Pilot praktijkcasus Auditing, referaat en slotexamen

Transcriptie

1 Pilot praktijkcasus Auditing, referaat en slotexamen Zoals eerder aangekondigd starten wij dit najaar met de praktijkcasus Auditing. Na overleg met de Raad voor de praktijkopleiding en de accountantskantoren is er groen licht verkregen. Zoals wellicht bekend wordt de praktijkscriptie, als afsluiting van de praktijkopleiding, op termijn vervangen door een referaat. Bij Tilburg University wordt nu een pilot uitgevoerd waarbij wordt geanticipeerd op de vervanging van deze praktijkscriptie door het referaat. Door middel van de praktijkcasus Auditing wordt je voorbereid op het schrijven, presenteren en deelnemen aan het referaat. Na het houden van het referaat kun je vervolgens deelnemen aan het mondelinge slotexamen. De praktijkcasus Auditing biedt een uitstekende gelegenheid om theorie en praktijk met elkaar te integreren. Maar de praktijkcasus Auditing, anders dan de praktijkcasus BIV, is op zichzelf geen exameneis in het kader van de Post-Master Accountancy opleiding (PMA) 1, oftewel het theoretisch deel van de accountantsopleiding. Opzet van de praktijkcasus Auditing De praktijkcasus Auditing is een opdracht waarbij je een (of meerdere) controleopdrachten uit jouw praktijk beoordeelt op basis van het daaraan ten grondslag liggende dossier. Alle fasen van het controleproces worden daarbij doorlopen aan de hand van 4 deelopdrachten. De uitvoering van de controleopdracht, de naleving van wet- en regelgeving en de vastlegging in het controledossier dienen kritisch te worden beschouwd met als uitkomst een notitie/paper per deelopdracht met daarin: - samengevat, de bevindingen van de beoordeling; - mogelijke aanbevelingen voor een betere of efficiëntere uitvoering van de controle in de toekomst en - mogelijke verbeteringen in de externe verslaggeving en interne controle van de controlecliënt. De notitie/paper heeft een maximale omvang van 2000 woorden. Vooral dilemma s behoren te worden beschreven. Steeds wordt van je verlangd dat je een eigen standpunt inneemt en beschrijft wat de leerelementen bij het uitvoeren van de controle en bij het beschrijven en analyseren daarvan zijn geweest. De 4 deelopdrachten betreffen: a) De planning van de controle; b) De uitvoering van de interim controle; c) De uitvoering van de eindejaar controle; en d) De afronding van de controle. 1 Waar in dit document Post-Master Accountancy opleiding of PMA is geschreven, kan ook European Post-Master Accountancy opleiding (EPMA) of International Post-Master Accountancy opleiding (IPMA) worden gelezen. 1

2 Bij voorkeur selecteer je in overleg met je werkgever een controleopdracht waarbij je zelf actief betrokken bent. Indien dat niet mogelijk is kunnen ook een of meer andere controledossiers worden geselecteerd. Voor de pilot is het de bedoeling dat een controledossier wordt geselecteerd dat betrekking heeft op het boekjaar dat in de winter van het derde collegejaar van de PMA wordt afgesloten. De deelopdrachten kunnen dan in het najaar van dat boekjaar en het daarop volgende voorjaar worden uitgevoerd. Een start met de praktijkcasus Auditing is in beginsel mogelijk bij de start van het derde collegejaar van de PMA (zie ook de voorwaarden hieronder). Maar tijdens het 2 e collegejaar kan een student zich al oriënteren op (een) geschikte controlecliënt(en) en het nodige afstemmen met de werkgever in verband met de inzet bij de controlecliënt(en) in het volgende seizoen. Organisatie en examinering van de praktijkcasus Auditing en het referaat Je zult tijdig overleg moeten plegen met je werkgever om de controlecliënt(en) die ten grondslag zullen liggen aan de praktijkcasus Auditing af te stemmen. Bij voorkeur gebeurt dit al tijdens het eerste semester van het 3 e studiejaar, omdat op dat moment de controle van een dergelijke opdracht wordt opgestart en je het proces van begin tot eind kunt doorlopen, beoordelen en documenteren. Hiermee kan dan mogelijk binnen de planning van het kantoor rekening worden gehouden. De praktijkbegeleider kan hierbij een belangrijke rol vervullen. De werkgever dient in te stemmen met de selectie van de referentiecliënt(en) als casus voor de studie (= praktijkcasus Auditing). Het is mogelijk om binnen één praktijkcasus voor één of meer van de 4 deelopdrachten/controlefasen (planning, interim, eindejaarcontrole en afronding en kwaliteitsbeheersing) de gegevens te gebruiken van verschillende referentiecliënten. De studenten worden individueel begeleid door een mentor (één van de docenten die verbonden zijn aan de universiteit). Aan elke kandidaat wordt een mentor toegewezen die de individuele vorderingen van de kandidaat volgt, beoordeelt en vroegtijdig bijstuurt indien mogelijk. Alvorens de praktijkcasus Auditing af te ronden zal de student hoor en wederhoor toepassen met de verantwoordelijke accountant. Op basis van de beschrijving van de praktijkcasus in 4 deelopdrachten, of een van de door de kandidaat vervaardigde essays/voortgangsverslagen van de stage, kiest de student in overleg met zijn mentor een onderwerp voor zijn op te stellen referaat. Er bestaat dus een duidelijke knip tussen de 4 deelopdrachten en het uiteindelijke referaat. De input voor het referaat kan uit één of meer van de 4 deelopdrachten komen, dan wel een nieuwe casus betreffen. Het document voor het referaat bevat maximaal 2000 woorden. Het referaat wordt door de mentor beoordeeld alvorens aan de student toestemming te verlenen om dit referaat te presenteren en te verdedigen in de groep met studenten. In de plenaire colleges vinden presentaties door studenten plaats op basis van de door hen vervaardigde referaten. Hierbij behandelt de student knelpunten en dilemma s en leidt hij of zij de discussie rond deze thema s. Het referaat dient samen met de gehele portfolio 2

3 uit de praktijkopleiding van de kandidaat als basis voor het af te nemen slotexamen. Alvorens het referaat af te ronden zal de student hoor en wederhoor toepassen met de verantwoordelijke accountant. De mentor vanuit de universiteit onderhoudt contact met de praktijkbegeleider om de kwaliteit van het proces en het eindresultaat te bewaken. De student wordt pas toegelaten tot het mondeling slotexamen als de praktijkcasus en het referaat door de mentor ten minste als voldoende zijn beoordeeld. Indien de praktijkcasus en het referaat door de mentor niet als ten minste voldoende zijn beoordeeld, dan geeft de mentor hiervoor een motivering. Tevens geeft de mentor dan aan de student aanwijzingen die de student kunnen helpen om de praktijkcasus en het referaat te verbeteren. Elke mentor begeleidt 4 studenten. De studenten van 2 mentoren worden samengevoegd tot een groep van 8 personen ten behoeve van de plenaire sessies. In deze plenaire sessies treedt een van de mentoren wisselend als moderator op. Van alle studenten in de groepen wordt een actieve bijdrage aan de discussie verwacht. Deze actieve bijdrage aan de discussie wordt beoordeeld door de mentoren. Voorwaarde voor deelname aan het mondelinge slotexamen is dat het referaat met een voldoende is afgerond en dat het 3 e stagejaar met succes is doorlopen. Voorafgaand aan de praktijkcasus Auditing vindt een plenaire kick off sessie plaats in de vorm van een hoorcollege. In het najaar volgend op het betreffende boekjaar van de controlecliënt(en) kunnen de studenten dan hun slotexamen afleggen op basis van het referaat en hun stagedossier. Het slotexamen zal worden afgenomen door een vertegenwoordiger van de universiteit (bij voorkeur de mentor) en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Praktijkopleidingen. Waarborgen voor de vertrouwelijkheid met betrekking tot de praktijkcasus Auditing en het referaat Vanwege de koppeling met de praktijk en concrete cliënten en hun controledossiers is het van belang om de vertrouwelijkheid van alle uit dien hoofde bij de student ter beschikking gekomen informatie te kunnen waarborgen voor de betreffende controlecliënt en de werkgever/accountantsorganisatie. Om die reden dienen de volgende waarborgen te worden aangebracht: 1. De student dient er steeds voor te zorgen dat zowel de beschrijving van de 4 deelopdrachten als het referaat volledig anoniem is en dat deze niet zijn te herleiden tot de betreffende cliënt. De student doet dit op een geschikte wijze, bijvoorbeeld door alle namen of anderszins herkenbare gegevens van de cliënt, medewerkers en/of onderdelen van de cliënt te vervangen door letters als X bv, dhr. Y (financieel directeur) of deelneming Z. 2. Er wordt bewust een splitsing aangebracht tussen de 4 beschrijvende deelopdrachten van de praktijkcasus en het referaat. Alleen het referaat 3

4 dient als basis voor de presentatie en discussie in de begeleidingscolleges. Het referaat hoeft niet per definitie betrekking te hebben op de cliënt die is gekozen voor de praktijkcasus. Afhankelijk van de problematiek wordt in overleg tussen docent, student en werkgever een keuze gemaakt van het onderwerp dat zal worden uitgewerkt in het referaat. Te verwachten is dat dit vaak gebaseerd zal zijn op de geselecteerde casus, maar het is ook mogelijk dat wordt uitgeweken naar eerdere essays of een andere praktijkervaring van de student. 3. Alvorens de uitwerkingen van de 4 deelopdrachten worden aangeleverd aan de mentor/docent van de universiteit, wordt de uitwerking/beschrijving goedgekeurd door de werkgever/accountantsorganisatie, die daarbij mede er op zal letten dat het anonimiseren toereikend is. 4. De mentor/docent neemt een beschrijving/uitwerking niet in behandeling indien de goedkeuring van de werkgever/accountantsorganisatie ontbreekt. 5. Ook ten aanzien van het referaat geldt dezelfde procedure. Het referaat dient te zijn goedgekeurd door de werkgever/accountantsorganisatie alvorens het wordt doorgestuurd naar de mentor/docent van de universiteit. De mentor/docent neemt het referaat niet in behandeling indien de goedkeuring van de werkgever/accountantsorganisatie ontbreekt. Al deze waarborgen dienen er voor te zorgen dat alle uitwerkingen en beschrijvingen, alsmede het referaat volledig anoniem zijn en niet te herleiden zijn tot een specifieke cliënt. Voorwaarden voor deelname aan de praktijkcasus Auditing Een PMA-student die bij de start van het derde collegejaar voldoet aan de volgende voorwaarden kan starten met de praktijkcasus Auditing: 1. Het vierde semester van de praktijkstage is afgerond. Een student die deelneemt aan de pilot is vrijgesteld van de eis dat hij of zij het theoretisch deel van de accountantsopleiding moet hebben afgerond, alvorens te kunnen starten met het derde jaar van de praktijkstage. 2. De student heeft de goedkeuring van diens werkgever om in het kader van de praktijkcasus Auditing en het referaat informatie uit te wisselen met diens mentor en medestudenten in de referaatgroep, rekening houdend met de hierboven geformuleerde waarborgen voor de vertrouwelijkheid. 3. De student heeft bij de start van de praktijkcasus Auditing niet meer dan één deficiëntie in het kader van de voorwaarden voor toelating tot de PMA nog open staan. 4. De student heeft reeds voldaan aan de volgende exameneisen van de PMA: a. Minstens twee Deelexamens Auditing zijn met voldoende resultaat afgerond. b. Het Schriftelijk examen Jaarrekeningrecht is behaald. c. Het Landelijk examen Bestuurlijke Informatieverzorging is behaald. d. Het Mondelinge examen Bestuurlijke Informatieverzorging is behaald. Het is ook mogelijk om te starten met de praktijkcasus Auditing nadat het theoretisch deel van de accountantsopleiding is afgerond. Uiteraard blijven de voorwaarden 1. en 2. hierboven dan van belang. 4

5 Recapitulatie van de voorwaarden voor deelname aan het mondelinge slotexamen a. Het theoretisch deel van de accountantsopleiding is afgerond. b. Alle zes semesters van de praktijkstage zijn afgerond. c. De praktijkcasus Auditing en het referaat zijn door de mentor ten minste als voldoende beoordeeld. d. Het referaat is door de door de Raad voor de Praktijkopleidingen afgevaardigde examinator ten minste als voldoende beoordeeld. Kosten met betrekking tot de begeleiding bij de praktijkcasus Auditing en het referaat Aangezien de praktijkcasus Auditing geen deel uitmaakt van het theoretisch deel van de accountantsopleiding (d.w.z. van de PMA), is de praktijkcasus Auditing niet inbegrepen in het collegegeld van de PMA. Aan een student die tijdens het collegejaar start met de praktijkcasus Auditing zal 2.000,- in rekening worden gebracht. Voor dit bedrag ontvangt de student gedurende maximaal 24 maanden begeleiding van een mentor tijdens het proces van het uitwerken van de praktijkcasus Auditing, inclusief het referaat. Niet inbegrepen in dit bedrag zijn: a. het optreden van de vertegenwoordiger van de universiteit en b. van de door de Raad voor de Praktijkopleidingen aangewezen vertegenwoordiger bij het mondelinge slotexamen. Voor a. zal de universiteit vóór de aanmelding voor het slotexamen een bedrag van 500,- in rekening brengen. Voor b. zal de NBA een bedrag in rekening brengen. Aanmelding Indien je wil deelnemen aan dit pilot-project praktijkcasus Auditing, dien je je vóór 12 december a.s. aan te melden via een bericht naar met vermelding als onderwerp praktijkcasus Auditing. In dit bericht dienen de volgende gegevens te zijn vermeld. Familienaam: Roepnaam: Studentnummer (EMPLID-versie, niet ANR): Telefoonnummer (Mobiel): Werkgever: Is het vierde stagesemester afgerond?: Ja / Neen Contactgegevens van de praktijkbegeleider bij de werkgever: - Familienaam: - Roepnaam: - adres: De praktijkbegeleider bij de werkgever is akkoord met de deelname aan het pilotproject praktijkcasus Auditing (inclusief het referaat): Ja / Neen 5