Hulpmiddelen voorzien na perifeer neurogeen lijden. Fysische Geneeskunde en revalidatie Prof. Dr. G. Stassijns Clara Cook, ergotherapie

Transcriptie

1 Hulpmiddelen voorzien na perifeer neurogeen lijden Fysische Geneeskunde en revalidatie Prof. Dr. G. Stassijns Clara Cook, ergotherapie

2 ICF

3 Anatomische eigenschappen en functies: stoornissen Activiteiten: beperkingen tot het uitvoeren van activiteiten Participatie: Participatieproblemen zijn de problemen die iemand heeft met het deelnemen aan het maatschappelijk leven. (Nederlands WHO-FIC Collaborating Centre, 2002)

4 Behandeling perifeer neurogeen lijden 1. proberen de stoornis weg te nemen of zoveel mogelijk te beperken(medische en paramedische behandelingen) 2. de beperking tot het uitvoeren van een activiteit op te lossen (methodeverandering, hulpmiddelen ) 3. participatie

5 Behandeling perifeer neurogeen lijden Indien behandeling op stoornis niveau succesvol was: geen behandeling op niveau beperkingen en participatie meer nodig. Indien blijvende problemen : wel noodzakelijk maar vaak wordt hier de behandeling stop gezet. Soms ook wel voorzien van hulpmiddelen en methodeveranderingen ( beperkingen activiteiten) Participatie: o.a. werksituatie, huishoudelijke taken komt meestal helemaal niet aan bod.

6 Ergotherapie: perifeer neurogeen lijden Ook ergotherapie Te veel, te lang gericht op functieverbetering ( oefentherapieën ) Is vaak gemakkelijker, hoeft niet individueel, minder creativiteit ( zoeken naar oplossingen) nodig Worden vaak verplicht verschillende patiënten tegelijk te behandelen (personeel, tarificatie- nomenclatuur.)

7 Behandeling perifeer neurogeen lijden Wanneer er geen verdere mogelijkheden zijn tot functieherstel wordt de revalidatie meestal stopgezet. Dikwijls wordt niet eens een multidisciplinaire revalidatie opgestart (uitsluitend kiné)

8 Evaluatie na perifeer neurogeen lijden Bij doorverwijzing voor evaluaties (menselijke schade) het bepalen van nood aan hulp van derden hulpmiddelen en (woning) aanpassingen komt dit frequent voor. Gevolg; hogere HVD, frustraties patiënt.

9 Evaluatie na perifeer neurogeen lijden Volgens indicatieve tabel: eerst de mogelijke hulpmiddelen en aanpassingen voorzien, daarna pas de nood aan hulp van derden. ( patiënt moet de hulpmiddelen ook leren gebruiken tijdens de therapieën ) Schadebeperkingsplicht.

10 Hulpmiddelen: enkele voorbeelden voor Bln Bv. n. radialisletsel Hulpmiddelen voor éénhandig gebruik

11 Éénhandig gebruik: persoonlijke verzorging

12 Eénhandig gebruik: keuken

13 Eénhandig gebruik : huishoudelijke taken

14 Hulpmiddelen: enkele voorbeelden voor Oln Gedeeltelijke parese onderste lidmaat bv. t.g.v. n.fibularis- n. femoralis-, n.ischiadicusletsel Hulpmiddelen : meestal beperkt tot mobiliteitshulpmiddelen : krukken, looprekje, rolstoel, Orthesen: orthopedische schoenen, voetheffer.

15 Hulpmiddelen: enkele voorbeelden voor Oln

16 Participatie - problemen Bv. wanneer een persoon door zijn aandoening, stoornis of ziekte niet meer in staat is zijn job uit te voeren. Werk of productiviteit in het algemeen, wordt gezien als een belangrijke factor binnen het maatschappelijk leven (Nederlands WHO-FIC Collaborating Centre, 2002)

17 Arbeidssituatie Participatie Veelal worden de stoornissen en de beperkingen aangegeven: wat kan niet meer. Uitgangspunt : wat kan nog wel ; wat zijn de resterende capaciteiten ; opstellen van capaciteitenprofiel of functionele capaciteitenevaluatie Arbeidsreïntegratie / disability management

18 ERGOKIT Hiermee is een functionele evaluatie van de mogelijkheden van de patiënt mogelijk. Toetsen aan eigen beroep (vereisten) en / of andere mogelijke beroepen. Hoe?

19 Ergokit FCE Arbeidsbelastbaarheid FBO Arbeidsbelasting Aanbevelingen voor directe reïntegratie en / of interventies

20 Ergokit FCE geeft een geïntegreerd beeld van de arbeidsconditie. Metingen en observaties van de gecombineerde en gecoördineerde inzetbaarheid van kracht, snelheid, uithoudingsvermogen en beweeglijkheid in arbeidsgerelateerde handelingen. In tegenstelling tot meten van geïsoleerde conditiefactoren zoals bv. bij Work simulator : isometrische of isokinetische kracht van spiergroepen enz. Hierbij gaat het telkens om één conditiefactor.

21 Vingervaardigheid

22

23

24 Zitten Staan Wandelen Klimmen Traplopen Bukken Normaal Overige vaardigheden Knielen Hurken Kruipen Belastbaarheid Reiken hoog Reiken laag Hanteren 10 idem niet voorkeur Vingervaardigheid 33 idem niet voorkeur Tijdsduur in % van een werkdag

25 Na opstellen FCE en FBO kan ook vastgesteld worden welke hulpmiddelen en aanpassingen op de werkplek noodzakelijk zijn.

26 Hulpmiddelen bij het uitvoeren van arbeid Bln.: bv computeraanpassingen zoals toetsenborden voor éénhandig gebruik, aangepaste muis Oln.: stastoelen, trippelstoelen,

27 Enkele voorbeelden: Oln

28 BLn