Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief"

Transcriptie

1 Monitor Gemeenten 2006 Personeel in Perspectief

2

3 Monitor Gemeenten 2006 Personeel in Perspectief

4 Colofon Opdrachtgever Stichting A+O fonds Gemeenten, Den Haag Postbus GK Den Haag Projectleider: George Evers Projectmedewerker: Rachida Soussi Vormgeving IM VormCommunicatie, Den Haag Fotografie De Beeldredaktie, Merlin Daleman met dank aan de Gemeente s-hertogenbosch Drukwerk Albani drukkers BV, Den Haag Auteurs Kees Van Uitert, EIM consult Hans Donkers, Stratus Met dank aan De leden van de begeleidingscommissie / de werkgroep gegevensdefinities / het kernteam H.J.M. Achtereekte (Gemeente Zwolle) P.W.S. Aniba (gemeente Katwijk) F.B.W. Arts (Gemeente Apeldoorn) C. van den Brekel (CvA) W.A. van Essen (Gemeente Utrecht) F. van Ewijk (Gemeente Utrecht) B.L. Groen (ABVAKABO FNV, regiokantoor Oost) R. Kuyten (CvA) A. Meijs (Gemeente Rotterdam) H. Nap (gemeente Amersfoort) L. Oudenbroek (Gemeente Den Haag) L.T. van Ravenhorst (Gemeente Maassluis) P. Terreehorst (gemeente Haarlem) W. Ubaghs (CNV publieke zaak) R. van der Weijden (gemeente Amsterdam) P. Wiechmann (ABVAKABO FNV, voorzitter begeleidingscommissie) E. Zandstra (Gemeente Leidschendam-Voorburg) Oplage exemplaren ISBN-nummer ISBN/EAN Stichting A+O fonds Gemeenten, Den Haag, September 2007 Stichting A+O fonds Gemeenten bevordert en ondersteunt vernieuwende activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt en HRM-beleid. Actuele informatie over de verschillende projecten treft u aan op Rechten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerwijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting A+O fonds Gemeenten. Hoewel aan deze uitgave de grootst mogelijke zorg is besteed, kunnen de samenstellers niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.

5 Voorwoord In 2005 spraken de CAO-partners af dat gemeenten op 1 januari 2008 leeftijdbewust personeelsbeleid moeten hebben ingevoerd. De aanname was dat een invoeringstermijn van twee jaren ruim voldoende was. Daarom keken we elk jaar met spanning uit naar de Personeelsmonitor waarin valt te lezen hoe het staat met de invoering van leeftijdsbewust personeelsbeleid in onze sector. De Personeelsmonitor 2005 gaf aan dat bij 5% van de gemeenten sprake was van leeftijdsbewust beleid. We hadden verwacht dat meer gemeenten met het onderwerp bezig zouden zijn, maar dit was misschien te optimistisch zo kort na het afsluiten van de CAO. Wat zou 2006 te zien geven? We zien een verdubbeling van het aantal gemeenten dat leeftijdsbewust personeelsbeleid heeft ingevoerd. Op zich een mooi resultaat, ware het niet dat de eindscore over 2006 nog maar op 13% staat, een resultaat dat ons tegenvalt. Dat tweederde van de gemeenten aangeeft ermee bezig te zijn, maakt dit maar ten dele goed. De leeftijdsopbouw van gemeenten geeft duidelijk aan dat leeftijdsbewust beleid hard nodig is. Beleid dat niet alleen gericht is op ouderen, maar dat zich ook richt op jongeren. Gemeenten moeten immers een aantrekkelijke werkgever zijn voor alle leeftijdsgroepen om de concurrentieslag met andere sectoren op de arbeidsmarkt aan te kunnen. Een aantal vragen dringt zich op. Gaan gemeenten het halen om op de afgesproken datum leeftijdsbewust personeelsbeleid te hebben ingevoerd? Waarom gaat de invoering zo traag, terwijl de noodzaak om leeftijdsbewust beleid te voeren alsmaar dringender wordt? En wat kunnen we verder doen om gemeenten te ondersteunen om 1 januari 2008 alsnog te halen? Het A+O fonds Gemeenten zal de komende periode nagaan welke antwoorden te geven zijn op deze vragen. De nieuwe stimuleringsregelingen (zie geven gemeenten een duwtje in de rug geven, maar zij zijn het die aan zet zijn. Zoals elk jaar bevat deze Personeelsmonitor een schat aan informatie over de gemeentelijke arbeidsmarkt en over HR-ontwikkelingen bij gemeenten. We hopen dat gemeenten deze informatie kunnen gebruiken bij het formuleren van hun eigen beleid. Tenslotte bedanken we alle gemeenten die hebben meegewerkt aan de Personeelsmonitor. Zonder deze gegevens kan het A+O fonds Gemeenten de Personeelsmonitor niet maken. C.J. Bethlehem Voorzitter P. Wiechmann Secretaris/penningmeester

6

7 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Samenvatting 9 1 Ontwikkeling gemeentelijke bezetting Naar gemeentegrootteklasse Naar geslacht Naar vol- en deeltijders Naar leeftijdsklasse Naar dienstjaren Aantal leidinggevenden Afname bezetting 25 2 Instroom, doorstroom en uitstroom Instroom Doorstroom Uitstroom 33 3 Intergemeentelijke samenwerking en gevolgen voor de bezetting Samenwerkingsvormen Overnemen en overdragen van taken 40 4 Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Ziekteverzuim naar gemeentegrootteklasse Langdurig ziekteverzuim Arbeidsongeschiktheid 47 5 Arbeidsvoorwaarden Inschaling gemeentelijke bezetting Bruto maandsalarissen Gebruik Artikel 2:7A van de CAR Levensloopregeling 55 6 Opleiding en ontwikkeling Opleidingsuitgaven Medewerkersgesprekken Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP) 58 7 Leeftijdsbewust personeelsbeleid en strategische personeelsplanning Leeftijdsbewust personeelsbeleid Strategische personeelsplanning 63 8 Aanpak jeugdwerkloosheid Afspraken tussen sociale partners Aandacht gemeenten voor jeugdwerkloosheid in Plannen gemeenten voor jeugdwerkloosheid in Bijlage 1 Responsverantwoording 71

8

9 Samenvatting Ontwikkeling gemeentelijke bezetting Afname gemeentelijke bezetting met personen tot personen Voor het derde jaar op rij is de gemeentelijke bezetting in aantal personen afgenomen. In 2004 was de afname bijna personen, in 2005 maar liefst bijna personen en in personen. Dit komt neer op een afname van 0,9 procent in Eind 2006 werkten er personen bij de gemeenten. De afname van de werkgelegenheid in de gemeentelijke sector komt in 2006 nagenoeg geheel voor rekening van de G4 en dan vooral voor de gemeente Rotterdam. Door gemeentelijke herindelingen is de werkgelegenheid bij de gemeenten met minder dan inwoners verder afgenomen. In 2006 is het aantal gemeenten gedaald met 9 tot 458. Ten opzichte van 2002 is de gemeentelijke bezetting met bijna 5 procent afgenomen. Deze afname doet zich vooral voor bij de G4 en de gemeenten met of meer inwoners. Bij de gemeenten met tot inwoners is er nog wel sprake van een groei van de werkgelegenheid sinds Ook hier zijn gemeentelijke herindelingen de oorzaak. Hierdoor verschuift de werkgelegenheid van de kleinste gemeenten naar de genoemde categorie. Bezetting is bij een derde van de gemeenten afgenomen In 2006 is de bezetting bij ongeveer een derde van de gemeenten afgenomen. In 2005 was dit nog bij de helft van de gemeenten het geval. Vooral de grotere gemeenten worden geconfronteerd met dalende bezettingen. De takendiscussie die bij verschillende gemeenten wordt gevoerd en bezuinigingen zijn in 2006 de drijvende krachten achter het terugbrengen van de bezetting geweest. De belangrijkste instrumenten die gemeenten inzetten om de bezetting terug te brengen zijn het selectief vervullen van vacatures en het schrappen van taken. Vooral deze laatste reden is aan een opmars bezig de afgelopen jaren. Efficiënter gaan werken neemt in belang af. Daarnaast heeft 25 procent van de gemeenten in 2006 een (eenmalige) specifieke regeling gehad voor het terugbrengen van de bezetting. In 2005 gold dit nog voor 42 procent van de gemeenten. Feminisering van de gemeentelijke bezetting zet door Het aandeel vrouwen in de gemeentelijke bezetting is ook in 2006 weer verder toegenomen, en wel tot 42,8 procent. De feminisering van de gemeentelijke bezetting gaat daarmee onverminderd door. Dit heeft niet alleen te maken met een groeiend aandeel vrouwen in de instroom, maar ook met het gegeven dat vooral mannen de gemeentelijke organisatie hebben verlaten in 2005 en in Aandeel deeltijders is verder toegenomen In 2006 werkte 38,5 procent van de gemeentelijke bezetting in deeltijd. De gemiddelde deeltijdfactor van medewerkers bij gemeenten was in het genoemde jaar 0,87 (dat wil zeggen een gemiddelde werkweek van 31,3 uur). Ten opzichte van 2005 is het aandeel deeltijders verder toegenomen. Ook is sprake van een aanzienlijke toename van de deeltijders ten opzichte van Tussen 2002 en 2006 is het aantal deeltijders met bijna 3 procent toegenomen. Hoewel vrouwen vaker in deeltijd werken dan mannen, is de groei van het aantal vrouwen in de genoemde periode hoger geweest dan de groei van het aantal deeltijders. Ook vrouwen zijn dus vaker in voltijd gaan werken in de afgelopen vijf jaar.

10 Lichte daling van het gemiddelde aantal dienstjaren tot 10,1 Het gemiddelde aantal dienstjaren van medewerkers is in 2006 licht gedaald tot 10,1. Ongeveer de helft van de gemeentelijke bezetting is 6 jaar of korter in dienst. Bijna 53 procent van de medewerkers van gemeenten op 31 december 2006, was tussen de 35 en 55 jaar oud met meer dan drie jaar werkervaring. Bijna 17 procent van de bezetting op 31 december 2006 was tussen de 45 en 55 jaar oud en heeft 10 jaar of meer werkervaring binnen de gemeente. Aandeel personen van 60 jaar en ouder is weer toegenomen Door de grote uitstroom van ouderen in 2005, nam het aandeel medewerkers van 60 jaar en ouder voor het eerst sinds jaren af in de gemeentelijke bezetting. Veel oudere medewerkers hebben in 2005 nog gebruik gemaakt van de FPU-regeling voordat deze op 1 januari 2006 veranderde. In 2006 is het aandeel van deze leeftijdscategorie weer gestegen tot 3,6 procent. In de periode 2002 tot en met 2006 is het aantal medewerkers van 55 tot 60 jaar met ruim 8 procent toegenomen en het aantal medewerkers van 60 jaar en ouder met ruim 20 procent. Het aantal personen onder de 25 jaar is in de genoemde periode gehalveerd. De gemiddelde leeftijd van vrouwen was in ,3 jaar en van mannen 45,8 jaar. De gemiddelde leeftijd van de bezetting was 44,3 jaar en is 0,4 jaar gestegen ten opzichte van Span of control van leidinggevenden is gestabiliseerd Per 100 medewerkers waren er in ,9 leidinggevenden. Ten opzichte van 2005 is de span of control van leidinggevenden gestabiliseerd. Het aandeel van vrouwelijke leidinggevenden is in 2006 licht afgenomen tot bijna 21 procent. In-, door- en uitstroom Instroom is in 2006 gestegen tot 9,2 procent De instroom is in 2006 gestegen tot 9,2 procent. Vooral bij de G4 lag de instroom in 2006 op een hoog niveau (11,6 procent). In 2006 zijn net meer mannen dan vrouwen ingestroomd in de gemeentelijke bezetting. Verder is het aantal voltijders in de instroom weer hoger geworden dan het aantal deeltijders. De gemiddelde leeftijd van de instromers was in ,2 jaar. 87 procent van de gemeenten (inclusief G4) had op 31 december 2006 nog te vervullen vacatures openstaan. Bij deze gemeenten gaat het om in totaal bijna vacatures voor ruim FTE s. Er stonden op 31 december 2006 ongeveer 460 vacatures voor leidinggevenden open. Het aantal openstaande vacatures is ten opzichte van 2005 toegenomen. Doorstroompercentage afgenomen tot 4,8 procent in 2006 Het doorstroompercentage is in 2006 weer afgenomen na een tijdelijke stijging in De grote uitstroom van vooral oudere mannelijke medewerkers in 2005 heeft toen geleid tot extra interne doorstroom bij de grotere gemeenten. In 2006 is de doorstroom bij de G4 bijvoorbeeld weer gehalveerd. Bij de kleinste gemeenten is de doorstroom wel verdubbeld in 2006, maar in vergelijking met het gemeentelijke gemiddelde nog steeds laag. 10 Uitstroompercentage van 9,7 procent in 2006 De uitstroom bij gemeenten ligt met 9,7 procent ongeveer op hetzelfde niveau als in Bij de G4 is sprake van een stijgende uitstroom. De aard van de uitstroom is in 2006 wel veranderd. Waren het in 2005 vooral oudere mannelijke medewerkers die vertrokken, in 2006 zijn juist relatief veel medewerkers onder de 55 jaar vertrokken. De gemiddelde leeftijd van de uitstromers was in ,3 jaar. De belangrijkste uitstroomreden in 2006 was vrijwillig ontslag (bijna 54 procent). Het aandeel van VUT/FPU als uitstroomreden is in 2006 afgenomen tot ruim 14 procent. Van meer dan de helft van de uitgestroomde personen is onbekend naar wat voor type organisatie men is vertrokken.

11 Intergemeentelijke samenwerking en gevolgen voor bezetting Ongeveer 77 procent van de gemeenten werkt met andere gemeenten samen Samenwerking tussen gemeenten komt inmiddels op grote schaal voor. Ongeveer 4 van de 5 gemeenten werken met andere gemeenten samen. De meest gebruikelijke samenwerkingsvorm is die waarin de gemeentelijke organisaties intact blijven, maar waarbij op een aantal terreinen ambtenaren van verschillende gemeenten wel gezamenlijk werken (het netwerk-concept). Ten opzichte van 2005 is dit niet noemenswaardig veranderd. Bij ruim 23 procent van de gemeenten heeft dit gevolgen gehad voor de bezetting Gezien de meest gebruikelijke samenwerkingsvorm is het niet verwonderlijk dat maar bij ruim 23 procent van de gemeenten de samenwerking gevolgen heeft gehad voor de omvang van de bezetting. Bij de gemeenten waar dit het geval is geweest, is de bezetting bij 40 procent gedaald door het overdragen van taken en bij 40 procent gestegen door het overnemen van taken. Het aantal arbeidsplaatsen dat hiermee gemoeid is, is overigens niet zo heel erg groot op gemeentelijk niveau. Gemiddeld neemt de bezetting af met 9 arbeidsplaatsen bij het overdragen van taken en neemt de bezetting toe met gemiddeld 5 arbeidsplaatsen bij het overnemen van taken. Over het algemeen heeft het afstoten dan wel overnemen van taken plaats op het terrein van sociale zaken en de clustering van brandweeractiviteiten. Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Ziekteverzuimpercentage is gedaald tot 5,6 procent in 2006 Het ziekteverzuimpercentage is in 2006 nog verder gedaald tot 5,6 procent. Dit is het laagste niveau in ruim tien jaar tijd. In het tweede jaar na afloop van het Arboconvenant, dat mede gericht was op het terugdringen van het ziekteverzuim, lijkt de aandacht van gemeenten hiervoor niet verslapt. Het ziekteverzuimpercentage van 5,6 procent kan worden uitgesplitst naar 4,8 procent voor het verzuim korter dan één jaar en 0,8 procent voor verzuim van langer dan één jaar. Meldingsfrequentie is iets gedaald evenals de gemiddelde verzuimduur De meldingsfrequentie is iets gedaald tot 1,6. Naarmate de omvang van een gemeente stijgt, neemt over het algemeen ook de meldingsfrequentie toe. Ook de gemiddelde verzuimduur is afgenomen ten opzichte van Deze was in 2006 gemiddeld 13,3 dagen, ruim een dag minder dan in Gemiddeld meer langdurig zieken per gemeente en ongeveer evenveel gemeenten met langdurig zieken Ongeveer 61 procent van de gemeenten had op 31 december 2006 medewerkers die langdurig ziek waren. Dit percentage is ongeveer gelijk aan dat van Bij de gemeenten die hiermee te maken hebben, gaat het om circa 1,1 medewerker per 100 medewerkers. Er zijn net iets meer vrouwen dan mannen langdurig ziek en ruim 40 procent van de langdurig zieken is tussen de 45 en 55 jaar oud. Ten opzichte van 2005 is er sprake van een stijging van het langdurig ziekteverzuim. Zo is het aantal gemeenten met langdurig zieken ongeveer gelijk gebleven, maar is het aantal langdurig zieken per gemeente toegenomen. 71 procent van de gemeenten heeft arbeidsongeschikten in dienst 71 procent van de gemeenten had in 2006 arbeidsongeschikten in dienst. Dit percentage blijft de afgelopen jaren redelijk stabiel. Gemiddeld hebben de gemeenten 4,6 (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten in dienst. In totaal zijn circa arbeidsongeschikten in dienst van gemeenten. De gedifferentieerde WAO-premie (Pemba-premie) was in 2006 ongeveer 1,11 procent. Bij ongeveer 65 procent van de gemeenten is de Pemba-premie lager uitgevallen dan in 2005 was vastgesteld. 11

12 Invoering WIA op 29 december 2005 Op 29 december 2005 is de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) ingevoerd. Bij ongeveer 23 procent van de gemeenten is er voor één of meer personen in 2006 een WIA-uitkering gestart. Gemiddeld gaat het om 1,8 persoon per gemeente met WIA-instroom. Arbeidsvoor waarden Aantal eindschalers is in 2006 gedaald tot 57 procent Het aantal personen in de hoogste periodiek van de salarisschaal (eindschalers) is in 2006 afgenomen tot 57 procent. Ruim 39 procent van de gemeentelijke bezetting wordt beloond in schaal 7 tot en met 9. Het gemiddelde brutomaandsalaris van een medewerker bedroeg in euro (niet gecorrigeerd voor deeltijd). Bijna 30 procent van de gemeenten maakt gebruik van de mogelijkheid medewerkers tijdelijk 40 uur te laten werken Bijna 30 procent van de gemeenten heeft in 2006 gebruik gemaakt van de mogelijkheid om medewerkers tijdelijk 40 uur te laten werken op basis van het artikel 2:7A van de CAR. Het gebruik van dit artikel door gemeenten is ten opzichte van 2005 verder toegenomen. De belangrijkste reden om het artikel te gebruiken is dat voor sommige functies een 40-urige werkweek noodzakelijk is. Tijdelijke vervanging van personeel is als motief wel in opkomst. Bij de gemeenten die het artikel gebruiken, zijn meer medewerkers tijdelijk 40 uur gaan werken. Het artikel werd in 2006 bij 1,4 procent van de totale gemeentelijke bezetting toegepast. In 2005 gold dit voor 0,9 procent van de bezetting en in 2004 voor 0,3 procent. Het gebruik van het artikel zit duidelijk in de lift. 4,5 procent van de medewerkers van gemeenten hebben in 2006 gebruik gemaakt van de levensloopregeling Bij bijna alle gemeenten is in 2006 door medewerkers gebruik gemaakt van de levensloopregeling. Bij de gemeenten waar gebruik is gemaakt van de levensloopregeling gaat het om 4,5 procent van de bezetting, waarvan 0,8 procent betrekking heeft op brandweer/ ambulancemedewerkers die in dienst zijn van de gemeenten en 3,7 procent op overige medewerkers. Het percentage medewerkers dat gebruik maakt van de levensloopregeling is in alle gemeentegrootteklassen ongeveer hetzelfde. Opleiding en ontwikkeling Gemiddelde opleidingsuitgaven in 2006 van 846 euro per medewerker De gemiddelde opleidingsuitgaven per medewerker zijn in 2006 gestegen. De gemiddelde opleidingsuitgaven per medewerker bedroegen in euro. Gerelateerd aan de totale loonsom van gemeenten is dit 2,2 procent. De scholingsuitgaven van gemeenten zitten hiermee weer in de lift procent van de gemeenten werkt met Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP) Het gebruik van Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP) is in 2006 verder toegenomen. 81 procent van de gemeenten geeft aan met POP s te werken, waarbij deze van toepassing zijn op ruim 55 procent van de bezetting. Het aantal gemeenten dat werkt met POP is daarmee sterker gestegen dan het aantal medewerkers met een POP. De gemeenten die hiermee zijn gestart hebben POP-gesprekken voor een beperkt deel van de bezetting ingevoerd.

13 Leeftijdsbewust personeelsbeleid Bij ruim 13 procent van de gemeenten is sprake van leeftijdsbewust personeelsbeleid, bijna 66 procent is hier nog mee bezig In de CAO sector gemeenten is afgesproken dat alle gemeenten op 1 januari 2008 een leeftijdsbewust personeelsbeleid moeten hebben ingevoerd. Op dit moment is dit het geval bij ruim 13 procent van de gemeenten, terwijl bijna 66 procent aangeeft hiermee bezig te zijn. Het aantal gemeenten dat een dergelijk beleid heeft ingevoerd is hiermee meer dan verdubbeld ten opzichte van Toch betekent dit wel dat veel gemeenten in 2007 nog beleid op dit terrein moeten ontwikkelen en invoeren om de CAO-afspraak na te kunnen komen. Strategische personeelsplanning 10,5 procent van de gemeenten heeft een vorm van strategische personeelsplanning ingevoerd Het doel van strategische personeelsplanning is inzicht te verkrijgen in de vraag welk personeel de organisatie op korte en langere termijn nodig heeft, rekening houdend met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. 10,5 procent van de gemeenten zegt een vorm van strategische personeelsplanning toe te passen. Dit zijn vooral de grotere gemeenten. Strategische planning krijgt steeds meer een plek binnen de meerjarige HRM-nota s van gemeenten en wordt vaker opgenomen in de planning & controlcyclus. Indien gemeenten al doen aan een vorm van strategische personeelsplanning is dit in 80 procent van de gevallen gericht op de gehele gemeentelijke bezetting. In de komende drie jaar wil bijna 17 procent van de gemeenten zeker een vorm van strategische personeelsplanning invoeren en nog eens 40 procent van de gemeenten gaat dit waarschijnlijk doen. Bijdrage aan terugdringing jeugdwerkloosheid 17 procent van de gemeenten geeft in 2006 uitvoering aan de gemaakte afspraken op het terrein van jeugdwerkloosheid In de CAO sector gemeenten zijn definitieve afspraken gemaakt over de aanpak van jeugdwerkloosheid. De sociale partners hebben zich ten doel gesteld om in de periode van 2005 tot en met 2007 ervoor te zorgen dat ten minste jongeren door middel van werkstageplaatsen, leerwerkbanen en instapplannen (tijdelijke aanstellingen) hun positie op de arbeidsmarkt kunnen verbeteren. In de personeelsmonitor over 2005 is geïnventariseerd of gemeenten plannen op dit terrein hadden voor 2006 en zo ja, om hoeveel plaatsen dit zou gaan. In de personeelsmonitor over 2006 is bekeken of gemeenten deze plannen ook hebben gerealiseerd. Ongeveer 24 procent van de gemeenten gaf in 2006 aan uitvoering te gaan geven aan de gemaakte afspraken tussen sociale partners over de aanpak van jeugdwerkloosheid. Gemeenten waren destijds voornemens om circa werkstageplaatsen, leerwerkbanen en instapplannen voor jongeren te creëren. Uiteindelijk heeft 17 procent van de gemeenten dit ook daadwerkelijk gedaan en in totaal ruim plaatsen voor jongeren gecreëerd. De realisatie ligt daarmee op een wat lager niveau dan de eerder geformuleerde ambities. Wel kan worden geconstateerd dat de doelstelling om voor ten minste jongeren een plaats te creëren, in 2006 al ruim is gehaald. 37 procent van de gemeenten heeft plannen voor 2007 De inspanningen op dit terrein van gemeenten zullen in 2007 niet gaan verslappen. 37 procent van de gemeenten is voornemens ook in 2007 werkstageplaatsen, leerwerkbanen en instapplannen voor jongeren te creëren. Het aantal plekken dat zal worden geschapen is op dit moment nog niet echt in te schatten, maar zal in ieder geval op eenzelfde niveau liggen als in

14

15 1. Ontwikkeling gemeentelijke bezetting 1.1 Naar gemeentegrootteklasse Gemeentelijke bezetting van personen in 2006 De gemeentelijke bezetting bedroeg op 31 december werkzame personen. In 2006 was 46,5 procent van de bezetting in personen in de sector gemeenten werkzaam bij een gemeente met of meer inwoners (zie figuur 1). Vooral de G4 zijn belangrijke werkgevers in de sector. 27,8 procent van het totaal aantal werkzame personen in de gemeentelijke sector werkte in 2006 bij de G4. Dit aandeel van de G4 is iets gedaald ten opzichte van Door gemeentelijke herindelingen is het aantal gemeenten afgenomen van 467 in 2005 tot 458 in Zo vormen Maarn, Amerongen, Leersum, Driebergen-Rijsenburg en Doorn samen de nieuwe gemeente Utrechtse Heuvelrug. De gemeente Katwijk is uitgebreid met Rijnsburg en Valkenburg. Teylingen is ontstaan door de samenvoeging van Warmond, Sassenheim en Voorhout. Ten slotte is Venhuizen opgegaan in Drechterland. Als gevolg van de gemeentelijke herindelingen is de bezetting bij gemeenten met minder dan inwoners in 2006 afgenomen met 260 personen en bij de gemeenten met tot inwoners met ruim 400 personen. Bij de gemeenten met tot inwoners is door gemeentelijke herindelingen de bezetting met ruim 200 personen toegenomen en bij de gemeenten met tot inwoners met bijna 500 personen. figuur 1 Verdeling van de gemeentelijke bezetting in personen naar gemeentegrootteklasse in procenten in 2005 en 2006 G of meer inwoners (excl. G4) tot inwoners tot inwoners tot inwoners minder dan inwoners 2,2% 2,4% 9,6% 9,4% 16,1% 16,0% 18,7% 18,4% 25,6% 25,3% 27,8% 28,6% 0% 10% 20% 30% 40% 50% Bron: CBS, salarisbestanden gemeenten. Afname van de bezetting met personen in 2006 De werkgelegenheid in de gemeentelijke sector is in 2006 afgenomen met personen (zie tabel 1), een afname van 0,9 procent ten opzichte van Ook in FTE s gemeten is de werkgelegenheid afgenomen met 0,9 procent. 15 De afname van de werkgelegenheid komt nagenoeg volledig voor rekening van de G4. Zo heeft Rotterdam in 2006 alle musea geprivatiseerd en is de gemeentelijke brandweer overgegaan naar de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Samen met een formatiereductie als gevolg van bezuinigingen, is alleen in Rotterdam de bezetting in 2006 al met bijna personen afgenomen.

16 Bij de gemeenten met tot inwoners en met tot inwoners is de bezetting nog licht gegroeid door de gemeentelijke herindelingen in Dit is ten koste gegaan van de bezetting bij de gemeenten met minder dan inwoners. tabel 1 Ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting in personen naar gemeentegrootteklasse in 2002 tot en met Alle gemeenten: - In personen In FTE s G of meer inwoners (excl. G4) tot inwoners tot inwoners tot inwoners Minder dan inwoners Bron: CBS, salarisbestanden gemeenten. Daling werkgelegenheid in de periode 2002 tot en met 2006 In de periode van 2002 tot en met 2006 is er sprake van een daling van het aantal werkzame personen bij gemeenten van 4,8 procent (zie figuur 2). In 2006 is het aantal werkzame personen met 0,9 procent afgenomen. In 2002 en 2003 was er nog sprake van een groei van het aantal werkzame personen. Deze trend is in 2004 doorbroken. In 2004 en 2005 is het aantal werkzame personen bij gemeenten met maar liefst personen afgenomen (zie tabel 1). In 2005 had de daling vooral te maken met de FPUregeling die per 1 januari 2006 is veranderd. In 2005 kwam maar liefst 45 procent van de uitstroom bij gemeenten voor rekening van de VUT en de FPU-regeling. figuur 2 Ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting in personen in procenten in de periode 2002 tot en met 2006 Alle gemeenten G of meer inwoners (excl. G4) tot inwoners tot inwoners tot inwoners minder dan inwoners -23,2% -0,9% -4,8% -3,8% -11,1% -3,2% 0,0% -14,9% -6,5% 0,7% 0,3% 0,5% 1,3% 8,8% -40% -30% -20% -10% 0% 10% 20% 30% 40% 2006 ten opzichte van ten opzichte van 2002 Bron: CBS, salarisbestanden gemeenten. 16 Door gemeentelijke herindelingen is het aantal kleinere gemeenten in de afgelopen vijf jaar aanzienlijk afgenomen. Hierdoor is ook het aantal werkzame personen bij dit type gemeenten aanzienlijk verminderd. Het aantal werkzame personen bij de G4 is in de afgelopen vijf jaar met ruim 11 procent afgenomen. Privatiseringen en verzelfstandigingen van diensten zijn hier de drijvende kracht achter geweest, samen met bezuinigingen. De gemeenten met tot inwoners laten daarentegen in dezelfde periode nog een aanzienlijke groei van het aantal werkzame personen zien. Ook hier geldt dat dit grotendeels wordt veroorzaakt door gemeentelijke herindelingen.

17 1.2 Naar geslacht Aandeel vrouwen in de gemeentelijke bezetting is gestegen tot 42,8 procent Het aandeel vrouwen in de gemeentelijke bezetting is nog steeds groeiende en bedroeg in ,8 procent. Naarmate de omvang van gemeenten toeneemt, daalt het aandeel van vrouwen in de gemeentelijke bezetting (zie figuur 3). Zo is het aandeel van vrouwen bij gemeenten met minder dan inwoners bijna 46 procent, terwijl dit aandeel bij de G4 ruim 40 procent is. figuur 3 Gemeentelijke bezetting in personen naar geslacht en naar gemeentegrootteklasse in procenten in 2006 Alle gemeenten G of meer inwoners (excl. G4) tot inwoners tot inwoners tot inwoners minder dan inwoners 57,2% 42,8% 59,5% 40,5% 56,2% 43,8% 56,0% 44,0% 56,7% 43,3% 59,2% 43,8% 54,2% 45,8% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Man Vrouw Bron: Salarisbestanden gemeenten. Vooral mannen zijn in 2006 vertrokken De daling van de gemeentelijke bezetting in 2006 komt geheel voor rekening van mannen. Het aantal mannen dat bij gemeenten werkzaam is, nam in 2006 af van bijna naar : een afname van 5 procent (zie tabel 2). Het aantal vrouwen dat bij gemeenten werkt is in 2006 toegenomen. tabel 2 Gemeentelijke bezetting in personen naar geslacht en gemeentegrootteklasse in 2002 tot en met Alle gemeenten Man Vrouw G4 Man Vrouw of meer inwoners (excl. G4) Man Vrouw tot inwoners Man Vrouw tot inwoners Man Vrouw tot inwoners Man Vrouw Minder dan inwoners Man Vrouw Bron: CBS, salarisbestanden gemeenten.

18 Aandeel vrouwen in de gemeentelijke bezetting neemt toe In de periode 2002 tot en met 2006 is het aantal vrouwen in de gemeentelijke bezetting met bijna 6 procent toegenomen (zie figuur 4). Daar staat tegenover dat het aantal mannen met ruim 11 procent is afgenomen. figuur 4 Ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting naar geslacht in procenten in de periode 2002 tot en met 2006 Alle gemeenten G of meer inwoners (excl. G4) tot inwoners tot inwoners tot inwoners minder dan inwoners -29,8% -11,5% -18,6% -9,1% -5,6% -6,0% -20,8% -14,1% 5,9% 2,7% 5,6% 2,0% 9.8% 18,8% -40% -30% -20% -10% 0% 10% 20% 30% 40% Man Vrouw Bron: CBS, salarisbestanden gemeenten. Vooral bij de gemeenten met of meer inwoners en bij de G4 is er in de genoemde periode sprake geweest van een aanzienlijke daling van het aantal mannen. Het aantal vrouwen is vooral sterk gegroeid bij de gemeenten met tot inwoners. Bij deze gemeenten is er in de genoemde periode per saldo ook sprake geweest van een groeiende bezetting. Bij de gemeenten met minder dan inwoners kan de sterke afname van het aantal mannen en vrouwen worden verklaard door het effect van de gemeentelijke herindelingen. Omdat het aantal gemeenten in deze grootteklassen is afgenomen, is de werkgelegenheid doorgeschoven naar de gemeenten met tot inwoners. 1.3 Naar vol- en deeltijders 38,5 procent van de gemeentelijke bezetting werkt in deeltijd Gemiddeld genomen werkt 38,5 procent van de gemeentelijke bezetting in deeltijd. Dit percentage is ten opzichte van 2005 gestegen. Het aandeel deeltijders in de gemeentelijke bezetting neemt af naarmate de omvang van de gemeente groeit (zie figuur 5). Bij gemeenten met minder dan inwoners is dit aandeel ruim 45 procent, terwijl het bij de G4 bijna 32 procent is. Vrouwen werken over het algemeen wat vaker in deeltijd dan mannen. Naarmate het aandeel vrouwen in de bezetting per gemeentegrootteklasse toeneemt, neemt dus ook het aandeel deeltijders in de bezetting toe. De deeltijdfactor bij gemeenten was in 2006 gemiddeld 0,87 en bij de G4 0,91. 18

19 figuur 5 Gemeentelijke bezetting in personen naar vol- en deeltijders en gemeentegrootteklasse in procenten in 2006 Alle gemeenten G of meer inwoners (excl. G4) tot inwoners tot inwoners tot inwoners minder dan inwoners 61,5% 38,5% 68,3% 31,7% 59,9% 40,1% 61,0% 39,0% 58,4% 41,6% 56,1% 43,9% 53,9% 46,1% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Voltijd Deeltijd Bron: Salarisbestanden gemeenten. Aantal deeltijders is in de periode 2002 tot en met 2006 met bijna 3 procent toegenomen Het aantal deeltijders in de gemeentelijke bezetting groeit nog steeds (zie figuur 6). De groei van het aantal deeltijders is het meest zichtbaar bij de gemeenten met tot inwoners. Hier was deze groei in de genoemde periode bijna 16 procent. In 2002 tot en met 2006 is het aantal deeltijders met bijna 3 procent toegenomen. Deze ontwikkeling correleert met de sterke groei van het aantal vrouwen in dezelfde periode. Wel is het aantal deeltijders in de genoemde periode iets minder sterk toegenomen dan het aantal vrouwen. Dit betekent dat vrouwen in de afgelopen jaren wat vaker in voltijd zijn gaan werken binnen de gemeentelijke sector. figuur 6 Ontwikkeling van het aantal voltijders en deeltijders naar gemeentegrootteklasse in 2002 tot en met 2006 Alle gemeenten G of meer inwoners (excl. G4) tot inwoners tot inwoners tot inwoners minder dan inwoners -28,9% -8,9% -14,0% -4,2% -8,7% -2,5% -21,2% -5,2% -15,6% 2,7% 6,4% 4,6% 5,0% 15,9% -40% -30% -20% -10% 0% 10% 20% 30% 40% Voltijd Deeltijd Bron: CBS, salarisbestanden gemeenten. 19

20 1.4 Naar leeftijdsklasse Binnen de gemeentelijke bezetting is de grootste groep personen tussen de 45 en 55 jaar oud De grootste groep werkzame personen bij gemeenten valt met 34 procent binnen de leeftijdscategorie 45 tot 55 jaar, op de voet gevolgd door de 35 tot 45 jarigen (zie figuur 7). Slechts 1,5 procent van de gemeentelijke bezetting is jonger dan 25 jaar. Er zijn tussen de onderscheiden gemeentegrootteklassen slechts marginale verschillen in de leeftijdsopbouw van de bezetting. De gemiddelde leeftijd van de bezetting was in ,3 jaar. Ook hier zijn er nauwelijks verschillen tussen de verschillende gemeentegrootteklassen. figuur 7 Gemeentelijke bezetting in personen naar leeftijdsklasse en gemeentegrootteklasse in procenten in 2006 Alle gemeenten 1,5% G4 1,8% of meer inwoners (excl. G4) 1,3% tot inwoners 1,5% tot inwoners 1,2% tot inwoners 1,5% minder dan inwoners 1,4% 16,6% 30,5% 34,0% 13,7% 3,6% 18,0% 30,5% 32,9% 12,9% 3,8% 16,8% 30,4% 35,0% 13,5% 3,0% 16,2% 30,2% 34,3% 14,4% 3,4% 15,8% 31,2% 34,3% 13,9% 3,6% 15,6% 30,5% 33,5% 14,9% 4,0% 15,4% 30,2% 35,1% 14,1% 3,9% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% jonger dan 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 60 jaar 60 jaar en ouder Bron: Salarisbestanden gemeenten. Wel is sprake van een verschillende leeftijdsopbouw van de bezetting naar geslacht (zie figuur 8). Zo is de leeftijdsopbouw van vrouwen evenwichtiger dan die van mannen. Vrouwen zijn gemiddeld genomen wat jonger, terwijl mannen boven de 45 oververtegenwoordigd zijn. figuur 8 Gemeentelijke bezetting naar leeftijd en geslacht in personen in Man Vrouw Bron: Salarisbestanden gemeenten.

21 Het aandeel van personen van 45 jaar en ouder is in 2002 tot en met 2006 met 3,6 procentpunt toegenomen Het aandeel van personen van 45 jaar en ouder binnen de gemeentelijke bezetting is in de periode van 2002 tot en met 2006 met 3,6 procentpunt toegenomen (zie tabel 3). In 2006 was het aandeel personen van 45 jaar en ouder 51,3 procent. Wel is sprake van een cohortverschuiving in deze periode 1. Was het aandeel personen van 55 tot 60 jaar in 2002 nog 12 procent, in 2006 is dit aandeel gegroeid tot 13,7 procent. tabel 3 Aandeel personen van 45 jaar en ouder in de gemeentelijke bezetting in procenten in 2002 tot en met 2006 Leeftijdscategorie tot 55 jaar 32,9 32,4 33,0 33,9 34,0 55 tot 60 jaar 12,0 12,9 13,5 13,6 13,7 60 en ouder 2,8 3,2 3,5 3,1 3,6 Aandeel personen van 45 jaar en ouder 47,7 48,5 50,0 50,6 51,3 Bron: CBS, salarisbestanden gemeenten. In 2005 hebben veel oudere medewerkers de gemeentelijke organisatie verlaten. Hierdoor is het aandeel van personen van 60 jaar en ouder in 2005 gedaald. Met name medewerkers van 60 jaar en ouder hebben in 2005 nog gebruik gemaakt van de FPU-regeling voordat deze op 1 januari 2006 veranderde. figuur 9 Ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting naar leeftijdscategorie in procenten in 2002 tot en met 2006 Gemeentelijke bezetting 60 jaar en ouder 55 tot 60 jaar 45 tot 55 jaar 35 tot 45 jaar 25 tot 35 jaar Jonger dan 25 jaar -50,5% -28,2% -14,3% -0,9% -4,8% -0,7% -1,6% -0,7% -5,7% -2,2% 0,1% 8,4% 14,8% 20,1% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 2006 ten opzichte van ten opzichte van 2002 Bron: CBS, salarisbestanden gemeenten. Opmerkelijk is de daling van het aandeel van personen van jonger dan 25 jaar die bij gemeenten werken. Tussen 2002 en 2006 is het aantal personen jonger dan 25 jaar gehalveerd Een cohortverschuiving houdt in dat er sprake is van een autonome leeftijdsklassenverandering binnen de groep werkende ouderen. Als ouderen langer blijven werken komen zij via de middengroep (50 tot 55 jaar) in de groep ouderen (55 tot 60 jaar en 60 jaar en ouder) terecht. Kortom de gemiddelde leeftijd van de groep werkende ouderen stijgt.

22 1.5 Naar dienstjaren Verdeling naar aantal dienstjaren is redelijk stabiel over de gemeentegrootteklassen De verdeling van de gemeentelijke bezetting naar aantal dienstjaren ontloopt elkaar niet zoveel tussen de verschillende gemeentegrootteklassen (zie figuur 10). Alleen de gemeenten met tot inwoners vertonen een wat afwijkend beeld. Deze categorie gemeenten heeft het hoogste aandeel personen met 10 dienstjaren of meer. Ongeveer de helft van de gemeentelijke bezetting is 6 jaar of korter in dienst. Verder is er nog sprake van een piek bij 16 en 26 jaar in dienst. Ongeveer 53 procent van de medewerkers van gemeenten op 31 december 2006, was tussen de 35 en 55 jaar oud met meer dan drie jaar werkervaring. Bijna 17 procent van de bezetting op 31 december 2006 was tussen de 45 en 55 jaar oud en heeft 10 jaar of meer werkervaring binnen de gemeente. figuur 10 Gemeentelijke bezetting in personen naar aantal dienstjaren en gemeentegrootteklasse in procenten in 2006 Naar dienstjarenklasse Alle gemeenten G of meer inwoners (excl. G4) tot inwoners tot inwoners tot inwoners minder dan inwoners 20,8% 41,9% 37,3% 22,6% 41,4% 36,0% 18,2% 42,2% 39,6% 22,4% 42,2% 35,4% 20,7% 42,9% 36,4% 18,0% 39,6% 42,3% 19,1% 42,7% 38,1% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Korter dan 3 jaar in dienst 10 jaar of meer 3 tot 10 jaar in dienst Naar aantal dienstjaren 10% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% Bron: Gemeentelijke salarisbestanden.

23 Gemiddeld aantal dienstjaren was in ,1 jaar Het gemiddelde aantal dienstjaren van de bezetting was in ,1 jaar. Ten opzichte van 2005 is dit een lichte daling (zie figuur 11). De verschillen tussen de gemeentegrootteklassen zijn in 2006 wel toegenomen. Zo is het gemiddelde aantal dienstjaren bij gemeenten met tot inwoners met 11,2 jaar het hoogste en bij de G4 met 9,3 het laagste. figuur 11 Gemiddeld aantal dienstjaren van de gemeentelijke bezetting naar gemeentegrootteklasse in 2005 en 2006 Alle gemeenten G of meer inwoners (excl. G4) tot inwoners 9,3 10,1 10,4 10,4 9,9 10,2 10,8 10, tot inwoners tot inwoners minder dan inwoners 10,2 10,2 10,0 9,8 11,2 10, Bron: Gemeentelijke salarisbestanden. De cijfers over het aantal dienstjaren zijn niet helemaal accuraat omdat het jaar van indiensttreding niet altijd zuiver wordt geregistreerd in de salarisbestanden. Het komt voor dat interne doorstromers in de salarisadministratie een ander nummer krijgen en daardoor ook een nieuwe datum van indiensttreding. Ook komt het voor dat bij het overstappen naar een nieuw personeelsinformatiesysteem iedereen dezelfde datum in dienst krijgt. Hetzelfde kan gebeuren bij gemeentelijke herindelingen. 23

24 1.6 Aantal leidinggevenden In 2006 waren er 6,9 leidinggevenden per 100 medewerkers Onder leidinggevenden worden medewerkers verstaan die in hun functieomschrijving leidinggevende taken hebben staan en die in hiërarchische verhouding staan tot andere medewerkers. Gemeenten hadden in 2006 gemiddeld per 100 medewerkers 6,9 leidinggevenden (zie tabel 4). De span of control van leidinggevenden is in 2006 ongeveer gestabiliseerd. Dit geldt eigenlijk voor alle gemeentegrootteklassen behalve de kleinere gemeenten. tabel 4 Aantal leidinggevenden per 100 medewerkers naar gemeentegrootteklasse in 2002 tot en met Alle gemeenten 9,2 7,9 9,3 7,2 6,9 G4 9,6 9,9 9, of meer inwoners (excl. G4) 7,8 9,1 8,9 8,3 8, tot inwoners 7,6 6,9 9,4 6,1 5, tot inwoners 7,8 6,6 8,6 5,6 5, tot inwoners 10,1 8,6 11,6 10,5 6,8 Minder dan inwoners 11,3 9,9 12,6 7,3 9,2 (Aantal gemeenten ) Bron: Personeelsmonitor Gemeenten. Het aandeel vrouwelijke leidinggevenden is 21,9 procent In de afgelopen jaren was er sprake van een groeiend aandeel vrouwelijke leidinggevenden. Deze ontwikkeling heeft zich in 2006 niet doorgezet, met als uitzondering de gemeenten met of meer inwoners. In 2006 was 21,9 procent van de leidinggevenden een vrouw (zie tabel 5). Dit is een lichte daling ten opzichte van tabel 5 Aandeel vrouwelijke leidinggevenden naar gemeentegrootteklasse in 2002 tot en met 2006 in procenten Alle gemeenten 13,6 15,1 19,5 22,5 21,9 G4 28,3 28,3 28, of meer inwoners (excl. G4) 18,8 21,5 21,7 21,5 23, tot inwoners 15,5 15,7 17,3 22,8 21, tot inwoners 13,9 15,8 16,9 21,7 19, tot inwoners 13,1 14,4 16,4 20,4 16,4 Minder dan inwoners 11,4 12,5 12,8 9,9 9,5 (Aantal gemeenten ) Bron: Personeelsmonitor Gemeenten. 24

25 1.7 Afname bezetting Bij ongeveer een derde van de gemeenten is de bezetting afgenomen Het aantal gemeenten dat aangeeft dat de bezetting is afgenomen, is in 2006 aanzienlijk afgenomen. Dit percentage gemeenten ligt zelfs weer onder het niveau van In dat jaar gaf 36 procent van de gemeenten aan dat de bezetting was afgenomen, in 2005 steeg dit percentage tot 50 procent om in 2006 weer te dalen tot 31 procent (zie figuur 12). figuur 12 Aantal gemeenten dat de omvang van de gemeentelijke bezetting heeft teruggebracht, in procenten in 2005 (n=220) en 2006 (n=225) Alle gemeenten of meer inwoners (incl. G4) tot inwoners tot inwoners tot inwoners minder dan inwoners 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% ,1% 32,0% 28,6% 32,3% 25,0% 23,8% 30,0% 50,5% 50,6% 56,5% 61,1% 76,9% Bron: Personeelsmonitor Gemeenten. Het compenseren van financiële tegenvallers van de gemeente is niet langer de belangrijkste reden voor het terugbrengen van de bezetting Gemeenten geven aan dat het compenseren van financiële tegenvallers niet meer de belangrijkste reden is voor de afname van de bezetting in 2006 (zie figuur 13). Meer dan één derde van de gemeenten waar de bezetting is afgenomen geeft inmiddels aan dat efficiënter gaan werken daarvoor een drijfveer is geweest. Andere redenen zijn het privatiseren/verzelfstandigen van diensten, reorganisaties die zijn doorgevoerd, het afstoten van taken door de gemeente en gemeentelijke samenwerking al dan niet geformaliseerd in een gemeenschappelijke regeling. figuur 13 Redenen voor het terugbrengen van de bezetting in 2005 (n=111) en 2006 (n= 74) Om financiële tegenvallers van de gemeente te compenseren Efficiënter gaan werken Nieuw beleid Andere redenen Weet niet 5,4% 17,1% 16,2% 15,8% 28,7% 50,5% 34,2% 45,0% 39,7% 35,1% 0% 25% 50% 75% 100% Bron: Personeelsmonitor Gemeenten.

26 Selectief vervullen van vacatures wordt het meest ingezet Gemeenten kunnen verschillende instrumenten inzetten om de bezetting terug te brengen (zie tabel 6). Het selectief vervullen van vacatures blijkt als instrument nog steeds favoriet te zijn bij gemeenten. Wel is er sprake van wat verschuivingen ten opzichte van 2004 en Zo is het bevorderen van de uitstroom van ouderen als instrument sterk teruggezakt. Aan de andere kant is het schrappen van taken als instrument aan een opmars bezig. Regionale samenwerking is voor het tweede achtereenvolgende jaar in belang verdubbeld. tabel 6 Instrumenten die worden ingezet om de bezetting terug te brengen, in procenten in 2005 en Gebruikte instrumenten in procenten 2004 (N=74) 2005 (N=111) 2006 (N=70) Selectief vervullen van vacatures Schrappen van taken Efficiënter werken Verzelfstandigen/privatiseren Bevorderen uitstroom ouderen Vacaturestop Deeltijdontslag Tijdelijke contracten niet verlengen Regionale samenwerking Mobiliteit tussen gemeenten Bron: Personeelsmonitor Gemeenten. Ruim 25 procent had in 2006 een (eenmalige) specifieke regeling om de bezetting terug te brengen Ruim 25 procent van de gemeenten heeft in 2006 een (eenmalige) specifieke regeling gehad om de bezetting terug te brengen (zie figuur 14). Denk hierbij bijvoorbeeld aan een sociaal plan, vertrekregeling, ouderenregeling e.d. Het aantal gemeenten met een specifieke regeling om de bezetting terug te brengen is ten opzichte van 2005 weer sterk afgenomen. figuur 14 Aantal gemeenten met een (eenmalige) specifieke regeling in 2005 (n=110) en 2006 (n=70) om de bezetting terug te brengen Alle gemeenten of meer inwoners (incl. G4) tot inwoners tot inwoners tot inwoners minder dan inwoners 25,3% 42,3% 12,2% 37,5% 30,8% 34,8% 20,0% 37,5% 20,0% 40,0% 53,8% 61,1% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Bron: Personeelsmonitor Gemeenten. 2 Meerdere antwoorden mogelijk

27 27

28

29 2. Instroom, doorstroom en uitstroom 2.1 Instroom Instroom is in 2006 flink toegenomen tot 9,2 procent Het instroompercentage is in 2006 aanzienlijk gestegen tot 9,2 procent (zie tabel 7). Dit is ongetwijfeld een reactie geweest op de sterke uitstroom die in 2005 heeft plaatsgevonden. Het instroompercentage ligt inmiddels weer op het niveau van 2003, na een sterke daling in 2004 en tabel 7 Instroompercentage naar gemeentegrootteklasse in procenten in 2002 tot en met Alle gemeenten 11,5 9,2 6,2 6,7 9,2 G4 6,6 6,2 11, en meer inwoners (excl. G4) 11,2 8,0 6,4 6,9 9, tot inwoners 11,3 10,0 5,9 7,8 7, tot inwoners 11,2 9,0 5,7 6,1 7, tot inwoners 12,4 9,6 6,3 6,5 7,9 Minder dan inwoners 10,6 8,4 6,9 9,2 6,7 (Aantal gemeenten ) Bron: Salarisbestanden gemeenten. Vooral de gemeenten met of meer inwoners en de G4 hebben een behoorlijk hogere instroom laten zien in Alleen de gemeenten met minder dan inwoners en de gemeenten met tot inwoners hadden een instroompercentage dat lager was dan in Kenmerken van de instroom in 2006 De verhouding in de instroom naar geslacht was in 2005 omgeslagen in het voordeel van de vrouwen. Dit heeft zich niet doorgezet in In het laatste jaar zijn er net iets meer mannen dan vrouwen ingestroomd in de gemeentelijke sector (zie figuur 15). In 2006 is het aandeel van voltijders in de instroom weer toegenomen. Dit hangt samen met de toename van het aantal mannen in de instroom. Mannen werken in mindere mate in deeltijd dan vrouwen. Zo is de deeltijdfactor van in 2006 ingestroomde mannen 0,93 (dat wil zeggen gemiddeld 33,5 uur per week) en die van ingestroomde vrouwen 0,79 (28,4 uur per week). Evenals in 2005 was de overgrote meerderheid van de instromers in 2006 tussen de 25 en 45 jaar oud. De gemiddelde leeftijd van de instromers in de gemeentelijke bezetting in 2006 was 37,2 jaar. De instroom van personen onder de 45 jaar is relatief gezien overigens wel afgenomen en die van personen boven de 45 jaar toegenomen. Bijna 40 procent van de nieuwe medewerkers in 2006 is ingestroomd in schaal 7 tot en met 9. 29

30 figuur 15 Kenmerken van de instroom in procenten in 2005 en 2006 Mannen Vrouwen 50,6% 48,7% 49,4% 51,3% Voltijders Deeltijders 39,3% 42,6% 60,7% 57,4% Jonger dan 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 60 jaar 60 jaar en ouder 1,6% 1,4% 4,6% 4,3% 9,3% 11,3% 19,5% 19,3% 30,1% 27,8% 34,9% 36,0% Schaal 1 tot en met 3 Schaal 4 tot en met 6 Schaal 7 tot en met 9 Schaal 10 tot en met 12 Schaal 13 en hoger Schaal onbekend 3,9% 3,2% 5,6% 7,9% 24,1% 23,1% 6,9% 9,5% 21,6% 18,7% 38,0% 37,6% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Bron: Salarisbestanden gemeenten. Vrouwen stromen gemiddeld genomen op wat jongere leeftijd in dan mannen In figuur 16 is de instroom naar geslacht en leeftijd opgenomen in De figuur illustreert dat er meer vrouwen op jongere leeftijd instromen dan mannen. De gemiddelde leeftijd van vrouwen in de instroom is 36,2 jaar en die van mannen 38,2 jaar. Bij mannen is de instroom wat gelijkmatiger verdeeld naar leeftijd. Wel is er sprake van een kleine piek bij 55 jaar. Boven de 50 zijn er relatief meer mannen dan vrouwen die instromen in de gemeentelijke bezetting. 30

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief Monitor Gemeenten 2005 Personeel in Perspectief Monitor Gemeenten 2005 Personeel in Perspectief Colofon Opdrachtgever Stichting A+O fonds Gemeenten, Den Haag Postbus 30435 2500 GK Den Haag 070 3738356

Nadere informatie

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief Monitor Gemeenten 2007 Personeel in Perspectief Monitor Gemeenten 2007 Personeel in Perspectief Colofon Opdrachtgever Stichting A+O fonds Gemeenten, Den Haag Postbus 30435 2500 GK Den Haag 070 3738356

Nadere informatie

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief Monitor Gemeenten 2008 Personeel in Perspectief 3 Colofon Opdrachtgever Stichting A+O fonds Gemeenten, Den Haag Postbus 30435 2500 GK Den Haag 070 3738356 www.aeno.nl secretariaat@aeno.nl Projectleider:

Nadere informatie

Monitor Gemeenten 2009. Personeel in Perspectief

Monitor Gemeenten 2009. Personeel in Perspectief Monitor Gemeenten 2009 Personeel in Perspectief Monitor Gemeenten 2009 Personeel in Perspectief 3 Colofon Opdrachtgever Stichting A+O fonds Gemeenten, Den Haag Postbus 30435 2500 GK Den Haag 070 3738356

Nadere informatie

Personeelsmonitor 2011 Samenvatting

Personeelsmonitor 2011 Samenvatting Jaarlijks brengt het A+O fonds Gemeenten de Personeelsmonitor uit. Dit rapport geeft de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van HRM en arbeidsmarktontwikkelingen bij gemeenten weer. In deze samenvatting

Nadere informatie

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Personeelsmonitor Gemeenten 2013 Personeelsmonitor Gemeenten 1 Verzuimcijfers In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij het ziekteverzuim binnen de gemeentelijke bezetting. Naast het totale verzuimpercentage wordt onderscheid gemaakt naar

Nadere informatie

Personeelsmonitor GEMEENTEN

Personeelsmonitor GEMEENTEN Personeelsmonitor GEMEENTEN 2016 INHOUDSOPGAVE LEESWIJZER 2 SAMENVATTING 3 OVERZICHT TABELLEN EN FIGUREN 10 1. FORMATIE & BEZETTING 13 Formatie, bezetting 13 Bezuinigingen 24 Externe inhuur 26 2. INSTROOM,

Nadere informatie

Monitor gemeenten 2010. Personeel in Perspectief

Monitor gemeenten 2010. Personeel in Perspectief Monitor gemeenten 21 Personeel in Perspectief Monitor gemeenten 21 Personeel in Perspectief 3 Inhoudsopgave Highlights uit de Personeelsmonitor 21 5 1 Ontwikkeling gemeentelijke bezetting 9 1.1 Naar gemeentegrootteklasse

Nadere informatie

Monitor gemeenten 2010. Personeel in Perspectief

Monitor gemeenten 2010. Personeel in Perspectief Monitor gemeenten 21 Personeel in Perspectief Monitor gemeenten 21 Personeel in Perspectief 3 Inhoudsopgave Highlights uit de Personeelsmonitor 21 5 1 Ontwikkeling gemeentelijke bezetting 9 1.1 Naar gemeentegrootteklasse

Nadere informatie

Personeelsmonitor Decentrale overheidssectoren

Personeelsmonitor Decentrale overheidssectoren A&O-fonds Provincies Personeelsmonitor Decentrale overheidssectoren 2016 Een vergelijking tussen de sectoren provincies, waterschappen en gemeenten voorwoord Voor u ligt de tweede versie van de Personeelsmonitor

Nadere informatie

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief

Monitor Gemeenten Personeel in Perspectief Monitor Gemeenten 2004 Personeel in Perspectief Monitor Gemeenten 2004 Personeel in Perspectief Colofon Opdrachtgever Stichting A+O fonds Gemeenten, Den Haag Postbus 30435 2500 GK Den Haag 070 3738356

Nadere informatie

Personeelsmonitor Decentrale overheidssectoren

Personeelsmonitor Decentrale overheidssectoren A&O-fonds Provincies Personeelsmonitor Decentrale overheidssectoren 2014 Een vergelijking tussen de sectoren provincies, waterschappen en gemeenten voorwoord Voor u ligt de eerste versie van de Personeelsmonitor

Nadere informatie

Monitor gemeenten 2011. Personeel in Perspectief

Monitor gemeenten 2011. Personeel in Perspectief Monitor gemeenten 211 Personeel in Perspectief Monitor gemeenten 211 Personeel in Perspectief Inhoudsopgave Highlights uit de Personeelsmonitor 211 5 1 Ontwikkeling gemeentelijke bezetting 9 1.1 Naar gemeentegrootteklasse

Nadere informatie

Ziekteverzuim. Personeelsmonitor Gemeenten 2015

Ziekteverzuim. Personeelsmonitor Gemeenten 2015 Ziekteverzuim Personeelsmonitor Gemeenten 20 In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij het ziekteverzuim binnen de gemeentelijke bezetting. Naast het totale verzuimpercentage wordt onderscheid gemaakt naar

Nadere informatie

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Personeelsmonitor Gemeenten 2013 Personeelsmonitor Gemeenten 2013 Personeelsmonitor Gemeenten 2013 2013 Inhoudsopgave Highlights uit de Personeelsmonitor 2013 5 1 Ontwikkeling gemeentelijke bezetting 9 1.1 De totale bezetting 10 1.2 Naar

Nadere informatie

Monitor gemeenten 2012

Monitor gemeenten 2012 Monitor Gemeenten 2012 Personeel in Perspectief A+O fonds Gemeenten Postbus 11560 2502 AN Den Haag 070 7630030 secretariaat@aeno.nl www.aeno.nl Monitor gemeenten 2012 Personeel in Perspectief Monitor gemeenten

Nadere informatie

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008 Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008 Versie 23 april 2009 1 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt verder tot 5,3 procent in 2008 Het ziekteverzuimpercentage 2 van gemeenten is in 2008 afgenomen tot 5,3

Nadere informatie

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Personeelsmonitor Gemeenten 2013 Personeelsmonitor Gemeenten 2013 Personeelsmonitor Gemeenten 2013 2013 Inhoudsopgave Highlights uit de Personeelsmonitor 2013 5 1 Ontwikkeling gemeentelijke bezetting 9 1.1 De totale bezetting 10 1.2 Naar

Nadere informatie

Personeelsmonitor GEMEENTEN

Personeelsmonitor GEMEENTEN Personeelsmonitor GEMEENTEN 2017 INHOUDSOPGAVE LEESWIJZER 2 SAMENVATTING 3 1. FORMATIE & BEZETTING 11 Formatie, bezetting 12 Externe inhuur 24 2. INSTROOM, DOORSTROOM, UITSTROOM 28 Instroom, doorstroom,

Nadere informatie

Monitor gemeenten 2012

Monitor gemeenten 2012 Monitor Gemeenten 2012 Personeel in Perspectief A+O fonds Gemeenten Postbus 11560 2502 AN Den Haag 070 7630030 secretariaat@aeno.nl www.aeno.nl Monitor gemeenten 2012 Personeel in Perspectief Monitor

Nadere informatie

Personeelsmonitor Gemeenten 2018

Personeelsmonitor Gemeenten 2018 Personeelsmonitor Gemeenten 2018 Postbus 11560 2502 AN Den Haag 070 7630030 secretariaat@aeno.nl www.aeno.nl INHOUDSOPGAVE Leeswijzer 2 Samenvatting 3 1. Formatie & bezetting 12 Omvang en samenstelling

Nadere informatie

Sociaal jaarverslag 2012

Sociaal jaarverslag 2012 Sociaal jaarverslag 2012 Sociaal jaarverslag 2012 Inhoud Voorwoord... 4 Kengetallen Personeel 2012 Kerncijfers Sociaal Jaarverslag 2012 en 2011... 6 Omvang formatie en personeelsbezetting... 7 Overige

Nadere informatie

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten Verzuimcijfers 00 sector Gemeenten A+O fonds Gemeenten, april 0 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt licht tot, procent in 00 Het ziekte van gemeenten is in 00 licht gedaald tot, procent. Ten opzichte van

Nadere informatie

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD Feiten en cijfers 2010 Branche WMD Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen ook in

Nadere informatie

Personeelsmonitor Gemeenten 2015

Personeelsmonitor Gemeenten 2015 Personeelsmonitor Gemeenten 2015 leeswijzer De Personeelsmonitor 2015 bestaat net als vorig jaar uit een beknopte publicatie bestaande uit highlights, een samenvatting en een tabellenboek. Meer informatie

Nadere informatie

SOCIAAL JAARVERSLAG 2010

SOCIAAL JAARVERSLAG 2010 IN-, DOOR- EN UITSTROOM SOCIAAL JAARVERSLAG 2010 INSTROOM In 2010 zijn 12 nieuwe medewerkers bij de gemeente Heusden in dienst getreden. Het instroompercentage is sterk gedaald ten opzichte van 2009 en

Nadere informatie

Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014

Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014 Samenvatting De daling van de bezetting bij gemeenten heeft in 2014 doorgezet, dit is ook in onze organisatie het geval. Deze trend is binnen gemeenteland ook zichtbaar. Bij vertrek van medewerkers worden

Nadere informatie

Personeelsmonitor Gemeenten 2014

Personeelsmonitor Gemeenten 2014 Personeelsmonitor Gemeenten 2014 leeswijzer De Personeelsmonitor 2014 is enigszins veranderd ten opzichte van eerdere jaargangen. In plaats van een uitgebreid rapport is er dit jaar gekozen voor een meer

Nadere informatie

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen

Nadere informatie

Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013

Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013 Samenvatting Net zoals vorig jaar zijn de ontwikkelingen op personeelsgebied in lijn van de voorgaande jaren. Zo blijven we op gebied van instroom van nieuwe medewerkers achter bij het landelijk gemiddelde

Nadere informatie

Inleiding Jaarlijks wordt het sociaal jaarverslag opgemaakt waarmee verantwoording wordt afgelegd over de gemeentelijke bedrijfsvoering.

Inleiding Jaarlijks wordt het sociaal jaarverslag opgemaakt waarmee verantwoording wordt afgelegd over de gemeentelijke bedrijfsvoering. Zaaknummer: 00343846 Onderwerp: en resultaten exitgesprekken 2012 Collegevoorstel Inleiding Jaarlijks wordt het sociaal jaarverslag opgemaakt waarmee verantwoording wordt afgelegd over de gemeentelijke

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Workshop. Dashboard Personeelsmonitor. 1 november 2018

Workshop. Dashboard Personeelsmonitor. 1 november 2018 Workshop Dashboard Personeelsmonitor 1 november 2018 Vandaag De personeelsmonitor Wat gebeurt er om ons heen? Het dashboard Aantal oefeningen Tot slot De Personeelsmonitor Lange geschiedenis: 1991 eerste

Nadere informatie

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs Langdurig zieke werknemers die in aanmerking komen voor een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid vielen voorheen onder de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Op 1 januari 2006 maakte

Nadere informatie

Feitelijke informatie In de bijlage treft u het sociaal jaarverslag over 2015 aan. Dit betreft een cijfermatige analyse van de gegevens over 2015.

Feitelijke informatie In de bijlage treft u het sociaal jaarverslag over 2015 aan. Dit betreft een cijfermatige analyse van de gegevens over 2015. Zaaknummer 00466517 Onderwerp 2015 Collegevoorstel Aanleiding / voorgeschiedenis Jaarlijks wordt het sociaal jaarverslag opgemaakt waarmee verantwoording wordt afgelegd over de gemeentelijke bedrijfsvoering.

Nadere informatie

HR Monitor 2008. Sector Waterschappen in Beeld

HR Monitor 2008. Sector Waterschappen in Beeld HR Monitor 2008 Sector Waterschappen in Beeld HR Monitor sector waterschappen over 2008 Rapport Stratus marktonderzoek B.V. drs. P.C.N. Honcoop Zoetermeer, juli 2009 In opdracht van A&O fonds Waterschappen

Nadere informatie

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 in het kort 2 Mei 2013 Onderzoek en rapportage a-advies In opdracht

Nadere informatie

Sociaal Jaarverslag Wageningen University & Research 2016

Sociaal Jaarverslag Wageningen University & Research 2016 Sociaal Jaarverslag Wageningen University & Research 2016 Kengetallen van het personeelsbestand In het HR-beleid van Wageningen University & Research is een aantal speerpunten geformuleerd die verbonden

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

Monitor Gemeenten 2003

Monitor Gemeenten 2003 P e r s o n e e l i n P e r s p e c t i e f Monitor Gemeenten 2003 A+O fonds Gemeenten Colofon Opdrachtgever Stichting A+O fonds Gemeenten, Den Haag Projectleider: de heer G.E. Evers Projectmedewerker:

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017. Bijlage 2 Cijfers uitvoering Participatiewet Bijstandsvolume stabiliseert Er zijn duidelijke signalen dat de economie en de arbeidsmarkt zich aan het herstellen zijn van de crisis. Het aantal mensen met

Nadere informatie

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant Regio Noordoost-Brabant 1 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Noordoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Noordoost-Brabant.

Nadere informatie

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant Regio Zuidoost-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Zuidoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Zuidoost-Brabant.

Nadere informatie

Hoeveel nieuwe medewerkers traden er in dienst?

Hoeveel nieuwe medewerkers traden er in dienst? Hoeveel nieuwe medewerkers traden er in dienst? Het aantal nieuwe medewerkers is in 2004 gedaald van 1600 tot minder dan 200. De afslanking is ondermeer bereikt door het beperken van de instroom. Door

Nadere informatie

Sociaal Jaarverslag 2013

Sociaal Jaarverslag 2013 Sociaal Jaarverslag Inhoudsopgave 1. Medewerkers in beeld 1.1. Personeelsbestand 1.2. Formatie en leeftijd 1.3. Leeftijdsopbouw 1.4. Verhouding mannen/vrouwen 2. Welzijn 3. Mobiliteit 4. Personeelsbeheer

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten. BIJLAGE 3: G4-Divosa Benchmark In de commissievergadering van 11 mei 2017 is toegezegd Divosa cijfers (G4 Divosa- Benchmark) met u te delen (toezegging 17/T83). Dit document bevat de G4-Benchmark van 2016.

Nadere informatie

Personeel in Perspectief

Personeel in Perspectief Personeel in Perspectief Monitor gemeenten 2002 Colofon Opdrachtgever Stichting A+O fonds Gemeenten Projectleider A+O fonds Gemeenten De heer G. Evers Projectmedewerker A+O fonds Gemeenten Mevrouw H.J.E.

Nadere informatie

Sociaal jaarverslag Regio Gooi en Vechtstreek

Sociaal jaarverslag Regio Gooi en Vechtstreek Sociaal jaarverslag 2014 Regio Gooi en Vechtstreek Aantallen en fte s In 2014 is er binnen de Regio een daling te zien in het aantal medewerkers. Er is echter geen afname van het aantal fte ten opzichte

Nadere informatie

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ).

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ). Het verzuimpercentage onder het in het primair onderwijs is tussen en afgenomen, van 6,8% in naar 6,4% in. In het voortgezet onderwijs is het verzuimpercentage onder het relatief stabiel: in komt het verzuimpercentage

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Samenvatting Op basis van de geactualiseerde gegevens van het CBS zien de samenwerkende inspecties binnen Toezicht Sociaal Domein

Nadere informatie

Personeelsmonitor 2015 DE OPBRENGST VAN EEN JAAR STRATEGISCH PERSONEELBELEID

Personeelsmonitor 2015 DE OPBRENGST VAN EEN JAAR STRATEGISCH PERSONEELBELEID Personeelsmonitor 2015 DE OPBRENGST VAN EEN JAAR STRATEGISCH PERSONEELBELEID Inhoud 1. Conclusies en aanbevelingen 2. De organisaties 3. SPP-categorie 2015 4. Veranderingen SPP-categorieën 5. Interne mobiliteit

Nadere informatie

Sociaal Jaarverslag. P&O de Kempen juni 2016

Sociaal Jaarverslag. P&O de Kempen juni 2016 Sociaal Jaarverslag 2015 P&O de Kempen juni 2016 1 Inleiding Voor u ligt het sociaal jaarverslag 2015. Dit verslag geeft een beeld van de personele ontwikkelingen in 2015 in relatie tot de voorgaande jaren.

Nadere informatie

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren Trends Cijfers 2018 &Werken in de overheid- en onderwijssectoren 20 85 45 45% % 30 48% 100 24 95 82% 20 52% 70 85% 80 50% 76% 46% 88 61% 52 90 70 88% 30 22% 48% 40 46% 92% 82 30% 63% 50 % 23 45% 8 0% 88

Nadere informatie

Sociaal jaarverslag 2015

Sociaal jaarverslag 2015 Sociaal jaarverslag 2015 Sociaal jaarverslag 2015 Wageningen UR Met elkaar maken we Wageningen UR; de medewerker is ons belangrijkste kapitaal en de ontwikkeling van onze medewerkers draagt bij aan de

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Aantal medewerkers West-Brabant

Aantal medewerkers West-Brabant Regio West-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn West-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio West-Brabant. Waar mogelijk

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Sociaal Jaarverslag 2014

Sociaal Jaarverslag 2014 Sociaal Jaarverslag 2014 Inleiding De hier gepubliceerde personeelsgegevens en verzuimcijfers zijn een aanvulling op de verslaglegging over personeel in het Geïntegreerd Jaardocument. De totale informatie

Nadere informatie

Grafimediabranche: 10 kerncijfers Age Unlimited

Grafimediabranche: 10 kerncijfers Age Unlimited Grafimediabranche: 1 kerncijfers Age Unlimited Januari 24 Drs. Jos Teunen Figuur 1 45% Structuur Grafimediabranche Veel kleine bedrijven, werkgelegenheid vooral bij midden- en grootbedrijf bedrijven werkzame

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2016-8 Marcel Spijkerman DE DALENDE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN WGA ERS VERKLAARD Over de invloed van vergrijzing en uitkeringsduur Kenniscentrum UWV September 2016 Het UWV Kennisverslag

Nadere informatie

VROUWEN EN MANNEN BIJ AKZO NEDERLAND

VROUWEN EN MANNEN BIJ AKZO NEDERLAND VROUWEN EN MANNEN BIJ AKZO NEDERLAND Aanbevelingen van de Commissie Gelijke Behandeling van de Centrale Ondernemingsraad Akzo Nederland 31 augustus 1995, Kea Tijdens, Universiteit van Amsterdam 1. Inleiding

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het personeelsbestand van hogescholen

Ontwikkelingen in het personeelsbestand van hogescholen HBO-Personeel 2017 Ontwikkelingen in het personeelsbestand van hogescholen In 2017 hadden de 37 hogescholen 1 in Nederland samen 48.128 medewerkers in dienst. Uitgedrukt in voltijds werkenden bedr oeg

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

ontvangen - 6 JULI 17

ontvangen - 6 JULI 17 / r \ A+0 fonds Gemeenten Aan: Gemeente Eindhoven De heer M. Wilke Postbus 90150 5600 RB EINDHOVEN Gemeente Eindhoven ontvangen - 6 JULI 17 Onderwerp: Personeelsmonitor 2016 3 juli 2017 datum Geachte heer

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Sociaal Jaarverslag Milieudienst West-Holland

Sociaal Jaarverslag Milieudienst West-Holland Sociaal Jaarverslag Milieudienst West-Holland Inhoudsopgave MEDEWERKERS IN BEELD... 3 PERSONEELSBESTAND... 3 FORMATIE EN LEEFTIJD... 3 LEEFTIJDSOPBOUW... 4 VERHOUDING MANNEN/VROUWEN... 4 WELZIJN... 5 MOBILITEIT...

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Verzuim naar geslacht 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Gegevensdefinities en berekeningen. Personeelsmonitor Gemeenten 2014

Gegevensdefinities en berekeningen. Personeelsmonitor Gemeenten 2014 Gegevensdefinities en berekeningen Personeelsmonitor Gemeenten 2014 1 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Gegevensdefinities en berekeningen 4 2.1 Formatie en bezetting 4 2.2 Personele consequenties als gevolg van

Nadere informatie

Kengetallen mobiliteitsbranche

Kengetallen mobiliteitsbranche Kengetallen mobiliteitsbranche 2004-2015 Juni 2015 Kengetallen mobiliteitsbranche 2004-2015 1 INHOUD 1. Aanleiding 3 2. Conclusie 5 3. Resultaten 10 3.1 Werkgevers 10 3.2 Medewerkers 27 3.3 Branchemobiliteit

Nadere informatie

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland KWARTAALMONITOR JULI 2017 Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland Inhoud 3 HERSTELLENDE MARKT HUNKERT NAAR HERZIENINGEN 4 FREELANCERS EN FLEXWERKERS ONVERMINDERD POPULAIR 5 JONGE

Nadere informatie

HR Monitor 2010. Sector Waterschappen in Beeld

HR Monitor 2010. Sector Waterschappen in Beeld HR Monitor 2010 Sector Waterschappen in Beeld HR-monitor 2010 sector waterschappen in beeld drs. P.C.N. Honcoop Zoetermeer, juli 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 11 1.1 Achtergrond 11 1.2 Doelstelling 12

Nadere informatie

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Bekendheid Norm Gezond Bewegen Bewonersonderzoek 2013 gemeente Deventer onderdeel Sport Nationale Norm Gezond Bewegen De Nationale Norm Gezond Bewegen is in 2013 bij 55% van de Deventenaren bekend. Dit percentage was in 2011 licht hoger

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

De NOS in cijfers 2018

De NOS in cijfers 2018 1 De NOS in cijfers 2018 FORMATIECIJFERS OVER 2017 Personeelsbestand Ultimo Aantal FTE 714 720 Aantal medewerkers 756 763 Verdeling voltijd/deeltijd Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal Aantal voltijd contracten

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten Tweede meting werkgevers en werknemers 2 Inleiding In deze brochure vindt u de belangrijkste resultaten van de benchmark Opleiden en Ontwikkelen. De benchmark

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004 Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Directie Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Gemeente Nijmegen in cijfers Sociaal Jaarverslag 2013

Gemeente Nijmegen in cijfers Sociaal Jaarverslag 2013 Gemeente Nijmegen in cijfers Sociaal verslag 2013 kerncijfers 2012 2012 2013 2013 % % Totale formatie 1.824 1.608 Aantal medewerkers 2.019 1.662 Gemiddelde leeftijd 48,0 48,2 Aantal jongeren 63 3,1% 37

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 2

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 2 ECONOMISCHE MONITOR EDE 211 / 2 De economische monitor geeft een beeld van de economie van de gemeente Ede in de afgelopen periode van 27 tot 211. De economische monitor is verdeeld in twee delen. Het

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

SOCIAAL JAARVERSLAG 2013

SOCIAAL JAARVERSLAG 2013 SOCIAAL JAARVERSLAG 2013 Aantallen en fte s In 2013 is er binnen de Regio zowel een kleine afname van het aantal fte geweest als van het aantal medewerkers ten opzichte van 2012. Tabel 1 Aantal medewerkers

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Sociaal Jaarverslag 2011

Sociaal Jaarverslag 2011 Sociaal Jaarverslag Vastgesteld in het dagelijks bestuur van 16 april 2012 Versie april 2012 2 Inhoudsopgave 1 MEDEWERKERS IN BEELD... 5 1.1 PERSONEELSBESTAND...5 1.2 FORMATIE EN LEEFTIJD...6 1.3 LEEFTIJDSOPBOUW...6

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Minder personeel en andere taken

Minder personeel en andere taken Minder personeel en andere taken Samenvatting Arbeidsmarktanalyse Openbare Bibliotheken 2015 Minder personeel en andere taken Samenvatting Arbeidsmarktanalyse Openbare Bibliotheken 2015 De openbare bibliotheek

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie