INSTRUCT Samenvatting Basis PowerPoint 2013/2016, H1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1. PowerPoint opstarten, verkennen en afsluiten

Transcriptie

1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 PowerPoint opstarten, verkennen en afsluiten PowerPoint opstarten POWERPOINT kan bijvoorbeeld worden opgestart via een snelkoppeling op het bureaublad. Presentaties openen en het PowerPointvenster verkennen Na het opstarten kies je Lege presentatie. Werkbalk Snelle toegang Tabbladen n Het Lint Het Lint minimaliseren Statusbalk Notitievenster openen Diavenster Via het pijltje achter de werkbalk Snelle toegang kun je knoppen aan de werkbalk toevoegen of knoppen weghalen: - 1 -

2 Je opent een nieuwe presentatie via Bestand, Nieuw, Lege presentatie. Een bestaande presentatie open je via Bestand, Openen. Presentatie die op OneDrive staat openen. Presentaties die onlangs geopend zijn. Bestaande presentatie openen Presentatie die op je computer staat openen. In PowerPoint 2016 heet dit Deze pc. Presentatie sluiten Een presentatie kun je sluiten via het tabblad Bestand, Sluiten of door de sneltoets <Ctrl+W> te gebruiken

3 Presentatie opslaan Een presentatie sla je op via het tabblad Bestand, Opslaan. Daarna kies je OneDrive of Computer (PP 2013) of Deze pc (PP 2016), kies je de map en vul je de bestandsnaam in. Opslaan met een andere naam (of op een andere plaats) kan via het tabblad Bestand, Opslaan als. Weergavemogelijkheden PowerPoint heeft verschillende weergavemogelijkheden, die je bijvoorbeeld kunt kiezen via één van de knoppen. Normaal Diaoverzicht Verplaatsen, kopiëren Diavenster Dia bewerken Notitievenster Notities invoeren Notitievenster in of uit beeld brengen. Venster Opmerkingen in of uit beeld brengen. De randen tussen de verschillende vensters kun je verslepen. Door nogmaals op deze knop te klikken kom je in de Overzichtsweergave, waar je tekst kunt aanpassen

4 Diasorteerder In deze weergave kun je dia s kopiëren en verplaatsen door ze te verslepen. Leesweergave De dia worden groot in beeld gebracht. Via de knoppen rechts onderin ( ) kun je bladeren. Notitiepagina Deze kun je alleen via het tabblad Beeld, groep Presentatieweergaven in beeld brengen. Hier kun je per dia aantekeningen maken. Diavoorstelling De weergave Diavoorstelling laat de presentatie zien zoals het publiek die ook zal zien. Je kunt op verschillende manieren bladeren, bijvoorbeeld met <PageDown>, <PageUp>, de pijltjestoetsen, deze knoppen linksonder of via het snelmenu. Een voorstelling beëindig je via het snelmenu of met de <Esc>-toets

5 PowerPoint sluit je af via het snelmenu van de knop in de taakbalk: Als wijzigingen nog niet opgeslagen zijn krijg je daar een melding van

6 Werken met tekst 1 Tekst bewerken Tekst op een dia staat altijd in een tekstvak. Dit tekstvak heet een tijdelijke aanduiding en kun je selecteren door op de rand te klikken. Tekst op een dia heeft standaard altijd een opsommingsteken. Als de tekst niet meer in het tekstvak past, zie je de knop AutoAanpassen. Daarmee kun je aangeven wat er met de tekst moet gebeuren. Tekst verwijder je met de <Backspace>-toets of met de <Delete>-toets. Om een groter gedeelte te verwijderen, selecteer je eerst dat gedeelte en gebruik je vervolgens de <Backspace>- of de <Delete>-toets

7 Opsommingstekens en nummering Tekst op een dia heeft standaard altijd een opsommingsteken, behalve de titel. Een opsommingsteken kan negen verschillende niveaus hebben. Eerste niveau Tweede niveau Derde niveau Met de <Tab>-toets of ga je een niveau dieper. Met <Shift + Tab> of ga je een niveau terug. Als je opsommingstekens wilt veranderen in een nummering, selecteer je de tekst en klik je op. Je kunt de opsommingstekens en nummering uitzetten door nogmaals op te klikken. Via de pijltjes achter de knoppen opsommingstekens en nummering een ander opsommingsteken kiezen of een ander soort nummering. of, kun je Tekst uitlijnen Tekst kun je uitlijnen via de knoppen in de groep Alinea: Knop Links uitlijnen Centreren Rechts uitlijnen De roze knop laat zien hoe de geselecteerde tekst is uitgelijnd, bijvoorbeeld: - 7 -

8 Je kunt ook Verticaal uitlijnen. Je hebt dan de volgende mogelijkheden: Regelafstand Via de knop Regelafstand kun je de afstand in de alinea s aangeven: Hoofdletters en kleine letters Het gebruik van hoofdletters kun je in een keer aanpassen. Er zijn vijf verschillende mogelijkheden: - 8 -

9 Tekst opmaken Tekst kun je opmaken via het tabblad Start, groep Lettertype: Knop Lettertype Grootte lettertype Lettertype in stapjes vergroten / verkleinen Tekstkleur Vet Cursief Onderstrepen Schaduw Alle opmaak verwijderen Je kunt de tekst ook opmaken met de mogelijkheden van de miniwerkbalk: - 9 -

10 Werken met tekst 2 Ongedaan maken, opnieuw uitvoeren en herhalen Met (Ongedaan maken) of met de sneltoets <Ctrl+Z> worden veranderingen ongedaan gemaakt. Met andere woorden: de oude situatie wordt hersteld. Met de pijl achter kun je meer handelingen tegelijk terughalen, bijvoorbeeld: Met (Opnieuw) of met de sneltoets <Ctrl+Y> worden handelingen die ongedaan gemaakt zijn, opnieuw uitgevoerd. Als je een bewerking hebt uitgevoerd, is het ook mogelijk de knop gebruiken. Deze is te zien, in plaats van. (Herhalen) te Kopiëren en verplaatsen Je kunt een geselecteerd gedeelte of een tijdelijke aanduiding verplaatsen (knippen en plakken) en/of kopiëren (kopiëren en plakken): Knippen, Kopiëren en Plakken Omschrijving Knop Snelmenu Sneltoets Knippen (Knippen) Knippen <Ctrl+X> Kopiëren (Kopiëren) Kopiëren <Ctrl+C> Plakken (Plakken) Plakken <Ctrl+V> Op deze manier kun je ook een selectie verplaatsen en kopiëren naar een andere dia of een presentatie. Spellingcontrole Een verkeerd gespeld woord is meestal onderstreept met een rood golflijntje. Klik je met de rechtermuisknop op zo n woord dan kun je het woord verbeteren door een ander woord te selecteren

11 De spelling kun je ook controleren via het venster Spelling. Dit open je via het tabblad Controleren, knop (Spelling), of de functietoets <F7>: In dit venster kun je bijvoorbeeld het woord Negeren (overslaan), Alles negeren, Wijzigen of Alles wijzigen. Let op: Is er in (bijvoorbeeld) woorden een o vergeten, dan staat er worden. Dat is een bestaand woord. Dat wordt niet door de spellingcontrole opgemerkt