beleid geformuleerd met uitgangspunten en normen. Daarbij wordt in bepaalde gebieden meer toegestaan dan anderen. Dit is afhankelijk van de functie van het gebied Gebiedsindeling De volgende gebiedsindeling is van toepassing: 1. Bebouwde kom; 2. Bedrijventerrein; 3. Sportterreinen; 4. Buitengebied; 5. Openbare buitenruimte Bebouwde kom Onder bebouwde kom wordt verstaan de bebouwde kom of kommen waarvan Gedeputeerde Staten de grenzen hebben vastgesteld overeenkomstig artikel 27, tweede lid, Wegenverkeerswet. Binnen de bebouwde kom wordt een onderverdeling gemaakt tussen woon en winkelgebieden. Omdat de gebieden van elkaar verschillen zijn eigen criteria opgesteld (zie bijlage I). De gedachte hierachter is dat voor een gebied dat hoofdzakelijk is ingericht voor woondoeleinden geen reclame tekens passen. Er ontbreekt namelijk een relatie tussen het woonmilieu en de reclame-uitingen. In gebieden met een uitgesproken winkel karakter of een bedrijvenkarakter zijn de mogelijkheden tot reclame-uitingen ruimer dan in woongebieden. Algemeen gesteld kan worden dat de reclames op winkelniveau, dat wil zeggen op het begane grondniveau, geplaatst dienen te worden zodat er een directe en logische relatie tussen de reclame en de functie van de winkel is Bedrijventerreinen Op bedrijventerreinen komen aanduidingen voor waarop de bedrijfsnaam staat vermeld of wat de onderneming produceert. Ook komt het voor dat reclame wordt gemaakt voor een bepaald product. Omdat het hier gaat om een grotere concentratie van bedrijven, zal de reclame hier ook overdadiger zijn. Uitgangspunt blijft dat de reclame op een logische plaats tegen de gevel aangebracht dient te worden. Bijvoorbeeld bij de ingang. Reclame moet ook passen bij het gebouw. Als plaatsing tegen de gevel niet mogelijk isbijvoorbeeld bij een gevel van louter glas- moet de reclame bij de hoofdingang worden geplaatst. Voor de criteria zie bijlage II Sportterreinen Alle sportterreinen vallen binnen de bebouwde kom, zodat de APV ( en niet de Landschapsverordening Noord-Holland) van toepassing is. Voor de criteria zie bijlage III. 5

6 Buitengebied (buiten de bebouwde kom) Voor dit gebiedsdeel is niet de Algemene Plaatselijke Verordening maar de provinciale verordening Opschriften en Opslag Noord- Holland van toepassing Openbare buitenruimte De eisen aan permanente reclame zijn bedoeld om de kwaliteit van de omgeving te behouden. De gemeente geeft als eigenaar en beheerder van de openbare buitenruimte ook gelegenheid om reclame te maken. De reclame varieert van lichtmastborden, routeen verwijzingsborden, reclame op stadsplattegronden. Het is logisch dat aan deze reclames binnen de bebouwde kom beperkingen worden gesteld naar soort, plaats en vorm. Buiten de bebouwde kom is de provinciale verordeningen Opschriften en Opslag Noord-Holland van toepassing. Reclame op verlichte plattegrondkasten De gemeente heeft in 2000 een overeenkomst gesloten met een bedrijf voor het plaatsen van negen plattegrondkasten. De looptijd van de overeenkomst bedraagt 10 jaar met een optie voor nog eens een periode van 10 jaar. De afspraak is dat dit bedrijf de plattegrondkasten onderhoudt en in ruil daarvoor reclame mag maken op de borden. Ter voorkoming van een wildgroei van dergelijke plattegronden in de gemeente, met verschillende huisstijlen en uitvoeringen, wordt slechts van één bedrijf tegelijk dergelijke plattegronden toegestaan. Behalve het beschermen van de kwaliteit van de buitenruimte is deze uniformiteit ook van belang voor de gebruikers van de plattegronden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Suurland Outdoor BV te Eindhoven. Reclameborden aan lichtmasten Voor het aanbrengen van verlichte en onverlichte reclameborden aan gemeentelijke lichtmasten heeft de gemeente al beleid opgesteld. Deze regeling is opgenomen onder bijlage V. 6

7 3. Tijdelijke reclame niet op of aan een gebouw Het college heeft in haar vergadering van 22 december 2009 besloten met ingang van 1 april 2010 akkoord te gaan met het uitbesteden van de exploitatie van maximaal 30 reclameborden voor een periode van 5 jaar. Teneinde te voorkomen dat alsnog vergunning moet worden verleend aan individuele aanvragers dient uw college thans te besluiten Van Puffelen Reclame Buiten te Rotterdam vergunning te verlenen voor het plaatsen van het maximaal aantal borden van 30 gedurende 5 jaar ingaande 1 april Hierbij zijn ook criteria vastgesteld. Deze criteria hebben met name betrekking op het uiterlijk aanzien van de reclame en de duur van de reclame. Uitgangspunt is dat deze vorm van reclame niet langere tijd in de gemeente aanwezig is. Het is niet de bedoeling dat de gemeente vol komt te staan met sandwichborden en spandoeken. De gedachte achter de reclame is dat er voor een korte duur reclame voor een activiteit wordt gemaakt. Indien de activiteit niet meer plaatsvindt, moet ook de reclame verdwenen zijn. Voor de criteria zie bijlage IV. 4. Overgangsbepaling Bestaande reclame-uitingen die geplaatst zijn of worden met de benodigde vergunningen en afwijken van het nieuwe beleid, worden gerespecteerd. Voor deze reclame-uitingen geldt een zogeheten uitsterfconstructie of overgangsrecht. Dat wil zeggen dat de rechten van de vergunninghouders worden gerespecteerd en dat de bestaande, vergunde reclame-uitingen kunnen blijven hangen c.q. staan. Het nieuwe beleid is alleen van toepassing op nieuw aan te brengen reclame-uitingen. Wel kan de verbouwing van een pand, de wisseling van eigenaar/gebruiker of het vervangen van borden, bijvoorbeeld voor vernieuwing of voor de wijziging van huisstijl, aanleiding zijn om het nieuwe beleid toe te passen. Deze uitsterfconstructie is niet van toepassing op reclame-uitingen, die zich in de gemeente bevinden zonder dat hiervoor een vergunning is verleend. Er is dus geen sprake van een gedoogsituatie van aanwezige illegale uitingen. Constatering van de aanwezigheid van dergelijke uitingen, ook na vaststelling van deze Nota, is aanleiding om de gebruikelijke handhavingprocedure te volgen. 7

8 5. Evaluatie De betekenis en de gevolgen van de nota reclamebeleid zal na één jaar worden geëvalueerd. Na dit jaar wordt bekeken of de nota voldoet aan de praktijk. 8

9 Bijlage I Criteria reclame bebouwde kom ( met blauw aangegeven op de plattegrond ) Woongebieden: In een gebied dat hoofdzakelijk is ingericht voor woondoeleinden passen geen reclameuitingen. Er ontbreekt immers een relatie tussen het woonmilieu en reclame-uitingen. Uitgezonderd de bepalingen zoals genoemd in artikel 4:15 APV Niet woongebieden (hieronder valt ook horeca): Alleen permanente reclame die betrekking heeft op de naam en aard van het bedrijf is toegestaan; Plaatsing van reclame tegen de luifel /gevel in plaats van boven op de luifel / gevel geniet de voorkeur Indien geen luifel/gevel aanwezig is kan reclame op een lichtbak worden gemaakt mits de afmetingen en de plaatsing afgestemd worden op de gevelopzet; Permanente reclame op dakranden zijn niet toegestaan. Permanente reclame wordt van geval tot geval beoordeeld door de stadsbouwmeester op redelijke eisen van welstand. 9

10 Bijlage II Criteria reclame bedrijventerrein ( met roze aangegeven op de plattegrond ) Permanente reclame groter dan 0,50m² en de langste zijde langer dan 1 meter is altijd vergunningplichtig; Permanente reclame op dakranden van gebouwen zijn niet toegestaan; Permanente reclame wordt van geval tot geval door de stadsbouwmeester op redelijke eisen van welstand beoordeeld. 10

11 Bijlage III Criteria reclame sportterreinen ( met oranje aangegeven op de plattegrond ) Permanente reclame is alleen toegestaan rondom de velden waarop sport wordt beoefend; Maximale hoogte 1,20m1 boven het maaiveld; Tegen functionele bouwwerken, gebouwen als tribune, kantine en een scorebord zijn reclame-uitingen op bescheiden schaal mogelijk; aan de tribune onder de dakrand maximaal 1m1 hoog; aan de kantine/kleedgebouw totaal maximaal 1m2; Reclame op of aan erfafscheidingen is niet toegestaan 11

12 Bijlage IV Criteria tijdelijke reclame niet op of aan een gebouw ( met geel aangegeven op plattegrond ) Driehoeksborden De omvang van de reclameborden mag maximaal 130 X 95 cm bedragen; Het maximaal aan te brengen borden wordt gesteld op 30 voor de gehele gemeente; De gemeente bepaald op welke locatie deze borden worden aangebracht; De reclameborden mogen niet zodanig zijn aangebracht dat zij- met name op kruispunten- het verkeer hinderen of in gevaar brengen; Reclameborden mogen niet binnen een afstand van tien meter van kruispunten en dergelijke worden geplaatst; Op het trottoir dient een doorgang vrij te worden gehouden voor voetgangers, boosters, kinderwagens, rollators en rolstoelgebruikers; Het aanplakken van reclame op straatmeubilair is niet toegestaan; Reclameborden mogen niet lijken op verkeersborden en verkeerstekens; Een reclamebord mag niet aanstootgevend zijn. Spandoeken Spandoeken mogen voor een maximale tijdsduur van twee weken worden geplaatst; Spandoeken mogen niet zodanig zijn aangebracht dat zij- met name op kruispuntenhet verkeer hinderen of in gevaar brengen; Spandoeken mogen niet aanstootgevend zijn; De constructie en bevestiging moet zodanig zijn dat geen schade wordt toegebracht aan gemeentelijke eigendommen; Indien de spandoeken over de weg worden gehangen dan dient de ophanghoogte minimaal 4 meter te zijn. 12

13 1 OVEREENKOMST Tot het aanbrengen van reclameborden aan lichtmasten in de gemeente Stede Broec De gemeente Stede Broec, hierna te noemen de gemeente, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door haar burgemeester, die handelt ter uitvoering van het besluit van Burgemeester en Wethouders van 6 november 2001, enerzijds; en Bedrijfsnaam, Adres, Postcode Woonplaats anderzijds, komen ter zake van het aanbrengen van reclameborden aan lichtmasten in de gemeente Stede Broec het volgende overeen: Artikel 1 Begrippenbepaling In deze overeenkomst wordt verstaan onder: Opschrift : een mededeling, afbeelding of beeldmerk, woorden en/of cijfers, welke voor het publiek zichtbaar zijn gebracht; Regeling : de Regeling reclameborden aan lichtmasten van de gemeente Stede Broec zoals vastgesteld op 6 november 2001 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec en nadien gewijzigd; Reclamebord : elk bord voorzien van een opschrift, gericht op het behalen van geldelijk voordeel. Lichtmast : al die voorwerpen die in de branche van buitenreclame als zodanig plegen te worden aangeduid, derhalve ondermeer ook lantaarnpalen, loze masten, e.d. Artikel 2 Strekking van de overeenkomst 1. De gemeente verleent met inachtneming van de Regeling aan Bedrijfsnaam het recht om één verlicht reclamebord aan te brengen aan de gemeentelijke lichtmast(en); nr. lichtmastnummer(s) met omschrijving locatie, zoals op de bijgevoegde tekening is aangegeven. 2. Bedrijfsnaam beheert en onderhoudt de reclameborden, welke zijn aangebracht krachtens de onderhavige overeenkomst, zodat een goede staat van onderhoud is verzekerd. 3. Onverminderd het vorenstaande blijft de gemeente bevoegd (aan derden toestemming te verlenen) tot het aan lichtmasten aanbrengen van in het algemeen belang noodzakelijk geachte richting- en verwijsborden en dergelijke, alsmede driehoeks- en sandwichborden. Artikel 3 Vergoeding voor het aanbrengen van reclameborden aan lichtmasten 1. Bedrijfsnaam is aan de gemeente een jaarlijkse vergoeding verschuldigd van Totaal bedrag (exclusief omzetbelasting). Deze bedragen zullen jaarlijks worden verhoogd met het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie. 2. De jaarvergoeding is vóór 15 februari van ieder jaar verschuldigd en dient in één termijn te worden voldaan. Bij plaatsing van de reclameborden in de loop van het kalenderjaar dient de vergoeding te worden voldaan voor de maand waarin de reclame wordt geplaatst tot en met de maand december van het kalenderjaar. 3. Indien vanwege werkzaamheden of anderszins de lichtmast tijdelijk is verwijderd dan wel het reclamebord niet is verlicht dan geeft dit geen recht op enige teruggaaf van de jaarvergoeding. Paraaf Burgemeester Paraaf Contactpersoon

14 2 Artikel 4 De reclameborden aan lichtmasten 1. Een reclamebord moet dubbelzijdig zijn van het formaat 80 cm breed en 100 cm hoog. 2. Afmeting, constructie, toegepaste materialen, alsmede bevestiging van de reclameborden zal gelijk zijn aan een door de gemeente goedgekeurd model. Artikel 5 Bepalingen inzake aanbrengen en verwijderen van reclameborden aan lichtmasten 1. De onderzijde van het reclamebord moet zich 4,20 meter boven de hoogte van de rijweg ter plaatse bevinden met inbegrip van een strook van 0,50 meter breedte ter weerszijden van die rijweg dan wel 2,20 meter boven de hoogte van een ander deel van die rijweg. 2. Het bevestigen van het reclamebord mag uitsluitend geschieden door middel van geschoppeerde of gegalvaniseerde klembeugels liggende in een rubber teneinde oxydatie te voorkomen; elke ander wijze van bevestigen is niet toegestaan. 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 6 lid 3, dient het aanbrengen, wijzigen of verwijderen van de reclameborden te geschieden door een door de gemeente aan te wijzen bedrijf voor rekening van Bedrijfsnaam. Artikel 6 Overige bepalingen 1. De gemeente is niet aansprakelijk voor schade of winstderving welke <<naam>> mochten leiden door: - de toestand waarin de betreffende lichtmast verkeert; - werkzaamheden die van gemeentewege nodig worden geoordeeld; - beschadiging van de lichtmast of het reclamebord tengevolge van aanrijding, vallende bomen en dergelijke. 2. Bedrijfsnaam neemt ten opzichte van de gemeente de aansprakelijkheid op zich voor elke schade, die ontstaat ten gevolge van het aanbrengen, hebben, wijzigen, verwijderen of losraken van een reclamebord of een deel daarvan. 3. Alle schade door Bedrijfsnaam of namens haar geplaatste reclameborden toegebracht aan gemeente-eigendommen (bijv. door het aanbrengen, aangebracht houden, onderhouden of verwijderen), wordt door de gemeente op kosten van Bedrijfsnaam hersteld. 4. De gemeente is te allen tijde bevoegd reclameborden, op eigen kosten te verwijderen, indien zulks in het belang van de openbare orde, het wegnemen van overlast voor de omgeving of het uitvoeren van reconstructiewerkzaamheden noodzakelijk is. De reclameborden worden op kosten van de gemeente herplaatst. 5. De gemeente is bevoegd bij reconstructiewerkzaamheden een lichtmast met reclamebord niet op dezelfde locatie terug te plaatsen indien zulks in het belang van de werkzaamheden noodzakelijk is. 6. Van de voorgenomen verwijdering en/of terugplaatsing op een andere locatie stelt de gemeente Bedrijfsnaam zo mogelijk tijdig van tevoren in kennis. Artikel 7 In werking treden en beëindigen van de overeenkomst 1. De overeenkomst treedt in werking op 1e dag van de maand van plaatsing en eindigt op 31 december Jaar 2. De overeenkomst wordt tot wederopzegging stilzwijgend telkens met één jaar verlengd. 3. Partijen kunnen de overeenkomst opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden voorafgaand aan een nieuwe periode van een jaar. Paraaf Burgemeester Paraaf Contactpersoon

15 3 4. Bij niet of niet-tijdige nakoming van de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, zijn partijen bevoegd de overeenkomst terstond te beëindigen, zonder dat daartoe enige voorafgaande ingebrekestelling of enige gerechtelijke tussenkomst, hoe ook genaamd, zal zijn vereist en voorts ongeacht alle daaruit voor partijen voortvloeiende kosten en schaden. 5. Bedrijfsnaam is verplicht na beëindiging van de werkingsduur van de overeenkomst, als bedoeld in het eerste of tweede lid, de reclameborden binnen veertien dagen na afloop daarvan te verwijderen. De lichtmasten moeten weer in de oorspronkelijke staat worden gebracht. 6. De uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten zijn zonder schriftelijke toestemming van de gemeente niet over te dragen. De burgemeester van Stede Broec Bedrijfsnaam Contactpersoon

16