(Voorlopige omschrijving.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn.

Transcriptie

1 pen analyseren verkoopcijfers UITWERKING begrip nettowinst brutowinstpercentage brutowinst brutowinst (Voorlopige.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn. Percentage waarmee de inkoopprijs verhoogd wordt om de verkopprijs te berekenen. Procentuele verschil tussen de inkoopen de verkoopprijs. De vergoeding voor de gemaakte exploitatiekosten en de vergoeding voor het winkeliersrisico (het winkeliersinkomen). Verkoopprijs inkoopprijs. verkoopprijs De inkoopprijs van een artikel plus de opslag voor brutowinst. consumentenprijs Verkoopprijs van een artikel plus het btw-bedrag. consumentenprijs omzet afzet Verkoopprijs + Btw Het aantal, in die periode, verkochte artikelen keer de verkoopprijs van die artikelen (in euro). Het aantal verkochte artikelen (in stuks). consumentenomzet consumentenomzet inkoopfactuurbedrag Het totale bedrag dat de klanten in een bepaalde periode in de winkel bij het afrekenpunt betaald hebben. Omzet + Btw Het totale bedrag, inclusief btw, dat je aan de leveranciers van de artikelen moet betalen. inkoopwaarde van de omzet Het totaalbedrag van de inkoopprijzen van de artikelen die verkocht zijn in een bepaalde periode. brutowinst Omzet inkoopwaarde omzet.

2 voorraadschema wisselende inkoopprijzen Beginvoorraad + inkopen = beschikbare voorraad eindvoorraad = inkoopwaarde omzet. Situatie waarin de inkoopprijs dagelijks kan wisselen. omzetsnelheid prijsgevoelige artikelen prijsongevoelige artikelen prijsbewust verkoopprognose omzetbudget ervaringscijfers commerciële doelstellingen Aantal keren dat de gemiddelde voorraad wordt verkocht in een periode. Artikelen waarbij een relatief grote hoeveelheidsverandering (vraag) optreedt als gevolg van een prijsverandering. Artikelen waarbij een relatief kleine hoeveelheidsverandering (vraag) optreedt als gevolg van een prijsverandering. De mate waarin een consument op de hoogte is van de geldende prijzen voor bepaalde artikelen en de mate waarin de consument bij de aankoop op de prijs let. Een omzetbudget met een specificatie van de te verwachten omzet (opbrengsten) voor de komende periode. Een verkoopprognose met een specificatie van de te verwachten omzet (opbrengsten) voor de komende periode. Informatie uit het verleden die wordt gebruikt bij het maken van verkoopprognoses. Resultaat dat door de winkel wordt nagestreefd. tijdreeksanalyse trend cyclusbeweging Berekeningsmethode waarbij met behulp van historische cijfers een voorspelling wordt gedaan voor de nabije toekomst. Hier: het resultaat van ontwikkelingen in de samenleving die op lange termijn werken en van invloed kunnen zijn op de omzet van een artikel. Een redelijk constante golfbeweging (in de omzet). seizoenpatroon interne gegevens Terugkerende fluctuatie in de omzet als gevolg van de wissling van de seizoenen. De vraag wordt mede bepaald door het seizoen. Gegevens van de afdeling/winkel zelf. externe gegevens Gegevens van buiten de winkel.

3 bewaken budget tabel grafiek schaalverdeling variabele Controleren of de werkelijke cijfers overeenstemmen met de prognose. Presentatievorm bestaande uit kolommen en rijen om gegevens overzichtelijk weer te geven. Overzicht van cijfers, die volgens een bepaald systeem gerangschikt zijn. Presentatievorm om gegevens te weer te geven waarbij de gegevens moeten worden afgelezen op een schaalverdeling. Een figuur dat een beeld geeft van de samenstelling of de ontwikkeling van een bepaald verschijnsel. Bepaalde verdeling van de X-as en de Y-as, afhankelijk van de te verwerken gegevens. Veranderlijke. onafhankelijke variabele afhankelijke variabele Variabele die vast staat, autonoom is, wordt die beïnvloed door andere variabelen. Variabele die afhankelijk is van de andere vraiabele. opschrift meeteenheid Onderdeel van een grafiek waarin de kern van het onderwerp wordt verwoord. De eenheid die gebruikt is. variatiebreedte Het verschil tussen de laagste en de hoogste waarde. scheurlijn bron Breuklijn, zigzaglijn die gebruikt wordt om de grafiek toonbaar te maken. Beschrijving van de herkomst van de gegevens. legenda Verklaring van de betekenis van de verschillende lijnen en vlakken. spreadsheetprogramma Rekenprogramma voor de pc. lijndiagram staafdiagram lijn(en) wordt gepresenteerd. staaf/rechthoek(en) wordt gepresenteerd.

4 vlakdiagram blokdiagram cartogram beeldstatistiek stroomdiagram steel- en bladdiagram frequentietabel frequentieverdeling meetwaarden vlak(ken) wordt gepresenteerd (cirkeldiagram). kubus(sen) wordt gepresenteerd waarbij de inhoud van de kubus bepalend is. Geografische kaart waarop de verspreiding van bepaalde verschijnselen grafisch is weergegeven. Grafiektype (grafische weergave) waarbij de onderwerpen door schematische afbeeldingen of gemakkelijk herkenbare symbolen zijn aangeduid en de getallen of hoeveelheden door het aantal malen dat het symbool wordt getekend. Grafiektype (grafische weergave) waarbij de onderwerpen in een stroomschema worden weergegeven. Soort tabel waarin de waarnemingsuitkomsten op een overzichtelijke manier worden verwerkt. (Steel voor de onafhankelijke variabele en het blad voor de afhankelijke variabele.) Tabel waarin de verzamelde gegevens gegroepeerd worden in volgorde van grootte = de frequentie (het aantal keren dat een waarneming of verschijnsel voorkomt). Tabel waarin de waarnemingen gegroepeerd in volgorde van grootte zijn weergegeven. Waarnemingsuitkomsten. absolute frequentie Het aantal keren dat een meetwaarde voorkomt (f). relatieve frequentie cumulatieve absolute frequentie cumulatieve relatieve frequentie klasse De absolute frequentie per meetwaarde wordt weergegeven in een percentage van de som van de frequenties (= n) (rf). Som van de absolute frequenties (cum f). Som van de rekatieve frequenties (cum rf). Een verzameling van min of meer gelijke meetwaarden. klassenbreedte ondergrens De afstand tussen de ondergrens en de bovengrens van een klasse. Laagst mogelijke waarneming in een klasse.

5 bovengrens Hoogst mogelijke waarneming in een klasse. ongelijke klassen gesloten klassen Presentatievorm waarbij de klassenbreedtes zijn niet aan elkaar gelijk zijn. Klassen waarbij de boven- en ondergrens bekend zijn. open klassen Klassen waarbij de bovengrens of de ondergrens niet bekend zijn. histogram frequentiepolygoon frequentiecurve Een kolommendiagram van een frequentieverdeling, waarbij de hoogte van de kolom de frequentie per standaardklassebreedte weergeeft. In een kolommendiagram worden de kolommen in de grafiek tegen elkaar geplaatst. Dit in tegen-stelling tot een staafdiagram.grafische voorstelling van een frequentieverdeling in de vorm van blokken (rechthoeken) (lijkt op op het eerste gezicht op een soort staafdiagram). Grafische voorstelling van een frequentieverdeling in de vorm van een lijndiagram, waarbij de middens van de klassen door punten worden aangegeven en waarbij vervolgens deze punten door middel van rechte lijnstukken met elkaar verbonden worden. Grafiek in de vorm van een liggende s van de cum rf.