L. van de Ven raad00716

Transcriptie

1 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer L. van de Ven 3570 agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp 13raad00716 Kaderstellende notitie voor de transformatie van de jeugdhulpverlening aan de gemeenteraad A. Samenvatting Per wordt de gemeente verantwoordelijk voor een groot aantal taken op het gebied van de jeugdzorg. Om het beleidsplan voor de inrichting van het jeugdhulpstelsel te kunnen opstellen, wordt de raad gevraagd de kaders vast te stellen. Deze kaders zijn opgenomen in de kaderstellende notitie naar een andere jeugdzorg (bijlage 1). Tevens wordt gevraagd in te stemmen met de beslispunten rondom zorgcontinuïteit in 2015, welke zijn opgenomen in het Regionaal Transitie Arrangement (bijlage 2). B. Voorgesteld besluit 1. De in de notitie naar een andere jeugdzorg gestelde kaders vast te stellen zijnde; 21 voor de jeugd: 1. De gemeente beschikt op 1 januari 2015 over een generalistisch werkend team en heeft afspraken gemaakt over de toegang tot specialistische jeugdzorg en de consultatierol hierin van specialisten. 2. De jeugdbescherming en jeugdreclassering wordt bij voorkeur ingekocht bij één gecertificeerde instelling voor de regio Zuidoost Brabant. 3. De jeugdbeschermer/jeugdreclasseerder vervult een tandemfunctie met de generalist in het gezin, welke inhoudelijke hulp levert. De jeugdbeschermer/jeugdreclasseerder geeft samen met de generalist het plan van aanpak vorm en is toezichthouder. 4. Voor het vormgeven van de risicospreiding wordt uitgegaan van het gemiddeld zorggebruik over 2-5 jaar. Iedere gemeente betaalt uiteindelijk (achteraf) voor het eigen zorggebruik. De uitwerking volgt in het beleidsplan Subregionale en lokale kaders: 5. De transitie en transformatie wordt zoveel mogelijk in samenwerking met de A2-gemeenten opgepakt. In de uitvoering blijft de lokale inkleuring overeind. 6. De toegang tot zorg en ondersteuning wordt zoveel mogelijk lokaal georganiseerd, via de basisvoorzieningen en vindplaatsen. 7. Het CJG vormt de spil van het stelsel van jeugdhulpverlening 8. Er komt een generalistisch team in A2-verband voor de aanpak van complexe casussen. Deze generalisten werken volgens de principes van 1 gezin, 1 plan en het Wrap Around Care model. 9. Bij de inzet van maatregelen vanuit het gedwongen kader, wordt dit zoveel mogelijk dichtbij huis georganiseerd en in afstemming met de overige hulpverlening.

2 10. Instellingen betrokken bij de lokale hulpverlening, worden betrokken in het proces van transitie en transformatie. 11. De transitie jeugdzorg wordt in afstemming met de transitie AWBZ-Wmo, de Participatiewet en het Passend Onderwijs vormgegeven. 12. Beleid volgt geld, voor zover dit past binnen de wettelijke kaders en verplichtingen. 2. Ten aanzien van de zorgcontinuïteit in 2015 akkoord te gaan met; 1. een generieke korting van 10% op het budget voor de zorgaanbieders, bestaande uit 4% Rijkskorting op het macrobudget en 6% transformatiebijdrage 2. het stopzetten van de financiering voor de toegang via BJZ en CIZ voor 100%, de toegang wordt lokaal ingericht conform de uitgangspunten uit 21 voor de jeugd % te bezuinigen op de preventieve taken van de zorgaanbieders 4. de transformatiebijdrage te gebruiken voor de lokale inrichting en vormgeving van de transformatie van de jeugdzorg 5. de oplopende korting op het budget voor de zorgaanbieders evenredig met de Rijkskorting tot 20% in 2017 te laten oplopen 6. het aanpassen van de werkelijke percentages aan de feitelijke Rijkskorting, indien deze hoger uitvalt dan de genoemde percentages 7. het beperken van de frictiekosten door de in het Regionaal Transitie Arrangement genoemde maatregelen 8. de definitieve afspraken over korting en financiering afhankelijk te laten zijn van de werkelijke uitkering uit het rijksbudget. C. Inleiding Per 1 januari 2015 wordt gemeente verantwoordelijk voor (bijna) alle vormen van zorg en ondersteuning aan jeugdigen en hun ouders/verzorgers. Gemeente waren al verantwoordelijk voor het preventieve jeugdbeleid, daar komen nu de volgende taken op het gebied van jeugdzorg bij: provinciaal gefinancierde jeugdzorg (geïndiceerde jeugdzorg) jeugdbescherming jeugdreclassering AMK (advies- en meldpunt kindermishandeling) gesloten jeugdzorg pleegzorg zorg aan licht verstandelijk gehandicapten jeugdigen (jeugd LVG) (waaronder begeleiding en persoonlijke verzorging) geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen (GGZ-J) De achterliggende gedachte achter de transitie van deze taken van provincie en rijk naar gemeenten, is dat de gemeente zich dichter bij de leefomgeving van de jeugdigen bevindt. Hierdoor zou de gemeente beter in staat moeten zijn om de zorg en ondersteuning op een effectieve en samenhangende wijze te kunnen bieden. 2

3 De transitie van de jeugdzorg is meer dan het verleggen van de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid van deze taken, het moet ook een inhoudelijke verandering zijn. Wij spreken daarom ook wel van transformatie van de jeugdzorg. Deze verandering in uitvoering is nodig om de zorg te kunnen blijven bieden aan die jongeren die het echt nodig hebben, en om het hele stelsel van zorg aan onze jeugdige betaalbaar te houden. Met de transitie is een korting van uiteindelijk 14% in 2017 op het macro-budget gemoeid. De transitie Jeugdzorg staat niet geheel op zich, maar heeft nauwe relatie met de overige decentralisaties op het sociale domein (Awbz en Wet werk en zekerheid) en de ontwikkeling Passend Onderwijs. Beleidsplan De gemeente moet periodiek een beleidsplan opstellen voor de preventie en jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Om dit beleidsplan eind 2014 aan de raad voor te leggen, vragen we de raad om nu de kaders voor het op te stellen beleid vast te stellen. Uiteraard vormt de nieuwe Jeugdwet en de aanverwante regelgeving het belangrijkste kader. De bestaande nota s op het gebied van jeugdbeleid gaan op in het nieuwe beleidsplan. D. Wat willen we bereiken? Het uiteindelijke doel van de transitie en transformatie van de Jeugdzorg is te komen tot betere hulp en ondersteuning aan jeugdigen en ouders. De transformatie van het jeugdhulpstelsel moet ertoe leiden dat jeugdigen en ouders eerder en sneller de benodigde zorg nodig hebben, en er niet onnodig zware zorg wordt ingezet. Dit betekent dat er een omslag in denken en handelen plaats moet vinden binnen de jeugdhulpverlening, maar ook binnen de gemeente. Het vergroten van de eigen kracht van burgers en de professionele handelingsruimte van hulpverleners zijn belangrijke pijlers. Het stellen van de kaders voor de verdere beleidsontwikkeling en het vaststellen van de uitgangspunten voor zorgcontinuïteit in het overgangsjaar 2015 moeten ertoe leiden dat de gemeente Valkenswaard zo goed mogelijk voorbereid is op de komst van deze taken, zodat we onze jeugdigen de juiste zorg kunnen bieden. E. Wat gaan we er voor doen? Na het vaststellen van de kaders zullen we, binnen deze kaders, de beleidsontwikkeling verder oppakken. Naast het opstellen van het beleidsplan gaat het ook om o.a. het inrichten van het lokale/subregionale stelsel van jeugdhulpverlening, het contracteren van aanbieders en het inkopen van zorg. Hierbij wordt zo veel mogelijk samen opgetrokken in de regio Zuidoost Brabant en binnen de A2, binnen deze samenwerking blijft de mogelijk voor lokale uitvoering en inkleuring zo veel mogelijk en waar wenselijk overeind. Voor de volledigheid wordt nogmaals verwezen naar de cirkels van samenwerking die al eerder zijn gecommuniceerd. Deze zijn opgenomen in bijlage 3. 3

4 Generalistisch team De inrichting van het nieuwe jeugdhulpstelsel in Valkenswaard wordt zo veel mogelijk gebaseerd op de huidige zorginfrastructuur. Zo krijgt het Centrum voor Jeugd en Gezin een nog belangrijkere en centrale rol in de jeugdhulpverlening. De hulpverlening voor jeugdigen en gezinnen gaat verlopen via het CJG, wat daarmee de centrale toegang wordt tot de zwaardere/specialistische/duurdere zorg. Nieuw in het organisatiemodel is het generalistisch team (A2-team). Dit team wordt ingezet bij complexere casussen en werkt volgens de principes van 1 gezin, 1 plan en Wrap Around Care (zie bijlagen). Dit generalistisch team werkt niet alleen voor de jeugdige, maar neemt het hele gezin mee en werkt integraal en multidisciplinair. De inrichting van het team wordt in de komende periode nader uitgewerkt, en zal bestaan uit verschillende hulpverleners met verschillende achtergronden en expertise. Continuïteit van zorg Om de continuïteit van zorg, conform de bepalingen in het overgangsrecht, in 2015 te garanderen voor cliënten die op recht hebben op zorg is een Regionaal Transitie Arrangement (zie bijlage 2) opgesteld. In dit Regionaal Transitie Arrangement (RTA) zijn afspraken met zorgaanbieders en huidige financiers gemaakt over de continuïteit van zorg in Dit betreft cliënten die op al zorg ontvangen, zij ontvangen dezelfde zorg in Doordat er bij het opstellen van het RTA, dat op 31 oktober 2013 aangeleverd moest zijn bij de Toetsingscommissie Stelselherziening Jeugd, er nog geen duidelijkheid was over de budgetten die de gemeenten krijgen, zijn er geen concrete afspraken over budgetten voor zorgaanbieders opgenomen. Zodra er duidelijkheid is over de budgetten, worden deze afspraken gemaakt, dit zal in de eerste helft van 2014 zijn. De gemeenteraden moeten voor 1 maart 2014 een besluit nemen over de beslispunten van het RTA zoals hierboven omschreven. Het gaat daarbij om de volgende punten: 1. een generieke korting van 10% op het budget voor de zorgaanbieders, bestaande uit 4% Rijkskorting op het macrobudget en 6% transformatiebijdrage De rijkskorting van 4% in 2015 wordt 1 op 1 doorberekend aan de zorgaanbieders, daarnaast wordt een transformatiebijdrage van 6% opgelegd. (zie punt 4) 2. het stopzetten van de financiering voor de toegang via BJZ en CIZ voor 100%, de toegang wordt lokaal ingericht conform de uitgangspunten uit 21 voor de jeugd Op de toegang en preventie wordt 100% gekort ten opzichte van de budgetten 2012 die de betreffende instellingen krijgen. Beide taken worden vanaf 2015 op een andere wijze vormgegeven en ingericht. De middelen die daarbij horen zullen nog steeds wel worden ingezet voor het organiseren en verlenen van hulp, alleen niet meer via de bestaande instellingen (bv. BJZ) % te bezuiningen op de preventieve taken door de zorgaanbieders 4

5 Preventieve taken die door de zorgaanbieders worden uitgevoerd, worden in 2015 niet zonder meer voortgezet. De gemeenten gaan vanuit de lokale zorgstructuur deze preventie neerzetten. Dit betekent dat in het kader van de afspraken voor 2015, deze volledig worden gekort op het zorgbudget van de aanbieders. 4. de transformatiebijdrage te gebruiken voor de lokale inrichting en vormgeving van de transformatie van de jeugdzorg De 6% transformatiebijdrage die wordt gekort op het zorgbudget van de instellingen, wordt door de gemeenten gebruikt om de lokale transformatie vorm te geven. Het gaat dan onder andere om het vormgeven van de lokale ondersteuningsstructuur, de toegang en de toewijzing van zorg. 5. de oplopende korting op het budget voor de zorgaanbieders evenredig met de Rijkskorting tot 20% in 2017 te laten oplopen De Rijkskorting op het macrobudget voor de Jeugdzorg loopt van 4% in 2015 op tot 14% in De korting op het zorgbudget van de instellingen loopt evenredig op, inclusief de 6% transformatiebijdrage komt die in 2017 uit op 20%. 6. het aanpassen van de werkelijke percentages aan de feitelijke Rijkskorting, indien deze hoger uitvalt dan de genoemde percentages Indien de feitelijke Rijkskorting hoger uitvalt dan de nu berekende 14%, dan wordt deze korting ook doorberekend aan de zorgaanbieders. 7. het beperken van de frictiekosten door de in het Regionaal Transitie Arrangement genoemde maatregelen De frictiekosten bestaan uit de wachtgelden voor personeel en de kapitaalslasten voor afbouw of ombouw van gebouwen in eigendom van de instelling en kosten in verband met opzeggen huur. Door onder andere te sturen op overname van personeel worden de frictiekosten zoveel mogelijk beperkt. 8. de definitieve afspraken over korting en financiering afhankelijk te laten zijn van de werkelijke uitkering uit het rijksbudget. In het Regionaal Transitie Arrangement konden in oktober nog geen definitieve afspraken gemaakt worden over de korting en financiering van de zorg in 2015 e.v. omdat er nog onvoldoende duidelijkheid is over de werkelijke uitkering van het rijksbudget. Wanneer er meer duidelijkheid is, worden definitief afspraken gemaakt. Hierbij wordt het uitgangspunt beleid volgt geld gehanteerd. De kortingspercentages in het RTA zijn op dit moment nog niet om te rekenen naar concrete bedragen voor Valkenswaard. Daarvoor ontbreken nog teveel gegevens, momenteel zijn de gemeenten daarover in gesprek met zowel ministerie (duidelijkheid macrobudget en verdeling) als met zorgaanbieders (cijfers zorginzet). De benoemde kortingspercentages zijn vooral bedoeld om richting de instellingen aan te geven dat er een korting op het budget plaats gaat vinden, zodat globaal frictiekosten bepaald kunnen worden en bepaald kan worden of de instellingen met die korting nog in staat zijn om de benodigde zorg te kunnen verlenen in De financiële vertaling vindt begin 2014 plaats en zal zo compleet mogelijk worden opgenomen in de nota kaders. 5

6 F. Financiën Hoewel er aan de beschikbare cijfers nog geen rechten kunnen worden ontleend, kunnen we op basis van bovenstaande afspraken en de beschikbare cijfers onderstaand overzicht geven. De cijfers zeggen nu nog niets over welke vormen van zorg er in welke hoeveelheden kan worden ingekocht. De decentralisatieuitkering jeugdzorg voor 2015 is gebaseerd op het historisch gebruik, vanaf 2016 wordt deze berekend op basis van een objectief verdeelmodel. De hoogte van de uitkering voor zowel 2015 (definitief) als voor 2016 (voorlopig) wordt in de meicirculaire 2014 bekend. In de decembercirculaire 2013 is de decentralisatieuitkering voor de jeugdzorg bijgesteld ten opzichte van de septembercirculaire Voor de gemeente Valkenswaard is een decentralisatieuitkering van opgenomen. Pas in de meicirculaire 2014 wordt het definitieve bedrag voor 2015 bekend, het bedrag uit de decembercirculaire is voor 95% zeker, er zit dus nog een onzekerheid in van zo n In deze decentralisatieuitkering zijn de zorgbudgetten opgenomen zoals die over komen vanuit de begrotingsgefinancierde jeugdzorg (doeluitkering aan provincie), de zorgverzekeringswet en de AWBZ. De uitvoeringskosten die nu gemaakt worden door bijvoorbeeld CIZ, Bureau Jeugdzorg en Zorgverzekeraars zitten niet in deze decentralisatieuitkering, hiervoor komt een aparte uitkering voor uitvoeringskosten. De middelen die de gemeente krijgt voor de uitvoeringskosten zullen in de meicirculaire 2014 bekend worden gemaakt. Vanuit het uitgangspunt beleid volgt geld kan het echter zijn dat er minder hulp kan worden geboden dan nu het geval is. In dat geval zullen er keuzes gemaakt moeten worden welke hulpverlening wel en niet geboden kan worden. Daarbij moet worden opgemerkt dat bij opgelegde maatregelen van de (kinder)rechter, het OM of de Officier van Justitie er een leveringsplicht is voor de opgelegde hulpverlening, G. Vervolgstappen Eind 2014 zal aan de raad het beleidsplan en eventuele verordeningen worden voorgelegd. H. Communicatie De regionale uitgangspunten zoals opgenomen in de notitie zijn voorgelegd aan regionale instellingen en zorgaanbieders en worden door hen ondersteund. Over de afspraken in het Regionaal Transitie Arrangement is met betrokken partijen overleg gevoerd. Met zorgaanbieders wordt op regionaal niveau regelmatig overleg gevoerd over de inrichting van het nieuwe stelsel en de benodigde transformatie. Zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau vindt 6 keer per jaar overleg plaats met de grote zorgaanbieders in de regio. Met de kleinere aanbieders wordt ook regionaal overleg gevoerd, hiervoor worden aparte bijeenkomsten georganiseerd. 6

7 Met de lokaal werkende instellingen, die nu ook al deel uitmaken van de jeugdketen, wordt zeer regelmatig overleg gevoerd over de inrichting van het nieuwe stelsel. Zowel managers als medewerkers worden betrokken bij het op te stellen beleid, omdat zij mede de toegang gaan vormen tot de jeugdhulp. I. Bijlage(n) Geen. J. Ter inzage liggende stukken Ter inzage 1: Kaderstellende notitie voor de transformatie van de jeugdhulpverlening; Naar een andere jeugdzorg ; Ter inzage 2: Regionaal Transitie Arrangement; Ter inzage 3: Cirkels van samenwerking; Ter inzage 4: notitie 21 voor de Jeugd. Burgemeester en wethouders van Valkenswaard, secretaris, burgemeester drs. R.F.W. van Eijck. drs. A.B.A.M. Ederveen. 7

8 Voorgesteld besluit BESLUIT De raad van de gemeente Valkenswaard; Gelet op de Gemeentewet; Gelet op de behandeling in de vergadering van de raadscommissie d.d. 13 februari 2014; BESLUIT 1. De in de notitie gestelde kaders vast te stellen zijnde; 21 voor de jeugd: 1. De gemeente beschikt op 1 januari 2015 over een generalistisch werkend team en heeft afspraken gemaakt over de toegang tot specialistische jeugdzorg en de consultatierol hierin van specialisten. 2. De jeugdbescherming en jeugdreclassering wordt bij voorkeur ingekocht bij één gecertificeerde instelling voor de regio Zuidoost Brabant. 3. De jeugdbeschermer/jeugdreclasseerder vervult een tandemfunctie met de generalist in het gezin, welke inhoudelijke hulp levert. De jeugdbeschermer/jeugdreclasseerder geeft samen met de generalist het plan van aanpak vorm en is toezichthouder. 4. Voor het vormgeven van de risicospreiding wordt uitgegaan van het gemiddeld zorggebruik over 2-5 jaar. Iedere gemeente betaalt uiteindelijk (achteraf) voor het eigen zorggebruik. De uitwerking volgt in het beleidsplan Subregionale en lokale kaders: 5. De transitie en transformatie wordt zoveel mogelijk in samenwerking met de A2- gemeenten opgepakt. In de uitvoering blijft de lokale inkleuring overeind. 6. De toegang tot zorg en ondersteuning wordt zoveel mogelijk lokaal georganiseerd, via de basisvoorzieningen en vindplaatsen. 7. Het CJG vormt de spil van het stelsel van jeugdhulpverlening 8. Er komt een generalistisch team in A2-verband voor de aanpak van complexe casussen. Deze generalisten werken volgens de principes van 1 gezin, 1 plan en het Wrap Around Care model. 9. Bij de inzet van maatregelen vanuit het gedwongen kader, wordt dit zoveel mogelijk dichtbij huis georganiseerd en in afstemming met de overige hulpverlening. 10. Instellingen betrokken bij de lokale hulpverlening, worden betrokken in het proces van transitie en transformatie. 11. De transitie jeugdzorg wordt in afstemming met de transitie AWBZ-Wmo, de Participatiewet en het Passend Onderwijs vormgegeven. 8

9 12. Beleid volgt geld, voor zover dit past binnen de wettelijke kaders en verplichtingen. 2. Ten aanzien van de zorgcontinuïteit in 2015 akkoord te gaan met; 1. een generieke korting van 10% op het budget voor de zorgaanbieders, bestaande uit 4% Rijkskorting op het macrobudget en 6% transformatiebijdrage 2. het stopzetten van de financiering voor de toegang via BJZ en CIZ voor 100%, de toegang wordt lokaal ingericht conform de uitgangspunten uit 21 voor de jeugd 3. Op preventie door de zorgaanbieders wordt 100% bezuinigd, deze taak wordt overgenomen door het lokale veld 4. de transformatiebijdrage te gebruiken voor de lokale inrichting en vormgeving van de transformatie van de jeugdzorg 5. de oplopende korting op het budget voor de zorgaanbieders evenredig met de Rijkskorting tot 20% in het aanpassen van de werkelijke percentages aan de feitelijke Rijkskorting, indien deze hoger uitvalt dan de genoemde percentages 7. het beperken van de frictiekosten door de in het Regionaal Transitie Arrangement genoemde maatregelen 8. de definitieve afspraken over korting en financiering afhankelijk te laten zijn van de werkelijke uitkering uit het rijksbudget. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad d.d. 27 februari Kenmerk: 13raad00716 de griffier, de voorzitter, drs. C. Miedema drs. A.B.A.M. Ederveen. 9