Verslag van de doorlichting van Vrije Lagere School Voor Buitengewoon Onderwijs - Sint-Jan Berchmansschool te Sint-Truiden

Transcriptie

1 Verslag van de doorlichting van Vrije Lagere School Voor Buitengewoon Onderwijs - Sint-Jan Berchmansschool te Sint-Truiden instellingsnummer Data van het doorlichtingsbezoek , , , Doorlichtingsteam Frieda THIELS Ilse BOETS INHOUDSTAFEL 1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS TOELICHTING BIJ HET VERSLAG IN WELKE MATE ONTWIKKELT DE SCHOOL HAAR EIGEN KWALITEIT? IN WELKE MATE VERSTREKT DE SCHOOL KWALITEITSVOL ONDERWIJS? De handelingsplanning in type 9 - lager onderwijs, type basisaanbod - lager onderwijs De leerlingenbegeleiding IN WELKE MATE VOERT DE SCHOOL EEN DOELTREFFEND BELEID OP HET VLAK VAN BEWOONBAARHEID, VEILIGHEID EN HYGIËNE? RESPECTEERT DE SCHOOL DE REGELGEVING? SAMENVATTING In welk mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? De leerlingenbegeleiding De handelingsplanning In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNING EN AANBEVELINGEN...17

2 1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS Instelling Vrije Lagere School Voor Buitengewoon Onderwijs - Sint-Jan Berchmansschool Instellingsnummer Hoofdstructuur buitengewoon basisonderwijs Beleidsverantwoordelijke Bart PORREYE Adres Schepen Dejonghstraat Sint-Truiden Telefoonnummer sint.jan.berchmansschool@telenet.be Website Bestuur Kath. Basisonderwijs van St.-Truiden Plankstraat Sint-Truiden Scholengemeenschap HESBANIA Ursulinenstraat 16 B Sint-Truiden CLB Vrij CLB Zuid - Limburg Dirikenlaan Tongeren De instelling organiseert onderwijs in volgende vestigingsplaatsen: Schepen Dejonghstraat 55 / 3800 Sint-Truiden 1

3 2 TOELICHTING BIJ HET VERSLAG Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting? Elke doorlichting biedt een antwoord op twee onderzoeksvragen. 1. In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk? 2. In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs dat tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit (het OK) en respecteert ze de regelgeving? Om de twee onderzoeksvragen te beantwoorden, voert de onderwijsinspectie tijdens elke doorlichting vier onderzoeken uit: een onderzoek naar de kwaliteitsontwikkeling; een onderzoek naar de onderwijsleerpraktijk; een onderzoek naar één kwaliteitsgebied; een onderzoek naar het beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit? De onderwijsinspectie gaat na of de school tegemoet komt aan de kwaliteitsverwachtingen van het OK aan de hand van een relevante steekproef. De onderzoeken zijn steeds gebaseerd op een triangulatie van onderzoeksmethoden en bronnen (kwantitatieve en kwalitatieve data, documenten, observaties, gesprekken en gevalstudies). De onderwijsinspectie betrekt ook relevante stakeholders bij de onderzoeken. Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie? Het doorlichtingsteam situeert de kwaliteitsontwikkeling en de kwaliteit van de school aan de hand van ontwikkelingsschalen. Door met ontwikkelingsschalen te werken, wil de onderwijsinspectie het schoolteam stimuleren om de eigen kwaliteit te (blijven) ontwikkelen. De ontwikkelingsschalen zijn gebaseerd op het OK en bestaan telkens uit vier niveaus. Het verslag stelt de antwoorden op de onderzoeksvragen ook visueel voor. beneden de verwachting: er zijn meerdere essentiële elementen die voor verbetering vatbaar zijn. benadert de verwachting: er zijn naast sterke punten ook nog meerdere punten ter verbetering. Daardoor voldoet het geheel nog niet aan de verwachting. volgens de verwachting: er zijn veel sterke punten en geen belangrijke punten of gebieden ter verbetering. Het geheel voldoet aan de verwachting. overstijgt de verwachting: er zijn vele sterke punten, met inbegrip van significant voorbeeld van goede praktijk. Het ontwikkelingsniveau 'volgens de verwachting' bevat de kwaliteitsverwachtingen uit het OK. Dit niveau betekent dus voluit: 'volgens de verwachting van het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit'. 2

4 Het ontwikkelingsniveau 'overstijgt de verwachting' bevat dezelfde kwaliteitsverwachtingen, maar op dat niveau verwacht de onderwijsinspectie ook een voorbeeld van goede praktijk. De criteria voor een voorbeeld van goede praktijk zijn als volgt. De praktijk overstijgt het gangbare. De praktijk heeft een positieve impact op de resultaten en effecten bij de leerlingen. De praktijk is ingebed in de werking van de instelling of de werking van een deelteam. De praktijk is onderbouwd vanuit evaluaties of instellingsspecifieke noden of is gebaseerd op vernieuwde inzichten op het vlak van onderwijskwaliteit. De praktijk kan (na vertaalslag naar een andere context) andere scholen inspireren. Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie? De onderwijsinspectie formuleert een advies aan de Vlaamse Regering over de verdere erkenning van de school. Er zijn twee adviezen mogelijk. Indien de school in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, formuleert het doorlichtingsteam een gunstig advies. Dit advies heeft twee varianten: een gunstig advies zonder meer een gunstig advies met de verplichting om te werken aan de tekorten. Indien de school niet in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, kan het doorlichtingsteam een ongunstig advies formuleren. Dit advies heeft twee varianten: een ongunstig advies met mogelijkheid om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt op voorwaarde dat het bestuur het engagement aangaat om zich bij het werken aan de tekorten extern te laten begeleiden. Indien het schoolbestuur gebruik maakt van het recht om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt en zich extern laat begeleiden, volgt er een nieuwe doorlichting binnen een tijdspanne die de onderwijsinspectie bepaalt op basis van de ernst en de aard van de tekorten en die minimum 90 dagen bedraagt, behalve als de tekorten betrekking hebben op de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne; een ongunstig advies zonder mogelijkheid om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. Het schoolbestuur kan een beroep indienen tegen die onmogelijkheid. Binnen de 60 kalenderdagen na het indienen van het beroep, onderzoekt een nieuw en paritair samengesteld doorlichtingsteam de argumenten die het bestuur aangeeft om te rechtvaardigen dat er wél een mogelijkheid moest zijn om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. Hoe gaat het verder na de doorlichting? De school ontvangt het doorlichtingsverslag enkele dagen na het einde van de doorlichting. De directeur kan dan feitelijke onjuistheden melden die het doorlichtingsteam nog kan rechtzetten. Het advies en de inschalingen kunnen op dat moment echter niet meer worden gewijzigd. Uiterlijk binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het doorlichtingsverslag kan de directie of het bestuur een bespreking van het verslag aanvragen bij de inspecteur-generaal. Die aanvraag wordt schriftelijk ingediend en gebeurt zoals aangegeven op de website van de onderwijsinspectie. De bespreking wordt zo spoedig mogelijk gepland en het bestuur bepaalt zijn vertegenwoordiging. Het doel van dit bijkomende gesprek is verduidelijking over het verslag te krijgen. Voor meer informatie, raadpleeg en 3

5 3 IN WELKE MATE ONTWIKKELT DE SCHOOL HAAR EIGEN KWALITEIT? Visie en strategisch beleid De school weet wat ze met haar onderwijs wil bereiken, hoe ze de schoolwerking wil vormgeven en hoe ze de ontwikkeling van de leerlingen wil stimuleren. Ze ontwikkelde, vanuit dialoog, een aantal visies over verschillende onderdelen van haar onderwijsleerpraktijk maar laat kansen liggen om deze visies concreet te vertalen en af te stemmen op de input en de context van de school. De visies sturen de schoolwerking en de handelingsplanning slechts gedeeltelijk aan. Ze vormen ook nog geen toetssteen voor de praktijk, waardoor verbeteracties veelal fragmentair voorkomen. De school ontwikkelt onvoldoende een trajectmatige en doelgerichte strategie om gezamenlijke prioriteiten te selecteren, aan te pakken en te implementeren. 4

6 Organisatiebeleid De school ontwikkelt en voert een beleid, waarbij participatie en dialoog belangrijk zijn. Waardering, vertrouwen, talenten en co-creatie vormen de peilers van waaruit het beleidsteam samen school wil maken. Vanuit deze cultuur van samenwerking staat het schoolteam open voor externe vragen en verwachtingen. Structureel reflecteren vanuit een trajectmatig proces van kwaliteitsontwikkeling biedt nog groeikansen. De school stimuleert vernieuwing en expertisedeling tussen de teamleden. Ze werkt samen met de pedagogische begeleidingsdienst en andere externen om aspecten van de schoolwerking aan te pakken. Met het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) werkt de school vooral samen voor wat betreft de leerlingenbegeleiding, maar minder op het vlak van ondersteuning van de teamleden. De inbreng van externen resulteert weinig in het aansturen en versterken van het cyclisch proces van handelingsplanning. Het schoolteam investeert in transparante communicatie met de ouders en met de leerlingen. Onderwijskundig beleid De school ontwikkelt de kwaliteit van haar onderwijsleerpraktijk, maar doet dat fragmentair of niet schoolbreed. De maatregelen zijn nog niet altijd doelgericht en sturen de visie op het cyclisch porces van handelingsplanning beperkt aan. De school verdeelt de taken en de verantwoordelijkheden onder de teamleden en stimuleert professionalisering, maar doet dit weinig doelgericht en samenhangend. Teamleden kunnen steeds bij het beleidsteam terecht. Het beleidsteam heeft weinig ervaring met het op de klasvloer opvolgen van concrete afspraken en het geven van rechtstreekse feedback. Systematische evaluatie van de kwaliteit De school evalueert geregeld verschillende aspecten van de schoolwerking, maar heeft daarbij nog beperkt aandacht voor de evaluatie van de kwaliteit van de handelingsplanning. De evaluaties zijn veeleer fragmentair en gebeuren weinig vanuit vooropgestelde prioriteiten en doelen. Ze geven een waardevolle aanzet, maar zijn te weinig ingebed in trajecten die worden uitgezet in een tijdpad ter verbetering van de onderwijskwaliteit. Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit De school evalueert veelal intuïtief en slaagt er nog weinig in om de resultaten en effecten op school-, leerkracht- en leerlingniveau te gebruiken bij haar evaluaties. De school benut bij haar evaluaties niet altijd alle beschikbare kwalitatieve en kwantitatieve bronnen of de expertise van relevante partners zoals de ouders, de leerlingen, het vervolgonderwijs, de pedagogische begeleidingsdienst of het CLB. Hierdoor komt de betrouwbaarheid van de evaluaties deels in het gedrang. 5

7 Borgen en bijsturen De school heeft zicht op haar sterke punten en werkpunten, maar dat zicht is onvolledig. Het schoolteam zette in op kwaliteitsontwikkeling vanuit 'samen school maken', maar weet wat goed is onvoldoende te borgen en verder uit te bouwen. Het team worstelt met het selecteren en het trajectmatig uitwerken van prioriteiten, waarbij visie en doelen opvolging, coaching en implementatie mogelijk maken. Doordat het schoolteam geen heldere evaluatiecriteria vastlegt, laat het kansen liggen om haar werking vanuit de evaluaties gericht en planmatig bij te sturen. Het schoolteam greep de vorige doorlichtingen te weinig aan om aanbevelingen, zoals het formuleren van kwaliteitsvolle individuele zorgvragen en het selecteren van ontwikkelingsdoelen in functie van een totale persoonlijkheidsontwikkeling, aan te pakken. 4 IN WELKE MATE VERSTREKT DE SCHOOL KWALITEITSVOL ONDERWIJS? 4.1 De handelingsplanning in type 9 - lager onderwijs, type basisaanbod - lager onderwijs 6

8 Gegevensverzameling Het multidisciplinaire team verzamelt doorgaans relevante leerling- en contextgegevens om te komen tot een gedeeltelijk beeld van elke leerling. Cognitieve aspecten van de leergebieden Nederlands en wiskunde krijgen veel aandacht. Test- en toetsresultaten voor deze leergebieden verwijzen naar een plaats in onderwijsleerpakketten voor het gewoon basisonderwijs. De ambulante teamleden hebben, vanuit hun leergebieden, ruime aandacht voor vaardigheden en attitudes, maar slagen er nog beperkt in deze in de handelingsplanning te verankeren. De school laat kansen liggen om de evolutie van de totale persoonlijkheidsontwikkeling van een leerling, vanuit bereikte doelstellingen, overzichtelijk in kaart te brengen. De verzamelde gegevens zijn actueel en toegankelijk voor de teamleden. Bepalen van specifieke opvoedings- en onderwijsbehoeften Het multidisciplinaire team analyseert de verzamelde gegevens weinig grondig. De teamleden formuleren hoofdzakelijk specifieke opvoedings- en onderwijsbehoeften voor werkhouding, gedrag en attitudes. Het team heeft minder aandacht voor het ontwikkelingsperspectief van een leerling en een brede benadering van doelen gericht op een harmonieuze persoonlijkheidsontwikkeling en optimale integratie. De opvoedings- en onderwijsbehoeften zijn vaak generiek geformuleerd en toepasbaar op een grote groep leerlingen. Het vormt een uitdaging voor het multidisciplinaire team om specifieke opvoedings- en onderwijsbehoeften concreet en meetbaar te formuleren als antwoord op de specifieke zorgvraag van de individuele leerling. Doelenkader De school beschikt over een visie op het gebruik van ontwikkelingsdoelen, maar afspraken over concretisering, onderlinge afstemming en de continuïteit over de pedagogische eenheden heen, ontbreken. De teamleden hanteren autonoom diverse doelenkaders. Het schoolteam reflecteert onvoldoende over passende doelenkaders en over de uitgangspunten van deze doelenkaders. In klasgroepen met leerlingen met bredere zorgvragen en waar leerkrachten minder kunnen teruggrijpen naar onderwijsleerpakketten, zijn waardevolle aanzetten om doelenkaders voor het leergebied wiskunde passend te concretiseren. 7

9 Selectie op maat De klassenraad laat nog kansen liggen om de doelenselectie aan te sturen op basis van multidisciplinair overleg. De klassenraad selecteert hoofdzakelijk een aanbod voor de leergebieden Nederlands en wiskunde en in mindere mate doelen die rekening houden met vastgestelde opvoedings- en onderwijsbehoeften van de groep of van individuele leerlingen voor deze leergebieden. Zorgvragen rond gedrag en werkhouding krijgen wel een vermelding maar geen concretisering in de aanpak. Er is in de handelingsplanning weinig aandacht voor een langetermijnplanning waarmee de school de continuïteit van het aanbod gedurende de schoollopbaan bewaakt. De teamleden vertalen geselecteerde doelen leerkrachtafhankelijk in concrete, operationele doelen die haalbaar, realistisch in tijdsbesteding en zinvol zijn. De geselecteerde doelen zijn nog niet ten volle gericht op een harmonische ontwikkeling en vertonen in beperkte mate samenhang. Wat betreft het aanbod creëren vooral de ambulante teamleden en de leerkrachten van de functionele klassen samenhang vanuit geselecteerde thema s en projecten. Het team laat kansen liggen om ouders, leerlingen of andere relevante externen te betrekken bij de doelenselectie. Pedagogisch-didactische planning Het multidisciplinaire team stelt de pedagogisch-didactische planning op voor een groep of voor individuele leerlingen. Hierbij vertrekt het veelal vanuit leerinhouden en minder vanuit geselecteerde doelen. Schoolvisie, afspraken en maatregelen ontbreken om het groepswerkplan, dat in de meeste klasgroepen de klasorganisatie beschrijft, om te buigen tot een handelingsplan voor een groep leerlingen. Het opvoedings- en onderwijsaanbod afstemmen op de beginsituatie en op de vooropgestelde doelen is nog een werkpunt. Planning materiële leeromgeving en onderwijsorganisatie Het multidisciplinaire team benut nog niet alle mogelijkheden om doelgerichte organisatorische maatregelen te plannen die de realisatie en de evaluatie van de vooropgestelde doelen binnen de vooropgestelde periode mogelijk maken. Het schoolteam kan, vanuit de schoolvisie, reflecteren over de onderwijstijd in functie van de onderwijsbehoeften van de leerlingen en een evenwichtig aanbod van leergebieden en domeinen. De flexibele groeperingsvormen en de leermiddelen en materialen zijn gedeeltelijk afgestemd op de opvoedings- en onderwijsbehoeften van de leerlingen. De manier waarop leerkrachten differentiatie binnen de klas voorzien is divers. Leer- en leefklimaat De teamleden creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. Ze komen tegemoet aan de sociaal-emotionele noden van de leerlingen. De meeste teamleden motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen en gaan vaak met hen in interactie. Het klasgebeuren verloopt veelal ordelijk en gestructureerd. De teamleden maken duidelijke afspraken en regels en hanteren deze doorgaans consequent. Sommige teamleden motiveren de leerlingen om te leren vanuit betekenisvolle activiteiten en hebben aandacht voor de sterktes en interesses van de leerlingen en voor de zone van de naaste ontwikkeling. 8

10 Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod Het multidisciplinaire team benut niet alle mogelijkheden om het onderwijsaanbod passend, activerend, betekenisvol en samenhangend te maken. Het aanbod is gedeeltelijk afgestemd op de geselecteerde doelen en op een of meer passende doelenkader(s). Hierdoor komt voor verschillende leergebieden de verticale samenhang en de opbouw van doelen en leerinhouden in het gedrang. Teamleden bewaken de samenhang veelal vanuit intuïtie en informeel overleg. De teamleden realiseren niet voor alle leerlingen een aanbod dat gericht is op harmonische ontwikkeling en optimale integratie. De bijsturing van het onderwijsaanbod, de aard van de begeleiding en de ondersteuning zijn nog een werkpunt. Evaluatie van de leerlingenvorderingen De evaluatie is gedeeltelijk afgestemd op de geselecteerde doelen en de passende doelenkaders. De evaluatie is hoofdzakelijk gericht op de technischcognitieve aspecten van de leergebieden Nederlands en wiskunde. De leerwinst en evolutie worden voor verschillende andere leergebieden ontoereikend in kaart gebracht. De evaluatie vertoont zelden een evenwicht tussen kennis, vaardigheden, transfer van inzichten en attitudes. Het schoolteam mist objectieve, eenduidige en gemeenschappelijke evaluatiecriteria om te komen tot een brede, transparante en betrouwbare evaluatie. Evaluatie van de handelingsplanning op leerlingenniveau De teamleden laten nog kansen liggen om geregeld en systematisch multidisciplinair en met alle kindbetrokkenen te reflecteren over de handelingsplanning. Ze analyseren de evaluaties onvoldoende grondig in functie van het cyclisch proces, waarbij concrete besluiten een nieuwe cyclus aansturen. Het ontbreekt de teamleden aan visie op de betekenis van handelingsplanning en aan systematisch en diepgaand overleg over de handelingsplanning voor de leerling of voor de groep. 9

11 4.2 De leerlingenbegeleiding Begeleiding De school doet voor de leerlingenbegeleiding een beroep op de verantwoordelijkheid van al wie bij de leerling(en) betrokken is. Het team brengt multidisciplinair de kenmerken van de leerlingen in kaart. Cognitieve aspecten van Nederlands en wiskunde domineren en het team neemt het ontwikkelingsperspectief van een leerling weinig in overweging. Aanbod en aanpak verliezen hierdoor aan doelgerichtheid. Systematisch overleg, constructieve communicatie, informele gesprekken en samenwerking tussen de verschillende partners vormen de kern van de begeleiding. Afspraken over het nastreven van een harmonische ontwikkeling, een krachtige leeromgeving en een adequate onderwijsstijl, kennen geen verankering in de schoolvisie en de handelingsplanning. Hierdoor verzwakt de aandacht voor de mogelijkheden en de behoeften van leerlingen binnen de vier begeleidingsdomeinen. De school neemt een aantal proactieve, begeleidende en ondersteunende maatregelen op het vlak van psychisch en sociaal functioneren (PAD-werking, speelplaatswerking, ) en preventieve gezondheidszorg (water drinken, gezonde voeding, ). Op het vlak van leren en studeren en de onderwijsloopbaan zijn aanzetten in ontwikkeling, maar laat het schoolteam kansen liggen om leeromgeving en acties optimaal af te stemmen op de kenmerken van de leerlingen. Voor leerlingen met grotere zorgbehoeften nemen individuele teamleden waardevolle initiatieven. Deze initiatieven missen echter het nodige overleg en een structurele inbedding. 10

12 Samenwerking met het CLB De school werkt systematisch, planmatig en transparant samen met het CLB op basis van schoolspecifieke samenwerkingsafspraken. De afspraken verduidelijken de rol van beide partijen en maken de samenwerking intensiever. De samenwerking richt zich hoofdzakelijk op de ondersteuning van leerlingen en minder op de versterking van het schoolteam. Het schoolteam baseert zijn vragen op concrete noden en op een analyse van knelpunten. De leerlingenbegeleiding spreekt de deskundigheid van het CLB aan voor het verschaffen van informatie, bij vraagverheldering, gegevensverzameling, diagnosestelling en kortstondige begeleiding. Het schoolteam erkent de grenzen van de leerlingenbegeleiding en formuleert, wanneer de nodige expertise of middelen niet aanwezig zijn in het multidisciplinaire team, een rechtstreekse hulpvraag aan het CLB. Voor een doorverwijzing naar een schoolexterne begeleiding of ondersteuning (jeugdrechtbank, gezinswerking, dienst voor welzijn, ) doet het multidisciplinaire team een beroep op de draaischijffunctie van het CLB. De werking illustreert een vlotte en transparante communicatie. Ondersteuning van de teamleden Het schoolbeleid brengt de ondersteuningsbehoeften van de teamleden te beperkt in kaart om van hieruit een professionaliseringsbeleid op maat van het team te ontwikkelen. Professionaliseringsactiviteiten richten zich hoofdzakelijk op algemene (onderwijs)items en teambuildingsactiviteiten. Het beleid laat kansen liggen om via nascholing en intern overleg gelijkgerichtheid in denken en handelen van teamleden na te streven en zo het onderwijs op maat te stimuleren. Gevolgde nascholingen, werkgroepen, personeelsvergaderingen en formele overlegstructuren resulteren in acties maar hebben weinig effect(en) op de leerlingenbegeleiding en de handelingsplanning. De school doet voor inhoudelijke ondersteuning bij het reflecteren, uitwerken, implementeren en evalueren van haar onderwijskundig beleid beperkt beroep op de expertise van de pedagogische begeleidingsdienst of andere externe diensten. 11

13 5 IN WELKE MATE VOERT DE SCHOOL EEN DOELTREFFEND BELEID OP HET VLAK VAN BEWOONBAARHEID, VEILIGHEID EN HYGIËNE? Het bestuur van de school is verantwoordelijk voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de gebouwen en lokalen. De onderwijsinspectie doet hierop een marginale controle. Aan de hand van de volgende selectie van processen gaat ze na of de school hiervoor een doeltreffend beleid ontwikkelt en voert: gebouwen en onderhoud noodplanning valgevaar en toegankelijkheid Planning en uitvoering De preventieadviseur neemt systematisch maatregelen en plant doelgerichte acties op het voorkomen of inperken van risico s en het beperken van schade. Een efficiënte registratiesystematiek zorgt ervoor dat de geplande acties worden opgenomen in het globaal preventieplan en in het jaaractieplan. De te ondernemen acties worden systematisch aan de betreffende verantwoordelijken toegewezen en worden veelal ook meteen uitgevoerd. Indien de uitvoering niet op korte termijn kan plaatsvinden, neemt de preventieadviseur in afwachting doeltreffende compenserende maatregelen. Ondersteuning Een gestructureerde aanpak ondersteunt de planning, de uitvoering en de evaluatie van geplande maatregelen en acties. De hiërarchische opbouw van bevoegdheden zorgt ervoor dat elke participant zijn taak en verantwoordelijkheden kent en tracht op te nemen. Financiële, materiële en personele middelen worden planmatig aangewend. 12

14 Systematische en betrouwbare evaluatie Processen, acties en bijhorende afspraken staan op de agenda van de officiële overlegmomenten. Diverse bronnen, relevante partners en controleorganen leveren gegevens en informatie aan om de kwaliteit van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne te evalueren. Hierdoor zijn de evaluaties doorgaans betrouwbaar. Ook op de vergadering van de directeurs vormen aspecten van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne een vast agendapunt. De school kan voor de verschillende processen leerlingen en teamleden sterker betrekken bij het dynamisch risicobeheersingssysteem gericht op continue verbetering, gezamenlijke opmerkzaamheid en gedeelde verantwoordelijkheid. Borgen en bijsturen De preventieadviseur en de coördinerend directeur hebben vanuit de hiërarchische aanpak een duidelijk beeld van sterke punten en aandachtspunten binnen de werking. Zij bewaren en verspreiden, onder toezicht van een commissie veiligheid, wat kwaliteitsvol is en wat bijsturing vergt. Verbeteracties en aandachtspunten vormen op de verschillende niveaus onderwerp van overleg en advies. 13

15 6 RESPECTEERT DE SCHOOL DE REGELGEVING? De school dient zich te engageren om aan volgende inbreuken op de regelgeving te werken: De eigen kwaliteit systematisch onderzoeken en bewaken. - Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 08/05/ art. 6 Het kwaliteitsvol ondersteunen van het geboden onderwijs. - Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 08/05/ art. 4, 1 14

16 7 SAMENVATTING Legenda = beneden de verwachting = benadert de verwachting = volgens de verwachting = overstijgt de verwachting 7.1 In welk mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? Visie en strategisch beleid Organisatiebeleid Onderwijskundig beleid Systematische evaluatie van de kwaliteit Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit Borgen en bijsturen 7.2 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? De leerlingenbegeleiding Begeleiding Samenwerking met het CLB Ondersteuning van de teamleden 15

17 7.2.2 De handelingsplanning De handelingsplanning in type 9 - lager onderwijs, type basisaanbod - lager onderwijs Gegevensverzameling Bepalen van specifieke opvoedings- en onderwijsbehoeften Doelenkader Selectie op maat Pedagogisch-didactische planning Planning materiële leeromgeving en onderwijsorganisatie Leer- en leefklimaat Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod Evaluatie van de leerlingenvorderingen Evaluatie van de handelingsplanning op leerlingenniveau 16

18 7.3 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Planning en uitvoering Ondersteuning Systematische en betrouwbare evaluatie Borgen en bijsturen 17

19 8 ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNING EN AANBEVELINGEN De onderwijsinspectie formuleert over de verdere erkenning van de school een ONGUNSTIG ADVIES met de mogelijkheid om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt op voorwaarde dat het bestuur het engagement aangaat om zich bij het werken aan de tekorten extern te laten begeleiden. De onderwijsinspectie doet de volgende aanbevelingen met het oog op de verdere kwaliteitsontwikkeling van de school: De kwaliteit borgen van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. De kwaliteit borgen van leer- en leefklimaat. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de leerlingenbegeleiding. De tekorten wegwerken met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor de handelingsplanning in type 9 - lager onderwijs, type basisaanbod - lager onderwijs (erkenningsvoorwaarde). De tekorten wegwerken met betrekking tot de kwaliteitsontwikkeling. 18

20 9 ADDENDUM Het bestuur heeft binnen de dertig kalenderdagen na de ontvangst van het doorlichtingsverslag of na de bespreking van het doorlichtingsverslag met de onderwijsinspectie verzocht om de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten en heeft zich geëngageerd om zich bij het werken aan de tekorten extern te laten begeleiden. De procedure tot intrekking van de erkenning wordt hierdoor opgeschort tot ten minste 23 november Nadien volgt een nieuwe doorlichting. 19