Handleiding voor het maken van tabellen en figuren

Transcriptie

1 Handleiding voor het maken van tabellen en figuren Tabellen Bij het maken van tabellen wordt de standaard van de American Psychological Association (APA-standard) gehanteerd (American Psychological Association, 2001). In de literatuur kom je verschillende soorten tabellen tegen. In deze handleiding geven we een bruikbare standaard voor de opmaak van tabellen. Een tabel moet door de lezer geheel zelfstandig kunnen worden geïnterpreteerd. Dat bereik je met een duidelijk bovenschrift, duidelijke kolomkoppen en waar nodig met extra tabelsleutels en voetnoten. Tabel bovenschrift 1. Elke tabel die je maakt heeft een tabelnummer en een bovenschrift. 2. Nummer van elke tabel moet overeenkomen met de volgorde van de tabellen in de tekst. 3. Het bovenschrift van de tabel moet kort maar duidelijk zijn. 4. Geef met het bovenschrift een duidelijke omschrijving van wat er in de tabel staat. 5. Geef het bovenschrift van de tabel cursief weer. 6. Tabelnummer en bovenschrift scheiden door een punt en een spatie. 7. Het einde van het bovenschrift niet afsluiten met een punt. Lettertype 1. Gebruik in de tabellen hetzelfde lettertype en dezelfde grootte (12pt) als in de tekst. 2. Bij uitgebreide tabellen gebruik je een kleinere grootte (bijvoorbeeld 10pt) maar hetzelfde lettertype. Gebruik van kaders en lijnen 1. De standaard dikte van de lijnen is 0.5pt. 2. Gebruik zo weinig mogelijk lijnen in een tabel. De lijnen die altijd gebruikt worden zijn de volgende: Na het bovenschrift van de tabel komt een horizontale lijn over de gehele breedte van de tabel. Na de kolomkoppen komt een horizontale lijn die alleen de kolommen bestrijkt met een kolomkop. Wanneer een samengestelde tabel gemaakt wordt, worden de delen met een horizontale lijn over de gehele breedte van de tabel gescheiden. De tabel wordt afgesloten met een horizontale lijn over de gehele breedte van de tabel. 3. Verticale lijnen worden vrijwel nooit gebruikt. Wanneer het noodzakelijk is om een duidelijk onderscheid te maken tussen twee kolommen kan eventueel gebruik gemaakt worden van een extra, lege kolom of de celmarges kunnen vergroot worden. Kolommen 1. Om aan te duiden wat de getallen in de tabel voorstellen worden kolomkoppen gebruikt. 2. De kolomkoppen moeten beknopt maar informatief zijn. 3. Centreer de kolomkoppen horizontaal in het midden en verticaal in het midden. 4. De getallen lijn je uit op de decimalen. Heb je geen minteken en alleen decimalen dan kan je volstaan met horizontaal centreren. Anders: Links onder werkbalken tabteken op uitlijnen decimalen zetten, - 1 -

2 Cellen selecteren waarvan je de getallen wilt uitlijnen op decimalen, Op de liniaal aan onder de werkbalken klikken en er komt een tab te staan, Kijk of het juiste teken verschijnt, positie op dusdanige manier kiezen dat getallen uitgelijnd worden. Voetnoten 1. In de beschrijvende tabellen rapporteer je de geobserveerde minimale en maximale waarden. Een tabel moet zelfstandig te lezen zijn. Geef je de theoretisch mogelijke minimale en maximale waarden in een voetnoot onderaan de tabel. 2. In de tabel van een betrouwbaarheidsanalyse rapporteer je het aantal items (k) waarmee de schaal is geconstrueerd. De steekproefomvang waarop de schaal gebaseerd is moet ook vermeld worden. Dit vermeld je in een voetnoot onderaan de tabel. 3. Noot. cursief weergeven en afsluiten met een punt 4. Daarna geef je de noot die je ook afstuit met een punt. 5. Noten onder de tabel altijd kleiner weergeven dan de tekst in de tabel. Voorbeeld voor een schaal 1 Tabel 1. Beschrijvende statistieken voor de schaal van opvoedingsstijl Autocratie k Minimum Maximum Gemiddelde Standaard afwijking Standaardschattingsfout Autocratie Noot. Het theoretisch minimum = 1 en het theoretisch maximum = 4; n = 443 voor Autocratie. Samengestelde tabel 1. Bestaat een tabel uit meerdere delen dan spreek je van een samengestelde tabel. In het voorbeeld hieronder heeft het eerste deel van de tabel betrekking op de schaal Autocratie en het tweede deel van de tabel heeft betrekking op de schaal Zelfbeklag. Bij samengestelde tabellen geldt als regel dat de kolomkoppen maar één keer gegeven worden. 2. De verschillende delen van een samengestelde tabel geef je aan met tabelsleutels. In het voorbeeld hieronder zijn Autocratie en Zelfbeklag de twee tabelsleutels die de twee verschillende delen van de tabel aangeven. 3. De tabelsleutel van het eerste deel wordt onder de kolomkoppen geplaatst. 1 Voor het voorbeeld wordt gebruikt gemaakt van een onderzoek naar opvoedingstijlen. In het onderzoek zijn vier schalen gebruikt: Autocratie, Zelfbeklag, Autonomie en Overprotectie

3 Voorbeeld samengestelde tabel Tabel 2. Beschrijvende statistieken voor de items van de schalen Autocratie en Zelfbeklag n Minimum Maximum Gemiddelde Standaard Item-restcorrelatie afwijking Autocratie Item Item Zelfbeklag Item Item Noot. Het theoretisch minimum = 1 en het theoretisch maximum = 4. Rijen 1. In de rijen van de tabel plaats je de variabelen waarvan je gegevens wilt rapporteren. 2. Gebruik voor elke variabele een aparte regel. Getallen 1. Gebruik een punt als decimaalteken. 2. Bij getallen met een bereik tussen de -1 en +1 laat je de nul voor de decimalen weg. 3. Theoretisch maximum en minimum rapporteren zonder decimalen. 4. Als vuistregel rapporteer je twee decimalen bij: correlaties, proporties, statististische grootheden als t-waarden, F-waarden, chi 2 -waarden, et cetera, geobserveerde minimale en maximale waarden. Opmaak De regelafstand in tabellen is gelijk aan de regelafstand van de tekst: 1.5. Figuren Bij het maken van figuren wordt de standaard van de American Psychological Association (APA-standard) gehanteerd (American Psychological Association, 2001). Voorbeelden van figuren zijn: staafdiagrammen, histogrammen, puntenwolken (scatterplots), boxplots, cirkeldiagram, reepdiagram, lijngrafieken, enzovoorts. In deze handleiding geven we een bruikbare standaard voor de opmaak van figuren. Een figuur moet geheel zelfstandig kunnen worden geïnterpreteerd. Dat bereik je met een duidelijk onderschrift, duidelijke bijschriften voor de y-as en x-as en waar nodig met een legenda en/ of voetnoten. Figuur onderschrift 1. Nummer van elk figuur moet overeenkomen met de volgorde in de tekst. 2. Geef elk figuur een onderschrift. 3. De figuurnummers cursief weergeven. 4. Het onderschrift van de figuur moet zo kort als mogelijk zijn. 5. Het onderschrift geeft een duidelijke omschrijving van wat er in het figuur staat afgebeeld

4 6. Figuurnummer en onderschrift worden gescheiden door een punt en een spatie 7. Sluit het onderschrift af met een punt. Opmaak van een figuur veranderen in SPSS12 1. Ga naar chart editor door te dubbelklikken op de tabel in het outputvenster. 2. Klik op de legenda [mean=2.29; Std.Dev.=0.73; N=443] en delete. 3. Klik op de X in de werkbalk: ga naar tabblad scale, verander het minimum en maximum in de theoretisch mogelijke waarden, zet de major increment op 1, sluit af. 4. Dubbelklik op Frequency : er verschijnt een venster maar sluit dit, nu Frequency deleten en zelf frequentie intypen. 5. Dubbelklik op het bijschrift van de x-as: er verschijnt een venster maar sluit dit, verander de variabelenaam in een duidelijke naam voor de schaal. 6. Dubbelklik op figuurvlak: tabblad fill&border, klik op border, zet border uit door rechts boven de kleuren op het witte vakje zonder rode lijn te klikken. 7. Sluit chart editor af. 8. Selecteer het figuur door er één maal op te klikken. 9. Met rechter muisknop het figuur kopiëren. 10. Het figuur op de juiste plek in je Word document plakken

5 Voorbeeld figuur Histogram frequentie schoolplezier Figuur 1. Histogram met normale verdeling voor de schaal van Schoolplezier. 2 Als voorbeeld is gebruik gemaakt van een onderzoek naar plezier dat basisschool leerlingen beleven aan school. Voor het onderzoek is onder meer de schaal Schoolplezier gebruikt