FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN ALGEMEEN (EN ARTISTIEK) DIRECTEUR IN HET DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS

Transcriptie

1 Academie: Instellingsnummer: Inrichtende macht: FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN ALGEMEEN (EN ARTISTIEK) DIRECTEUR IN HET DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS IDENTIFICATIE Naam personeelslid Stamboeknummer Geboortedatum Opdracht Volume van de opdracht Eerste evaluator Tweede evaluator FUNCTIEBESCHRIJVING 1. Doel van de functie, inbegrepen de instellingsspecifieke doelstellingen Als algemeen directeur van de academie draag je de eindverantwoordelijkheid voor de academie in al haar facetten. Je bent zowel verantwoordelijk voor het artistiek-pedagogisch beleid als voor alle ondersteunende processen (patrimonium, IT, financiën, HR, communicatie en interne veiligheid). Je rapporteert aan de gemeentesecretaris en werkt nauw samen met de artistiek directeur van de academie. Als artistiek directeur sta je in voor de kwaliteitsbewaking van de uitwerking van een inspirerend artistiek beleid. Als artistiek directeur raporteer je aan de gemeentesecretaris Je werkt nauw samen met de algemeen directeur. Je bent samen met de algemeen directeur verantwoordelijk en je coördineert het artistieke en pedagogische beleid in nauwe samenwerking met de betrokken leerkrachten en pedagogische coördinator. 1.1 Je neemt efficiënt en doelgericht leiding in de academie. 1.2 Je staat in voor de optimale werking ervan met het oog op het behalen van de doelstellingen conform het pedagogisch project en het eigen artistiek pedagogisch project (APP). Hij/zij doet dit in volle loyaliteit t.o.v. de inrichtende macht, in nauw overleg met het onderwijspersoneel en andere actoren en met heel veel empathie voor de ontplooiingskansen van alle leerlingen. 1.3 Voorbereiden, adviseren en uitvoeren van het gemeentelijk onderwijsbeleid voor wat betreft het deeltijds kunstonderwijs. 1.4 Uitvoering geven aan de reglementaire bepalingen opgelegd aan de onderwijsinstelling. 1.5 De kwaliteit bewaken binnen de onderwijsinstelling. 1.6 Het beleidsvoerend vermogen van de onderwijsinstelling verhogen. (AL) 1.7 Je bent het aanspreekpunt van de academie. 2. Functiebeschrijving B = basisfunctie (voor iedereen van toepassing) S = specifieke functie (aan te kruisen indien van toepassing) kan men op geëvalueerd worden U = uitbreidende functie (aan te kruisen indien van toepassing) op vrijwillige basis kan men niet negatief op geëvalueerd worden AR= artistiek directeur AL= algemeen directeur

2 2.1 Algemeen beleid B. Voorbereiden, opmaken en coördineren van beleidsadviezen en beleidsvoorstellen aan het college/de gemeenteraad op vraag van het gemeentelijk beleid of op eigen initiatief. (AL) B. Inzicht hebben in de onderwijsorganisatie en zich kunnen oriënteren binnen het wettelijke en reglementaire kader B. Opzetten en bewaken van de kwaliteitszorg B. Opzetten en opvolgen van een duurzaam langetermijnbeleid voor de academie B. Opzetten van een effectieve organisatie van de academie B. Efficiënt voeren van een public relations- en een promotiebeleid B. Een goede overlegstructuur voorzien en ze implementeren B. De communicatie en samenwerking met de interne en externe partners behartigen B. Zorgen voor de goede werking van de academie in haar geheel B. Regelmatig de werking van de academie kritisch analyseren en zonodig bijsturen B. Op gemotiveerde wijze een oplossing voorstellen voor betwiste/complexe dossiers B. Optimaal samenwerken binnen het college van directeurs van de scholengemeenschap B. Mee vorm geven aan de visie van de scholengemeenschap B. Uitdragen van de visie van de scholengemeenschap B. In samenspraak met het beleid constructief als deskundige deelnemen aan de syndicale overleg-en onderhandelingsstructuren onderwijs. (AL) B. Coördineren van de dagelijkse werking van de onderwijsinstelling: plannen, taakafspraken en taakverdeling, opvolging en bijsturing B. Organiseren en coördineren van initiatieven en projecten: plannen, uitvoeren, opvolgen, en evalueren en dit binnen de toepassing van interne of externe reglementering of wetgeving en met inachtneming van de beschikbare budgetten B. De doelstellingen van de onderwijsinstelling bewaken, evalueren en actualiseren conform het pedagogische project/ artistiek pedagogische project B. Creatieve en efficiënte oplossingsstrategieën aanbrengen voor structurele problemen B. Planmatig maar flexibel tewerk gaan en hiebij zelf de juiste prioriteiten stellen B. Organiseren van interne schoolanalyse/zelfevaluatie om prioriteiten te kunnen bepalen B. Organiseren en plannen van interne en externe overlegmomenten B. Ontwikkelen van lokale samenwerkingsverbanden en coördineren van lokale aktiviteiten waarvan de ondewijsinstelling/ scholengemeenschap initiatiefnemer is. 2.2 Artistiek-Pedagogisch beleid B. Samen met het team het artistiek pedagogisch project van de academie definiëren en het concretiseren in een academiewerkplan. (AR) B. Het lesurenpakket op een verantwoorde wijze voorbereiden en besteden B. Duidelijke richtlijnen geven aan personeel voor opstellen van jaarplannen. (AR) B. Toezien op de uitvoering van de jaarplannen. (AR) B. Evaluatiefiches en rapporten controleren. (AR) B. Organiseren en evalueren van diverse schoolprojecten (opendeur, tentoonstellingen, proclamatie, leerlingenwerving,.) B. Artistiek sturen van de academie. (AR) B. In overleg met het personeelsteam een planning opstellen voor de eindproeven. (AR) B. Aanduiden en contacteren van juryleden. (AL) B. Eindproeven voorzitten B. Lesverplaatsingen controleren B. Toezien op de kwaliteit van het onderwijs en op het effectief en efficiënt realiseren van de doelstellingen en de leerplannen van de academie B. Op basis van een omgevingsanalyse een aantal lange termijnstrategieën definiëren B. Een nascholingsplan opstellen, de vormingsnoden verzamelen en nascholing organiseren. (AR) B. Stimuleren van artistieke projecten (intra- en extramuros).

3 B. Organiseren, coördineren en actief meewerken aan activiteiten die door de onderwijsinstelling worden georganiseerd of waarbij ze betrokken is B. Ruimte bieden aan artistieke vrijheid binnen de academie B. Het artistiek pedagogisch project doen naleven B. Een positief leer-en leefklimaat in de onderwijsinstelling creëren en stimuleren in overeenstemming met het pedagogisch project: eigen artistiek pedagogisch project. 2.3 Personeelsbeleid B. Leiden, begeleiden en coachen van het personeel B. Zorgen voor een motiverend werkklimaat B. Regelmatig feedback geven aan personeelsleden B. Selecteren en voordragen van kandidaten voor vacatures. (AL) B. Regelmatig functioneringsgesprekken voeren aan de hand van de functiebeschrijvingen en de prestaties van de personeelsleden evalueren. (AR) B. Aandacht hebben voor problemen van het personeel B. Conflicten helpen oplossen B. Stimuleren van teamwork B. Aanmoedigen tot nascholing in functie van het nascholingsplan. Het personeel stimuleren om vernieuwing door te voeren en hun competenties op peil te houden. (AR) B. Een voorbeeldfunctie uitoefenen B. Het arbeidsreglement correct naleven en laten naleven B. Het schoolreglement correct naleven en laten naleven B. Zorgen voor een goede communicatie; de personeelsleden alle informatie ter beschikking stellen die zij nodig hebben om hun taak naar behoren uit te voeren B. Organiseren en leiden van personeelsvergaderingen B. Zorgen voor een goede communicatie; de personeelsleden alle informatie ter beschikking stellen die zij nodig hebben om hun taak naar behoren uit te voeren B. Efficient en gestructureerd overleg organiseren inzake werkplanning en organisatie binnen de onderwijsinstelling (personeelsvergaderingen, vakgroep-vergaderingen, coördinatievergaderingen, secretariaatsvergaderingen,.) B. Werving en selectie uitstippelen van een begeleidingstraject voor nieuwe leerkrachten. (AL) B. Solicitatiegesprekken voeren B. Op regelmatige basis lesbezoeken brengen. (AR) B. Jaarplannen, lesvoorbereidingen en klasagenda s beoordelen. (AR) B. Evaluatiegesprekken voeren. (AL) B. Functioneringsgesprekken voeren. (AR) 2.4 Materieel en financieel beleid B. Een financieel behoefteplan opmaken. (AL) B. Begrotingsvoorstellen opmaken, bespreken en motiveren. (AL) B. Opvolgen en bewaken en respecteren van de beschikbare budgetten binnen het werkterrein B. De termijnplanning en de programmatie met betrekking tot de onderwijsinstelling zowel inhoudelijk als financieel voorbereiden B. Instaan voor het beheer en het toezicht op het onderhoud van de academie. (AL) B. Toezien op een goed beheer van de uitrusting B. Er naar streven dat de personeelsleden kunnen beschikken over de noodzakelijke accommodatie en het noodzakelijke materieel om hun opdracht goed te kunnen uitvoeren binnen de toegekende middelen. (AL) B. Toezien op de instandhouding en eventuele optimalisatie van de infrastructuur. (AL) B. Toezien op de naleving van de voorschriften met betrekking tot het welzijn en de veiligheid B. Een langetermijnplanning, begroting en investeringsplan opmaken B. De correcte naleving van de opgestelde begroting bewaken B. Toezien op een kostenbewust gedragspatroon bij het personeel B. Toezien op een energiebewust gedragspatroon bij het personeel B. Nastreven om op een ecologisch verantwoorde manier te (laten) handelen B. Adequaat aankoopbeleid voeren voor boeken, materialen en grondstoffen. (AL)

4 B. Beheer van het economaat. (AL) B. Zorg dragen voor een adequate financiële administratie. (AL) 2.5 Administratief en zakelijk beleid (AL) B. Toezien op een correcte verwerking van: - de algemene administratie; - de personeelsadministratie; - de leerlingenadministratie; - de materiële organisatie; - de logistieke organisatie; - de boekhouding B.Zorgen voor een optimale informatiedoorstroming met het oog op de te bereiken doelstellingen en dit met: het personeelsteam de gemeentelijke beleidsverantwoordelijken de gemeentelijke diensten leerlingen en ouders de scholengemeenschap B. Deelnemen aan samenwerkingsverbanden conform de beleidsbeslissingen B. Vertegenwoordigen van de onderwijsinstelling in intern en extern overleg en structuren. 2.6 Persoonlijke functioneren, persoonlijke ontwikkeling en zelfevaluatie B. Inspelen op het nascholingsaanbod B. Zelf initiatief nemen tot persoonlijke ontwikkeling (vb. zelfstudie, lectuur) B. Reflecteren over de invulling van de eigen opdracht B. Openstaan voor en opvolgen van kritiek B. De basisvaardigheden met betrekking tot het gebruik van de nieuwe ICT beheersen op gebruikersniveau B. Op de hoogte blijven van relevante veranderingen in wetgeving B. Op de hoogte blijven van ontwikkelingen binnen het vlaams onderwijsbeleid B. De artistieke, didactische,pedagogische, vaktechnische en organisatorische competenties in het kader van deze functiebeschrijving op pijl houden B. Relevante maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkeling op terrein van kunst en cultuur opvolgen.

5 BEKRACHTIGING In overleg opgemaakt op: Voor kennisname Handtekening personeelslid Handtekening eerste evaluator In voorkomend geval, elementen waarmee het personeelslid het niet eens is: Beslissing van de inrichtende macht: Datum Voor kennisname Handtekening van het personeelslid Handtekening eerste evaluator Voor opvolging proces Handtekening tweede evaluator