Pegfilgrastim. Het afbeeldingonderdeel met relatie-id rid12

Transcriptie

1 Pegfilgrastim Jacqueline Wallage AIOS Anesthesiologie 21 augustus 2017 Het afbeeldingonderdeel met relatie-id rid2 is niet aangetroffen in het bestand.

2 Casus Man met lymfoom en darmperforatie Na CHOP-kuur dag 1 gift Pegfilgrastim - Aan welke patienten dien je het toe? - Wat zijn de voordelen? - Wat zijn de nadelen? - Wanneer goede moment om Pegfilgrastim toe te dienen? leukocyten (10E9/l) Leukocyten verloop Datum

3 De werking/adviezen - Toedienen wanneer kans op febriele neutropenie 20% of hoger is - Patient-gerelateerde risicofactoren - Soort chemotherapie en complicaties - Doel van de behandeling - Toepassing van profylaxe met G-CSF is met name van waarde bij patiënten die een op curatie gerichte hoog-gedoseerd en/of dosisintensief chemotherapie-regime gaan ontvangen.

4 De werking/adviezen - Covalent conjugaat van recombinant humaan G-CSF. Reguleert de productie en afgifte van functionele neutrofiele granulocyten door het beenmerg, aantal monocyten/lymfocyten stijgt nauwelijks. - Tmax u na een enkele s.c. dosis. Eliminatie: neutrofiel gemedieerde klaring, verzadigd bij hogere dosering. Concentratie neemt snel af zodra aantal neutrofielen beginnen te herstellen. - Bijwerkingen: - Zeer vaak (>10%): voorbijgaande botpijn, hoofdpijn, misselijkheid - Vaak (1-10%): trombocytopenie, leukocytose, spierpijn - Soms (0.1-1 %): splenomegalie, capillair lek syndroom, interstitiele pneumonie, longoedeem, ARDS, leverfunctiestoornissen, glomerulonefritis

5 Neutrofiele granulocyten maken door fagocytose bacterien en afgestorven weefselcellen onschadelijk Neutropenie bij 80% van alle kankerpatienten Neutrofielen onder 0.5 x 10^9/l Neutrofielen onder 1 x 10^9/l, binnen 48u verwacht dat dit onder de 0.5 x 10^9 zal zijn Behandeling indien temp langer dan 1 uur boven 38C of enkele meting boven 38.5C Chemotherapie vernietigt de leukocyten die zich ontwikkelen in beenmerg, niet de volwassen leukocyten, vaak dip pas tussen 7 en 14 dagen. Vooral tijdens eerste kuren Eur J Cancer Het afbeeldingonderdeel 2011; met relatie-id 47 rid12 (1) 8-32

6 Ontwikkeling FN afhankelijk van Tumor type (borst, long, colorectaal, lymfoom, ovarium) Chemotherapie type (welke dosis, met welke frequentie) Patient-gerelateerde factoren (level 1 2 evidence) Oudere leeftijd (>65 jaar) Vergevorderde stadium van de ziekte Eerder FN Geen CSF gebruik Geen AB profylaxe Level III-IV evidence: slechte voedingsstatus, vrouw zijn, hb < 12g/dl, lever-nier-hart en vaatziekten Eur J Cancer Het afbeeldingonderdeel 2011; met relatie-id 47 rid12 (1) 8-32

7 Risico FN inschatten begin voor chemotherapie Profylactische G-CSF geadviseerd bij risico op FN >20% Indien al FN, G-CSF alleen in speciale gevallen Niet reageren op AB Levensbedreigende complicaties (bijvsepsis) Eur J Cancer 2011; 47 (1) 8-32 Eur J Cancer 2011; 47 (1) 8-32

8 ziekenhuizen, patienten met FN ziekenhuisopnames (gemiddelde LOS 11.5 dagen) van patienten - 9.5% mortaliteit tijdens opname met FN - Invasieve aspergillose (39.2%) - Invasieve candida (36.7%) - Gram-negatieve sepsis (33.9%) - Pneumonia (26.5%) - Gram-positieve sepsis (21.2%) - 11% mortaliteit tijdens opname met FN - Gemiddelde kosten ziekenhuisopname: $ Kuderer NM et al. Cancer 2006; 106:

9 Kuderer NM et al. Cancer 2006; 106:

10 - Dag 2 na chemotherapie, n=465 placebo, 2=463 pegfilgrastim - indicentie FN 94% gedaald (17% à 1%) - Minder FN-geassocieerde ziekenhuisopnames - Minder IV antibiotica Vogel et al J Clin Oncol. 2005; 23 (6):

11 Veroorzaakt G-CSF op lange termijn mogelijk AML/ myelodysplastisch syndroom Moeilijk onderzoek: vaak behandeling van al hematologische ziekte, ook chemotherapie/bestraling gehad Review: , n=25 artikelen, patienten, 80% Filgrastim, 20% Lenograstim KankeR met conventionele dosis chemotherapie voor solide tumoren/lymfomen G-CSF groep en controle groep Minimale follow-up 24 maanden Incidentie van AML/MDS Mortaliteit nam met 3.4% af met behandeling G-CSF J. Clin Oncol. Het afbeeldingonderdeel 2010; met 28 relatie-id (17): rid

12 J. Clin Oncol. 2010; Het afbeeldingonderdeel 28 met (17): relatie-id rid

13 Conclusie G-CSF na chemotherapie toedienen geadviseerd bij patienten met risico op FN >20% G-CSF zorgt na chemotherapie voor lagere incidentie FN Mortaliteit lijkt af te nemen Er is een groter risico op secundair AML/MDS, echter weegt dit risico niet op tegen de lagere mortaliteit