Kwaliteitsmonitor fietsregio s mei 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2015. mei 2015"

Transcriptie

1 Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2015 mei 2015

2

3 Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2015 Stichting Landelijk Fietsplatform mei

4 2

5 Inhoudsopgave Samenvatting blz Inleiding Nederland Fietsland Aanleiding kwaliteitsmonitor fietsregio s Indeling publicatie 9 2. Opzet vernieuwde kwaliteitsmonitor Voorbereiding door werkgroep met regiopartners Opzet Kwaliteitscertificering Fietsregio s de provincies Kwaliteitsmeting Beoordelingskader Resultaten onderdeel 1: kwaliteit routenetwerken 16 - Hoofdindicator 1.1: uitvoering routenetwerken 16 - Hoofdindicator 1.2: beheer en onderhoud routenetwerken Resultaten onderdeel 2: kwaliteit randvoorwaarden 32 - Hoofdindicator 2.1: aantrekkelijkheid omgeving 32 - Hoofdindicator 2.2: voorzieningen langs de route 32 - Hoofdindicator 2.3: provinciale betrokkenheid 34 - Hoofdindicator 2.4: toegankelijkheid route-informatie 36 - Hoofdindicator 2.5: algemeen oordeel Totaalbeeld en conclusies 39 Bijlagen A. Rapportage per provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 55 B. Vragenlijst provinciaal beleid 56 C. Lijst met personen die hebben gereageerd 66 D. Uitleg CVO en CVTO 67 E. Bronnen/ verantwoording

6 Samenvatting Dat Nederland bij uitstek een land is om er met de fiets op uit te trekken behoeft geen betoog. Jaarlijks stappen miljoenen mensen op de fiets voor een korte of langere recreatieve fietstocht. Om deze grote belangstelling vast te houden is het zaak te blijven investeren in het recreatieve fietsen. Een belangrijke en grote stap is gezet met de ontwikkeling van de recreatieve fietsroutestructuur: een netwerk van maar liefst km Landelijke Fietsroute (LF-route) en aansluitende regionale knooppuntroutes. Sprake is van een nagenoeg landsdekkend netwerk. Het komt nu aan op het borgen en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van de recreatieve fietsmogelijkheden. Verder op aanvullende productontwikkeling en promotie. Dit zijn de basisvoorwaarden om meer bewoners en bezoekers te verleiden op de fiets te stappen, om actief te genieten van ons mooie fietsland en de mooie fietsregio s. De concurrentie, ook in het buitenland, kan daarmee een stapje voor worden gebleven. De afgelopen jaren zijn er diverse vergelijkende onderzoeken gedaan naar het fietsproduct van verschillende regio s. Veel van deze onderzoeken zijn uitgevoerd op initiatief van één of enkele provincies en toeristische regio s; deze maken een landelijke vergelijking niet mogelijk. Ook zijn er diverse websites die een eigen onderzoek doen naar de mooiste of de populairste fietsregio. Verschillende provincies en/of regio s claimen op basis van deze onderzoeken dat zij fietsregio nr. 1 van Nederland zijn. Doordat vaak slechts een beperkt aantal indicatoren wordt meegenomen, zijn deze onderzoeken niet 100% representatief voor heel Nederland. De kwaliteitsmonitor is een benchmark die regio s moet prikkelen om het recreatieve fietsen in Nederland op een hoog niveau te houden en/of naar een hoger kwaliteitsniveau te tillen. Het Fietsplatform heeft, vanuit haar onafhankelijke positie, initiatief genomen voor het ontwikkelen en uitvoeren van dit landelijk vergelijkend onderzoek naar de kwaliteit van fietsregio s. Dit is een effectief instrument gebleken voor het stimuleren van kwaliteitsbehoud en -verbetering. De kwaliteitsmonitor 2012 en 2013 kreeg veel aandacht en hebben kwaliteitsimpulsen gestimuleerd. In 2014 is geen kwaliteitsmonitor uitgebracht, dat jaar is gebruikt om samen met regionale partners te werken aan een herziening van de monitor. De kwaliteitsmonitor 2015 richt zich nu alleen op de Nederlandse provincies en kent een verbeterde opzet. De gemeten gegevens hebben betrekking op Gebleven is het sterrensysteem, waarbij regio s 1 tot 5 sterren kunnen krijgen. Het gaat hier dus niet zozeer om wat de beste regio is maar wat hun sterrenstatus is. Het Fietsplatform communiceert de objectieve kwaliteitscertificering, uitgedrukt in het aantal sterren van de regio s, ook richting het publiek. Daartoe is een logo ontworpen dat regio s ook mogen gebruiken in hun uitingen. De kwaliteitsmonitor 2015 bestaat nu uit twee onderdelen: 1. de kwaliteit van het routenetwerk (knooppunt- en LF-routes) en 2. de kwaliteit van de randvoorwaarden. Per onderdeel zijn hoofdindicatoren uitgewerkt. Voor de kwaliteit van het routenetwerk zijn dat: a) uitvoering en b) beheer en onderhoud. Voor de kwaliteit van de randvoorwaarden zijn dat: a) aantrekkelijkheid van de omgeving, b) voorzieningen langs de routes, c) provinciale betrokkenheid, d) toegankelijkheid van de routeinformatie en e) het algemene oordeel van de consument. Elke hoofdindicator heeft verschillende meetbare subindicatoren. De kwaliteit van het routenetwerk is rechtstreeks beïnvloedbaar door de beheerders van de regionale netwerken en het LF-net. De provincies hebben, meer dan de beheerders, direct of indirect invloed op de randvoorwaarden. Voor beide onderdelen 4

7 geldt dat het oordeel is opgebouwd uit een combinatie van objectief meetbare zaken, antwoorden van provincies op vragen en een consumentenoordeel. De scores op de onderdelen zijn samengebracht om te komen tot een totaalscore voor iedere provincie. Daarbij is een weging toegepast om tot een evenwichtige en realistische beoordeling te komen. Uitvoering, beheer en onderhoud en randvoorwaarden wegen alle drie ongeveer even zwaar (plm. 33%). Bij de randvoorwaarden wegen de vijf hoofdindicatoren alle ook ongeveer even zwaar (plm. 20%). Het consumentenoordeel weegt bij de meting van de kwaliteit van het routenetwerk (uitvoering en beheer/onderhoud) ongeveer 25% mee, bij de randvoorwaarden iets meer dan de helft. Binnen de totaalscore weegt het consumentenoordeel na de weging netto ongeveer éénderde mee (plm. 33%). Flevoland wilde als enige provincie niet meewerken aan de kwaliteitsmonitor. Men was niet bereid de vragenlijst in te vullen. Omdat hierdoor te weinig gegevens beschikbaar zouden zijn is besloten Flevoland geheel buiten de meting te houden. Onderstaande tabel toont een totaaloverzicht van de scores en de toegekende sterren. Geconcludeerd mag worden dat de kwaliteit van het aanbod voor de recreatieve fietser over het algemeen voldoende op peil is. Niet één provincie scoort minder dan drie sterren. Dit spoort met het beeld dat ons fietsland geen slechte fietsregio s kent. Tabel 1: samenvattend overzicht totaalscore Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen wegingspercentage score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore kwaliteit LF-en knooppuntnetwerken ,2% percentage van de maximale score 79,4% 91,6% 90,7% 86,0% 70,3% - 89,5% 48,3% 49,1% 89,2% 78,2% 77,6% omgerekend: subresultaat routenetwerk (0-5 sterren) 3,97 4,58 4,53 4,30 3,52-4,48 2,41 2,46 4,46 3,91 3,88 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore kwaliteit randvoorwaarden ,8% percentage van de maximale score 66,3% 90,8% 91,8% 83,7% 66,3% - 87,0% 65,8% 52,7% 72,3% 72,3% 57,1% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 3,32 4,54 4,59 4,18 3,32-4,35 3,29 2,64 3,61 3,61 2,85 totaalscore, punten ,0% percentage van de maximale score 74,8% 91,3% 91,1% 85,2% 68,9% - 88,6% 54,4% 50,4% 83,3% 76,1% 70,5% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 3,74 4,56 4,55 4,26 3,45-4,43 2,72 2,52 4,17 3,81 3,52 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) Hoewel door wijzigingen van de opzet van de monitor een één op één vergelijking niet helemaal opgaat, vallen een aantal ontwikkelingen ten opzichte van 2013 op: Friesland en Drenthe komen nu beide aan het maximaal aantal van vijf sterren. Dat waren er in 2013 nog vier. Friesland scoort daarbij zeer hoog wat betreft de uitvoering van het routenetwerk. Drenthe onderscheidt zich met zijn uitstekende organisatie en uitvoering van het beheer en onderhoud. Utrecht, Noord-Brabant en Limburg hebben er ook een ster bij gekregen en komen nu net als Groningen, Overijssel en Zeeland uit op vier sterren. Gelderland is een ster kwijtgeraakt en is binnen de kwaliteitsmonitor nu op drie sterren uitgekomen. Dit heeft vooral te maken met de situatie op de Veluwe waar tot eind 2014 door het wegvallen van de regionale netwerkbeheerder (faillissement) geen afspraken waren over het beheer en onderhoud. Noord-Holland en Zuid-Holland zijn op drie sterren blijven staan maar zitten daarbij wel dicht bij de ondergrens. Voor alle provincies geldt dat nog winst te behalen is, met name wat betreft beheer en onderhoud en de organisatie daar rond omheen, inclusief digitalisering. Verder ook wat betreft het borgen van de kwaliteit (planologische bescherming). 5 2

8 1. Inleiding 1.1. NEDERLAND FIETSLAND Nederland mag met recht een fietsland worden genoemd. Niet alleen is fietsen in ons land een heel handige en efficiënte manier om van A naar B te komen, het is ook bij uitstek een activiteit om te genieten van natuur en landschap, om erop uit te trekken voor een korte of langere recreatieve tocht. De basisomstandigheden voor het maken van recreatieve fietstochten in ons land zijn in principe ideaal: veel afwisseling op korte afstanden, weinig hoogteverschillen en veel paden en wegen. Routes, maar ook aanvullende voorzieningen zoals afstappunten (o.a. horeca) maken de fietsmogelijkheden compleet. Wat betreft recreatieve routes is de afgelopen jaren in Nederland in een hoog tempo een groot aantal regionale netwerken op basis van knooppuntroutes ontwikkeld. In 2014 kwam daar het netwerk van Flevoland bij. Inmiddels is sprake van een landsdekkend aanbod van deze knooppuntnetwerken. De regionale fietsnetwerken sluiten aan op het landelijke netwerk van LF-routes (landelijke fietsroutes) De routenetwerken het LF-net en de regionale fietsnetwerken op basis van knooppunten bieden de fietser een uitgebreide, aantrekkelijke selectie uit het aanbod van paden en wegen in ons land; ruim kilometer route, waarvan km LF-net. Op basis van deze recreatieve fietsroutestructuur kan de fietser eenvoudig zelf een route naar keuze samenstellen maar worden ook vele thematische routes 6

9 aangeboden. De twee soorten netwerken zijn daarbij complementair; ze vullen elkaar aan, ook qua doelgroep. Het LF-net is met name bedoeld voor lange-afstand tochten, zoals fietsvakanties. De knooppuntnetwerken zijn vooral populair voor kortere (dag)tochten. De routenetwerken blijken een groot succes; zowel de LF-routes als de knooppuntroutes worden goed gebruikt, investeringen worden snel terugverdiend. In 2014 resulteerden de LF-routes volgens recent onderzoek in 2 miljoen overnachtingen en ruim 100 miljoen aan bestedingen onderweg. Zie ook het kader hieronder. Om dit succes vast te houden en zo mogelijk verder uit te bouwen is het zaak om samen met alle betrokkenen de komende jaren de kwaliteit te bewaken en waar nodig te verbeteren. De recreatieve fietsroutestructuur vormt een prachtige basis voor de verdere promotie van Nederland Fietsland. Investeren in routenetwerken loont! 8 miljoen Nederlanders maken jaarlijks 200 miljoen recreatieve fietstochten, waarvan ongeveer 15% via de routenetwerken *); Routenetwerken vormen stimulans voor regionale economie. Recreatieve fietstochten resulteren in 450 miljoen/jaar aan bestedingen onderweg, in de vorm van consumpties en overnachtingen *); Routenetwerken ontsluiten en verbinden natuur/landschap/platteland en gastronomie/verblijf; Routenetwerken dragen bij aan prettig woon- en vestigingsklimaat. Ze stimuleren bovendien het verblijf in de regio (eigen bewoners/toeristen); Routenetwerken stimuleren fietsgebruik en dus bewegen; goed voor gezondheid! *) Fietsrecreatiemonitor 2014 Fietsplatform i.s.m. NBTC/NIPO (CVO/CVTO) Niet investeren (in nazorg, de puntjes op de i) kost geld! Slechte kwaliteit leidt tot imagoschade, negatieve publiciteit; Ontevreden gebruikers zullen afhaken succes zal niet aanhouden; Vermindering binnen- en buitenlandse concurrentiepositie; Kapitaalvernietiging! Meer cijfers? 7 2

10 Recreatieve fietsroutestructuur: LF-net en regionale (knooppunt)netwerken status jan (bron: Stichting Landelijk Fietsplatform, landelijke routedatabank) Fietsroutestructuur Landelijke fietsroutes (4.500 km) Knooppuntroutes ( km) 25 LF-routes vormen landelijk netwerk Aansluiting op knooppuntroutes (gekoppeld) Aansluiting op Europese routes Fietsplatform: (door)ontw, beheer/borging Regio s: onderhoud (75 contractpartners) Hoofdgebruik: lange afstand fietstochten knooppunten, 50 regionale netwerken ± 40 beherende instanties ± km organisatorische grenzen Regio s: (door)ontw, beheer, onderhoud Fietsplatform: bewaken samenhang, advies Hoofdgebruik: dagtochten 8

11 1.2. AANLEIDING KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO'S Het stadium van eerste aanleg van de routestructuur is achter de rug. Nu komt het aan op het bewaken en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van de mogelijkheden voor het recreatieve fietsen. Verder op aanvullende productontwikkeling en promotie. Voor het stimuleren van kwaliteitsbehoud en -verbetering is een landelijk vergelijkend kwaliteitsonderzoek een effectief instrument. De afgelopen jaren zijn er verschillende initiatieven ontplooid op het gebied van vergelijkend onderzoek naar het fietsproduct van verschillende regio s. Veel van deze onderzoeken zijn uitgevoerd op initiatief van één of enkele provincies en toeristische regio s en zijn niet landsdekkend. Ook zijn er diverse websites die een eigen onderzoek doen naar de beste, mooiste of de populairste fietsregio. Verschillende provincies en/of regio s claimen op basis van deze onderzoeken dat zij fietsregio nr. 1 van Nederland zijn. Het Fietsplatform ziet vanuit zijn onafhankelijke positie een rol bij het uitvoeren van een landelijke benchmark voor het monitoren van de kwaliteit van de Nederlandse fietsregio s. In de in 2011 verschenen publicatie Recreatieve fietsroutenetwerken welke kant op analyseert het Fietsplatform het recreatieve fietsaanbod en geeft het adviezen voor het beheer, de productontwikkeling en de promotie van de netwerken. De kwaliteitsmonitor die het Fietsplatform in 2012 voor het eerst presenteerde kan worden gezien als een logisch vervolg op deze publicatie. De hierin opgenomen aandachtspunten en checklist vormden een goed bruikbaar toetsingskader. De kwaliteitsmonitor van zowel 2012 als 2013 heeft veel aandacht gekregen en heeft regio s gestimuleerd om de kwaliteit van het fietsroutenetwerk te verhogen. Tijdens het uitvoeren van de kwaliteitsmonitor 2015 hebben we gemerkt dat het stellen van vragen over de wijze waarop zaken zijn georganiseerd ertoe leidt dat provincies en regio s erover na gaan denken. Diverse provincies kwamen er bij het invullen van de vragenlijst achter dat het niet duidelijk is hoe zaken binnen hun provincie geregeld zijn. Dit heeft al bij het invullen van de vragenlijst de prikkel gegeven die we van deze monitor uit willen laten gaan. De landelijke benchmark moet provincies en regio s prikkelen om het fietsproduct naar een hoger kwaliteitsniveau te tillen. Dat lukt alleen als de verantwoordelijken zich committeren aan de kwaliteitsmonitor en de onafhankelijke positie daarbij van het Fietsplatform erkennen. In 2014 is de opzet van de monitor samen met enkele netwerkpartners kritisch tegen het licht gehouden. Gekeken is waar verbetering mogelijk en wenselijk zijn. Dit heeft geleid tot een herziening van de monitor waarmee het draagvlak voor het resultaat verder wordt vergroot INDELING PUBLICATIE In hoofdstuk 2 wordt de (vernieuwde) opzet van de kwaliteitsmonitor toegelicht. In hoofdstuk 3 worden de kwaliteitsmeting verder uitgewerkt. In hoofdstuk 4 wordt een totaalbeeld gegeven en worden conclusies op een rijtje gezet. In de bijlagen wordt per provincie een beknopte rapportage en conclusie gegeven. 9 2

12 2. Opzet vernieuwde kwaliteitsmonitor 2.1. VOORBEREIDING DOOR WERKGROEP MET REGIOPARTNERS Het Fietsplatform heeft voor het maken van een nieuwe opzet van de kwaliteitsmonitor de kennis en ervaring ingeroepen van enkele regionale netwerkpartners. In een oproep aan alle netwerkbeheerders en provincies is gevraagd input te geven voor een herziening van de kwaliteitsmonitor. Tevens werd gevraagd of partijen zitting wilden nemen in de werkgroep. Daarop is enthousiast gereageerd en is een werkgroep gevormd (zie kader: deelnemers). In de werkgroep is de monitor in een aantal stappen verder uitgewerkt. In de eerste fase zijn alle opmerkingen en vragen Werkgroep Kwaliteitsmonitor over de monitor die het Fietsplatform in voorgaande jaren had ontvangen, samen met alle reacties vanuit de regio s en provincies per onderwerp op een rij gezet. Dit vormde het uitgangspunt voor de eerste bijeenkomst van de werkgroep. Duidelijk werd dat een groot deel van de kritiek kon worden samengevat in: regio s/netwerkbeheerders worden afgerekend op zaken waar zij geen invloed op hebben. Dit heeft een negatief effect Recreatieschap de Marrekrite Provincie en Recreatieschap Drenthe Recreatie Midden Nederland Routebureau Zeeland Routebureau Brabant Routepunt VVV Zuid-Limburg op de beeldvorming over zowel het werk van de netwerkbeheerders als over de kwaliteitsmonitor. Dit zou ondervangen kunnen worden door in de monitor een splitsing aan te brengen tussen die zaken waar regio s/netwerkbeheerders invloed op hebben en die zaken die buiten hun beïnvloedingssfeer liggen. Dit is als vertrekpunt genomen voor een nieuwe indeling van de kwaliteitsmonitor: een deel waarin de kwaliteit van het netwerk beoordeeld wordt en een deel waarin de kwaliteit van de randvoorwaarden wordt bekeken. Vervolgens zijn zoveel mogelijk indicatoren verzameld die iets zouden kunnen zeggen over de kwaliteit van het netwerk. Per indicator is daarna gezocht naar een goede meetmethode. Om tot een zo objectief en gelijkwaardig mogelijk beeld te komen van de kwaliteit van het fietsproduct in de provincies is rekening gehouden met de volgende zaken: De mate van beschikbaarheid van de benodigde gegevens De benodigde gegevens dienen ook daadwerkelijk voorhanden te zijn. De mate van interpreteerbaarheid van de aangeleverde gegevens De gegevens dienden zo helder en zuiver mogelijk te worden verzameld. Daarom is er met vragenlijsten voor provincies gewerkt. In de vragenlijst is met de vraagstelling zo min mogelijk ruimte voor interpretatie opengelaten. Daarnaast zijn er aan de antwoorden eisen gesteld zoals de vermelding van bronnen of de verwijzing naar beleidstukken. De zorgvuldigheid en compleetheid van de gegevens De zorgvuldigheid van de aangeleverde gegevens is afhankelijk van de deskundigheid van de persoon die daarvoor is benaderd. Om de zorgvuldigheid van de gegevens zoveel mogelijk te garanderen is bij de schriftelijke vragenlijst aan de provincies specifiek geadviseerd deze met hulp van de netwerkbeheerders in te vullen. De netwerkbeheerders werden daarbij met naam en e- mailadres aangegeven. De netwerkbeheerders zelf zijn op de hoogte gesteld van het feit dat Fietsplatform aan de provincie heeft gevraagd om een vragenlijst in te vullen. 10

13 2.2. OPZET Bij de opzet van de herziene kwaliteitsmonitor is niet alleen gekeken naar de kwaliteit van de netwerken op dit moment, maar ook naar enkele basisvoorwaarden om de kwaliteit voor de toekomst te behouden. De herziene kwaliteitsmonitor bestaat uit twee onderdelen: 1) kwaliteit van de routenetwerken (knooppunt- en LF-routes) en 2) de kwaliteit van de randvoorwaarden. Onderdeel 1: Kwaliteit routenetwerken (knooppunt en LF-routes) De aspecten uit dit deel van de kwaliteitsmonitor zijn grotendeels direct en voor een kleiner deel indirect beïnvloedbaar door de netwerkbeheerders. Om de kwaliteit van de netwerken goed in beeld te brengen heeft het Fietsplatform gebruik gemaakt van diverse bronnen. De administratie van het Fietsplatform en het landelijk meldsysteem leverden samen met de antwoorden die provincies hebben gegeven op specifieke vragen, een groot deel van de input voor de onderdelen uitvoering en beheer en onderhoud van de netwerken. Het consumentenoordeel over de netwerken is ingebracht vanuit het CVO (Continu Vrijetijds onderzoek)en CVTO (Continu Vakantie Onderzoek). Het CVO en het CVTO zijn bestaande landelijke onderzoeken van het NBTC-NIPO Research die door de provincies veelal ook als standaard worden gebruikt. Het Fietsplatform werkt aan deze onderzoeken mee en laat hier specifieke extra vragen in meelopen over het gebruik van de routenetwerken. In deze onderzoeken heeft het publiek aangegeven welke waardering zij hebben voor verschillende aspecten van een fietstocht in de diverse gebieden in Nederland. Het verzamelen van de informatie uit de diverse bronnen is door het Fietsplatform uitgevoerd. De uitwerking van dit onderdeel is terug te vinden in hoofdstuk 3. Onderdeel 2: Kwaliteit randvoorwaarden De aspecten uit dit deel van de kwaliteitsmonitor zijn niet direct beïnvloedbaar door de netwerkbeheerders. De provincie heeft hier, door middel van het beleid, wel invloed op. Om de kwaliteit van de randvoorwaarden in beeld te brengen is gebruik gemaakt van de administratie van het Fietsplatform, consumentenoordeel (zie uitleg hierboven) en de antwoorden van de provincies op diverse vragen. Het verzamelen van de informatie uit de diverse bronnen is door het Fietsplatform uitgevoerd. De uitwerking van dit onderdeel is terug te vinden in hoofdstuk 4. Afspraken gemaakt en vastgelegd Voor (het behoud van) de kwaliteit van de routenetwerken is het belangrijk dat afspraken niet alleen mondeling zijn gemaakt, maar ook zijn vastgelegd. De praktijk wijst helaas uit dat afspraken vaak mondeling worden gemaakt tussen twee personen. Personeel wisselt en opvolging van afspraken is dan niet geregeld. Als afspraken (hoe eenvoudig ook) schriftelijk worden vastgelegd, wordt in principe gewaarborgd dat deze door een opvolger worden overgenomen. Dit verbetert de continuïteit van de afspraken over de netwerken en daarmee de kwaliteit ervan. Om deze reden is bij diverse indicatoren een vraag gesteld over het vastleggen van de afspraken KWALITEITSCERTIFICERING Voor beide onderdelen geldt dat het onderzoek niet gericht is op het aanwijzen van specifiek één provincie die wordt uitverkoren als de beste fietsprovincie. Het Fietsplatform gaat uit van een kwaliteitsbeoordeling waarbij provincies die het beter doen dan anderen, ook beter scoren. Gekozen is voor een sterrensysteem waarbij maximaal 5 sterren kunnen worden behaald. Het aantal behaalde sterren moet de regio s prikkelen om dit aantal bij een volgende meting te behouden of te vergroten. 11 2

14 Het Fietsplatform communiceert de objectieve kwaliteitscertificering, uitgedrukt in het aantal sterren van de regio s, ook richting het publiek. Daartoe is een logo ontworpen dat regio s ook mogen gebruiken in hun uitingen. Provincies met 4 of 5 sterren mogen met recht zeggen dat zij het op recreatief fietsgebied goed of uitstekend doen. Verbeterpunten zijn er altijd, dat geldt met name voor regio s met drie sterren. Toekenning punten Voor ieder aspect dat gemeten is, zijn antwoordcategorieën gemaakt waaraan een bepaald aantal punten is toegekend. Bij het toekennen van punten aan de diverse antwoordcategorieën is zoveel mogelijk getracht de maximale score alleen toe te kennen aan de gewenste situatie. Daarmee kan het dus voorkomen dat geen enkele regio het maximum aantal punten scoort. Het kan echter ook zijn dat alle regio s de maximale score behalen. Bij enkele indicatoren wordt uitgegaan van een gemiddelde waarde over heel Nederland. De provincies die ruim boven deze gemiddelde waarde scoren ontvangen het maximum aantal punten, provincies die er ruim onder scoren ontvangen geen punten. Het hanteren van deze werkwijze heeft tot gevolg dat er altijd regio s zijn die boven en onder het gemiddelde scoren. Het zal dus nooit zo zijn dat alle regio s op deze aspecten de maximale of minimale score behalen. In een groot deel van de provincies worden de regionale (knooppunt)netwerken beheerd door regio s, routebureaus of andere samenwerkingsverbanden. Dit heeft tot gevolg dat niet voor alle vragen een eenduidig antwoord voor de gehele provincie gegeven kan worden. Dit is opgelost door in de vragenlijst voor de provincies een antwoordcategorie op te nemen met: ja, in een deel van de provincie, namelijk:. Daarbij werden alle knooppuntnetwerken in de provincie specifiek benoemd. De provincie kon aankruisen voor welke netwerken het antwoord van toepassing was. Voor de puntentoekenning is per netwerk een percentage van de provincie berekend. De percentages van de netwerken die van toepassing waren zijn vervolgens opgeteld en op basis daarvan is een score berekend. Als een klein netwerk de zaken niet op orde heeft, heeft dit minder gevolgen voor de score dan wanneer de zaken in een relatief groot netwerk niet geregeld zijn. De scores op de onderdelen zijn samengebracht om te komen tot een totaalscore voor iedere provincie. Daarbij is een weging toegepast om tot een evenwichtige en realistische beoordeling te komen. Het ene aspect wordt belangrijker geacht dan het andere. Uitvoering, beheer en onderhoud en randvoorwaarden wegen alle drie ongeveer even zwaar (plm. 33%; resp. 176, 162 en 184 punten). Bij de randvoorwaarden wegen de vijf hoofdindicatoren alle ook ongeveer even zwaar (plm. 20%). Het consumentenoordeel weegt bij de meting van de kwaliteit van het routenetwerk (uitvoering en beheer/onderhoud) ongeveer 25% mee, bij de randvoorwaarden iets meer dan de helft. Binnen de totaalscore weegt het consumentenoordeel na de weging netto ongeveer éénderde mee (plm. 33%). Berekening aantal sterren Om het aantal sterren te berekenen wordt het totaal aantal behaalde punten gedeeld door het maximaal aantal punten dat behaald kan worden. Vervolgens wordt dit door 5 gedeeld. De score wordt daarna afgerond naar een heel getal. Daarbij is gekeken naar de score met twee cijfers achter de komma. 4,49 wordt daarbij 4 sterren en 4,50 levert 5 sterren op. Voor ieder van de twee onderdelen: kwaliteit routenetwerk en kwaliteit randvoorwaarden wordt apart een score in sterren gegeven. Het totaal aantal sterren dat aan de provincie wordt toegekend is geen gemiddelde van de sterrentoekenning van beide onderdelen, maar wordt bepaald op basis van het totaal aantal behaalde punten en het maximaal aantal te behalen punten. 12

15 Tabel 2: omrekening scores naar sterren Totaalscore Aantal sterren > 90% van de totale score 70%-90% van de totale score 50%-70% van de totale score 30%-50% van de totale score 10%-30% van de totale score 2.4. FIETSREGIO S - DE PROVINCIES De kwaliteitsmonitor richt zich op de 12 Nederlandse provincies. Deze indeling sluit aan op de wijze waarop het beheer, onderhoud en de aanleg van het fietsproduct in Nederland is georganiseerd. In de kwaliteitsmonitor van 2012 en 2013 werden ook enkele specifieke regio s meegenomen: de Waddeneilanden, Texel, drie Overijsselse regio's, de vier Gelderse streken, Noord- en Midden-Limburg en Zuid-Limburg. Doordat er minder financiële middelen beschikbaar waren was het Fietsplatform genoodzaakt tot een soberder aanpak. Specifieke regio s en hun onderscheidende kwaliteiten konden hierdoor helaas niet meer in de meting opgenomen worden. De provincie Flevoland was niet bereid om de vragenlijst voor de kwaliteitsmonitor in te vullen. Daardoor zou een zodanig groot deel van de gegevens ontbreken dat goede vergelijking niet meer mogelijk is. Er is dan ook besloten deze provincie niet mee te nemen in de kwaliteitsmeting. Om deze reden ontbreekt in de tabel de kolom met de provincie Flevoland. Wanneer in de tekst gesproken wordt over alle provincies, is Flevoland hier niet in meegenomen. Wel wordt bij beheer en onderhoud de situatie in Flevoland beschreven, vanwege het grote belang van de continuïteit van de routenetwerken. 13 2

16 14

17 3. Kwaliteitsmeting 3.1. BEOORDELINGSKADER Het doel van de kwaliteitsmonitor is om regio s te stimuleren de kwaliteit van het fietsrouteaanbod te behouden of naar een hoger niveau te tillen. Dit gaat het best als regio s invloed uit kunnen oefenen op de score die zij behalen. Dit onderdeel van de kwaliteitsmonitor richt zich daarom voornamelijk op door netwerkbeheerders/regio s beïnvloedbare indicatoren. De kwaliteit van de knooppunt- en LF-routes is gemeten op twee hoofdindicatoren: uitvoering en beheer/onderhoud. De kwaliteit is bepaald op basis van aantal subindicatoren die gemeten kunnen worden op diverse aspecten. Tabel 3 geeft een overzicht van de hoofdindicatoren, de subindicatoren en de gemeten aspecten. Verder welke definitie is gehanteerd en welke bronnen zijn gebruikt. Tabel 3: Beoordelingskader Kwaliteitsmonitor 2015, beoordelingskader 1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) 1.1 Uitvoering a Uitvoering bewegwijzering knooppuntroutes is bewegwijzering conform landelijke standaard? waardering consument kwaliteit bewegwijzering b Dichtheid knooppuntnetwerk is dichtheid conform landelijke norm? c Afstemming knooppuntroutes met andere fietsroutes zijn knooppunt- en LF-routes gesynchroniseerd? zijn er afspraken gemaakt over behoud synchronisatie? zijn afspraken vastgelegd over behoud synchronisatie? zijn netwerken afgestemd met aangrenzende regio s, sluiten ze goed aan? is behoud aansluiting gewaarborgd? is tracering bewegwijzerde themaroutes gelijk aan knooppuntroutes? zijn er afspraken gemaakt over behoud afstemming thema- en knooppuntroutes? zijn afspraken vastgelegd over behoud afstemming? d Kwaliteit paden en wegen waardering consument; kwaliteit paden en wegen waardering consument; drukte op fietspaden e Aantrekkelijkheid tracé waardering consument; aantrekkelijkheid omgeving waardering consument; kwaliteit routeverloop 1.2 Beheer en onderhoud a Verantwoordelijkheid beheer is netwerkbeheer van één knooppuntnetwerk in één hand? b Onderhoud bewegwijzering is vastgelegd wie onderhoud betaalt en wie het uitvoert? is onderhoud LF-en knooppuntbewegwijzering in één hand? zijn er afspraken gemaakt over exacte grens van het onderhoud? oplossingspercentage oplossingstermijn waardering consument; kwaliteit bewegwijzering c Onderhoud en actualisatie informatiepanelen is geregeld wie onderhoud van infopanelen uitvoert en betaalt? zijn afspraken over onderhoud infopanelen contractueel vastgelegd? worden panelen vervangen na beschadiging? worden panelen vervangen na routewijziging? d Omgang met wijzigingen in routes en tijdelijke omleidingen is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor beslissingen over routenetwerken? is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor financiering van routewijzigingen? is gelijktijdige wijziging LF-routes met fietsknooppuntroutes vastgelegd? is verantwoordelijkheid bewegwijzeren omleidingen bij wegopbrekingen vastgelegd? actief beleid om bekendheid te geven aan netwerk bij gemeenten/wegbeheerders? e Omgang met grote infrastructurele projecten is verantwoordelijkheid tijdige signalering problemen fietsroutenetwerken vastgelegd? stuurt provincie op behoud kwaliteit netwerken bij grote infrastructurele projecten? f Digitale bestanden fietsknooppuntnetwerk zijn digitale bestanden beschikbaar/uitwisselbaar? is er budget beschikbaar voor de actualisatie (min eens per jaar)? is vastgelegd dat routedata minimaal eens per jaar moeten worden geactualiseerd? stuurt provincie op actualiteit en uitwisselbaarheid bestanden fietsroutenetwerk? g Digitale bestekken bordlocaties zijn digitale bestekken van knooppuntnetwerk(en) aanwezig? is er budget beschikbaar om de bestekken actueel te houden? worden bestekken minimaal eens per jaar geactualiseerd? stuurt provincie op actualiteit van digitale bestekken? h Doorontwikkeling/kwaliteitsbehoud netwerk is er provinciaal beleid voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk? is er budget voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk? Bron (+ meeteenheid) Fietsplatform/administratie CVO/CVTO NBTC-NIPO reseach (rapportcijfer consument) Fietsplatform/routedatabank (lengte netwerk/ km2) Fietsplatform vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies CVO/CVTO NBTC-NIPO reseach (rapportcijfer consument) CVO/CVTO NBTC-NIPO reseach (rapportcijfer consument) CVO/CVTO NBTC-NIPO reseach CVO/CVTO NBTC-NIPO reseach administratie Fietsplatform vragenlijst provincies administratie Fietsplatform vragenlijst provincies landelijk meldsysteem (aantal opgeloste meldingen/aantal meldingen) landelijk meldsysteem (gem. aantal weken tussen melding en afmelding) CVO/CVTO NBTC-NIPO reseach (rapportcijfer consument) vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies Fietsplatform vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies vragenlijst provincies 15 2

18 3.2. RESULTATEN ONDERDEEL 1: KWALITEIT ROUTENETWERKEN Hieronder wordt per hoofd- en subindicator een toelichting gegeven op de meting en de puntentoekenning. Hoofdindicator 1.1: Uitvoering routenetwerken (knooppunt/lf) In de publicatie Recreatieve fietsroutenetwerken - welke kant op? (Fietsplatform, 2011) zijn adviezen gegeven over onder meer de dichtheid van het knooppuntnetwerk, de uitvoering van de bewegwijzering en de synchronisatie met de LF-routes. Gekeken is hoe de verschillende provincies en de eventuele regio's daarbinnen de adviezen uit deze notitie op het routenetwerk hebben toegepast. a. Uitvoering bewegwijzering Netwerk conform landelijke standaard Uniformiteit in de uitvoering van de routenetwerken draagt bij aan herkenbaarheid voor het publiek. Fietsers weten daarmee wat ze kunnen verwachten. Gekeken is of de bewegwijzering van de fietsroutenetwerken zijn uitgevoerd conform de landelijke standaard (systematiek, materiaalgebruik). Dit is in de meeste regio s het geval. Enkele regio s wijken hiervan af. Zo wordt in Noord-Brabant (nog) gebruik gemaakt van centrumverbindingen die niet tot de landelijke standaard behoren en is er in Zuid-Holland een regio die afwijkende borden gebruikt. In Amsterdam is een deel van de rechthoekige borden vervangen door aanduidingen op handwijzers en in Drenthe wordt een bewegwijzeringsystematiek gebruikt waarbij de borden van de rondritten onderdeel uitmaken van de knooppuntbewegwijzering. Deze afwijkingen verminderen de uniformiteit van het fietsknooppuntensysteem in Nederland. Dit geeft verwarring voor de fietser en maakt extra uitleg nodig. Waardering consument; kwaliteit bewegwijzering De waardering van de consument van de bewegwijzering van het routenetwerk is een goede indicator voor zowel de uitvoering als het onderhoud. Dit aspect wordt daarom bij beide onderdelen meegenomen. Tabel 4: Resultaten kwaliteitsmonitor; uitvoering bewegwijzering aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1 Uitvoering a Uitvoering bewegwijzering is bewegwijzering conform landelijke standaard? niet conform standaard 0 0 grotendeels conform standaard volledig conform standaard waardering consument: kwaliteit bewegwijzering gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2014 en CVTO ,7 8,1 8,2 7,8 7,9 7,9 7,6 7,5 7,8 7,8 7,7 onder gemiddeld (< 7,7) gemiddeld (7,7 t/m 7,8) boven gemiddeld (> 7,8) Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40) b. Dichtheid knooppuntnetwerken Het Fietsplatform heeft in de publicatie Recreatieve fietsroutenetwerken - welke kant op? (2011) advies gegeven over onder meer de dichtheid van het knooppuntnetwerk. Een netwerk moet een bepaalde dichtheid hebben om de fietser keuzes te bieden. Met de gegevens van het netwerk in de landelijke routedatabank kon een- 16

19 voudig de dichtheid berekend worden. Gemeten is of deze dichtheid binnen de marges van het advies valt. Alle provincies blijken aan de indicatieve norm te voldoen. Tabel 5: Resultaten kwaliteitsmonitor; dichtheid knooppuntnetwerk(en) aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1 Uitvoering b Dichtheid knooppuntnetwerk(en) is dichtheid conform landelijke norm? niet conform landelijke norm 0 conform landelijke norm Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40) c. Afstemming routes en regio s Een knooppuntnetwerk staat niet op zichzelf. Het is onderdeel van het geheel aan fietsroutenetwerken in Nederland. Het sluit aan op andere knooppuntnetwerken, op LF-routes en op themaroutes. Het is belangrijk dat afstemming met deze netwerken en routes plaatsvindt. Synchronisatie LF-routes en knooppuntroutes Landelijk wordt gestreefd naar een situatie waarbij LF-routes altijd eenzelfde tracé volgen als de knooppuntroutes en de bewegwijzering van beide soorten routes gezamenlijk aan één drager is bevestigd. Deze combinatie is prettig voor de recreatieve fietser, die kan daardoor eenvoudig overstappen. Daarnaast is bewegwijzering door synchronisatie duidelijker en minder ontsierend in het landschap. Bovendien kan hiermee efficiencyvoordeel in het onderhoud worden behaald. Het al dan niet gesynchroniseerd zijn is als kwaliteitsindicator meegenomen. In veel regio s is sprake van volledige synchronisatie van de LFen de knooppuntroutes. In enkele regio s is dat nog niet gelukt. Redenen hiervoor waren bijvoorbeeld: gemeenten die niet instemden met verplaatsing van het tracé of regio s die toezeggingen hebben gedaan de knooppuntroute te verplaatsen naar het LF-tracé maar dit nog niet hebben uitgevoerd. Het behoud van de tot stand gebrachte synchronisatie is van belang. Daarom is aan de provincies gevraagd of er afspraken zijn gemaakt over het behoud van de synchronisatie én of deze afspraken zijn vastgelegd. Afstemming met aangrenzende regio s Aan iedere regio zitten grenzen. Het komt de kwaliteit van Nederland als fietsland ten goede als de fietser zo min mogelijk van deze bestuurlijke grenzen merkt. Hij moet via de knooppunt- en LF-routes ongestoord van de ene naar de andere regio kunnen fietsen. Om dit mogelijk te maken dienen bewegwijzering en tracering tussen twee aangrenzende regio s naadloos op elkaar aan te sluiten. Niet alleen op papier, maar ook in het veld. Aangezien het ondoenlijk is om alle grenzen in het veld te controleren, is aan de provincies gevraagd of de netwerken zijn afgestemd met de aangrenzende regio s. 17 2

20 Omdat het belangrijk is dat die aansluitingen behouden blijven als routes wijzigen, is tevens gevraagd of het behoud van de aansluiting is gewaarborgd. Ter controle is gevraagd op welke wijze dat gebeurt. In veel provincies is dit goed geregeld, in Gelderland, Noord-Holland en Zuid-Holland nog niet bij alle netwerken volledig. Afstemming met themaroutes Knooppuntnetwerken vormen de basis voor ontelbare fietstochten. Landelijk beleid is dat tracés van de oorspronkelijke bewegwijzerde themaroutes worden opgenomen in de knooppuntnetwerken en dat deze routes vervolgens zo veel mogelijk worden gesaneerd. Alleen voor sterke thema's is een eigen bewegwijzering naast knooppuntbewegwijzering relevant, vooral uit oogpunt van herkenbaarheid en marketing van deze route-iconen. Het saneren van themaroutes komt verderop aan de orde. Bij dit onderdeel gaat het erom of bestaande/resterende themaroutes gebruik maken van dezelfde paden en wegen als de knooppuntroutes. Voor de kwaliteitsmonitor is gevraagd a) of de tracering van de themaroutes over de knooppuntroutes loopt, b) of afspraken over de afstemming zijn gemaakt en c) of deze zijn vastgelegd. Tabel 6: Resultaten kwaliteitsmonitor; afstemming routes en regio s aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1 Uitvoering c Afstemming routes en regio's zijn knooppunt- en LF-routes gesynchroniseerd? nee 0 ja, grotendeels ja, volledig zijn er afspraken gemaakt over behoud synchronisatie? nee 0 ja, voor deel van provincie 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie zijn afspraken vastgelegd over behoud synchronisatie? nee, niet vastgelegd 0 0 ja, voor deel van provincie 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor gehele provincie zijn netwerken afgestemd met aangrenzende regio s, sluiten ze goed aan? nee 0 ja, voor een deel 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie is behoud aansluiting gewaarborgd? nee 0 ja, voor deel van provincie ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 ja, voor de gehele provincie is tracering bewegwijzerde themaroutes gelijk aan knooppuntroutes? nee 0 ja, voor een deel van de provincie ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) ja, voor gehele provincie zijn er afspraken gemaakt over behoud afstemming thema- en knooppuntroutes? nee 0 ja, voor een deel ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 ja, voor de gehele provincie zijn afspraken vastgelegd over behoud afstemming? nee ja, voor deel van de provincie (< 75%) ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 ja, voor de gehele provincie Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40) 18

21 In enkele provincies zijn themaroutes volledig geïntegreerd en gesaneerd. Als er geen themaroutes meer bewegwijzerd zijn, zijn er ook geen afspraken nodig over de afstemming en hoeven deze ook niet vastgelegd te worden. Deze provincies krijgen dan het maximaal aantal punten op het onderdeel afstemming. d. Kwaliteit paden en wegen Waardering consument kwaliteit paden en wegen Het is onmogelijk om de kwaliteit van de paden en wegen in het veld te meten. Daarom is voor dit onderdeel gebruik gemaakt van het oordeel van de consument. Zowel in het CVO als in het CVTO is gevraagd naar de waardering van de consument op het onderdeel kwaliteit van de paden en wegen. Consumenten hebben een rapportcijfer gegeven. Hieruit is door het NBTC-NIPO research een gemiddeld cijfer per provincie berekend. De waardering ligt dicht bij elkaar (tussen 7,8 en 8,3; gemiddeld 7,95). In deze kwaliteitsmonitor is per provincie gekeken of de waardering van de consument boven of onder het gemiddelde is. De provincies Friesland, Drenthe, Utrecht en Zeeland scoorden bovengemiddeld en kregen 3 punten. Waardering consument drukte op paden en wegen Een weg of pad kan goed asfalt hebben en goed onderhouden worden. Maar als de breedte van het pad of het aantal beschikbare paden en wegen niet is afgestemd op de drukte in het gebied, voldoet het pad toch niet aan de kwaliteit die de fietser wenst. Daarom is ook de beleving van de drukte op paden en wegen in het onderdeel kwaliteit meegewogen. Zowel in CVO als in het CVTO is aan de fietsers gevraagd een rapportcijfer te geven aan de drukte op de fietspaden. Het cijfer varieert tussen de 7,3 en 8,6 met een gemiddelde van 7,74. De provincies Friesland en Zeeland scoren op dit onderdeel bovengemiddeld en kregen daarvoor 3 punten. Omdat de waardering van de consument van de kwaliteit van de paden en wegen belangrijker wordt geacht dan de drukte op de fietspaden wordt deze score zwaarder meegewogen in het totaal. Tabel 7: Resultaten kwaliteitsmonitor; kwaliteit paden en wegen aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1 Uitvoering d Kwaliteit paden en wegen waardering consument; kwaliteit paden en wegen gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2014 en CVTO ,9 8,3 8,1 7,9 8,0 8,1 7,8 7,9 8,1 8,0 7,8 onder gemiddeld (< 7,9) gemiddeld (7,9-8,0) boven gemiddeld (> 8,0) waardering consument; drukte op fietspaden gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2014 en CVTO ,6 8,1 7,8 7,8 7,8 7,5 7,3 7,7 8,0 7,3 7,7 onder gemiddeld (< 7,7) gemiddeld (7,7 en 7,8) boven gemiddeld (> 7,8) Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40) e. Aantrekkelijkheid tracé Aantrekkelijkheid van een tracé is zeer subjectief. Door veel mensen hierover te bevragen kan echter toch een objectieve vergelijking gemaakt worden. De aantrekkelijkheid van het tracé kan worden bepaald door de waardering van de consument op het onderdeel aantrekkelijkheid van de omgeving én de kwaliteit van het route- 19 2

22 verloop. Achterliggende gedachte is dat door de tracékeuze een beeld van de omgeving aan de fietser wordt gegeven. Met slimme keuzes kunnen aantrekkelijke delen van de omgeving getoond worden. Daarmee heeft de regio, die de routekeuzes maakt, invloed op de beeldvorming van de consument over de omgeving. Ook voor dit onderdeel is gebruik gemaakt van de waardering die de consument heeft aangegeven in het CVO en CVTO. De gemiddelde rapportcijfers per provincie voor de aantrekkelijkheid van het tracé variëren tussen de 8 en de 8,6 waarbij een gemiddelde over alle provincies ligt op 8,29. De provincies Friesland, Drenthe, Gelderland en Utrecht scoren bovengemiddeld en krijgen 3 punten. De rapportcijfers voor de kwaliteit van het routeverloop liggen lager; tussen de 7,6 en de 8,2 met een gemiddelde van 7,80. De provincies Friesland, Drenthe en Gelderland scoren ook hierbij bovengemiddeld en krijgen 3 punten. De beide scores worden even zwaar meegewogen in het totaaloverzicht. Tabel 8: Resultaten kwaliteitsmonitor; aantrekkelijkheid tracering aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1 Uitvoering e Aantrekkelijkheid tracé waardering consument; aantrekkelijkheid omgeving gemiddeld rapportcijfer uit CVO2014 en CVTO ,0 8,6 8,6 8,3 8,4 8,5 8,2 8,1 8,3 8,1 8,2 onder gemiddeld (< 8,2) gemiddeld (8,2 en 8,3) boven gemiddeld (> 8,3) waardering consument; kwaliteit routeverloop gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2014 en CVTO ,6 8,1 8,2 7,7 7,9 7,8 7,7 7,6 7,8 7,8 7,8 onder gemiddeld (< 7,7) gemiddeld (7,7 en 7,8) boven gemiddeld (> 7,8) Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40) Hoofdindicator 1.2: beheer en onderhoud routenetwerken a. Verantwoordelijkheid beheer Ligt netwerkbeheer van één netwerk in één hand? Om goed beheer van het routenetwerk te kunnen waarborgen is het belangrijk dat één partij aanspreekbaar is voor het volledige netwerk. Wenselijk is dat er per netwerk één partij is die beslissingen kan nemen en dat er één aanspreekpunt is. Dit is bijv. belangrijk bij routewijzigingen, publicaties of belangenbehartiging. Het afstemmen met aangrenzende regio s, met LF-netwerken en met thematische routes werkt efficiënter en is minder foutgevoelig als er één partij is die beslissing kan nemen. Het Fietsplatform heeft overzicht van alle netwerkbeheerders. Bekend is wie voor welk (deel van) het netwerk verantwoordelijk is. Dat overzicht is de basis voor de score op het onderdeel: ligt het netwerkbeheer van één knooppuntnetwerk in één hand? In vrijwel alle provincies is dit goed geregeld, met uitzondering van Flevoland 1 en Noord-Holland. 1 Hoewel Flevoland niet heeft meegewerkt aan de kwaliteitsmonitor beschrijven we hier wel de actuele situatie in deze provincie wat betreft het beheer en onderhoud, vanwege het grote belang van de continuïteit van de routenetwerken. 20

23 Tabel 9: Resultaten kwaliteitsmonitor; beheer netwerk aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2 Beheer en onderhoud a Verantwoordelijkheid beheer is netwerkbeheer van één knooppuntnetwerk in één hand? niet één beheerder per netwerk 0 deel provincie één beheerder per netwerk (< 75%) 1 overgrote deel van de provincie één beheerder per netwerk (> 75%) 2 2 gehele provincie één beheerder per netwerk Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40) b. Onderhoud bewegwijzering Is vastgelegd wie het onderhoud uitvoert en wie het betaalt? Dat onderhoud van de bewegwijzering van groot belang is behoeft geen uitleg. Om onderhoud goed uit te kunnen voeren, is het allereerst van belang dat goede afspraken zijn gemaakt. Om het onderhoud te kunnen waarborgen, dient vastgelegd te zijn wie het onderhoud betaalt en wie het uitvoert. Dit is een belangrijke graadmeter voor de daadwerkelijk kwaliteit van het onderhoud nu en in de toekomst. Voor de LF-routes is dit geregeld door het Fietsplatform. Aan de provincies is gevraagd of is vastgelegd wie het onderhoud van het fietsknooppuntnetwerk betaalt en wie het uitvoert. In vrijwel heel Nederland is dit goed vastgelegd. In Flevoland, Noord- Holland en Zuid-Holland zijn nog enkele regio s waar dit niet geregeld is. Ligt het onderhoud van fietsknooppuntnetwerken en LF-routes in één hand? Landelijk beleid is dat de tracés van LF-routes en knooppuntroutes gecombineerd zijn en de bewegwijzering op dezelfde palen is aangebracht. Om deze synchronisatie in stand te houden is het belangrijk dat beide soorten borden door dezelfde organisatie worden onderhouden. Als het onderhoud van beide routes in één hand ligt, is dit enerzijds efficiënt en anderzijds een goede basis voor het behoud van de synchronisatie van beide routes. Bij het Fietsplatform is bekend in welke regio s het onderhoud van beide soorten routes bij dezelfde organisatie ligt. Het Fietsplatform heeft de afgelopen jaren veel tijd gestoken in het onderbrengen van het LF-onderhoud bij de organisatie die ook het knooppuntonderhoud in beheer heeft. Dit is voor vrijwel heel Nederland gelukt. Alleen in Flevoland, Zuid-Holland en klein deel van Noord-Holland is dat nog niet het geval. In Zuid-Holland wordt op dit moment gewerkt aan een verandering van deze situatie. Verwacht wordt dat dit in de loop van 2015 geregeld zal zijn. In Flevoland ligt het onderhoud van LF-en fietsknooppuntnetwerken slechts bij één van de 5 netwerken in één hand. Zijn afspraken gemaakt over de exacte grens van het onderhoud? Voor ieder bord dient duidelijk te zijn wie het onderhoud uitvoert en wie de kosten daarvoor draagt. In theorie lijkt dit eenvoudig, maar in de praktijk blijkt het niet altijd duidelijk te zijn waar de exacte grens van de regio of onderhoudsverplichting ligt. Daardoor ontstaan stukken niemandsland waar geen onderhoud wordt uitgevoerd. De situaties waarin afspraken niet duidelijk zijn komen naar voren wanneer op die locaties meldingen in het landelijk meldsysteem worden gedaan. De melding wordt automatisch doorgestuurd naar de regio waarbinnen de melding valt. De netwerkbeheerder geeft aan dat het niet zijn verantwoordelijkheid is. Vervolgens gaat 21 2

Kwaliteitsmonitor fietsregio s

Kwaliteitsmonitor fietsregio s Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2017 Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2017 Stichting Landelijk Fietsplatform mei 2017 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting blz. 4 1. Inleiding 6 1.1. Nederland Fietsland 6 1.2.

Nadere informatie

Fietsrecreatiemonitor en kwaliteitsmonitor

Fietsrecreatiemonitor en kwaliteitsmonitor Jubileumsymposium Fietsplatform, Driebergen, 10 mei 2012 Fietsrecreatiemonitor en kwaliteitsmonitor Eric Nijland, directeur Fietsplatform beheer KWALITEIT! voorlichting monitoring 2 Monitoring kennis van

Nadere informatie

Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2013

Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2013 Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2013 september 2013 nederlandfietsland.nl Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2013 Stichting Landelijk Fietsplatform september 2013 1 2 2 Inhoudsopgave Samenvatting blz. 4 1.

Nadere informatie

25 jaar Fietsplatform waar staan we?

25 jaar Fietsplatform waar staan we? Jubileumcongres Fietsplatform, Driebergen, 10 mei 2012 25 jaar Fietsplatform waar staan we? Jan Dijkema, voorzitter Fietsplatform organisatie Vertegenwoordigd in bestuur: Strategische samenwerkingspartners:

Nadere informatie

Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten

Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten Stichting Landelijk Fietsplatform Postbus 846 3800 AV Amersfoort 033-4653656 info@fietsplatform.nl Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten Kerncijfers fietsdagtochten 2012/2013 Aantal fietsdagtochten

Nadere informatie

Route-netwerk-bijeenkomst. 22 mei 2014, Geofort, Herwijnen

Route-netwerk-bijeenkomst. 22 mei 2014, Geofort, Herwijnen Route-netwerk-bijeenkomst 22 mei 2014, Geofort, Herwijnen Route-netwerk-bijeenkomst 22 mei 2014, Geofort, Herwijnen Wandelnet/Fietsplatform waar staan we/ waar gaan we naar toe? Spanningsveld: Wandelen/fietsen

Nadere informatie

Verdieping Fietsdagtochten

Verdieping Fietsdagtochten Verdieping Fietsdagtochten (2013) Het Fietsplatform presenteert met de Fietsrecreatiemonitor cijfers en trends rondom het recreatieve fietsen in Nederland. Deze verdieping is een aanvulling op de cijfers

Nadere informatie

Fietsknooppuntensysteem 2.0. Rapportage van het onderzoek naar verbetermogelijkheden van het Zeeuwse fietsknooppuntensysteem

Fietsknooppuntensysteem 2.0. Rapportage van het onderzoek naar verbetermogelijkheden van het Zeeuwse fietsknooppuntensysteem Fietsknooppuntensysteem 2.0 Rapportage van het onderzoek naar verbetermogelijkheden van het Zeeuwse fietsknooppuntensysteem Achtergrond onderzoek Als onderdeel van de businesscase recreatieve infrastructuur

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012) Bekendheid Overijsselse regio s Rapportage meting 4 (december 202) NBTCNIPO Research Postadres Postbus 63470 2502 JL Den Haag Bezoekadres Prinses Catharina Amaliastraat 5, Den Haag Grote Bickersstraat

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost INTERN. Beantwoording statenvragen CU recreatief fietsen

PROVINCIE FLEVOLAND. Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost INTERN. Beantwoording statenvragen CU recreatief fietsen PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost Telefoon (0320)-265265 Fox (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland. nl Website www.flevoland.nl

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Recreatieve routenetwerken. Recreatieve Routenetwerken

Recreatieve routenetwerken. Recreatieve Routenetwerken Recreatieve routenetwerken Frans Meijdam TeVoet Jeanette van t Zelfde ANWB Wie is de recreant? Wandelaar Fietser Watersporter Type recreant: Ommetjes Dagrondjes Kilometermaker Wat wil de recreant? Beleving

Nadere informatie

Brug slaan tussen recreatief en utilitair fietsen. Eric Nijland, directeur Landelijk Fietsplatform

Brug slaan tussen recreatief en utilitair fietsen. Eric Nijland, directeur Landelijk Fietsplatform Brug slaan tussen recreatief en utilitair fietsen Eric Nijland, directeur Landelijk Fietsplatform www.fietsplatform.nl Nationaal Fietscongres; Rotterdam 21-06-2018 Inhoud Recreatief fietsen in NL Organisatie

Nadere informatie

Uitgangspunten voor selectie indicatoren

Uitgangspunten voor selectie indicatoren Uitgangspunten voor selectie indicatoren Startvragen 1 Beginnen met doorontwikkeling indicatoren OF eerst investeren in betere doelstellingen OF beide tegelijk? 4 commissies: grote verscheidenheid of grote

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 0-meting december 2008 Rapportage: januari 2009 Bestemd voor: Jolanda Vrolijk, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260 MG Leidschendam

Nadere informatie

Kennis over routestructuren in Brabant 2013

Kennis over routestructuren in Brabant 2013 Kennis over routestructuren in Brabant 2013 Totale bestedinge paardensport Onderlegger bij factsheets fietsen, wandelen, mountainbiken, varen en paardensport in Brabant bestedingen Besteding door paardensporter

Nadere informatie

Toekomstvisie recreatieve fietsroutestructuur. Bouwsteen voor Actieagenda 2020

Toekomstvisie recreatieve fietsroutestructuur. Bouwsteen voor Actieagenda 2020 Toekomstvisie recreatieve fietsroutestructuur Bouwsteen voor Actieagenda 2020 voorverkenning 20 februari 2016 Inhoud Aanleiding blz. 2 Kerncijfers 3 Aanpak: Toekomstvisie > Actieagenda 2020 5 Projectgroep

Nadere informatie

Recreatieve fietsroutenetwerken Welke kant op?

Recreatieve fietsroutenetwerken Welke kant op? Recreatieve fietsroutenetwerken Welke kant op? Adviesnotitie maart 2011 Advies voor beheer, productontwikkeling en promotie LF-netwerk en knooppunt - netwerken, uitgegeven door stichting Landelijk Fietsplatform.

Nadere informatie

Kracht van regiomerken onderzoek 2013 Provincie Flevoland. Den Haag, december 2013

Kracht van regiomerken onderzoek 2013 Provincie Flevoland. Den Haag, december 2013 Kracht van regiomerken onderzoek 2013 Provincie Flevoland Den Haag, december 2013 Aanleiding onderzoek regiobranding gaat tegenwoordig verder dan alleen promotie ontwikkeling van toeristisch merk inzicht

Nadere informatie

Tenzij anders staat aangegeven, bevat het rapport gemiddelde scores (schoolcijfer).

Tenzij anders staat aangegeven, bevat het rapport gemiddelde scores (schoolcijfer). Instelling: (45) Stadsarchief Amsterdam Toelichting op het rapport Dit rapport bestaat uit 3 onderdelen. Deel 1 Resultaten Dit deel bevat de actuele resultaten van uw instelling. Indien eerder aan de Kwaliteitsmonitor

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 2-meting december Rapportage: januari 2011 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260

Nadere informatie

Verdieping Fietsvakanties

Verdieping Fietsvakanties Verdieping Fietsvakanties (2013) Het Fietsplatform presenteert met de Fietsrecreatiemonitor cijfers en trends rondom het recreatieve fietsen in Nederland. Deze verdieping is een aanvulling op de cijfers

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Groningen

Recreatief fietsen in Groningen Recreatief fietsen in Groningen Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Groningen en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Groningen mogelijk te maken? nov 16 Woord

Nadere informatie

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond Aanvullend advies aan het Interprovinciaal Overleg over de verdelingsvraagstukken samenhangend met de BBL-oud-grond Juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 2

Nadere informatie

Zicht op Nederland Fietsland

Zicht op Nederland Fietsland Zicht op Nederland Fietsland Samenvatting - juli 2009 Kansen verzilveren Investeren in recreatief fietsen loont! In Nederland worden jaarlijks miljoenen recreatieve fietstochten gemaakt. Ritjes van een

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 1-meting december Rapportage: januari 2010 Bestemd voor: Jolanda Vrolijk, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260 MG Leidschendam

Nadere informatie

Jaarverslag 2011 2013 Stichting Landelijk Fietsplatform

Jaarverslag 2011 2013 Stichting Landelijk Fietsplatform Jaarverslag 2011 2013 Stichting Landelijk Fietsplatform 2 Stichting Landelijk Fietsplatform, Amersfoort, juni 2014 Postbus 846, 3800 AV Amersfoort tel.: 033-4653656 e-mail: info@fietsplatform.nl internet:

Nadere informatie

Bedrijfsprofiel. 1 & 2 sterrenhotels in beeld. Anders denken, anders doen. In dit profiel: Van Spronsen & Partners horeca-advies December 2006

Bedrijfsprofiel. 1 & 2 sterrenhotels in beeld. Anders denken, anders doen. In dit profiel: Van Spronsen & Partners horeca-advies December 2006 Bedrijfsprofiel 1 & 2 sterrenhotels in beeld Van Spronsen & Partners horeca-advies December 26 In dit profiel: Aanbod - - - - - - - - - - - - - - - -2 Ontwikkeling - - - - - - - - - - - - 3 Branche onder

Nadere informatie

Analyse resultaten CVO 2014

Analyse resultaten CVO 2014 Analyse resultaten CVO 2014 Toelichting: Deze analyse heeft betrekking op toeristische binnenlandse vakanties. Vakanties van vaste standplaatshouders zijn hierin niet meegenomen, omdat de CVO cijfers van

Nadere informatie

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16 Gemeenschappelijk onderzoek provincies en Rijkswaterstaat: aanvullende analyses Augustus 2013 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Doorstroming 5 3. Wegwerkzaamheden 7 4. Informatie 11 5. Aangeven maximumsnelheid

Nadere informatie

Verkiezing en methode

Verkiezing en methode Verkiezingsuitslag Verkiezing en methode Het Leukste uitje van het Jaar wordt bepaald op basis van een onderzoek onder ANWB leden. Dit onderzoek bestaat uit twee rondes, namelijk een nominatieronde en

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan. Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.

Nadere informatie

Resultaten Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven Instelling: (17) Regionaal Archief Leiden

Resultaten Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven Instelling: (17) Regionaal Archief Leiden Instelling: (17) Regionaal Archief Leiden Toelichting op het rapport Dit rapport bevat een samenvatting van de belangrijkste resultaten van de 2007-meting van de Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven.

Nadere informatie

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in de Provinciale Staten Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september

Nadere informatie

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl 0317-750645 1 De GDI omvat de 3 dimensies van duurzaamheid: Mens & Maatschappij,

Nadere informatie

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies Stand van zaken gemeentelijke woonvisies Colofon Teksten Jeroen de Leede (VNG) Dataverwerking Marieke de Haan (VNG Informatiecentrum) Opmaak Chris Koning (VNG) Januari 2016 2 Vereniging van Nederlandse

Nadere informatie

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018 Basisscholen in krimpgebieden in 2017/2018 In welke provincies sluiten de meeste basisscholen? Aan het begin van 2017/2018 zijn in Groningen, Zeeland, Limburg en Flevoland rond 2% van de basisscholen gesloten

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Friesland

Recreatief fietsen in Friesland Recreatief fietsen in Friesland Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Friesland en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Friesland mogelijk te maken? nov 16 Woord

Nadere informatie

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor: 2006 2007

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor: 2006 2007 Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Judith de Jong, Marloes Loermans, Marjan van der Maat, De aanvullende tandzorgverzekering, NIVEL, 2008) worden gebruikt.u

Nadere informatie

Investeren in de fiets: gegarandeerd rendement 29 oktober 2008

Investeren in de fiets: gegarandeerd rendement 29 oktober 2008 De economische waarde van welkom recreatief fietsen Investeren in de fiets: gegarandeerd rendement 29 oktober 2008 De economische waarde van recreatief fietsen Voorzitter: Maartje Schlebusch bestuurslid

Nadere informatie

Inwoners grote steden mopperen meer over hun stad

Inwoners grote steden mopperen meer over hun stad Inwoners grote steden mopperen meer over hun stad Bewoners van grote steden zijn veel kritischer over hun woonplaats dan in kleinere steden. Ze klagen met name over de onveiligheid en onrust. Ook de medebewoners

Nadere informatie

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent.

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent. Raadsvoorstel Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent. AGENDAPUNT NO. 9. AAN DE RAAD Samenvatting Vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu is met

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, januari 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2 1.1

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Nederland

Recreatief fietsen in Nederland Recreatief fietsen in Nederland Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Nederland en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Nederland mogelijk te maken? nov 16 Woord

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Zeeland

Recreatief fietsen in Zeeland Recreatief fietsen in Zeeland Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Zeeland en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Zeeland mogelijk te maken? nov 16 Woord vooraf

Nadere informatie

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY. april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk.

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY. april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl Inhoudsopgave Inleiding 3 Samenvatting 5 Onderzoeksvariabelen

Nadere informatie

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013. Gemeente Vlissingen

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013. Gemeente Vlissingen MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013 Gemeente Vlissingen Voorwoord Groningen, september 2013 Voor u ligt het resultaat van het in 2012 en 2013 gehouden onderzoek naar de MKBvriendelijkste

Nadere informatie

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN.

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN. ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN HOOFDRAPPORTAGE www.klantok.nl O Inhoudsopgave Æ Inleiding 3 Æ Samenvatting 4 Æ Een overall beeld 5 Het onderzoek 5 Toegekend eindcijfer vervoer 6 Beoordeling

Nadere informatie

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016 MAAKT HET WAAR Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016 Geldshop, onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, heeft een grootschalig onderzoek gedaan naar leningaanvragen voor

Nadere informatie

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten.

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten. Ing. maart 2014 PS2014-1 2014-0039 PS23/4 Van: geurt van de kerk Verzonden: maandag 10 maart 2014 9:44 Aan: info@gdindex.nl Onderwerp: Gemeentelijke duurzaamheidsindex GDI#2014

Nadere informatie

Inzicht kwaliteit routestructuren

Inzicht kwaliteit routestructuren Inzicht kwaliteit routestructuren Kwaliteitsimpuls Routestructuren 2015 Monica Wagenaar De Afdeling Onderzoek in opdracht van Marketing Oost Zwolle/Zutphen versie 16-07-2015 (concept) Inhoud 1 Inleiding...

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 3-meting december 2011 Rapportage: januari 2012 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Flevoland

Recreatief fietsen in Flevoland Recreatief fietsen in Flevoland Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Flevoland en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Flevoland mogelijk te maken? nov 16 Woord

Nadere informatie

Rapporteigenschappen. Netto respons

Rapporteigenschappen. Netto respons Rapporteigenschappen Dit is de POK rapportage van het jaar: 2016 De laatste meting voor Ridderkerk ging over het jaar: Aantal organisaties in de totale benchmark 20 Gekozen selectiegroep in dit rapport

Nadere informatie

Rapporteigenschappen. Netto respons

Rapporteigenschappen. Netto respons Rapporteigenschappen Dit is de POK rapportage van het jaar: 2016 De laatste meting voor Terneuzen ging over het jaar: Aantal organisaties in de totale benchmark 20 Gekozen selectiegroep in dit rapport

Nadere informatie

Bespreekpunten Kennis nemen van de stand van zaken wandelroutenetwerk Regio Amersfoort. Kennis nemen van de concept-uitvraag voor de offerte.

Bespreekpunten Kennis nemen van de stand van zaken wandelroutenetwerk Regio Amersfoort. Kennis nemen van de concept-uitvraag voor de offerte. Agendapunt 3 Vergadering : Bestuurlijk Overleg Recreatie & Toerisme Regio Amersfoort Datum : 22 november 2018 Onderwerp : Wandelroutenetwerk Bijlagen : Concept-uitvraag offerte Bespreekpunten Kennis nemen

Nadere informatie

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Inspectie Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Samenvatting Opzet belevingsonderzoek naar klanttevredenheid De Inspectie heeft een belevingsonderzoek naar klanttevredenheid gedaan, om inzicht

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2015-2016 Samenvatting van de monitor 2015-2016 en de volgmodules najaar 2016 Platform Praktijkonderwijs december 2016 Definitieve versie 161208 1 Vooraf In de periode

Nadere informatie

Verduurzamen, verbinden, vertrouwen. Adviezen van het culturele werkveld aan nieuwe Gedeputeerde Staten

Verduurzamen, verbinden, vertrouwen. Adviezen van het culturele werkveld aan nieuwe Gedeputeerde Staten Verduurzamen, verbinden, vertrouwen Adviezen van het culturele werkveld aan nieuwe Gedeputeerde Staten Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst, Utrecht 2019 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Noord-Holland

Recreatief fietsen in Noord-Holland Recreatief fietsen in Noord-Holland Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Noord-Holland en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Noord-Holland mogelijk te maken?

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Drenthe

Recreatief fietsen in Drenthe Recreatief fietsen in Drenthe Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Drenthe en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Drenthe mogelijk te maken? nov 16 Woord vooraf

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

BELEIDSCYCLUS MISSIE VISIE AMBITIE 2016: DE NTFU OP KOP STRATEGISCHE PIJLERS VOORWAARDEN

BELEIDSCYCLUS MISSIE VISIE AMBITIE 2016: DE NTFU OP KOP STRATEGISCHE PIJLERS VOORWAARDEN NTFU JAARPLAN 2015 BELEIDSCYCLUS MISSIE VISIE AMBITIE 2016: DE NTFU OP KOP STRATEGISCHE PIJLERS MARKTPOSITIE BELANGENBEHARTIGING VOORWAARDEN STERKE BONDSORGANISATIE INNOVATIEF HANDELEN NAAMSBEKENDHEID

Nadere informatie

Graydon studie. Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven Q2 2015.

Graydon studie. Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven Q2 2015. Graydon studie. Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven. Inleiding Het betaalgedrag van het Nederlandse bedrijfsleven was nog nooit zo positief als tijdens het tweede kwartaal van 2015. Dat blijkt uit de

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Rapportage verkenning snelfietsroutes / (hoogwaardige) regionale fietsverbindingen Purmerend Zaanstad en Purmerend-Hoorn

Rapportage verkenning snelfietsroutes / (hoogwaardige) regionale fietsverbindingen Purmerend Zaanstad en Purmerend-Hoorn Rapportage verkenning snelfietsroutes / (hoogwaardige) regionale fietsverbindingen Purmerend Zaanstad en Purmerend-Hoorn In het kader van de MIRT-verkenning corridor Amsterdam- Hoorn Datum: 13 mei 2016

Nadere informatie

Resultaten BTO. Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek. BRZO inspectiejaar Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring

Resultaten BTO. Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek. BRZO inspectiejaar Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring Resultaten BTO Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek BRZO inspectiejaar 11 Colofon Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring Datum 4 juli 12 Status Eindversie Samenvatting De aanpak van LAT

Nadere informatie

INTENTIEVERKLARING HOOGWAARDIG FIETSNETWERK GOOI EN VECHTSTREEK

INTENTIEVERKLARING HOOGWAARDIG FIETSNETWERK GOOI EN VECHTSTREEK INTENTIEVERKLARING HOOGWAARDIG FIETSNETWERK GOOI EN VECHTSTREEK Over een samenhangend netwerk van hoogwaardige fietsroutes in regio Gooi en Vechtstreek PREAMBULE Overwegende dat: - In het onderzoek voor

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Utrecht, juli 2011 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Utrecht

Recreatief fietsen in Utrecht Recreatief fietsen in Utrecht Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Utrecht en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Utrecht mogelijk te maken? nov 16 Woord vooraf

Nadere informatie

Graydon studie: Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven 2015.

Graydon studie: Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven 2015. Graydon studie: Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven. Inleiding Als het gaat om betaalgedrag van het Nederlandse bedrijfsleven kunnen we met een tevreden gevoel terugkijken op. Dat blijkt als we niet

Nadere informatie

Eerste resultaten onderzoek aardbevingen en imagoschade Noord-Groningen

Eerste resultaten onderzoek aardbevingen en imagoschade Noord-Groningen Eerste resultaten onderzoek aardbevingen en imagoschade Noord-Groningen Eerste resultaten onderzoek aardbevingen en imagoschade Noord- Groningen Auteur: Dr. Karel Jan Alsem Juni 2013 Kenniscentrum Ondernemerschap

Nadere informatie

f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Groen 2014-O.docx Grip op groen.veilig en heel

f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Groen 2014-O.docx Grip op groen.veilig en heel f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Groen 2014-O.docx Grip op groen.veilig en heel Versie 24-09-2014 Openbare Werken Beleidsplan wegen Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1 Inleiding... 2 2 Situatie gemeentelijk

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Module 3. Fiets. Inleiding

Module 3. Fiets. Inleiding Module 3. Fiets Inleiding Modulaire opbouw GVVP Het GVVP van Reusel-De Mierden kent een flexibele, modulaire opbouw. Er is een inventarisatie en evaluatiedocument opgesteld. Vervolgens is een verkeersvisie

Nadere informatie

In deze nieuwsbrief. http://us7.campaign-archive2.com/?u=1afd9e68330787993d815b9e1&id=3cc3a7cc13...

In deze nieuwsbrief. http://us7.campaign-archive2.com/?u=1afd9e68330787993d815b9e1&id=3cc3a7cc13... pagina 1 van 9 Subscribe Share Past Issues Tra Blijf op de hoogte van het toeristisch nieuws midden in Limburg View this email in your browser In deze nieuwsbrief Maasplassen Nautique Fietsnetwerk provincie

Nadere informatie

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2 1. Inleiding Voor de verdeling van de middelen uit de hoofdlijnennotitie van het ministerie van EZ ( 200 miljoen) is advies gevraagd aan onze commissie (Commissie Jansen-2). Dit advies is uitgebracht in

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Rijksmonumenten - nabijheid

Rijksmonumenten - nabijheid De Erfgoedmonitor Home > Indicatoren > Rijksmonumenten - nabijheid Rijksmonumenten - nabijheid Publicatiedatum: 18 januari 2018 Rijksmonumenten zijn in Nederland, met uitzondering van Flevoland, bijna

Nadere informatie

BIJLAGE D KANTOREN-, HOTEL- EN WONINGMARKT WEERT

BIJLAGE D KANTOREN-, HOTEL- EN WONINGMARKT WEERT BIJLAGE D KANTOREN-, HOTEL- EN WONINGMARKT WEERT Kantorenmarkt Weert Tot 2020 zeer beperkte behoefte aan nieuwe kantoorruimte in Weert, er is al meer dan voldoende aanbod van kantoorruimte, toevoegen van

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Utrecht, januari 2010 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

Hartelijk welkom. Margot Tempelman Kenniscentrum (Kust)toerisme

Hartelijk welkom. Margot Tempelman Kenniscentrum (Kust)toerisme Hartelijk welkom Margot Tempelman Kenniscentrum (Kust)toerisme Harry van Waveren Gedeputeerde Recreatie & Toerisme Toeristische cijfers 2008 Marcia Besems Kenniscentrum (Kust)toerisme Cijfers van nu. Vakantiegedrag

Nadere informatie

Graydon studie: Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven Q3 2015.

Graydon studie: Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven Q3 2015. Graydon studie: Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven. Inleiding Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen. We hebben opnieuw een absoluut record te pakken sinds onze metingen begin 2002: het betaalgedrag

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Almere Delft Dordrecht Enschede Groningen Haarlem Leiden

Almere Delft Dordrecht Enschede Groningen Haarlem Leiden Rapporteigenschappen Dit is de POK rapportage van het jaar: 2016 De laatste meting voor Leiden ging over het jaar: 2016 Aantal organisaties in de totale benchmark 17 Gekozen selectiegroep in dit rapport

Nadere informatie

Leiden. Een vergelijking met gemeenten uit de benchmark vindt plaats op basis van deelname 2016.

Leiden. Een vergelijking met gemeenten uit de benchmark vindt plaats op basis van deelname 2016. Rapporteigenschappen Dit is de POK-rapportage van het jaar: 2018 De laatste meting voor Leiden ging over het jaar: 2018 Aantal organisaties in de totale benchmark 0 Gekozen vergelijkingsgroep in dit rapport

Nadere informatie

De Duitse gast in Overijssel

De Duitse gast in Overijssel De Duitse gast in Overijssel Onderzoek Duitse gast in Overijssel Diepte interviews Duitse gasten in Overijssel Zomer- en najaarsmeting Right Marktonderzoek Panelonderzoek NordRheinWestfalen en Niedersachsen

Nadere informatie

Rapport klanttevredenheid 2013

Rapport klanttevredenheid 2013 Rapport klanttevredenheid 2013 2014.1.73 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Procedure nieuwe verhuur 4 3. 3.1 Reparatieverzoeken Resultaten afgehandelde enquêtes Meerssen 2013 5 5 4. Procedure vertrekkende

Nadere informatie

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 voorlichting@rekenkamer.nl

Nadere informatie

Actualisering Recreatief & Toeristisch Beleid Welkom in Veendam. 3 December 2010

Actualisering Recreatief & Toeristisch Beleid Welkom in Veendam. 3 December 2010 Actualisering Recreatief & Toeristisch Beleid 2011-2014 Welkom in Veendam 3 December 2010 Recreatief & Toeristisch beleid 1. Introductie 2. Recreatief en Toeristisch Product Veendam 3. College Programma

Nadere informatie

Natuur- en recreatieplan Westfriesland

Natuur- en recreatieplan Westfriesland Natuur- en recreatieplan Westfriesland Ondertitel Regionale Projectgroep 10 september 2015 Waar staan we in het proces? 2 Vijf werkblokken Blok 1: Het leggen van de basis Blok 2: Evaluatie Blok 3: Actualisatie

Nadere informatie

Evaluatie. Fietsknooppuntennetwerk Utrecht

Evaluatie. Fietsknooppuntennetwerk Utrecht Evaluatie Fietsknooppuntennetwerk Utrecht Fietsknooppuntennetwerk Utrecht Evaluatie Eindrapport Opdrachtgever Provincie Utrecht Grontmij Nederland B.V. Assen, 21 september 2012 Inhoud 1. Fietsknooppuntennetwerk

Nadere informatie

CQI-Concernrapport Volckaert

CQI-Concernrapport Volckaert Ervaringen van somatische cliënten, contactpersonen van cliënten met een psychogeriatrische indicatie en thuiszorg cliënten CQI-Concernrapport Volckaert December 2017 Samenstelling: drs. J.J. Haamers,

Nadere informatie