Steunmaatregel nr. N 212/ Nederland Steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) I.

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, SG(2001) D/ Betreft: Steunmaatregel nr. N 212/ Nederland Steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) Excellentie, I. PROCEDURE 1. De Nederlandse autoriteiten hebben bij schrijven nr d.d. 6 april 1999 (door de Commissie geregistreerd op 13 april 1999), overeenkomstig artikel 88, lid 3, EG-Verdrag aanmelding gedaan van de voornoemde steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) (hierna Willekeurige afschrijvingen genoemd) 2. Bij brieven nrs. D/51803, D/65052 en D/50830 van, onderscheidenlijk, 28 april 1999, 6 december 1999 en 24 februari 2000 verzocht de Commissie om aanvullende inlichtingen over voormelde steunregeling. Bij brieven van 14 oktober 1999, 24 februari en 12 mei 2000 hebben Nederlandse autoriteiten elementen van de gevraagde informatie meegedeeld. Zijne Excellentie de Heer J.J. VAN AARTSEN Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus NL EB s-gravenhage Wetstraat B-1049 Brussel - België. Telefoon: centrale 32 (0) Telex: COMEU B Telegramadres: COMEUR Brussel.

2 3. Op basis van de verstrekte inlichtingen kwamen de diensten van de Commissie tot de conclusie dat verdere verduidelijking nodig was in verband met de controle op cumulering van in het kader van de regeling "willekeurige afschrijving toegekende steun met steun die wordt toegekend in het kader van andere, bestaande steunregelingen. Bij schrijven nr. D/54631 van 11 september 2000 werd een verzoek om verdere verduidelijking gezonden. De Nederlandse autoriteiten verstrekten deze verduidelijking bij schrijven nr van 14 november 2000 (door de Commissie geregistreerd op 21 november 2000). II. BESCHRIJVING VAN DE BELANGRIJKSTE ELEMENTEN VAN DE REGELING 4. Doel van de regeling Hoofddoel van de regeling is het bevorderen van de economische ontwikkeling in regionale-steungebieden in Nederland, door een fiscale stimulus te geven voor investeringen in nieuwe bedrijfsgebouwen in deze gebieden. 5. Rechtsgrondslag van de regeling: De regeling is gebaseerd op artikel 10 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, op artikel 8 van Wet op de vennootschapsbelasting 1969, op de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving van 15 januari 1996 (Ministeriële regeling nr. WDB96/4M, Stcrt. 11) en op de thans aangemelde aanpassing daarvan, de Wijzigingsregeling Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving. 6. Gebied waar de regeling van toepassing is: De regeling omvat de gemeenten als genoemd in het Besluit subsidies regionale investeringsprojecten (Stcrt. 1995, 79) en de gemeente Lelystad. 7. Sectoren waarop de regeling van toepassing is: a) De regeling geldt voor iedere economische sector, met uitzondering van de productie, verwerking en afzet van de landbouwproducten die zijn vermeld in Bijlage I bij het Verdrag, de visserijsector en de steenkoolindustrie. b) De speciale Staatssteunregels die gelden voor de vervoerssector, de ijzer- en staalindustrie, scheepsbouwsector, synthetischevezelindustrie en de automobielindustrie zullen worden gerespecteerd. 8. In aanmerking komende ondernemingen Alleen ondernemingen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting komen in aanmerking. Beleggingsinstellingen zijn van de regeling uitgesloten. 2

3 9. In aanmerking komende investeringen: De regeling geldt uitsluitend voor investeringen in nieuwe bedrijfsgebouwen waarvoor verplichtingen zijn aangegaan of betalingen plaatsvonden tussen 1 januari en 31 december 1999, en die voldoen aan elk van de volgende voorwaarden: de waarde van de nieuwe bedrijfsgebouwen bedraagt minstens 5 miljoen NLG; de gebouwen zijn gevestigd in een van de gemeenten die voorkomen op de regionale-steunkaart, en de gebouwen zijn in gebruik genomen vóór 1 januari In het kader van de regeling worden de in aanmerking komende investeringsuitgaven omschreven als de netto-investeringsuitgaven (d.i. de totale aanschaffings- of voortbrengingskosten van de nieuwe gebouwen, verminderd met het bedrag dat de investeerder in het kader van de investering ontvangt uit eventuele andere bronnen). 10. Aard van de steun: In het kader van de regeling mogen ondernemingen 50% van de in aanmerking komende investeringsuitgaven willekeurig afschrijven. 11. Behoud van de investering De willekeurige afschrijving wordt onderworpen aan de verplichting dat de betrokken investering gedurende een periode van minimaal vijf jaar behouden blijft. Zo niet wordt de willekeurige afschrijving teruggenomen. 12. Cumulering Steun die onder deze regeling wordt toegekend, kan worden gecumuleerd met andere overheidssteun. 13. Looptijd van de regeling: III. BEOORDELING 14. De Nederlandse autoriteiten hebben voldaan aan de procedurele vereisten van artikel 88, lid 3, EG-Verdrag door voormelde steunregeling aan te melden vooraleer deze ten uitvoer te leggen. 15. In het kader van deze regeling verleent de overheid steun - in de vorm van een willekeurige afschrijving - aan ondernemingen die gevestigd zijn in gemeenten die in aanmerking komen voor de afwijking uit artikel 87, lid 3, onder c). Dankzij de steun in het kader van deze regeling kunnen de begunstigde ondernemingen hun positie ten opzichte van hun concurrenten in andere lidstaten versterken, hetgeen dus dient te worden beschouwd als een beïnvloeding van het handelsverkeer tussen de lidstaten. Derhalve is artikel 87, lid 1, EG-Verdrag van toepassing. 3

4 16. In het kader van de regeling wordt steun verleend ten behoeve van initiële investeringen door ondernemingen - ongeacht de omvang ervan - welke gevestigd zijn in gemeenten die in aanmerking komen voor regionale steun. Daarom heeft de Commissie de regeling getoetst aan artikel 87, lid 3, onder c), en met name aan de Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 1. De uitkomsten van dit onderzoek worden hieronder samengevat. 17. Gebied waar de regeling van toepassing is: Elke gemeente die onder de regeling valt, kwam voor op de Nederlandse regionalesteunkaart zoals die in 1999 van toepassing was (N 48/95 en N 820/96). 18. Sectoren waarop de regeling van toepassing is: (a) (b) De regeling geldt voor iedere economische sector, met uitzondering van de productie, verwerking en afzet van de landbouwproducten die zijn vermeld in Bijlage I bij het Verdrag, de visserijsector en de steenkoolindustrie. De Commissie neemt nota van het feit dat de Nederlandse autoriteiten hebben toegezegd te zorgen voor de naleving van de bijzondere regels die van toepassing zijn voor de volgende sectoren: de transportsector, de ijzer- en staalindustrie 2, de scheepsbouwsector 3, de synthetische vezelindustrie 4 en de automobielindustrie Doel van de steun en de in aanmerking komende uitgaven In het kader van de regeling kan uitsluitend steun worden verleend in verband met investeringen in nieuwe bedrijfsgebouwen in Dergelijke investering kan worden aangemerkt als een "initiële investering" in de zin van punt 4.4 van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen. 20. Aard en intensiteit van de steun: De steun wordt toegekend in de vorm een willekeurige afschrijving ten belope van maximaal 50% van de investeringswaarde. Onder de huidige omstandigheden (het referentiepercentage, de normale afschrijvingsregels en de vennootschapsbelasting die thans in Nederland gelden) is de Commissie van oordeel dat het steunelement van de afschrijvingsfaciliteit tot 6,6% bruto-subsidie-equivalent kan bedragen voor de investering in de betrokken gebouwen. Rekening houdend met de samenstelling van de standaardgrondslag voor regionale steun ten behoeve van initiële investeringen, zoals vastgelegd in Bijlage I van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen, 1 PB C 74 van , blz Beschikking nr. 2496/96/EGKS van de Commissie van 18 december 1996 houdende communautaire regels voor steun aan de ijzer- en staalindustrie (PB L 218 van ) en de kaderregeling voor bepaalde, niet onder het EGKS-Verdrag vallende sectoren van de ijzer- en staalindustrie (PB C 320 van ). 3 Verordening (EEG) nr. 1540/98 van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de steunverlening aan de scheepsbouw (PB L 202 van ). 4 Kaderregeling voor steunmaatregelen in de sector synthetische vezels (96/C 94/07), en de bekendmaking betreffende de verlenging ervan (PB C 24 van ). 5 Communautaire kaderregeling inzake staatssteun aan de automobielindustrie (PB C 279 van ). 4

5 kan dit neerkomen op 2,6% van de waarde van een doorsneevoornemen voor een initiële investering. In ieder geval ligt de steunintensiteit van de regel dus ver onder het regionale steunplafond dat van toepassing is voor gemeenten die onder de regeling vallen. 21. Cumulering met andere regelingen: Cumulering van de willekeurige afschrijving met steun in het kader van andere regionale-steunregelingen is niet uitgesloten. Om toe te zien op de tenuitvoerlegging van de regeling hebben de Nederlandse autoriteiten een centraal meldpunt opgericht, waar potentiële begunstigden van de regelingen aanmelding moeten doen van in aanmerking komende investeringen, willen zij aanspraak kunnen maken op de regeling-"willekeurige afschrijving". De in aanmerking komende investering moet binnen drie maanden na het aangaan van de verplichtingen zijn aangemeld. Bij de aanmelding van de investering, dient de potentiële begunstigde nadere inlichtingen te verstrekken over de cumulering van de regeling-"willekeurige afschrijving" met andere steunregelingen. De Nederlandse autoriteiten hebben toegezegd dat zij, indien nodig, de voordelen van de regeling- "willekeurige afschrijving" zullen beperken, om ervoor te zorgen dat het totale steunbedrag (steun in het kader van de regeling plus steun in het kader van andere regelingen) niet uitkomt boven het regionale-steunplafond dat voor de betrokken regio van toepassing is. 22. Looptijd van de regeling a) De regeling geldt slechts voor de periode tussen 1 januari en 31 december Het betreft hier de periode waarin de investering plaatsvindt welke recht geeft op de mogelijkheid tot willekeurige afschrijving. b) In de begroting 1999 zoals de Nederlandse regering die in 1998 aan het Nederlandse Parlement presenteerde, werd het regeringsvoornemen bekend gemaakt om de regeling toe te passen voor investeringen in 1999, na voorafgaande goedkeuring van de regeling door de Commissie. Zodoende werd het brede publiek begin 1999 in kennis gesteld van het voornemen van de regering om de regeling in 1999 ten uitvoer te leggen. Derhalve is de Commissie van oordeel dat voldaan is aan de voorwaarde dat de steun een stimulerend effect moet hebben, met name gezien het ontbreken van enige vorm van discretionaire macht van de fiscus bij de toekenning van de steun. IV. BESLUIT 23. Mitsdien heeft de Commissie besloten om de steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) verenigbaar te verklaren met het EG-Verdrag. 24. De Nederlandse autoriteiten worden eraan herinnerd dat zij, overeenkomstig artikel 88, lid 3, EG-Verdrag, verplicht zijn de Commissie in kennis te stellen van ieder voornemen om de regeling uit te breiden of aan te passen. 5

6 25. De Nederlandse autoriteiten worden tevens herinnerd aan hun verplichting om jaarlijks bij de Commissie een verslag in te dienen over de tenuitvoerlegging van de regeling. 26. Ingeval deze brief vertrouwelijke gegevens mocht bevatten die niet mogen worden bekendgemaakt, wordt u verzocht de Commissie daarvan binnen vijftien werkdagen vanaf de ontvangst van dit schrijven in kennis te stellen. Ontvangt de Commissie binnen de vastgestelde termijn geen met redenen omkleed verzoek, dan neemt zij aan dat u instemt met mededeling aan derden en bekendmaking van de volledige tekst van dit schrijven in de authentieke taal op Internet: Dit verzoek dient bij aangetekend schrijven of bij faxbericht te worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-generaal Concurrentie Griffie Overheidssteun Jozef II-straat 70 B Brussel Faxnummer: (+32) (0) Gelieve in al uw correspondentie de benaming en het nummer van de steunmaatregel te vermelden. Met bijzondere hoogachting, Voor de Commissie, Mario MONTI 6