beh. door: L. Nijnens datum : 16 november 2016

Transcriptie

1 Vergadering 13 december 2016 beh. door: L. Nijnens datum : 16 november 2016 onderwerp: Informatievoorziening Aan de raad, 1. Regionaal kader prestatieafspraken Midden-Limburg 2017 t/m 2020 Het Regionaal kader prestatieafspraken Midden-Limburg 2017 t/m In de regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving Midden-Limburg (dec. 2014) ligt het regionaal woonbeleid vast. In de structuurvisie is aangegeven dat verschillende gemeenten lokale afspraken gemaakt hebben met de corporatie(s). Voor een herziening hiervan is het zowel vanuit corporaties als gemeenten wenselijk te komen tot een regionaal afsprakenkader. Het streven is om in de 2e helft van de looptijd van de Structuurvisie (2014 tot en met 2017) te komen tot regionale prestatieafspraken. Met het voorliggende Regionaal kader prestatieafspraken Midden-Limburg 2017 t/m 2020 hebben wij hier uitvoering aan gegeven. Samen met de regiogemeenten, de corporaties en de belangenvertegenwoordiging vanuit de huurders is er de afgelopen periode gewerkt aan de totstandkoming van regionale prestatieafspraken. De regionale Structuurvisie en de nieuwe Woningwet vormen hiervoor de aanleiding. Het is voor de eerste keer dat dergelijke afspraken op regionaal niveau zijn vastgelegd. De thema s die in de afspraken aan de orde komen zijn beschikbaarheid, betaalbaarheid, huisvesting bijzondere doelgroepen, en zorg, welzijn en woonomgeving. Vanwege het regionale karakter en de eerste keer dat deze afspraken plaatsvinden, zijn de afspraken nog redelijk abstract. Het onderschrijft echter de ambitie van alle betrokken partijen om het woonbeleid samen uit te voeren. Voor meer informatie verwijzen we naar de afsprakenkader (bijlage). De regionale afspraken worden jaarlijks lokaal uitgewerkt, mede op basis van het bod dat de corporaties jaarlijks doen op het woonbeleid. Momenteel werken wij aan de afronding van de lokale prestatieafspraken met de corporaties voor Hierover zullen wij u in de volgende vergadering informeren. De regionale afspraken hebben een looptijd van 4 jaar. Onderdeel van de afspraken is dat tweemaal per jaar regionaal bestuurlijk overleg plaatsvindt over de voortgang van de prestatieafspraken. Verder wordt er jaarlijks een werkagenda gemaakt van deze afspraken. Jaarlijks vindt monitoring plaats. 1

2 Communicatie Tussentijds zullen we uw raad blijven informeren over de voortgang van de afspraken. Bijlage(n) 1. Regionaal Kader Prestatieafspraken Midden-Limburg 2017 t/m Social Return 2016 e.v. De nieuwe regionale uitvoeringsafspraken Social Return. Daarnaast informeren we uw raad over een convenant met de bouwsector om het te kort aan vakmensen in deze sector te verkleinen. De Midden-Limburgse gemeenten hebben in 2012 een module Social Return binnen het inkoopbeleid opgenomen. Echter deze is sindsdien niet geactualiseerd en wordt in veel gevallen nog onvoldoende verzilverd omdat er onder andere te weinig speelruimte binnen de voorwaarden van Social Return is opgenomen voor de opdrachtnemer om er op een creatieve manier invulling aan te kunnen geven. Deze ervaringen en de wetenschap dat arbeidsparticipatie in deze tijd hoog op de agenda staat heeft geleid tot een herontwerp van de uitvoeringsafspraken Social Return. Deze zijn uitgewerkt in de uitvoeringsnotitie Social Return 2016 e.v. Voornaamste wijzigingen in de uitvoeringsafspraken Social Return zijn: 1. Bouwblokkensystematiek voor de invulling van de Social Return verplichting met als doel om duurzaamheid te bevorderen en opdrachtnemers de kans te bieden om zo creatief mogelijk tot invulling te komen van de Social Return verplichting. 2. Bij inkoop zal er expliciet overwogen worden om een opdracht voor te behouden aan het SWbedrijf. 3. Social Return is verbonden met de quotumwet en banenafspraak. 4. Een Social Return aanpak op maat voor de bouwsector. Bouwblokken Bij de invulling van de Social Return verplichting door middel van werkgelegenheid of een andere maatschappelijk verantwoorde invulling wordt gerekend met normbedragen volgens het zogenaamde bouwblokkenmodel Midden-Limburg. Dit model kwantificeert de inspanningen die opdrachtnemer doet in het kader van Social Return en biedt ruimte om de verplichting op een andere creatieve wijze in te vullen als het niet mogelijk is werkgelegenheid te creëren. SW-bedrijf Het beleid van de Risse is erop gericht mensen zo veel als mogelijk te laten werken in een regulier bedrijf (al dan niet met extra begeleiding). We gaan bij inkoop en aanbestedingen (in de marktverkenningsfase) expliciet overwegen een opdracht voor te behouden aan de Risse. Social Return en de quotumwet en banenafspraak De quotumregeling van kabinet en sociale partners richt zich specifiek op de arbeidsinschakeling van mensen met een arbeidsbeperking. Een bedrijf dat via de inzet van personen met een arbeidsbeperking welke opgenomen zijn in het doelgroepenregister invulling geeft aan 'onze' Social Return-eis mag dat resultaat mogelijk meetellen voor de quotumregeling. We zullen bedrijven actief adviseren en ondersteunen om bij de invulling van de Social Return verplichting de mogelijkheden tot het creëren van een arbeidsplaats voor personen ingeschreven in het doelgroepenregister optimaal te benutten. Social Return en de bouwsector Social Return wordt voornamelijk ingezet in de bouw- en infrasector. Een sector die het sinds 2008 zwaar heeft gehad vanwege de economische crisis. 2

3 Nu voor het eerst in jaren de werkgelegenheid in de bouw weer groeit, ontstaat er door vergrijzing en ontgroening in snel tempo een groot tekort aan goed opgeleide vakmensen. De bouw is echter uit de gratie bij jongeren, waardoor er momenteel landelijk ongeveer 2000 leerlingen te kort zijn in deze sector. Naar verwachting gaat de komende 5 jaar in Limburg ook nog eens ca 20% van de beroepsbevolking in deze sector uittreden waardoor het tekort aan vakmensen schrijnend wordt. Door het verwezenlijken van leerling(bouw)plaatsen als invulling van de Social Return verplichting wordt bedrijven de mogelijkheid geboden deze tekorten te verkleinen. Aanpak Social Return bouwsector: Jaarlijks brengt de regio Midden-Limburg hun inkoopvolume voor infra- en bouwwerken in kaart. Hiervan wordt 5% door de opdrachtnemer ingezet als invulling van de Social Return verplichting. Deze verplichting wordt jaarlijks in samenwerking met Bouwmensen Limburg (landelijk opleider voor de bouwsector) gekwantificeerd tot een aantal opleidingsplaatsen voor de regio. De opleidingsplaatsen worden voor 80% gevuld door zij-instromers; uitkeringsgerechtigden, (ex)pro en VSO Leerlingen (doelgroep banenafspraak), en werkloos en werkzoekende jongeren uit de regio Midden-Limburg. De overige 20% aan Social Return verplichting wordt ingevuld door inzet van reguliere leerlingen. Bij uitvoering van de werken worden deze leerlingen ingezet voor de invulling van de Social Return verplichting. Tussentijds worden zij door Bouwmensen bij andere bedrijven ingezet om hun leerwerktraject op MBO niveau 1 of 2 af te kunnen ronden. Hierdoor zijn kandidaten verzekerd van een duurzame toekomst en de sector is verzekerd van nieuwe instroom van vakmensen. Om voldoende draagvlak te creëren bij alle betrokken partijen en de benodigde aandacht te krijgen voor het inzetten van deze vorm van Social Return, is er het convenant Social Return duurzaam opleiden opgesteld. De partijen bij het convenant zijn de gemeenten in de regio Midden-Limburg, Provincie Limburg, Bouwmensen Limburg, Bouwend Nederland en Wonen Limburg. Het convenant wordt op de schaal van Midden-Limburg aangegaan voor de periode 16 november 2016 tot 1 januari 2018 en leidt op basis van het inkoopvolume van de deelnemende partijen in deze periode tot maximaal 39 extra leer-werkplekken in de bouwsector. Komende periode zal er met betrekking tot dit thema dan ook veel ruimte zijn voor communicatie, afstemming en evaluatie zowel met de interne organisatie als met marktpartijen. Bij een aanbesteding boven de Europese aanbestedingsdrempel mag een gemeente juridisch gezien niet discrimineren. Dat betekent dat de opdrachtnemer vrij is om Social Return met mensen uit bijvoorbeeld de eigen vestigingsplaats in te vullen. We kunnen dit ondervangen door bedrijven ondersteuning te bieden bij het vinden van geschikte kandidaten vanuit ons Werkgeversservicepunt. Voor aanbestedingen binnen de sector bouw wordt de verplichting opgenomen de Social Return verplichting in te vullen door inzet van een leerling bouwplaats. Opleider Bouwmensen ondersteunt opdrachtnemer bij de invulling van deze verplichting. Bijlage(n) 1. Uitvoeringsnotitie Social Return 2016 e.v. 2. Convenant Social Return duurzaam opleiden 3. Onttrekken onverhard pad aan de openbaarheid Het opstarten van de procedure om het pad, kadastraal bekend als NDW00 W73 G0, ter hoogte van de Hardsteeg te Nederweert, aan de openbaarheid te onttrekken. TERAP Holding B.V. Hardsteeg 3 en de fam. Van Hugten Hardsteeg 5 hebben een verzoek ingediend om het onverharde pad, kadastraal bekend als NDW00 W73 G0, te kopen. De aankoop heeft vooral voor TERAP Holding B.V. voordelen. De naastgelegen gronden kunnen door aankoop efficiënter/economischer gebruikt worden. 3

4 Om het pad te verkopen moet dit aan de openbaarheid onttrokken worden. Op 8 november 2016 heeft het college besloten deze procedure op te starten. Het onverharde pad heeft een ondergeschikte verkeersfunctie. Het verbindt de hardsteeg met de Krommedijk. Het pad wordt echter maar minimaal gebruikt. Aan de noord- en zuidzijde zijn voldoende alternatieven. Er liggen geen op- of inritten aan het pad en het heeft geen ontsluitende functie voor aanliggende percelen van andere personen dan de potentiële kopers. Door onttrekking worden er geen noemenswaardige belangen van derden geschaad. Door het onttrekken van het pad aan de openbaarheid kunnen andere weggebruikers hier geen gebruik meer van maken. Zoals al aangegeven wordt het pad minimaal gebruikt en zijn er voldoende alternatieven om het wegvallen van dit pad op te vangen. Communicatie Het ontwerpbesluit ligt zes weken voor iedereen ter inzage, van 11 november tot en met 22 december Op 7 februari 2016 wordt het definitieve besluit aan uw raad voorgelegd. 4. Woonmonitor 2015 en Progneff 2016 De rapportage Woonmonitor Limburg 2015 en de begeleidende notitie bij de resultaten van Progneff In opdracht van de provincie presenteert onderzoeksbureau E,til jaarlijks de Woonmonitor Limburg. Daarnaast brengt E,til jaarlijks de prognosecijfers naar buiten rondom de ontwikkeling van de demografie (bevolkings- en huishoudensontwikkeling). Progneff 2016 bevat de laatste inzichten op dit gebied. De Woonmonitor wordt opgesteld op basis van informatie die de gemeenten zelf aanleveren. Beide rapportages zijn onlangs van de provincie Limburg ontvangen. Deze treft u als bijlagen aan, samen met een aanbiedingsbrief. Het betreft een uitgebreid informatiepakket. Voor een samenvatting verwijzen wij u naar de aanbiedingsbrief van de provincie (bijlage). Daarnaast treft u een bijlage aan waarin beknopt een samenvatting is gegeven van de meest belangrijke gegevens voor Nederweert. De informatie is van belang voor de ontwikkeling van het regionale en lokale woonbeleid Uit de Woonmonitor 2015 en Progneff 2016 komen geen verrassende gegevens naar voren. Uit de Woonmonitor blijkt dat in Midden-Limburg de woningmarkt in 2015 weer (voorzichtig) herstelt, ook in Nederweert. Nederweert heeft binnen de regio nog altijd het laagste leegstandspercentage (2,4%) en de hoogste gemiddelde WOZ waarde ( ). Uit Progneff 2016 blijkt dat de bevolkings- en huishoudensgroei zich iets positiever ontwikkelen dan op basis van de vorige prognoses (2014 en 2015). Op langere termijn blijft echter de verwachting dat het aantal huishoudens gaat dalen (rond 2030). In 2017 zal in regionaal verband het proces tot herijking van de Structuurvisie Wonen, Zorg & Woonomgeving uit 2014 worden opgestart. De gegevens uit de Woonmonitor en Progneff vormen hiervoor belangrijke input. Bijlage(n) 1. Woonmonitor Limburg Begeleidende notitie bij de resultaten van Progneff Aanbiedingsbrief provincie (tevens samenvatting) 4. Beknopte samenvatting 4

5 5. Rapportage combinatiefuncties schooljaar De gemeente Nederweert doet sinds 2012 mee aan de regeling Impuls brede scholen, sport en cultuur. Eind 2015 zijn er nieuwe overeenkomsten voor de periode 2016 t/m 2018 afgesloten voor de op dat moment bestaande combinatiefuncties 2,55 fte. Begin 2016 is de beweegcoach aangesteld. Het aantal combinatiefuncties bedraagt sindsdien 3,39 fte. De combinatiefunctionarissen vervullen een belangrijke rol binnen het sociale domein. Zij verbinden organisaties en zetten mensen in beweging. Dit alles met het doel om jong en oud te laten meedoen en bij te dragen aan gezonde en vitale kernen. Aan de hand van bijgevoegde rapportage informeren de combinatiefunctionarissen u over de activiteiten en resultaten van afgelopen schooljaar. Bijlage(n) 1. Rapportage combinatiefuncties schooljaar PIO Weerterland Het plan van aanpak Platteland in Ontwikkeling (PIO) Weerterland. De Provincie Limburg is onder de naam PIO (Platteland in Ontwikkeling) een gebiedsgerichte ontwikkeling gestart om landbouw, water en natuurdoelen goed op elkaar af te stemmen. Met de lancering van PIO worden werkprocessen geïntegreerd waarbij er geredeneerd wordt vanuit belangen en ambities. En daarmee dus durven loslaten van eigen standpunten met als doel: Samen werken aan een mooier Limburg. Er zijn meerdere PIO's in Limburg in het leven geroepen. In de gemeente Weert en Nederweert wordt het PIO Weerterland opgestart Een integrale aanpak van de ambities op het platteland is nodig. De afgelopen jaren hebben de gemeenten Weert en Nederweert samengewerkt in het Eiland van Weert. Het doel van dit project was het onderzoeken van effecten van klimaatverandering en om maatregelen uit te werken om deze effecten op te vangen. Daarnaast is stichting Ark afgelopen jaren bezig geweest met het ontwikkelen van nieuwe natuur in de gemeente Weert. Gebleken is dat deze ontwikkelingen niet los van elkaar kunnen worden gezien. Een integrale aanpak van de opgaves op het gebied van natuur, water en landbouw is nodig om de effecten van de klimaatverandering op te vangen. Het PIO biedt een instrument om deze thema s integraal op te pakken. Daar waar mogelijk wordt aangehaakt bij bestaande ontwikkelingen zoals de Samenwerking Midden Limburg (SML) Door proces van PIO werken alle partijen samen in het gebied. Het PIO is een integraal uitvoeringsproces van provincie Limburg en wordt breed gedragen door alle stakeholders. Hier kunnen Nederweert en Weert gebruik van maken. Het realiseren van noodzakelijke opgaven en ambities in het buitengebied kan de overheid niet alleen, hiervoor is samenwerking met alle partijen zoals landbouw, natuur en water nodig. Het plan van aanpak PIO is tot stand gekomen in overleg met alle stakeholders in het gebied. Het proces om te komen tot uitvoering van PIO Weerterland is vergelijkbaar met het proces dat in het verleden is gevolgd om te komen tot de herinrichting van Tungelroysebeek en de integrale gebiedsuitwerking Sarsven en de Banen Financiering van opgaves in het gebied is makkelijker uitvoerbaar via PIO Weerterland. Voor de uitvoering van de maatregelen is financiering nodig. Door de uitvoering van de ambities integraal op te pakken met alle stakeholders zijn de kansen op externe financiering en subsidies groter. 5

6 1.1. Het is nog niet duidelijk wat de financiële gevolgen zijn van PIO Weerterland. Het plan van aanpak PIO Weerterland heeft betrekking op de eerste fase van PIO: het opstellen van een programma met uitvoeringsprojecten, het samen brengen van belanghebbende partijen en het in beeld brengen van financiele inbreng van partijen. De kosten hiervoor zijn beheersbaar en worden betaald door de provincie. Het is nu nog niet duidelijk welke uitvoeringsprojecten er komen. Mogelijk dat hier ook een financiële bijdrage van de gemeenten gevraagd gaat worden. Dit wordt duidelijk als het programma gereed is en bepaald is welke ambities gemeenten met dit PIO willen realiseren. Er dient dan besluitvorming plaats te vinden over de uitvoering en de bijbehorende financiering. Communicatie Het streven is om tijdens een themaraad in februari 2017 uw raad te informeren over het programma en de mogelijke uitvoeringsprojecten. Indien er voor de uitvoeringsprojecten nieuwe financiering nodig is, zal dit worden op genomen in de kadernota Bijlage(n) 1. Plan van aanpak PIO Weerterland. 7. Jaarverantwoording Toezicht en Handhaving Kinderopvang Nederweert 2015 Het rapport van de Inspectie van het Onderwijs, de Toezichtinformatie Kinderopvang 2015 en het Verbeterplan Toezicht en Handhaving Kinderopvang Gemeente Nederweert Op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteiseisen peuterspeelzalen moet het college jaarlijks verslag uitbrengen aan de Inspectie van het Onderwijs over het toezicht op de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Wettelijk is verplicht de Toezichtinformatie ter kennisname van de raad te brengen. Daarnaast heeft de Inspectie van het Onderwijs een inspectie uitgevoerd. Dit heeft geleid tot toekenning van de B-status. Het rapport van de IvhO d.d is aangeboden op Dit heeft geleid tot opstelling van een verbeterplan met plan van aanpak dat in 2016 uitgevoerd wordt. De conclusies en aanbevelingen van de IvhO zijn aangegrepen om in 2016 de kwaliteit van Toezicht en Handhaving Kinderopvang te verhogen. Doel is: actuele registratie in het landelijk register (LRKP) en normconform handhaven. Eind 2016 vindt opnieuw een inspectie plaats door de Inspectie van het Onderwijs en wordt de B- status heroverwogen. Communicatie Via de jaarrapportage 2016 wordt de raad geïnformeerd over de stand van zaken. Bijlage(n): 1. Aanbiedingsbrief rapportage Inspectie van het Onderwijs d.d Rapport Toezichtinformatie Kinderopvang 2015 (jaarverantwoording) 3. Verbeterplan Toezicht en Handhaving Kinderopvang Gemeente Nederweert 4. Gewijzigde beleidsregels 8. Rehabilitatieprojecten i.v.m. verkeersveiligheid twee rehabilitatieprojecten, welke door uitvoering in 2017, de verkeersveiligheid toe laat nemen op de Hoofstraat/Klaarstraat en Leveroijsedijk. 6

7 Tijdens de begrotingsbehandeling d.d. 1 november jl. heeft uw gemeenteraad gesproken over twee rehabilitatieprojecten die abusievelijk niet zijn opgenomen in de begroting De procedure om alsnog te komen tot opname van deze projecten in de begroting en daarmee uitvoering in 2017 is bepaald via een raadsinformatievoorziening en een begrotingswijziging in december ) De fietspaden aan weerzijden van de rijbaan langs de Hoofstraat / Klaarstraat zijn zeer oncomfortabel en verkeersonveilig voor (brom)fietsers. Omdat de huidige fietspaden in dusdanige slechte staat verkeren, dienen deze vervangen te worden. Hiervoor is de keuze gemaakt om het fietspad éénzijdig aan te leggen in een betonverharding. De globale investeringskosten hiervoor bedragen ,-. Omdat gekozen is voor beton, met een technische levensduur van 70 jaar, bedraagt de jaarlast 6.429,- per jaar. 2) De Leveroysedijk is weliswaar geen drukke weg, maar de aanwezige schade, met name de ernstige boomwortelopdrukkingen, is zeer gevaarlijk voor het verkeer. De Leveroysedijk is onder andere de route voor jeugd uit Nederweert die naar Heythuysen naar school gaat. Langs deze weg staan over een grote lengte grote eikenbomen, die zorgen voor een matige tot soms zeer ernstige wortelopdrukking. Vooral voor motorrijders en (brom)fietsers is sprake van een zeer gevaarlijke situatie. Op een aantal locaties is de wortelopdruk in het verleden weggehaald, echter door de groei van de bomen is op deze locaties ook weer nieuwe opdrukking zichtbaar. Omdat het probleem zich zo manifesteert, is reparatiewerk, in de vorm van het weghalen van de wortels geen optie. Dit omdat de bomen van een dusdanige omvang zijn dat bij het weghalen van deze wortels de stabiliteit van de bomen aanzienlijk afneemt. Dit heeft een nadelige invloed op het waarborgen van de verkeersveiligheid. Om het probleem definitief op te lossen dienen de bomen aan de oostkant van de weg verwijderd te worden, waarna een nieuwe constructie nodig is. De kosten voor de wegrehabilitatie bedragen ,-. Voor het vervangen van het bomenbestand bedragen de kosten ,-. Totale kosten ,-. De technische levensduur van deze rehabilitatie bedraagt 25 jaar. Zodoende komt de jaarlast uit op ,- per jaar. Door het uitvoeren van deze twee rehabilitatieprojecten neemt de verkeersveiligheid ter plaatse toe. Communicatie Communicatie volgt via de gebruikelijke kanalen. 9. Voorstel om fusieproces De Risse en Westrom te beëindigen Op 4 oktober 2016 hebben wij u per brief geïnformeerd over de actuele stand van zaken over het fusieproces. Op 21 november 2016 heeft de coördinatie/stuurgroep fusie de afzonderlijke colleges van B&W voorgesteld om aan u het voorstel te doen het fusieproces te beëindigen. In deze brief informeren wij u over de achtergronden en stellen wij u voor om het fusieproces tussen De Risse en Westrom te beëindigen. Geschiedenis In 2013 hebben de beide algemeen besturen van De Risse en Westrom de opdracht gegeven tot het uitvoeren van een extern onderzoek (Deloitte) naar de meerwaarde van fusie van beide bedrijven. Het rapport is in het najaar van 2013 voorgelegd aan de gemeenteraden. Naar aanleiding hiervan hebben de gemeenten een vervolgonderzoek in laten stellen door bureau Berenschot. Daarbij zijn, op uitnodiging van de colleges, door de gemeenteraden randvoorwaarden en aandachtspunten meegegeven. In januari 2015 heeft bureau Berenschot het eindrapport opgeleverd. Het rapport is via 7

8 de algemeen besturen van beide bedrijven voorgelegd voor bespreking in colleges en gemeenteraden. In het kader van de intensivering van de onderlinge samenwerking in de arbeidsmarktregio hebben de acht bij De Risse en Westrom betrokken gemeenteraden in maart en april 2015 kennis genomen van het rapport en onder voorwaarden besloten tot een fusie van beide bedrijven. De gemeenteraden hebben nagenoeg eensluidende besluiten genomen. De gemeenten beoogden hiermee de positie van het re-integratiebedrijf in de regio te versterken, de financiële en operationele kwetsbaarheid van de huidige organisaties te verminderen en tevens een efficiencyslag te bewerkstelligen. Fusievoorbereiding Na de besluiten van de gemeenteraden hebben de algemeen besturen een stuurgroep ingesteld. De stuurgroep heeft aan een projectgroep, bestaande uit de directeur van De Risse, de directeur van Westrom en de bestuurssecretaris van Westrom, de opdracht gegeven de fusie voor te bereiden. Het jaar 2015 is benut om in beide organisaties te werken aan de fusievoorwaarden. In februari 2016 is de projectgroep gestart met de uitvoering van het plan van aanpak fusievoorbereiding. De projectgroep heeft daarbij een extern adviseur betrokken. Op 23 mei 2016 heeft de projectgroep met de twee algemeen besturen en de RvC besproken dat het proces meer tijd vraagt en de fusie niet op 1 januari 2017 kan worden afgerond. Op 13 juli 2016 is er een bijeenkomst belegd voor alle gemeenteraden waarin dit is toegelicht. In september 2016 is het proces op onderdelen aangepast. Het college heeft u daarover geïnformeerd per brief (dagtekening 4 oktober 2016). Conform de lijn die in deze brief is opgenomen heeft de projectgroep eind oktober een concept bedrijfsplan, een concept plan van aanpak cultuurverandering, een concept transitieplan, een memo juridische documenten fusie De Risse en Westrom, een concept fusieovereenkomst en een memorandum uitgangspunten gemeenschappelijke regeling opgeleverd. Deze documenten zijn door de extern adviseur fusie namens de coördinatie-/stuurgroep aan het college voorgelegd met het verzoek om de projectgroep fusie in de gelegenheid te stellen om aan het college en de gemeenteraad een presentatie te geven van de stand van zaken fusie. Daarbij heeft de projectgroep gevraagd om de hiervoor opgesomde zes documenten ter beschikking te stellen aan de gemeenteraden als achtergrondinformatie. Gelet op onderstaande overwegingen achten wij het niet meer functioneel om u de documentatie te laten toekomen. Uiteraard kunt u de stukken alsnog krijgen indien gewenst. Overwegingen bij het voorstel om fusieproces te beëindigen Er is de afgelopen twee jaar door de projectgroep, beide organisaties en de ambtelijke ondersteuning vanuit de gemeenten hard gewerkt en veel geïnvesteerd om de beoogde doelen te realiseren. Toch concluderen de twee algemeen besturen dat het draagvlak voor de fusie zowel bij de gemeenten als ook in de twee organisaties zelf niet toeneemt, maar afneemt. Beide besturen hebben de afgelopen weken de ontstane situatie geanalyseerd en op 17 november 2016 in eigen kring besproken. De besturen zijn tot het volgende inzicht gekomen: - Voor beide organisaties ontbreekt inmiddels de harde noodzaak om te fuseren. De gemeenten kunnen hun doelen ook zonder de fusie van de twee bedrijven realiseren; - Er is geen gedeeld beeld dat de fusie voordelen voor alle gemeenten met zich meebrengt en dat de fusieorganisatie betere of tenminste gelijke resultaten voor de gemeenten kan behalen; - Er is geen gezamenlijke verwachting dat de fusieorganisatie de gewenste cultuurverandering kan realiseren. De besturen hechten er wel aan om te benoemen dat het fusieproces veel goede effecten heeft gehad, hetgeen betekent dat de beide bedrijven in de arbeidsmarktregio Midden-Limburg verder gaan met de ontwikkeling van het werk en daarin van elkaar zullen blijven leren. In de coördinatie/stuurgroep fusie d.d. 21 november jl. heeft het vorenstaande tot de gezamenlijke conclusie geleid dat het doorzetten van de fusie niet tot de beoogde doelen zal leiden. Elk fusieproces vraagt investeringen in tijd en geld en dus gaan de kosten voor de baat uit. Om deze investeringen te doen is het noodzakelijk dat er een gezamenlijk beeld bestaat dat er na de fusie een 8

9 betere situatie ontstaat dan voorheen. Dat gezamenlijke beeld ontbreekt in de twee organisaties. Het is dan niet mogelijk om met volle kracht het proces tot een goed einde te brengen. Het doorzetten van de fusie gaat dan ten koste van de ontwikkeling en resultaten van de dienstverlening voor onze inwoners met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt. Omdat de transformatie van het sociaal domein met kracht moet worden voorgezet is het belangrijk dat management en medewerkers in beide organisaties zich kunnen blijven focussen op het boeken van de resultaten voor de inwoners. Toelichting gemeenteraad De coördinatie-/stuurgroep had het voornemen om in de maanden november en december de gemeenteraden te informeren over de stand van zaken in het fusieproces. Zoals al eerder voorgesteld, was dit voorzien in de themaraad van 29 november Graag stellen we u dan in de gelegenheid om nadere vragen te stellen en een toelichting te vragen. 9

10 Bijlagen ter inzage op raadsnet en internet: - Regionaal Kader Prestatieafspraken Midden-Limburg 2017 t/m Uitvoeringsnotitie Social Return 2016 e.v. - Convenant Social Return duurzaam opleiden - Scorecard Risse Groep derde kwartaal Woonmonitor Limburg Begeleidende notitie bij de resultaten van Progneff Aanbiedingsbrief provincie (tevens samenvatting) - Beknopte samenvatting - Rapportage combinatiefuncties schooljaar Plan van aanpak PIO Weerterland. - Aanbiedingsbrief rapportage Inspectie van het Onderwijs d.d Rapport Toezichtinformatie Kinderopvang 2015 (jaarverantwoording) - Verbeterplan Toezicht en Handhaving Kinderopvang Gemeente Nederweert - Gewijzigde beleidsregels - Zienswijze Omnibuzz - De gemeente Nederweert en de euregio Rijn-Maas-Noord; Een onderzoek naar de mogelijkheden rondom de invulling van het lidmaatschap van de euregio Rijn-Maas-Noord Burgemeester en wethouders van Nederweert 10