Richtlijn Niet-kleincellig longcarcinoom; stadiëring en behandeling
|
|
- Nora Visser
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 voor de praktijk Richtlijn Niet-kleincellig longcarcinoom; stadiëring en behandeling J.P.van Meerbeeck, C.C.E.Koning, V.C.G.Tn-Heijnen, A.G.Boekema, C.J.E.Kaandorp en J.S.Burgers* Er is een landelijke, evidence-based richtlijn over de stadiëring en de behandeling van patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) opgesteld door de diverse betrokken beroepsgroepen. Het eerste oriënterende onderzoek bij een patiënt met aanwijzingen voor longkanker bestaat uit anamnese, lichamelijk onderzoek en een thoraxröntgenfoto. Vervolgonderzoeken zijn CT van thorax en bovenbuik, bronchoscopie en, indien een behandeling met curatieve opzet mogelijk lijkt, 18 F-fluorodeoxyglucose-positronemissietomografie(FDG-PET)-scintigrafie. Cervicale mediastinoscopie is mogelijk of endoscopische echografie met fijne-naaldaspiratie voor mediastinale weefselstadiëring. De behandeling van voorkeur bij klinisch stadium I, II of beperkte III is tumorresectie en, bij een nietvrij svlak en eventueel bij onverwachte kliermetastasen in het mediastium, postoperatieve radiotherapie. Bij lokaal uitgebreid NSCLC is de voorkeursbehandeling chemoradiotherapie. Bij patiënten met NSCLC stadium I-III en een slechte conditie is alleen palliatieve radiotherapie mogelijk. Sommige patiënten met NSCLC in stadium III en stadium IV komen in aanmerking voor palliatieve chemotherapie en goede ondersteunende zorg. Er vindt overleg met een centrum plaats in geval van twijfel over operabiliteit, resectabiliteit, grote pulmonale of cardiale comorbiditeit of gecombirde behandeling. De diagnostiek moet binnen 3-5 weken zijn afgerond, een aansluitende operatie of radiotherapie binnen 2 weken. De follow-up na behandeling van een patiënt met NSCLC bestaat uit anamnese, lichamelijk onderzoek en eventueel een thoraxfoto: het eerste ar eens per 3 maanden, het tweede ar eens per 6 maanden, en daarna eens per ar, gedurende minimaal 5 ar. Ned Tijdschr Geskd 2005;149:72-7 Per ar wordt bij ruim 8000 nieuwe patiënten in Nederland longkanker gediagnosticeerd; bij ongeveer 80% van hen gaat het om een niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). 1 In de aanloop naar het opstellen van een richtlijn over de stadiëring en de behandeling van patiënten met NSCLC inventariseerde de Landelijke Werkgroep Longtumoren begin 2002 de knelpunten in de dagelijkse praktijk en in de organisatie van de zorg. De daarin naar voren gekomen onderwerpen vormden de basis voor de richtlijn. Daarnaast werd een multidisciplinaire richtlijnwerkgroep samengesteld, * Namens de werkgroep, waarvan de leden aan het einde van dit artikel staan genoemd. Universitair Ziekenhuis Gent, afd. Longziekten, Gent, België. Hr.prof.dr.J.P.van Meerbeeck, longarts. Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Radiotherapie, Amsterdam. Mw.prof.dr.C.C.E.Koning, radiotherapeut. Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Medische Oncologie, Nijmegen. Mw.dr.V.C.G.Tn-Heijnen, medisch oncoloog. Vereniging van Integrale Kankercentra, Utrecht. Hr.A.G.Boekema, sociaal geskundige. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Postbus , 3502 LB Utrecht. Mw.dr.C.J.E.Kaandorp, arts; hr.dr.j.s.burgers, huisarts. Correspondentieadres: hr.dr.j.s.burgers (j.burgers@cbo.nl). waarin de betrokken verenigingen en instanties waren vertegenwoordigd door gemandateerde leden als afspiegeling van de huidige praktijk. Bij het formuleren van de aanbevelingen baseerden zij zich zoveel mogelijk op gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek en ervaring. 2 De conceptrichtlijn werd in april 2004 bediscussieerd tijdens een landelijke richtlijnbijeenkomst met leden van de relevante beroepsgroepen. De commentaren werden verwerkt in de definitieve richtlijn. 3 In dit artikel vatten wij de richtlijn samen. Het artikel noch de richtlijn zelf beoogt een volledig overzicht te geven van de behandeling van patiënten met NSCLC; beide belichten vooral de aspecten die in de knelpuntenanalyse naar voren kwamen. De clinicus kan en moet, beargumenteerd, een ander beleid dan het geschetste voeren wanr de omstandigheden daar reden toe geven. diagnostiek en stadiëring De diagnostiek bij een patiënt met aanwijzingen voor longkanker begint met de anamnese, het lichamelijk onderzoek en een thoraxröntgenfoto (figuur 1). Voor de stadiëring en het aantonen of uitsluiten van paraneoplastische syndromen dient laboratoriumonderzoek te worden gedaan naar tenminste hemoglobine, calcium, albumine, natrium, lac- 72 Ned Tijdschr Geskd nuari;149(2)
2 anamnese lichamelijk onderzoek thoraxröntgenfoto laboratoriumonderzoek vermoeden van M1, of inoperabiliteit gericht onderzoek bronchoscopie CT van de thorax geen NSCLC, of zeker benigne, of duidelijk T4, N3, M1 of inoperabiliteit geen NSCLC, of zeker benigne T4, N3, M1 of inoperabiliteit bepaal ander beleid zo nodig gericht verificatieonderzoek FDG-PET-scintigrafie N2/N3, of asymptomatisch of radiologisch vermoeden van M1 mediastinoscopie, of endoscopische echografie met fijne-naaldaspiratie, of gericht onderzoek van M1 T4, N2, N3, of M1 N0 of N1* figuur 1. Stroomdiagram met aanbevolen diagnostiek en stadiëring bij patiënten met aanwijzingen voor longkanker; FDG-PET = 18 F- fluorodeoxyglucose-positronemissietomografie; (*) op voorwaarde dat de primaire tumor zelf FDG opmt en niet tegen het mediastinum aan ligt. Verificatieonderzoek van beeldafwijkingen kan noodzakelijk zijn om de diagnostische zekerheid te vergroten. taatdehydrogenase en alkalische fosfatase. 4 Uitgebreider laboratoriumonderzoek vindt plaats als een verminderde functie van orgaansystemen consequenties kan hebben voor de keuze van behandeling. Bij patiënten die zich presenteren met oppervlakkige afwijkingen, zoals huidmetastasen of vergrote lymfeklieren (bijvoorbeeld supraclaviculair), zal een cytologische punctie hiervan zowel diagnostische informatie als stadiëringsinformatie opleveren. Bij alle overige patiënten met aanwijzingen voor longkanker wordt in principe bronchoscopie verricht voor het verkrijgen van materiaal voor histologisch onderzoek en bij kleine perifere tumoren ter stadiëring. 5 Als de longafwijking niet bereikbaar is, kan een transthoracale longpunctie uitkomst brengen. Tenzij een patiënt bij voorbaat niet voor behandeling in aanmerking komt, is CT van thorax en bovenbuik aangewezen ter bepaling van de uitbreiding van de tumor. 6 Ondanks de matige sensitiviteit per TNM-onderdeel draagt deze informatie bij aan een optimale therapiekeuze. Patiënten met NSCLC bij wie na een conventiol onderzoek naar metastasen in opzet curatieve behandeling mogelijk is, ondergaan eerst 18 F-fluorodeoxyglucose-positronemissietomo grafie(fdg-pet)-scintigrafie. 7 Cervicale mediastinoscopie wordt verricht bij alle patiënten met (aanwijzingen voor) NSCLC bij wie geen metastasen buiten de thorax zijn gevonden en bij wie op de CT- of FDG- PET-scan aanwijzingen bestaan voor pathologische lymfeklieren. 6 8 Er dienen adequate biopten genomen te worden van tenminste 4 van de 6 bereikbare lymfeklierstations. Bij patiënten met een negatieve mediastinale FDG-PET-uitslag kan mediastinoscopie achterwege worden gelaten als voldaan wordt aan de volgende 4 criteria: (a) de primaire tumor mt duidelijk FDG op (een sterke aanwijzing voor maligniteit); (b) er zijn geen aanwijzingen voor hilaire metastasen op de PET-scan; (c) de tumor ligt niet tegen het mediastinum aan; (d) op de CT-scan zijn de zichtbare klieren kleiner dan 1 cm langs de korte as gemeten. De waarde van endoscopische echografie met fijnenaaldaspiratie is vooral gelegen in het aantonen van mediastinale lymfekliermetastasen en het vaststellen van irresectabiliteit bij centrale tumoren; de plaats van dit onderzoek voor de bepaling van het verdere beleid is nog onduidelijk. Geaccumuleerd pleuravocht bij patiënten zonder metastasen op afstand wordt geaspireerd en cytologisch onderzocht. Bij negatieve uitslag kan de punctie tot 2 maal toe worden herhaald. Als er geen tumorcellen worden gevonden, vindt aanvullend thoracoscopie plaats en eventueel gerichte biopsie. Ned Tijdschr Geskd nuari;149(2) 73
3 behandeling Bij patiënten met NSCLC in klinisch stadium I, II of beperkte III (T3N1) is chirurgie de behandeling van voorkeur (tabel). Of chemotherapie vóór de operatie de overleving verbetert, is niet aangetoond op grond van de uitgevoerde studies. Chemotherapie na de resectie resulteert volgens de tot nog toe gepubliceerde studies niet, 9-11 of in geringe mate in toename van de 5-arsoverleving (44% versus 40%). 12 Wél zijn er onlangs enkele studies afgerond waarvan de nog niet gepubliceerde resultaten een groter overlevingsvoordeel tonen voor adjuvante chemotherapie in bepaalde groepen. Preoperatieve radiotherapie leidt bij patiënten met resectabel NSCLC niet tot een betere overleving. Postoperatieve radiotherapie wordt aanbevolen bij patiënten met een pathologisch niet-vrij resectievlak en wordt overwogen bij onvoorziene kliermetastasen in het mediastinum, ter verbetering van de lokale controle. 13 De behandeling van patiënten met lokaal uitgebreid stadium-iii-nsclc en een goede functionele toestand (WHOscore < 2) bestaat uit een combinatie van chemo- en radiotherapie met curatieve intentie. Locoregionale hogedosisradiotherapie (tenminste 60 Gy in 6 weken) resulteert in een langdurige locoregionale controle, met symptoomafname als gevolg, en een 5-arsoverleving van 5-10%. Toevoeging van platinabevattende chemotherapie aan hooggedoseerde radiotherapie verbetert de 5-arsoverleving nog eens met 5-10%. 9 Hoewel de chemotherapie het best tegelijk met de radiotherapie wordt toegediend, maken de hogere toxiciteit en de benodigde logistiek dat dit slechts bij geselecteerde patiënten en instituten goed realiseerbaar is. Een goed alternatief is dan sequentiële chemotherapie en radiotherapie. Hoewel een sulcus-superiortumor ook te beschouwen is als een NSCLC, lijkt een agressievere aanpak gerechtvaardigd, gezien de lokalisatie met vaak moeilijk behandelbare klachten. Een operatie is alleen geïndiceerd als complete resectie (lobectomie en bloc met de thoraxwand) mogelijk is. Patiënten bij wie een sulcus-superiortumor niet primair resectabel lijkt te zijn, wordt een combinatie van chemo- en radiotherapie geadviseerd. Mocht de tumor daarna aanzienlijk kleiner zijn, dan is in tweede instantie resectie te overwegen. Gezien de complexiteit vindt de behandeling van een patiënt met een sulcus-superiortumor bij voorkeur in een centrum plaats met de mogelijkheid en expertise om gecombirde behandelingen uit te voeren. Bij sommige patiënten met NSCLC in stadium III is een combinatie van chemo- en radiotherapie niet geïndiceerd: dit is het geval bij patiënten met pleuritis carcinomatosa, contralaterale supraclaviculaire kliermetastasen of bij wie een te groot radiotherapieveld nodig is, waardoor te veel longschade zou ontstaan. Dit geldt ook voor patiënten met een slechte functionele toestand en overmatig gewichtsverlies. De behandeling en de prognose zijn bij deze patiënten vergelijkbaar met die met NSCLC in stadium IV: de 1-arsoverleving is 30-37%. Bij patiënten met NSCLC en te uitgebreide stadium-iiiziekte voor gecombirde chemoradiotherapie of met stadium IV en een goede functiescore verbetert chemotherapie met goede ondersteunende zorg de 1-arsoverleving met 10%; 9 ook de kwaliteit van leven wordt hierdoor verbeterd. 14 De chemotherapie bij deze patiënten bestaat uit maximaal 4 kuren cis- of carboplatine in combinatie met een 3e-generatiecytostaticum. Bij patiënten met progressie tijdens of Aanbevolen behandeling bij patiënten met een niet-kleincellig longcarcinoom en een goede functionele toestand (WHO-score: 0-1)* ziektestadium of soort tumor klinisch stadium I, II of beperkte III (T3N1) klinisch stadium I en functiol inoperabel lokaal uitgebreide tumor lokaal uitgebreide sulcussuperiortumor behandeling chirurgie zonder tumorgerichte voorbehandeling; in geval van irradicale resectie of onverwachte kliermetastasen in het mediastium: postoperatieve radiotherapie instellen in opzet curatieve radiotherapie locoregionale hooggedoseerde radiotherapie in combinatie met systemische, platinabevattende chemotherapie chemoradiotherapie, eventueel gevolgd door chirurgie stadium IIIB of IV chemotherapie en goede ondersteunende zorg; indien hierna progressie optreedt, dan tweedelijnschemo - therapie instellen * Bij patiënten met NSCLC stadium I-III en een slechte functionele toestand (WHO-score C 2) of aanzienlijk gewichtsverlies is alleen palliatieve radiotherapie mogelijk, dat wil zeggen een kortdurend schema met een hoge dosis per fractie. Ziektestadium IIIB = stadium III met pleuritis carcinomatosa, contralaterale supraclaviculaire kliermetastasen of een te groot radiotherapieveld met het oog op de longfunctie. 74 Ned Tijdschr Geskd nuari;149(2)
4 FEV 1 > 80% en TLCO > 80% en geen onverwachte dyspnée d effort bereken de voorspelde postoperatieve waarden met de calculatiemethode* normaal risico FEV 1 postoperatief > 40%, en TLCO postoperatief > 40% en geen onverwachte dyspnée d effort FEV 1 postoperatief B 40%, en TLCO postoperatief B 40% inspanningstest met bepaling van VO2max: voorziene lobectomie: VO2max > 15 ml/kg/min voorziene pneumonectomie: VO2max > 20 ml/kg/min VO2max postoperatief > 10 ml/kg/min VO2max postoperatief B 10 ml/kg/min normaal risico verhoogd risico normaal risico matig verhoogd risico sterk verhoogd risico mate van parenchymresectie functiol verantwoord lijkt. Bij patiënten met een verhoogd operatierisico dienen een beperktere resectie of chemo-/radiotherapie afgewogen te worden tegen chirurgie met verhoogd risico. Bij dergelijke patiënten kan een consult van een centrum aangewezen zijn. Peroperatieve beoordeling van type resectie; irresectabiliteit. Bij operabele patiënten met NSCLC in één kwab biedt een lobectomie de beste prognose en laagste kans op lokaal recidief. 17 Patiënten met zodanig beperkte longfunctie dat een lobectomie niet mogelijk is, komen in aanmerking voor bij voorkeur een segmentresectie of eventueel een wigexcisie, als daarmee de tumor compleet gereseceerd kan worden. Een alternatief is hogedosis-radiotherapie. Bij doorgroei van een longtumor in een andere kwab volgt in beginsel een lobectomie met een wigexcisie uit de andere kwab. In geval van een centrale tumor wordt gekozen voor een bilobectomie of pneumonectomie. Indien peroperatief blijkt dat een longtumor zich uitbreidt tot aan of in de carina van de lobaire bronchus, waardoor een conventionele resectie niet mogelijk is, wordt gestreefd naar een sleeve -lobectomie (hierbij wordt een klein deel van de hoofdbronchus verwijderd en een end-to-endfiguur 2. Stroomdiagram voor het bepalen van het perioperatief risico vóór longchirurgie bij patiënten met longkanker, middels longfunctieonderzoek; FEV 1 = geforceerd expiratievolume in 1 s; TLCO = diffusiecapaciteit voor CO; Vo 2max = maximale zuurstof opname; (*) de calculatiemethode houdt in dat de relatieve func tionele bijdragen van de rechter en de linker long worden berekend met de perfusiescan; bij (bi)lobectomie wordt de functionele bijdrage van de resterende kwab(ben) van de aangedane long berekend door het aantal resterende segmenten te delen door het totaal aantal segmenten. na deze eerstelijnschemotherapie kan men tweedelijnschemotherapie geven. De meeste patiënten met een gemetastaseerd NSCLC hebben symptomen met een duidelijk negatieve invloed op de kwaliteit van leven. Deze kunnen het gevolg zijn van de primaire tumor (kortademigheid en hemoptoë), intrathoracale metastasering (V.-cava-superiorsyndroom, tracheooesofageale fistelvorming en pleurale effusie), en metastasering op afstand (hersenen, ruggenmerg of bot). In de richtlijn wordt ingegaan op de diverse behandelingsmogelijkheden die palliatie kunnen bewerkstelligen in deze situaties. 3 longchirurgie Preoperatieve risico-inschatting. Eventuele hartziekten, zoals coronairlijden, hartfalen, kleplijden en ritmestoornissen worden preoperatief opgespoord door anamnese, lichamelijk onderzoek en ECG. Bij voorgenomen longchirurgie en (aanwijzingen voor) een hartziekte wordt een cardioloog of een anesthesioloog geconsulteerd. Het perioperatieve risico op basis van de longfunctie is te bepalen aan de hand van het schema in figuur Preoperatief wordt bepaald welke Ned Tijdschr Geskd nuari;149(2) 75
5 anastomose gemaakt met de lobaire bronchus). Doorgroei tot in de V. cava superior, de adventitia van de aortawand, het pericard of het diafragma sluit primaire resectie niet a priori uit. Een tumor die doorgroeit tot in de wervelkolom of substantieel tot in het linker atrium, is slechts zelden resectabel. Een longtumor die groeit tot in de truncus pulmonalis of de slokdarm, door de gehele wand van de aorta of die heeft geleid tot pleuritis carcinomatosa, is irresectabel. Als er meer tumoren in één kwab voorkomen, wordt een lobectomie uitgevoerd. In geval van meerdere tumoren in verschillende kwabben is een primaire resectie nog steeds een optie, aangezien het kan gaan om synchrone dubbeltumoren, waarbij de prognose beter is dan die bij patiënten met longmetastasen. Peroperatieve stadiëring. Peroperatieve stadiëring bij patiënten met NSCLC heeft tot doel de anatomische uitbreiding zo nauwkeurig mogelijk te bepalen. Als de tumor peroperatief irresectabel blijkt, is stadiëring vooral van belang ter bepaling van een nieuw behandelplan. Peroperatieve evaluatie van mediastinale lymfeklieren resulteert bij 10-20% van de patiënten in een hoger TNM-stadium dan bij preoperatieve stadiëring vastgesteld werd. 18 Alle intrapulmonaal en hilair gelegen lymfeklieren worden zoveel mogelijk en bloc met het resectiepreparaat verwijderd, ongeacht de lokalisatie van de longtumor. Ter bepaling van de mediastinale lymfeklierstatus worden tenminste de lymfeklierstations waarop de tumor bij voorkeur drairt, verwijderd. Peroperatief vriescoupeonderzoek van de tumor alvorens tot longresectie over te gaan, is aanbevolen wanr preoperatief geen weefseldiagnose bekend is of de macroscopische bevindingen van lymfeklieren daar aanleiding toe geven (dan wordt een vriescoupe van de lymfeklieren onderzocht); bij centrale tumoren wordt vriescoupeonderzoek van aangrenzende weefsels of het bronchusresectievlak aanbevolen, mits de uitslag invloed heeft op de chirurgische procedure. follow-up Follow-up van een patiënt die is behandeld wegens NSCLC is aangewezen om recidief van de ziekteactiviteit of een tweede primaire longtumor te detecteren, vroege of late bijwerkingen van de behandeling vast te stellen, en in het bijzonder om de noodzakelijke psychosociale zorg te verlenen. De routinefollow-up na behandeling van een patiënt met NSCLC bestaat uit een anamnese, een lichamelijk onderzoek en eventueel een thoraxröntgenfoto. Intensievere follow-up, zoals meer beeldvormend onderzoek, onderzoek naar tumormarkers en bronchoscopie, leidt niet tot betere uitkomsten en geschiedt daarom uitsluitend in geprotocolleerd onderzoeksverband of in een opleidings- of onderwijssituatie. De werkgroep adviseert als follow-upfrequentie na radicaal behandelde NSCLC het eerste ar: eens per 3 maanden, het tweede ar: eens per 6 maanden en daarna: eens per ar, gedurende minimaal 5 ar. tot slot In de richtlijn is ook aandacht besteed aan de logistieke en organisatorische voorwaarden. De belangrijkste aanbevelingen hiervan zijn: 80% van de patiënten dient het diagnostische traject binnen 3 weken te doorlopen. 19 Als tevens een mediastinoscopie wordt uitgevoerd, is 5 weken acceptabel. Ook dient 80% van de patiënten binnen 2 weken na afloop van het diagnostische traject, indien geïndiceerd, geopereerd te worden of met (de voorbereidingen van) radiotherapie of chemotherapie te zijn begonnen. Alle nieuwe patiënten dienen te worden besproken tijdens een multidisciplinaire (long)oncologiebespreking. Afwijkingen van deze regel moeten in de status beargumenteerd zijn. Altijd worden de patiënten besproken bij wie de diagnostiek en de behandeling niet conform de richtlijnen kunnen worden uitgevoerd, bij wie problemen verwacht worden in het multidisciplinair behandeltraject, die naar een centrum verwezen moeten worden en die deelnemen aan een studie. Er vindt overleg met een centrum plaats in geval van twijfel over operabiliteit, gezien de longfunctie, of over resectabiliteit, belangrijke pulmonale of cardiale comorbiditeit of gecombirde behandeling. In een centrum is er minimaal ondersteuning van longartsen, radiotherapeuten, (thorax)- chirurgen, klinisch pathologen, radiologen en gespecialiseerde verpleegkundigen, conform de eisen die hieraan gesteld worden door de betreffende vakgroepen. De leden van de werkgroep waren: prof.dr.j.p.van Meerbeeck, longarts, voorzitter; prof.dr.c.c.e.koning, radiotherapeut, en dr.v.c.g.tn-heijnen, medisch oncoloog, vice-voorzitters; A.G.Boekema, sociaal geskundige, coördinator VIKC; dr.c.j.e.kaandorp, arts, en dr.j.s.burgers, huisarts, adviseurs CBO; J.T.Annema, dr.p.baas, dr.b.biesma, H.E. Co drington, prof.dr.h.j.m.groen, dr.j.m.w.van Haarst, dr.h.b.kwa, dr.j.w.g.van Putten, N.J.J.Schlösser, dr.j.h.schouwink, dr.f.m.h.h. Schramel, dr.e.f.smit, E.F.Ullmann, dr.g.p.m.ten Velde en dr.l.n.a.willems, longartsen; J.S.A.Belderbos, dr.j.bussink, dr.p.a.helle, G.W.P.M. Kramer, prof.dr.e.m.noordijk, P.T.R.Rodrigus, A.L.J.Uitterhoeve en S.L. Wanders, radiotherapeuten; dr.p.f.a.bakker, A.G.Hensens, A.H.M.van Straten, A.F.T.M.Verhagen en M.I.M.Versteegh, cardio-thoracaal chirurgen; dr.e.c.m.bollen, dr.w.b.lastdrager, dr.h.j.mulder en dr.j.r.m.van der Sijp, chirurgen; dr.b.p.ponsioen, A.M.C.Raat en B.A.Verheij, huisartsen; C.E.van Die en dr.f.m.j.heijstraten, radiologen; dr.o.s.hoekstra en dr.p.l.jager, nucleair geskundigen; dr.m.den Bakker en dr.f.b.j.m. Thunnissen, pathologen; dr.m.l.g.janssen-heijnen, epidemioloog; dr. M.J.A.de Jonge, internist-oncoloog; dr.w.j.g.ros, sociaal psycholoog; J.P.Salomé, nurse practitioner; N.A.W.P.Schrama, verpleegkundig specialist oncologie; M.S.Vos, psychiater. De tekst van de richtlijn is gezien door een vertegenwoordiger van het Longkanker Informatiecentrum. Drs.J.Wittenberg, epidemioloog, CBO, was adviseur tot oktober 2003 en drs.v.k.y.ho, methodoloog, VIKC, verrichtte coördinerende werkzaamheden. De volledige richtlijn staat op en op 76 Ned Tijdschr Geskd nuari;149(2)
6 Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: Orde van Medisch Specialisten. Aanvaard op 13 augustus 2004 Literatuur 1 Dijck JAAM van, Coebergh JWW, Siesling S, Visser O, editors. Trends of cancer in the Netherlands Utrecht: Vereniging van Integrale Kankercentra; Everdingen JJE van. Van consensus naar CBO-richtlijn. Ned Tijdschr Geskd 1999;143: Vereniging van Integrale Kankercentra/Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Richtlijn Niet-kleincellig longcarcinoom; stadiëring en behandeling. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications; Beckles MA, Spiro SG, Colice GL, Rudd RM. Initial evaluation of the patient with lung cancer: symptoms, signs, laboratory tests, and paraneoplastic syndromes. Chest 2003;123(1 Suppl):97S-104S. 5 Schreiber G, McCrory DC. Performance characteristics of different modalities for diagnosis of suspected lung cancer: summary of published evidence. Chest 2003;123(1 Suppl):115S-28S. 6 Toloza EM, Harpole L, McCrory DC. Noninvasive staging of non-small cell lung cancer: a review of the current evidence. Chest 2003;123(1 Suppl):137S-46S. 7 Tinteren H van, Hoekstra OS, Smit EF, Bergh JH van den, Schreurs AJ, Stallaert RA, et al. Effectiveness of positron emission tomography in the preoperative assessment of patients with suspected non-smallcell lung cancer: the PLUS multicentre randomised trial. Lancet 2002;359: Gould MK, Kuschner WG, Rydzak CE, Maclean CC, Demas AN, Shigemitsu H, et al. Test performance of positron emission tomography and computed tomography for mediastinal staging in patients with non-small-cell lung cancer: a meta-analysis. Ann Intern Med 2003;139: Non-small Cell Lung Cancer Collaborative Group. Chemotherapy in non-small cell lung cancer: a meta-analysis using updated data on individual patients from 52 randomised clinical trials. BMJ 1995; 311: Waller D, Fairlamb DJ, Gower N, Milroy R, Peake MD, Rudd RM, et al. The Big Lung Trial (BLT): determining the value of cisplatin-based chemotherapy for all patients with non-small cell lung cancer: pre liminary results in the surgical setting. Lung Cancer 2003;41 (Suppl 2):S Scagliotti GV, Fossati R, Torri V, Crio L, Giaccone G, Silvano G, et al. Randomized study of adjuvant chemotherapy for completely resected stage I, II, or IIIA non-small-cell lung cancer. J Natl Cancer Inst 2003;95: Arriagada R, Bergman B, Dunant A, le Chevalier T, Pignon JP, Vansteenkiste J. The International Adjuvant Lung Cancer Trial Collaborative Group. Cisplatin-based adjuvant chemotherapy in patients with completely resected non-small-cell lung cancer. N Engl J Med 2004;350: PORT Meta-analysis Trialists Group. Postoperative radiotherapy in non-small-cell lung cancer: systematic review and meta-analysis of individual patient data from nine randomised controlled trials. Lancet 1998;352: Ranson M, Davidson N, Nicolson M, Falk S, Carmichael J, Lopez P, et al. Randomized trial of paclitaxel plus supportive care versus supportive care for patients with advanced non-small-cell lung cancer. J Natl Cancer Inst 2000;92: Damhuis RA, Schutte PR. Resection rates and postoperative mortality in 7,899 patients with lung cancer. Eur Respir J 1996;9: Bolliger CT, Perruchoud AP. Functional evaluation of the lung resection candidate. Eur Respir J 1998;11: Ginsberg RJ, Rubinstein LV. A randomized comparative trial of lobectomy vs limited resection for patients with T1N0 non-small cell lung cancer. Ann Thorac Surg 1995;60: Toloza EM, Harpole L, Detterbeck F, McCrory DC. Invasive staging of non-small cell lung cancer: a review of the current evidence. Chest 2003;123(1 Suppl):157S-66S. 19 Treekoverleg TR-039. Notitie Streefnormstelling wachttijden curatieve zorg. Zeist: Zorgverzekeraars Nederland; Abstract Guideline on Non-small cell lung carcinoma; staging and treatment A national, evidence-based guideline on the staging and treatment of patients with non-small cell lung carcinoma (NSCLC) has been compiled by the various disciplines involved. The initial diagnostic measures in patients with suspected lung cancer include history taking, physical examination and chest x-ray. Additional examinations include CT scan of the chest and upper abdomen, bronchoscopy, and 18 F-fluorodeoxyglucose-positron-emission-tomography(FDG-PET)-scintigraphy, if curative therapy is planned. Cervical mediastinoscopy or endoscopic echography with fine dle aspiration can be performed for mediastinal tissue staging. The preferred treatment in stage I, II or limited III is radical resection. Postoperative radiotherapy is recommended in cases of incomplete resection and can be considered in patients in whom mediastinal lymph-node metastases are unexpectedly encountered. Chemoradiotherapy is recommended in locally advanced NSCLC. In patients with NSCLC stage I-III and poor performance status, palliative radiotherapy may be the only feasible treatment. Some patients with NSCLC stage III and stage IV can be offered palliative chemotherapy and supportive care. In cases of doubt about operability, resectability, significant pulmonary or cardiac comorbidity or combined treatment, a specialist centre should be consulted. Diagnostics should be completed within 3-5 weeks. Ensuing surgery or radiotherapy should be carried out within 2 weeks. Follow-up of patients with NSCLC includes history taking, physical examination and an optional chest x-ray. In the first year after treatment patient visits are planned quarterly, in the second year halfyearly and then yearly for at least five years. Ned Tijdschr Geskd 2005;149:72-7 Ned Tijdschr Geskd nuari;149(2) 77
longcarcinoom: stadiëring en behandeling
Hoe actueel is de CBO richtlijn? Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling Prof. dr. Harry J.M. Groen UMCG Groningen Wat moet er veranderen? TBNA? Plaats van EUS-FNA? Plaats van EBUS-FNA?
Nadere informatieStage. Clin staging. Treatment. Prognosis. Diagnosis. Evaluation. Early Node. Tumour. Loc advanced Metastasis. Advanced. Surgery
Clin staging Stage Tumour Early Node Loc advanced Metastasis Advanced Treatment Surgery Diagnosis Evaluation pulmonary Chemotherapy Radiotherapy Combinations Prognosis cardiac general Univ Hospital Leuven
Nadere informatieDutch Lung Surgery Audit (DLSA)
Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische
Nadere informatieAfstemming meting Indicatoren richtlijn niet-kleincellig longcarcinoom gemeten in de IKO en IKN regio
Afstemming meting Indicatoren richtlijn niet-kleincellig longcarcinoom gemeten in de IKO en IKN regio Achtergrond Naar aanleiding van het gereedkomen van de richtlijn niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Versie beheer: Datum Versie Mutatie Eigenaar 30-07-2016 2017.1 Aanpassingen
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Inclusie en exclusie criteria DLSA Inclusie Alle chirurgische thoracale (thoraxwand, pleurale, long en mediastinale) ingrepen, in te delen in: Resecties bij
Nadere informatiesequens is dan eerst chemotherapie, erna radiotherapie). Zo medisch inoperabel: o Radicale radiotherapie.
Richtlijn: Behandeling van vroege stadia NKCLC Deze richtlijn werd opgesteld in overeenkomst met de 7 de editie van het TNM systeem (TNM7), in voege vanaf begin 2010. Stadium IA (T1a-bN0) en Stadium IB
Nadere informatieCasus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker
Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker Prof. dr. Mark van Berge Henegouwen, chirurg Dr. W.J. Eshuis, chirurg L. Noteboom, verpleegkundig specialist Amsterdam UMC, locatie AMC 8 e Inhoud Presentatie
Nadere informatieBTS- (2001) en ACCP richtlijn (2007) deze limiet aanbevelen. Verbeterde perioperatieve
Richtlijn: Preoperatieve cardiopulmonale evaluatie Of de patiënt met longkanker heelkundige resectie kan ondergaan, hangt af van meerdere factoren. Preoperatieve functionele evaluatie verloopt systematisch,
Nadere informatieCHAPTER 8. Samenvatting
CHAPTER 8 Samenvatting 108 Chapter 8 Samenvatting 109 Samenvatting Jaarlijks wordt wereldwijd bij 1,2 miljoen mensen de diagnose longkanker gesteld en overlijden 1,1 miljoen mensen aan deze ziekte. Hiermee
Nadere informatieOesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling. Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019
Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019 Anatomie oesophagus/ maag Symptomen oesophaguscarcinoom Diagnostiek Behandeling oesophaguscarcinoom Postoperatieve
Nadere informatieMultimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom
Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Disclosures Ik heb geen belangenverstrengeling in relatie tot deze presentatie Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Bij
Nadere informatieCasus oncologie,, D.R., 1930
Casus oncologie,, D.R., 1930 Medische voorgeschiedenis 1992: prostatectomie wegens benigne prostaathypertrofie 2009: CVA met rechter hemiparese, volledige recuperatie 03/2013: paroxysmale VKF: echocor:
Nadere informatieVerplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland. Indicator nummer Indicatornaam
Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset
Nadere informatieMogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam
Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Amsterdam, 19 Januari 2018 Pancreascarcinoom Slechte prognose (5 jaars-overleving,
Nadere informatiePien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk
Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk Siemens Biograph true point PET/CT 40 slice Sinds 21 januari 2011 Sinds
Nadere informatieDisseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET
Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET F.J. van Oost 1, J.J.M. van der Hoeven 2,3, O.S. Hoekstra 3, A.C. Voogd 1,4, J.W.W. Coebergh
Nadere informatieStaging van het Bronchuscarcinoom
1 Staging van het Bronchuscarcinoom Dr D Coeman Pneumoloog A.Z. St.-Dimpna, Geel Staging v/h bronchuscarcinoom 2 A/ NSCLC - TNM-classification B/ SCLC - VALSG (veterans s affairs lung study group) - TNM-classification
Nadere informatieSlokdarmresectie - Fit aan de Start. Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht
Slokdarmresectie - Fit aan de Start Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht Slokdarmkanker Slokdarmkanker zit vrijwel altijd in de thoracale slokdarm Jaarlijks aantal nieuwe gevallen per 100.000
Nadere informatie1. Inleiding: De nieuwe TNM classifikatie stadiering. - onvolledigheden / aanvullingen. 3. De N factor: hoe in kaart brengen.
Mediastinum 1. Inleiding: De nieuwe TNM classifikatie stadiering 2. De N factor: impact op prognose: -vlgtnm - onvolledigheden / aanvullingen 3. De N factor: hoe in kaart brengen. 4. De N factor: impact
Nadere informatieRichtlijn. Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling
Richtlijn Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling Richtlijn Colofon Richtlijn Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling ISBN 90-8523-032-2 2004, Vereniging van Integrale
Nadere informatieDutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)
Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De
Nadere informatieOntwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom
Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom Wat is de stand van zaken Frank Jacobs sept 2017 Disclosures Frank Jacobs (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom.
Nadere informatieLocally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg
Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Geen Disclosures Locally advanced rectum carcinoom Definitie o.b.v. MRI ct3 MRF+ ct4a/b
Nadere informatielongtumoren stadia therapie prognose Els De Droogh Pneumologie ZNA Middelheim
longtumoren stadia therapie prognose smoking is cool!??? longtumoren > na WO II > roken en longtumoren 90 % mannen, 78% vrouwen aantal pakjaren > carcinogene stoffen in rook > asbest > radon, metalen,
Nadere informatie(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam
(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Adjuvante chemotherapie bij rectumcarcinoom in Nederland Geloof Gewoonte Evidence-based medicine
Nadere informatieStaat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?
Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)
Nadere informatieStereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.
Stereotactic Radiation Therapy for Stage I Non-Small Cell Lung Cancer Nederlandse titel Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2011 pagina 1 van 15 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 2. Aantal geopereerde patiënten met een
Nadere informatieFactsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)
Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten
Nadere informatieMaligne pleura exsudaat
Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2
Nadere informatieVideo-Assisted Thoracic Surgery: Het einde van de thoracotomie?
Brugge, 29-04-2017 Dr. Jan Lesaffer Borst- en thoracaal chirurg Dienst Algemene, Kinder- en Vaatheelkunde AZ Sint-Jan Brugge-Oostende, campus Brugge 1911 HC Jacobeus: diagnostische en therapeutische thoracoscopie
Nadere informatieBehandelingsstrategie bij het Bronchuscarcinoma. Dr. Alida Vaes Pneumologie A.Z. St.-Dimpna Geel / H. Hartziekenhuis Mol
1 Behandelingsstrategie bij het Bronchuscarcinoma Dr. Alida Vaes Pneumologie A.Z. St.-Dimpna Geel / H. Hartziekenhuis Mol 2 Type tumor APO Niet kleincellig longcarcinoom(nsclc) Kleincellig longcarcinoom
Nadere informatieLokaal-Gevorderd Niet-KleinCellig LongCarcinoma (LA-NSCLC)
Lokaal-Gevorderd Niet-KleinCellig LongCarcinoma (LA-NSCLC) vrouw, 54j, 30 pakjaren toevallige vondst tumoraal letsel rechter longbk CT: letsel apicaal in rechterbk, tegenaan de pleura klierpakket rechts
Nadere informatieNABON Breast Cancer Audit (NBCA)
NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting
Nadere informatie19 Haemoptoe. Probleemlijst. Specifieke anamnese. Differentiële diagnose. Haemoptoe Differentiële diagnose. Specifiek lichamelijk onderzoek
45-Chirurgie 19 01-06-2005 11:00 Pagina 369 369 19 Haemoptoe S. Meijer Een 78-jarige man wordt naar de longarts verwezen in verband met haemoptoe. Wat zou u nog meer willen weten? Specifieke anamnese De
Nadere informatiePREOPERATIEF LONGFUNCTIEONDERZOEK
PREOPERATIEF LONGFUNCTIEONDERZOEK Kan de patiënt een longresectie ondergaan? JA van Noord Atrium medisch centrum Heerlen Wat is het risico op postoperatieve pulmonale complicaties bij een patiënt met een
Nadere informatieCHIRURGIE BIJ LONGKANKER
CHIRURGIE BIJ LONGKANKER Prof. Dr. P. De Leyn Kliniekhoofd Thoraxheelkunde Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg Leuven Meeting Pneumologie Verpleegkundigen BVP/SVP meeting dec 2007 LEUVEN LUNG CANCER GROUP
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Registratie gestart: 2011
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) 2016 Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom. Structuur 2016*
Nadere informatieThoraxchirurgie. In Tergooiziekenhuizen
Thoraxchirurgie In Tergooiziekenhuizen Waarvoor? Trauma Benigne afwijkingen Maligne afwijkingen Thorax trauma Benigne afwijkingen Pneumothorax Goedaardige tumoren Infekties Maligne afwijkingen Longcarcinoom
Nadere informatieLokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie. Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC
Lokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC Casus: hr D Man 64 jaar Trotse opa van 4 kleinkinderen Komt bij u op
Nadere informatieDe indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :
Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009
Nadere informatieMediastinale klierstagering van longkanker: nieuwe concepten Kurt G. Tournoy Thoracale Oncologie, Onze-Lieve-Vrouw Ziekenhuis Aalst; Universiteit Gent
thoracale oncologie Peerreviewed article Mediastinale klierstagering van longkanker: nieuwe concepten Kurt G. Tournoy Thoracale Oncologie, OnzeLieveVrouw Ziekenhuis Aalst; Universiteit Gent Bij patiënten
Nadere informatieBetere kwaliteit = betere uitkomst van zorg?
Betere kwaliteit = betere uitkomst van zorg? Symposium (Over)leven na Kanker Tilburg, 8 maart 2013 Dr. V. Lemmens Hoofd Sector Onderzoek, Integraal Kankercentrum Zuid Eindhoven Kwaliteit Kwaliteit: definitie?
Nadere informatieOnderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief
9. Follow-up Aantal maanden? Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6- postoperatief Is de patient opgenomen geweest
Nadere informatieRichtlijn: Behandeling van potentieel resecabel stadium III NKCLC
Richtlijn: Behandeling van potentieel resecabel stadium III NKCLC Deze richtlijn werd opgesteld in overeenkomst met de 7 de editie van het TNM systeem (TNM7), in voege vanaf begin 2010. Er blijkt een grote
Nadere informatieCover Page. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical quality assurance Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19858 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical
Nadere informatieKwaliteitsnormen. Blaascarcinoom
Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds
Nadere informatieGalblaascarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1
Galblaascarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 10-05-2004 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke werkgroep GI-tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Screening...2 Diagnostiek...3
Nadere informatieBeeldvorming bij gemetastaseerd mamma- en longcarcinoom Sebastiaan Franken, Fellow mammaradiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis
Beeldvorming bij gemetastaseerd mamma- en longcarcinoom Sebastiaan Franken, Fellow mammaradiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis Casper van Everdingen, radioloog in het Diakonessenhuis Utrecht Disclosure belangen
Nadere informatieSaffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom
Saffire Phoa CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Pancreascarcinoom heeft een zeer slechte prognose, en de enige kans op curatie is een resectie van de tumor. Hoewel de mortaliteit
Nadere informatieBronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie
Bronchuscarcinoom 2002 Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie Bronchuscarcinoom 2002 (n=112) Kleincellig versus Niet-kleincellig kleincellig 18% niet-kleincellig
Nadere informatiePepijn Brocken, longarts, HAGAziekenhuis, Den Haag oncologiedagen 2014
Pepijn Brocken, longarts, HAGAziekenhuis, Den Haag oncologiedagen 2014 De zorg is veranderd Patient centraal Kwaliteit van zorg Normen en criteria Registratie en transparantie Concurrentie in de zorg
Nadere informatieBeleid levermetastasen Colorectaal Carcinoom EMBRAZE REGIO
Beleid levermetastasen Colorectaal Carcinoom EMBRAZE REGIO Opgesteld en Beoordeeld: EMBRAZE, NTG colorectaal carcinoom Datum vaststelling: 12 april 2017 Datum laatste wijziging: 12 april 2017 Categorieën
Nadere informatieOntwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom
Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015]
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit () 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05112015] Inclusiecriteria Nabon Breast Cancer Audit Inclusie Alle primaire invasieve mammacarcinomen volgens de WHO classificatie
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker en ductaal carcinoma in situ
Nadere informatieJ. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J
J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008
Nadere informatieVlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker
Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker INDICATOR B1 Proportie van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie een systeembehandeling voorafgegaan werd door ER/PR-
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,
Nadere informatieIndicatorenrapportage Ziekenhuis: Rijnstate Ziekenhuis Jaar: 2017 Totaal aantal ingevoerde patiënten
The resource of this report item is not reachable. De inhoud van de basis- en indicatorenrapportages zijn onderhevig aan updates en aanpassingen. In dit logboek kunt u per registratie de wijzigingen in
Nadere informatieEen melanoom, wat nu?
Een melanoom, wat nu? Aanvullende diagnostiek Is er op gericht om aan te tonen dat er sprake is van gelokaliseerde ziekte Gelokaliseerde ziekte = een primair melanoom met ten hoogste satelliet-, intransit-
Nadere informatieAandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling
Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling
Nadere informatie4e Post EAUN Meeting
4e Post EAUN Meeting Testiscarcinoom Incidentie, behandeling en follow up Joost de Baaij Verpleegkundig Specialist i.o. Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen Inhoud Incidentie Risico factoren Diagnostiek
Nadere informatieNiet-kleincellig Longkanker 2015. Sjaak Burgers s.burgers@nki.nl
Niet-kleincellig Longkanker 2015 Sjaak Burgers s.burgers@nki.nl Adviesraadlid Adviseur AstraZeneca Boehringer Instituut AsbestSlachtoffers Patiëntenvereniging voor Asbestslachtoffers Te bespreken: Roken
Nadere informatieAanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek
Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek Registratie waarvan gegevens worden opgevraagd: DSCA Contactpersoon: Naam: Mw. Drs. J. t Lam - Boer Centrum/ziekenhuis: Radboud umc Adres: Postbus
Nadere informatieEchografie + biopsie
Proces Chirurg/verpleegkundige anamnese en lichamelijk onderzoek Mammacare verpleegkundige geeft uitleg over de gang van zaken en begeleidt Mammografie/ echografie en zo nodig direct echogeleid histologisch
Nadere informatieBelangrijkste punten van deze folder:
Longkanker: wat nu? HMC (Haaglanden Medisch Centrum) en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) werken intensief samen binnen het Universitair Kankercentrum Leiden - Den Haag (UKC). De belangrijkste
Nadere informatieaz groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP²
az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² We zijn als ziekenhuis trots op onze goede resultaten, maar we hebben ook aandacht voor enkele punten waar we minder dan gemiddeld lijken
Nadere informatiePancreascarcinoom en kansen voor de toekomst
18 mei 2006 Jaarbeurs Utrecht Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Pancreas Carcinoom Incidencie: 33.730 nieuwe patiënten
Nadere informatieMedische Publieksacademie 4 maart 2019
4 maart 2019 YouTube 1 Ontwikkelingen in de longkankerzorg Dr. Ben Venmans, longarts Dr. Wouter van Geffen, longarts Frits Mostert, persvoorlichter MCL, moderator Programma 19.30 uur Dr. Ben Venmans: Longkanker:
Nadere informatieImage-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting
169 Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes Samenvatting Radiotherapie speelt een belangrijke rol in de curatieve behandeling van patiënten
Nadere informatieOnderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 4-6 maanden postoperatief
Aantal maanden? Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 4- postoperatief Is de patient opgenomen geweest in een van
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 23-10-2017 2017.1 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA 27-11-2017 2017.2 Schrappen van indicatoren
Nadere informatieCasus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG
Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG no disclosures Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Pancreascarcinoom Slechte
Nadere informatieNadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands
Maagcarcinoom Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Inhoud Therapie Systemisch Gericht op klachten Nieuwe ontwikkelingen/toekomst Epidemiologie Verschil Europa en Noord-Amerika vs Azië,
Nadere informatieLymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen
Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen 85% via de axilla Mammaria interna alleen aantasting is zeldzaam
Nadere informatie2. KOSTENEFFECTIVITEIT PET/CT IN STADIUM III/IV PATIËNTEN (met behulp van scenario analyses)
411 412 413 414 415 416 417 418 419 420 421 422 423 424 425 426 427 428 429 430 431 432 433 434 435 436 437 438 439 440 441 442 443 444 445 446 447 448 449 450 451 452 453 454 455 456 457 458 459 2. KOSTENEFFECTIVITEIT
Nadere informatieDutch Surgical Colorectal Audit (DSCA)
Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA.
Nadere informatieTP Indicatorenrapportage 2016 Ziekenhuis: Rijnstate Ziekenhuis Jaar: 2016
De nummering van de indicatoren is gebaseerd op de documenten te vinden op: DICA/Transparantieportaal TP Indicatorenrapportage 2016 Ziekenhuis: Rijnstate Ziekenhuis Jaar: 2016 Structuurindicatoren 1. patiënten
Nadere informatieSlokdarmcarcinoom
7.1.1. Slokdarmcarcinoom 1. Inleiding 1.1. Algemeen Kanker van de slokdarm betreft vnl. het plaveiselcelcarcinoom en het adenocarcinoom, in minder dan vijf procent is er sprake van andere histologie. Hoewel
Nadere informatieILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie
ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie Heeft neoadjuvant chemotherapie nut bij ILC > 3 cm? Ja Nee Weet niet/geen
Nadere informatieGynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT
Gynaecologisch-oncologische Studies Gynaecongres 11 november 2010 Focus Radiotherapie R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT Overzicht: Focus Radiotherapie Cervix Lopend EORTC Embrace Nieuw Outback
Nadere informatieBloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam
Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische
Nadere informatieRadiotherapie bij het pancreascarcinoom. Hanne Heerkens, AIOS radiotherapie 25 maart 2019
Radiotherapie bij het pancreascarcinoom Hanne Heerkens, AIOS radiotherapie 25 maart 2019 Pancreascarcinoom en radiotherapie Operabel Locally advanced Medisch inoperabel Gemetastaseerd Pancreascarcinoom
Nadere informatiePancreascarcinoom
7.1.3. Pancreascarcinoom 1. Pancreasadenocarcinoma: diagnose en staging 1.1. Symptomen Zeer aspecifiek. 10% van de patiënten presenteren zich met nieuwe DM. Bij oudere patiënten is acute pancreatitis vaak
Nadere informatieIKZ - 7 dec 2006 Adjuvante en Neo-adjuvante Chemotherapie na curatief geopereerd NSCLC
IKZ - 7 dec 2006 Adjuvante en Neo-adjuvante Chemotherapie na curatief geopereerd NSCLC Erik van der Heijden, longarts UMC St Radboud 2005 CBS: Kanker belangrijkste doodsoorzaak in NL Longkanker verantwoordelijk
Nadere informatieWetenschappelijke Vergadering Recente evoluties in de oncologische thoraxchirurgie
Wetenschappelijke Vergadering Recente evoluties in de oncologische thoraxchirurgie Lieven Depypere, thoraxheelkunde, AZ Damiaan Oostende Consulent thoraxheelkunde UZ Gasthuisberg Leuven ldepypere@azdamiaan.be
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen
Nadere informatie