Cliëntervaringsonderzoek 2016 Wmo begeleiding, huishoudelijke ondersteuning en scootmobiel

Transcriptie

1 Cliëntervaringsonderzoek 2016 Wmo begeleiding, huishoudelijke ondersteuning en scootmobiel Tijdsperiode: t/m Aantal enquêtes: 475 Gemeente: Harderwijk Datum: 04 mei 2017 Opgesteld door: Roel Verhagen & Nienke Schaap

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Totalen 2 3. Kwaliteit naar type voorziening 4 4. Kwaliteit naar leveringsvorm 5 1

3 1. Inleiding In de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, is de verplichting opgenomen dat gemeenten jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek (hierna: CEO) uitvoeren. Hiertoe is een landelijk verplichte set vragen ontwikkeld. In 2016 (over het jaar 2015) is dit CEO door een extern bureau uitgevoerd. Sinds 15 oktober 2016 zijn de verplichte vragen uit het CEO opgenomen in de vragenlijst van de kwaliteitscontrole Wmo die de gemeente uitvoert. In dit hoofdstuk volgen de resultaten van het CEO over het jaar voor de gemeente Harderwijk. Deze worden om te beginnen in totaal weergegeven voor alle respondenten met huishoudelijke ondersteuning, een vorm van begeleiding en/of een scootmobiel. De vragen naar kwaliteit van de ondersteuning zijn specifiek per type voorziening uitgevraagd. Deze zijn daarom verderop in deze rapportage per type voorziening en per leveringsvorm weergegeven. 2 De antwoordopties geen mening en niet van toepassing konden wel ingevuld worden maar zijn uit deze rapportage gelaten. Dit is gedaan om aan te sluiten bij het CEO-rapport van vorig jaar en de verantwoording die m.b.t. het CEO bij het Ministerie van VWS moet worden aangeleverd. 2. Totalen In dit hoofdstuk worden de antwoorden van de totale respons weergegeven. Respons In totaal hadden 2674 inwoners van de gemeente Harderwijk een Wmo-maatwerkvoorziening 3, bij deze inwoners stonden in totaal 1718 voorzieningen uit voor begeleiding, hulp bij het huishouden of een scootmobiel. 475 inwoners hebben tussen 15 oktober 2016 en 31 maart 2017 een bezoek gehad van een kwaliteitsmedewerker of een kwaliteitscontroleur. Deze cliënten zijn d.m.v. een steekproef uit het volledige cliëntenbestand getrokken. Op een steekproef van 617 cliënten is er sprake van een responspercentage van 77%. Ten behoeve van het CEO is een respons van 475 inwoners voldoende 4. Contact De eerste vier vragen in het CEO gaan over het contact met de gemeente. Deze vraag is alleen gesteld aan respondenten die contact hebben gehad met de gemeente in het jaar voorafgaande aan het moment dat het kwaliteitsonderzoek bij de betreffende respondent werd uitgevoerd. Zie de volgende pagina voor de resultaten. 1 Omdat de CEO-vragen pas sinds 15 oktober 2016 in het kwaliteitsonderzoek is opgenomen, zijn om de respons te vergroten ook de resultaten uit het eerste kwartaal 2017 in deze rapportage opgenomen. De vragen gaan over de ervaringen tot op heden en eerder contact met de gemeente; we beschouwen de antwoorden in dit onderzoek uit het eerste kwartaal 2017 dan ook van toepassing op de cliëntervaring in Type voorzieningen: HH = Huishoudelijke ondersteuning, BGI = Individuele begeleiding, BGG = Begeleiding in een groep, scootmobiel; leveringsvorm: ZIN = Zorg in Natura, PGB = Persoonsgebonden Budget 3 Peildatum 1 januari Er wordt bij het CEO een betrouwbaarheidspercentage van 95% en een foutmarge van 5% gehanteerd, wat op basis van het totale Wmo-clientenbestand een minimaal vereiste respons van 337 cliënten zou betekenen. 2

4 Figuur 1. Oordeel van de respondenten over het contact met de gemeente. De getallen in de figuur hebben betrekking op het percentage respondenten die dat betreffende antwoord hebben gegeven. Bekendheid van onafhankelijke cliëntondersteuning De wet verplicht gemeenten om gratis onafhankelijke cliëntondersteuning beschikbaar te stellen aan inwoners. In het CEO wordt gevraagd in hoeverre cliënten daarvan op de hoogte zijn. Figuur 2. Wist u dat u gebruik kon maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner? (dat is iemand die u bijstaat of met u meegaat, bijv. bij een gesprek met de gemeente) (N=472). Kwaliteit ondersteuning Per voorziening worden in het kwaliteitsonderzoek de CEO-vragen over de kwaliteit van de ondersteuning beantwoord. In het CEO is de kwaliteit van de ondersteuning geoperationaliseerd naar de vragen of de respondent de kwaliteit van de ondersteuning goed vindt en of deze van mening is dat de ondersteuning past bij diens hulpvraag. Voor deze twee vragen is de beantwoording per voorziening als respons beschouwd. Omdat er veel respondenten (154) meerdere voorzieningen gebruiken, is de N hier hoger dan het totaal aantal respondenten waarbij de vragenlijst is afgenomen. 3

5 Figuur 3. Oordeel van respondenten over de kwaliteit van de ondersteuning. Resultaat ondersteuning Er is een aanzienlijk aantal respondenten dat gebruik maakt van meerdere voorzieningen (N=154) vanuit de Wmo. De resultaten hieronder hebben betrekking op het resultaat van het volledige arrangement aan voorzieningen dat men vanuit de Wmo ontvangt. Dit arrangement kan bestaan uit één voorziening, maar dus ook uit meerdere voorzieningen tezamen. Figuur 4. Oordeel van de respondenten over het resultaat van de ondersteuning. 3. Kwaliteit naar type voorziening De twee vragen die betrekking hebben op de kwaliteit van de voorziening, zijn per type voorziening uitgevraagd in het kwaliteitsonderzoek. Zij kunnen dan ook per type voorziening worden weergegeven. Hieronder daarvan de resultaten per type voorziening. 4

6 Figuur 5. Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed per type voorziening Figuur 6. De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag per type voorziening 4. Kwaliteit naar leveringsvorm Ten slotte is voor begeleiding individueel en hulp bij het huishouden een onderverdeling te maken tussen zorg in natura (ZIN) en ondersteuning op basis van een persoonsgebonden budget (PGB). Voor scootmobiel is dit niet zinvol omdat alle respondenten een scootmobiel hebben op basis van ZIN. Voor de resultaten daarvan, zie hierboven. Voor begeleiding groep kan uit het kwaliteitsonderzoek niet worden herleid in hoeverre er sprake is van PGB of ZIN. Daarom wordt dit product niet in deze tabellen opgenomen. Begeleiding Individueel: PGB vs. ZIN PGB sociaal netwerk is hier samengeteld met PGB bij een professionele aanbieder. Figuur 7. Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed, naar leveringsvorm van begeleiding individueel. Geen respondent heeft de antwoordcategorie Helemaal niet mee eens ingevuld, deze komt daarom niet terug in de figuur. 5

7 Figuur 8. De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag naar leveringsvorm van begeleiding individueel. Geen respondent heeft de antwoordcategorie Helemaal niet mee eens ingevuld, deze komt daarom niet terug in de figuur. Hulp bij het Huishouden: PGB vs. ZIN Als kanttekening dient hier geplaatst te worden dat het aantal respondenten voor PGB bij hulp bij het huishouden erg laag is. PGB Sociaal Netwerk is hier samengeteld met PGB bij een professionele aanbieder. Figuur 9. Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed naar leveringsvorm van hulp bij het huishouden. Geen respondent heeft de antwoordcategorie Helemaal niet mee eens ingevuld, deze komt daarom niet terug in de figuur. Figuur 10. De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag naar leveringsvorm van hulp bij het huishouden. Geen respondent heeft de antwoordcategorie Helemaal niet mee eens ingevuld, deze komt daarom niet terug in de figuur. 6