Evaluatierapport MOD6 Project Productontwerpen en Module 6

Transcriptie

1 Evaluatierapport MOD6 Project Productontwerpen en Module dr. ir. H.A. Visser 71% geslaagd na eerste poging De evaluatiecommissie heeft project Productontwerpen en Module 6 via een enquête geëvalueerd. De enquête is naar 140 studenten verstuurd, hiervan zijn er 24 teruggekomen. Dit is een respons van 17%. Module 6 De module krijgt als cijfer een 2,8 wat niet voldoende is voor een bachelor periode. Er wordt vooral veel geklaagd over de wisselende hoge studiedruk en dan voornamelijk de studiedruk voor de kerstvakantie. Hier hadden studenten naar hun mening veel colleges en tentamens. De inlever- en tentamenmomenten scoren dan ook een 2,3. Project Productontwerpen Het project krijgt als cijfer een 3,2 wat voldoende is voor een bachelor project. De organisatie van het project scoort hoge cijfers net als de afstemming met het moduleonderdeel Verwerking en Eigenschappen van Kunststoffen met een 3,9. De afstemming met de andere drie moduleonderdelen, Oppervlaktetechnologie en Materialen, Math C2 en Elasticiteitstheorie scoren allemaal laag met cijfers rond de 2,4. Studenten vinden het leerzaam om in een multidisciplinair team te werken, dit scoort een 3,5. Wel scoort de samenwerking met Industrieel Ontwerpen (3,5) hoger dan de samenwerking met Technische Bedrijfskunde studenten (2,7). De beoordeling/toetsing scoort aan de lage kant met een 2,5. Vooral het cijfer voor Het was duidelijk waarop ik beoordeeld zou worden zorgt voor dit lage cijfer met een 2,2. Over de structuur van het project wordt veel geklaagd in de enquêtes. Veel studenten geven aan dat er een scheiding ontstond tussen de Werktuigbouwkundestudenten en de studenten van andere studies. Dit omdat Industrieel Ontwerpen en Technische Bedrijfskunde samen aan het verslag werkten en Werktuigbouwkunde hun eigen deel had, de specialisaties. Ook was er veel vrijheid in het begin van de module wat ervoor zorgde dat het onduidelijk was wat er gedaan kon/moest worden. De specialisaties scoren over het algemeen erg goed met een 4,0 voor relevantie en inhoud en een 3,9 voor de practica. De practica specialisatie Ontwerpen in Kunststoffen scoort wel een stuk onder gemiddeld met een 2,8. Dit zijn de meest opvallende conclusies die uit de resultaten van de enquête getrokken kunnen worden. Voor de interpretatie van de feiten is gebruik gemaakt van het commentaar dat studenten bij de vragen gaven. Een snel overzicht van de beoordeling is weergegeven in de grafiek aan het einde van dit rapport. Aanbevelingen van vorige evaluatie Er is geen ouder rapport gevonden van dit project. Het is dus niet mogelijk om de aanbevelingen van de vorige evaluatie te noemen.

2 Aanbevelingen van de commissie Uit de resultaten blijkt dat er mogelijkheden tot verbetering van de periode en het project zijn. Hieronder volgen enkele aanbevelingen die volgens de commissie in dit geval tot verbetering zouden leiden. Periode 6: Verander de planning zodat de studiedruk wat meer verdeeld wordt. Project 6: Verander de indeling van het project voor Werktuigbouwkunde; de aansluiting met de twee andere studies is nu niet goed, wat veel studenten aangeven jammer te vinden. Het concept van een multidisciplinaire groep krijgt veel waardering, maar de uitvoering mi nder. Probeer meer aansluiting te creëren met andere moduleonderdelen; drie moduleonderdelen scoren onvoldoende wat betreft de aansluiting tot het project, mocht dit verbeterd kunnen worden dan kan dit positieve gevolgen hebben voor de hele module. Verbeter de practica van de specialisatie Ontwerpen in Kunststoffen; dit scoort ook niet voldoende en aangezien de practica een groot deel van de specialisatie waren, is het goed om dit te verbeteren. Overzichtsgrafiek: De cijfers zijn gegeven in een 5-punts Likert-schaal gegeven. Als het gemiddelde cijfer lager is dan een 3, dan is het project onvoldoende. De staven geven het cijfer aan, de dunne lijntjes geven de afstand van één maal de standaarddeviatie als maat voor de spreiding.

3 Uitleg cijfers toetsingscriteria Onderstaande cijfers zijn bepaald uit de grafiek op de laatste pagina van dit document. De cijfers zijn op de volgende manier berekend: Cijfers toetsingscriteria project Het cijfer bij Gevoelscijfer volgt uit het cijfer bij Gegeven cijfer project. Het cijfer Studeerbaarheid volgt uit het gemiddelde van de cijfers bij Onderwerp uitdagend en Geschikt groepswerk. Het cijfer bij Relevantie volgt uit het cijfer bij Project relevant voor de opleiding. Het cijfer Begeleiding/coördinatie volgt uit het gemiddelde van de cijfers bij Begeleiding tutor, Coördinatie project goed en Duidelijk waar terecht vaktechnische vragen. Het cijfer bij Toetsing volgt uit het gemiddelde van de cijfers bij Duidelijk waarop beoordeeld en Eens met gegeven cijfers. Het cijfer Gemiddeld cijfer volgt uit het gemiddelde van alle gegeven cijfers. Cijfers toetsingscriteria kwartiel Het cijfer bij Totaal cijfer volgt uit het cijfer bij Gegeven cijfer periode. Het cijfer bij Kwaliteit moduleonderdelen volgt uit het gemiddelde van de vragen over de kwaliteit van de andere moduleonderdelen. Cijfers toetsingscriteria project Gevoelscijfer 2,6 Studeerbaarheid 3,1 Relevantie 3,6 Coördinatie/begeleiding 3,1 Toetsing 2,5 Gemiddeld cijfer 3,2 Cijfers toetsingscriteria periode Totaalcijfer 2,8 Kwaliteit moduleonderdelen 3,3

4 Welk cijfer zou je de periode waarin dit project liep in zijn geheel geven? De inlever- en tentamenmomenten waren goed verdeeld over de periode Welk cijfer zou je dit project geven? Het onderwerp 'Productontwerpen' was interessant Het project vind ik relevant voor mijn opleiding Dit project was geschikt om als groep aan te werken De tijd die voor het project stond was goed De projectcolleges waren nuttig voor het project De begeleiding door de tutor was goed De organisatie van het project was goed Het was duidelijk waar ik terecht kon voor vragen over het project Het was duidelijk waarop ik beoordeeld zou worden Ik ben het eens met de cijfers die gegeven werden Verwerking en Eigenschappen van Kunststoffen Oppervlaktetechnologie en Materialen Elasticiteitstheorie Math C2: Peano Theorie benodigd voor het project werd op tijd uitgelegd De specialisatie vind ik relevant voor mijn opleiding De inhoud van de specialisatie vind ik interessant De informatievoorziening over de specialisatie was goed De docent(en) was/waren beschikbaar voor vragen De structuur van de practica was goed Het was leerzaam om in een multidisciplinair team te werken De samenwerking met de studenten Industrieel ontwerpen in mijn projectgroep De samenwerking met de studenten Technische Bedrijfskunde in mijn

5 Evaluatierapport Math C dr. M.A. Bochev 29% geslaagd na eerste poging De evaluatiecommissie heeft het module-onderdeel Math C2 via een enquête geëvalueerd. De enquête is naar 133 studenten verstuurd, hiervan zijn er 40 teruggekomen. Dit is een respons van 30%. Het vak module-onderdeel Math C2 scoort een 3,0 wat net voldoende is. De stellingen: Het vak vind ik relevant voor mijn opleiding en de proeftentamens hebben mij geholpen bij de voorbereiding op het tentamen scoorden het hoogst met een 3,8. De stellingen: het tentamen was representatief voor de stof en het is mij duidelijk hoe de verschillende begrippen van het vak op elkaar aansloten scoorden het slechts met respectievelijk een 2,4 en een 1,8, wat dus onvoldoende is. De hoorcolleges scoren een 3,0, hierover wordt wel enkele malen opgemerkt dat ze saai zijn en niet altijd even goed aansluiten op de werkcolleges. Uit de enquête blijkt ook dat studenten de studiedruk van het module onderdeel te hoog vinden. Dit module onderdeel, wat in andere jaren over 8 weken werd uitgespreid, is in module 6 in 4 weken gepropt en getoetst. Verder waren de studenten ook niet te spreken over het tentamen. Het overgrote deel van de studenten geeft aan dat de werkcollegeopgaven niet representatief zijn voor de tentamenstof (zowel qua niveau als vraagstelling). De oefententamens waren wel representatief voor het daadwerkelijke tentamen, maar wel weer totaal anders dan de werkcollegeopgaven. Studenten geven daarom ook meerdere malen aan dat het stampen van de oefententamens waarschijnlijk leidt tot een beter resultaat dan wanneer men netjes alle werkcollegeopgaven maakt. Op de vraag waarom men niet naar de werkcolleges gaat, mocht dat het geval zijn, antwoordden studenten vooral dat ze de werkvorm niet prettig vinden of het werk thuis al af hadden gemaakt. Op de vraag waarom men geen vragen stelt, mochten ze die hebben, antwoordden de studenten dat ze met hulp van medestudenten (beter) uit hun vragen komen. Dit zijn de meest opvallende conclusies die uit de resultaten van de enquête getrokken kunnen worden. Voor de interpretatie van de feiten is gebruik gemaakt van het commentaar dat studenten bij de vragen gaven. Een snel overzicht van de beoordeling is weergegeven in de grafiek aan het einde van dit rapport. Aanbevelingen van vorige evaluatie Er is geen ouder rapport gevonden van dit vak. Het is dus niet mogelijk om de aanbevelingen van de vorige evaluatie te noemen. Aanbevelingen van de commissie Uit de resultaten blijkt dat er mogelijkheden tot verbetering van het vak zijn. Hieronder volgen enkele aanbevelingen die volgens de commissie in dit geval tot verbetering zouden leiden. Verlaag de studiedruk, verspreid het vak over een langere periode zoals voorheen. Zorg dat de werkcollegeopgaven en de (oefen)tentamens beter op elkaar aansluiten. Maak de hoorcolleges interessanter, Math C2 is droge stof maar probeer bijvoorbeeld zo nu en dan praktijk voorbeelden te gebruiken om de stof interessanter te maken.

6 Opvallende feiten Studenten geven meerdere malen aan dat het stampen van de oefententamens waarschijnlijk leidt tot een beter resultaat dan wanneer men netjes alle werkcollegeopgaven maakt. Dit module-onderdeel, wat in andere jaren over 8 weken werd verspreid, is in module 6 in 4 weken gepropt en getoetst.

7 Overzichtsgrafiek: De cijfers zijn gegeven in een 5-punts Likert-schaal gegeven. Als het gemiddelde cijfer lager is dan een 3, dan is het vak onvoldoende. De staven geven het cijfer aan, de dunne lijntjes geven de afstand van één maal de standaarddeviatie als maat voor de spreiding. Uitleg cijfers toetsingscriteria Onderstaande cijfers zijn bepaald uit de grafiek op de laatste pagina van dit document. De cijfers zijn op de volgende manier berekend: Het gevoelscijfer is het algemene cijfer dat de studenten het vak geven. Het cijfer Studeerbaarheid volgt uit het gemiddelde van de vragen met betrekking tot het studiemateriaal. Het cijfer bij Relevantie volgt uit het cijfer bij Relevant voor de opleiding. Het cijfer bij Kwaliteit onderwijs volgt uit het gemiddelde van alle hoorcollege-, werkcollege- en eventueel practicumvragen. Het cijfer Coördinatie/planning volgt uit het gemiddelde van de cijfers bij Informatievoorziening en Beschikbaarheid docent. Het cijfer Toetsing volgt uit het gemiddelde van alle tentamenvragen. Het cijfer Gemiddeld cijfer volgt uit het gemiddelde van de cijfers voor alle vragen. Cijfers toetsingscriteria vak Gevoelscijfer 2,6 Studeerbaarheid 3,0 Relevantie 3,8 Kwaliteit onderwijs 3,1 Coördinatie/planning 3,3 Toetsing 1,8 Gemiddeld cijfer 3,0

8 Het vak vind ik relevant voor mijn opleiding De inhoud van het vak vind ik interessant De informatievoorziening over het vak was goed De docent(en) was/waren beschikbaar voor vragen Ik heb veel geleerd van dit vak Het is mij duidelijk hoe de verschillende begrippen van het vak op elkaar aansloten. De structuur van de hoorcolleges was goed Door de hoorcolleges werd de stof duidelijker Het gebruik van bord/sheets was goed De werkcolleges droegen ertoe bij dat de stof duidelijker werd De docent gaf goede terugkoppeling op het werk De verschillende werkvormen (hoorcolleges, werkcolleges, etc.) sloten goed op elkaar aan. Het studiemateriaal (schriftelijk en elektronisch) dekte de stof goed De kwaliteit (leesbaarheid, niveau en samenhang) van het schriftelijk studiemateriaal was Er waren genoeg oefenvragen die zorgden voor een beter begrip van de stof De proeftentamens hebben mij geholpen bij de voorbereiding op het tentamen Het tentamen was representatief voor de stof

9 Evaluatierapport MOD 6 Elasticiteitstheorie prof. dr. Luding 52% geslaagd na eerste poging De evaluatiecommissie heeft het module-onderdeel Elasticiteitstheorie via een enquête geëvalueerd. De enquête is naar 133 studenten verstuurd, hiervan zijn er 49 teruggekomen. Dit is een respons van 37%. Het moduleonderdeel Elasticiteitstheorie scoort goed op alle gebieden. Het gemiddeld cijfer is een 3,9 wat ruim voldoende is voor een bachelor moduleonderdeel. Op alle andere onderdelen scoort het module onderdeel rond de 4,0, met uitzondering van de Kwaliteit van onderwijs dat een 3,2 krijgt. Studenten vinden het vak goed in elkaar zitten en hebben maar een paar aanmerkingen. De docent geeft de colleges in het Nederlands, wat niet zijn moedertaal is. Hierdoor zijn de colleges niet altijd even goed verstaanbaar. Meerdere studenten gaven aan dat zij het niet erg hadden gevonden om de colleges in het Engels te krijgen, mocht de docent hier zich beter in kunnen redden. Verder was een deel van de stof niet in het dictaat opgenomen, dit deel moest uit de colleges of van internet gehaald worden. Dit zijn de meest opvallende conclusies die uit de resultaten van de enquête getrokken kunnen worden. Voor de interpretatie van de feiten is gebruik gemaakt van het commentaar dat studenten bij de vragen gaven. Een snel overzicht van de beoordeling is weergegeven in de grafiek aan het einde van dit rapport. Aanbevelingen van vorige evaluatie Er is geen ouder rapport gevonden van dit moduleonderdeel. Het is dus niet mogelijk om de aanbevelingen van de vorige evaluatie te noemen. Aanbevelingen van de commissie Uit de resultaten blijkt dat er mogelijkheden tot verbetering van het moduleonderdeel zijn. Hieronder volgen enkele aanbevelingen die volgens de commissie in dit geval tot verbetering zouden leiden. Probeer alle stof in het dictaat op te nemen; Er is een dictaat speciaal voor dit vak dus zou het voor de studenten fijn zijn als alle stof hier ook in opgenomen kan worden. Mocht de docent zich beter kunnen redden in het Engels, overweeg dan om de voertaal van de colleges te veranderen naar Engels. Opvallende feiten Een paar studenten gaven aan het tentamen te makkelijk te vinden.

10 Overzichtsgrafiek: De cijfers zijn gegeven in een 5-punts Likert-schaal gegeven. Als het gemiddelde cijfer lager is dan een 3, dan is het moduleonderdeel onvoldoende. De staven geven het cijfer aan, de dunne lijntjes geven de afstand van één maal de standaarddeviatie als maat voor de spreiding. Uitleg cijfers toetsingscriteria Onderstaande cijfers zijn bepaald uit de grafiek op de laatste pagina van dit document. De cijfers zijn op de volgende manier berekend: Het gevoelscijfer is het algemene cijfer dat de studenten het moduleonderdeel geven. Het cijfer Studeerbaarheid volgt uit het gemiddelde van de vragen met betrekking tot het studiemateriaal. Het cijfer bij Relevantie volgt uit het cijfer bij Relevant voor de opleiding. Het cijfer bij Kwaliteit onderwijs volgt uit het gemiddelde van alle hoorcollege-, werkcollegeen eventueel practicumvragen. Het cijfer Coördinatie/planning volgt uit het gemiddelde van de cijfers bij Informatievoorziening en Beschikbaarheid docent. Het cijfer Toetsing volgt uit het gemiddelde van alle tentamenvragen. Het cijfer Gemiddeld cijfer volgt uit het gemiddelde van de cijfers voor alle vragen. Cijfers toetsingscriteria moduleonderdeel Gevoelscijfer 3,5 Studeerbaarheid 4,1 Relevantie 4,2 Kwaliteit onderwijs 3,2 Coördinatie/planning 3,8 Toetsing 4,0 Gemiddeld cijfer 3,9

11 Welke cijfer zou je dit vak geven op een schaal van 1-5? Het vak vind ik relevant voor mijn opleiding De inhoud van het vak vind ik interessant De informatievoorziening over het vak was goed De docent(en) was/waren beschikbaar voor vragen De structuur van de hoorcolleges was goed Door de hoorcolleges werd de stof duidelijker Het gebruik van bord/sheets was goed De werkcolleges droegen ertoe bij dat de stof duidelijker werd De docent gaf goede terugkoppeling op het werk Het studiemateriaal (schriftelijk en elektronisch) dekte de stof goed De kwaliteit (leesbaarheid, niveau en samenhang) van het schriftelijk studiemateriaal was goed Er waren genoeg oefenvragen die zorgden voor een beter begrip van de stof Het tentamen was een goede afspiegeling van de stof Ik kon me goed voorbereiden voor het tentamen

12 Evaluatierapport MOD6 Oppervlaktetechnologie en Materialen prof.dr.ir. D.J. Schipper 63% geslaagd na eerste poging De evaluatiecommissie heeft het module-onderdeel Oppervlaktetechnologie en Materialen via een e- mailenquête geëvalueerd. De enquête is naar 180 studenten verstuurd, hiervan zijn er 39 teruggekomen. Dit is een respons van 22%. Het moduleonderdeel Oppervlaktetechnologie en Materialen scoort een 2,3 wat onvoldoende is voor een bachelor moduleonderdeel. Op de inhoud (3,3) en relevantie (3,7) van het moduleonderdeel na worden en geen voldoendes gegeven. Vooral het studiemateriaal en het goed kunnen voorbereiden op het tentamen scoort laag met cijfers tussen de 1,0 en 2,0. Veel studenten geven aan een rode draad te missen in het moduleonderdeel. Veel onderwerpen kwamen aan bod maar deze hadden geen samenhang. Er waren veel verschillende docenten die colleges gaven maar deze stemden hun colleges niet goed op elkaar af. Er waren slechts twee oefenopgaven en geen oefententamen wat de voorbereiding voor het tentamen erg lastig maakte. Verder werd vlak voor het tentamen pas duidelijk dat het aanbevolen (niet verplichte) boek bij het tentamen gehouden mocht worden. Dit zijn de meest opvallende conclusies die uit de resultaten van de enquête getrokken kunnen worden. Voor de interpretatie van de feiten is gebruik gemaakt van het commentaar dat studenten bij de vragen gaven. Een snel overzicht van de beoordeling is weergegeven in de grafiek aan het einde van dit rapport. Aanbevelingen van vorige evaluatie Er is geen ouder rapport gevonden van dit moduleonderdeel. Het is dus niet mogelijk om de aanbevelingen van de vorige evaluatie te noemen. Aanbevelingen van de commissie Uit de resultaten blijkt dat er mogelijkheden tot verbetering van het moduleonderdeel zijn. Hieronder volgen enkele aanbevelingen die volgens de commissie in dit geval tot verbetering zouden leiden. Leg een rooie draad aan in het moduleonderdeel; studenten geven aan het wel een relevant en interessant moduleonderdeel te vinden maar ze missen simpelweg structuur. Verschillende docenten hoeft niet erg te zijn, maar zorg wel dat alle colleges op elkaar afgestemd zijn. Zorg voor meer oefenmateriaal; studenten geven aan een slecht idee te hebben wat er van hun gevraagd kon worden op het tentamen. Probeer te werken met reader of verplicht een boek; waar de hoorcolleges slecht studeerbaar waren had een reader of boek een goede aanvulling kunnen zijn. Er werd nu weliswaar een boek aanbevolen om te kopen maar veel studenten hadden het idee dat het niet veel toegevoegde waarde zou hebben.

13 Reactie van de docent Ik sta er versteld van dat op basis van 22% er dergelijke conclusies/aanbevelingen worden gegeven. Elke student dient het formulier in te vullen en niet een bepaalde groep. Voor het tentamen zijn veel oefenopgaven tijdens de colleges gemaakt en het boek bevat oefenopgaven/voorbeelden. Genoeg oefenstof. Dat de studenten het boek niet kopen is aan hen. Minder dan 20 studenten hebben het boek aangeschaft. Ik ga niet iets verplichten. De rode draad is duidelijk aangegeven in het inleidend college. Er is juist door ons heel veel tijd gestoken in de onderlinge samenhang. Het heeft m.i. geen zin om verder op de opmerkingen in te gaan omdat deze zijn gemaakt door een bepaalde groep in het cohort. Overzichtsgrafiek: De cijfers zijn gegeven in een 5-punts Likert-schaal gegeven. Als het gemiddelde cijfer lager is dan een 3, dan is het moduleonderdeel onvoldoende. De staven geven het cijfer aan, de dunne lijntjes geven de afstand van één maal de standaarddeviatie als maat voor de spreiding. Uitleg cijfers toetsingscriteria Onderstaande cijfers zijn bepaald uit de grafiek op de laatste pagina van dit document. De cijfers zijn op de volgende manier berekend: Het gevoelscijfer is het algemene cijfer dat de studenten het moduleonderdeel geven. Het cijfer Studeerbaarheid volgt uit het gemiddelde van de vragen met betrekking tot het studiemateriaal. Het cijfer bij Relevantie volgt uit het cijfer bij Relevant voor de opleiding. Het cijfer bij Kwaliteit onderwijs volgt uit het gemiddelde van alle hoorcollege-, werkcollegeen eventueel practicumvragen. Het cijfer Coördinatie/planning volgt uit het gemiddelde van de cijfers bij Informatievoorziening en Beschikbaarheid docent. Het cijfer Toetsing volgt uit het gemiddelde van alle tentamenvragen. Het cijfer Gemiddeld cijfer volgt uit het gemiddelde van de cijfers voor alle vragen. Cijfers toetsingscriteria moduleonderdeel Gevoelscijfer 2,2 Studeerbaarheid 1,7 Relevantie 3,7 Kwaliteit onderwijs 2,8 Coördinatie/planning 2,0 Toetsing 1,7 Gemiddeld cijfer 2,3

14 Welke cijfer zou je dit vak geven op een schaal van 1-5? Het vak vind ik relevant voor mijn opleiding De inhoud van het vak vind ik interessant De informatievoorziening over het vak was goed De docent(en) was/waren beschikbaar voor vragen De structuur van de hoorcolleges was goed Door de hoorcolleges werd de stof duidelijker Het gebruik van bord/sheets was goed Het studiemateriaal (schriftelijk en elektronisch) dekte de stof goed De kwaliteit (leesbaarheid, niveau en samenhang) van het schriftelijk studiemateriaal was goed Er waren genoeg oefenvragen die zorgden voor een beter begrip van de stof Het tentamen was een goede afspiegeling van de stof Ik kon me goed voorbereiden voor het tentamen

15 Evaluatierapport Verwerken en Eigenschappen van Kunststoffen dr. ir. H.A. Visser 28% geslaagd na eerste poging De evaluatiecommissie heeft het module-onderdeel Verwerken en Eigenschappen van Kunststoffen (VEK) via een enquête geëvalueerd. De enquête is naar 136 studenten verstuurd, hiervan zijn er 26 teruggekomen. Dit is een respons van 19%. Het vak VEK scoort gemiddeld een 4,1 wat een ruime voldoende is. De stellingen: De docent was beschikbaar voor vragen en De informatie voorziening over het vak was goed scoorden het hoogst met respectievelijk een 4,6 en 4,5. De stellingen: Er waren genoeg oefenvragen die zorgden voor een beter begrip van de stof en Ik vond het gastcollege van DSM relevant scoorden het laagst met respectievelijk een 3,6 en 3,3. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat studenten het gastcollege van DSM wel heel interessant vonden. Verder geven studenten aan dat ze graag wat meer oefenvragen/oefententamens (of werkcolleges) willen hebben, aangezien de opgaven aardig pittig waren. Bij de voorbereiding op het tentamen stuitte men namelijk op het probleem dat men naast het oefententamen, alleen met de handvol werkcollege-opgaven kon oefenen. De studiedruk wordt door bijna elke student als goed beschouwd. Verder worden er heel veel complimenten gegeven over de manier van college geven en de opzet van het vak. Dit zijn de meest opvallende conclusies die uit de resultaten van de enquête getrokken kunnen worden. Voor de interpretatie van de feiten is gebruik gemaakt van het commentaar dat studenten bij de vragen gaven. Een snel overzicht van de beoordeling is weergegeven in de grafiek aan het einde van dit rapport. Aanbevelingen van vorige evaluatie Er is geen ouder rapport gevonden van dit vak. Het is dus niet mogelijk om de aanbevelingen van de vorige evaluatie te noemen. Aanbevelingen van de commissie Uit de resultaten blijkt dat er mogelijkheden tot verbetering van het vak zijn. Hieronder volgen enkele aanbevelingen die volgens de commissie in dit geval tot verbetering zouden leiden. Zorg voor meer oefenopgaven/oefententamens of werkcolleges zodat studenten meer vertrouwd kunnen raken met de stof. Ga vooral zo door. In de enquête worden er meerdere malen complimenten gegeven voor de manier van college geven en de opzet van het vak.

16 Reactie Docent Dit jaar is voor het eerst dat er 3 volledige werkcolleges gegeven zijn, ik had hier juist een verbetering i.p.v. een verslechtering verwacht. Qua oefenmateriaal vindt ik het persoonlijk zeker niet weinig (het kost al aardig wat tijd om hier goed door te worstelen). In totaal gaat het om meer dan 6 oefenopgaven (dus meer dan 2 tentamens), waarvoor van de rekenwerk (die juist oefening vraagt) 4 oefenopgaven zijn! Tijdens het tentamen heb ik trouwens 1 deelvraag letterlijk overgenomen van een werkcollege. Deze deelvraag is zeer slecht gemaakt. Ik vraag me daarom sterk af in hoeverre de werkcolleges als oefenmateriaal gebruikt zijn (en hoe serieus ik dit commentaar moet nemen). Daar komt nog bij dat ik in het verleden ook van andere tentamens de opgaven + uitwerkingen online gezet. De assertieve student kan deze dus zeker terugvinden in de tentamenbak van Newton. De andere verassing was de relevantie van het DSM gastcollege. Ik organiseer dit college juist om de relevantie van het vak vorm te geven; de leerstof wordt in een praktisch daglicht gezet. Blijkbaar komt dat niet helemaal goed over. Ik zal eens kijken hoe ik daar beter invulling aan kan geven. Waar ik benieuwd naar ben is of dit relevantiecijfer ook zo laag uit zou vallen als ik van tevoren had aangekondigd dat ik 1 tentamenvraag volledig op het college zou gaan baseren... Gelukkig wordt het college zelf wel als interessant beschouwd. Overzichtsgrafiek: De cijfers zijn gegeven in een 5-punts Likert-schaal gegeven. Als het gemiddelde cijfer lager is dan een 3, dan is het vak onvoldoende. De staven geven het cijfer aan, de dunne lijntjes geven de afstand van één maal de standaarddeviatie als maat voor de spreiding. Uitleg cijfers toetsingscriteria Onderstaande cijfers zijn bepaald uit de grafiek op de laatste pagina van dit document. De cijfers zijn op de volgende manier berekend: Het gevoelscijfer is het algemene cijfer dat de studenten het vak geven. Het cijfer Studeerbaarheid volgt uit het gemiddelde van de vragen met betrekking tot het studiemateriaal. Het cijfer bij Relevantie volgt uit het cijfer bij Relevant voor de opleiding. Het cijfer bij Kwaliteit onderwijs volgt uit het gemiddelde van alle hoorcollege-, werkcollege- en eventueel practicumvragen. Het cijfer Coördinatie/planning volgt uit het gemiddelde van de cijfers bij Informatievoorziening en Beschikbaarheid docent. Het cijfer Toetsing volgt uit het gemiddelde van alle tentamenvragen. Het cijfer Gemiddeld cijfer volgt uit het gemiddelde van de cijfers voor alle vragen. Cijfers toetsingscriteria vak Gevoelscijfer 4,1 Studeerbaarheid 3,9 Relevantie 4,2 Kwaliteit onderwijs 4,3 Coördinatie/planning 4,5 Toetsing 4,1 Gemiddeld cijfer 4,1

17

18 Het vak vind ik relevant voor mijn opleiding De inhoud van het vak vind ik interessant De informatievoorziening over het vak was goed De docent(en) was/waren beschikbaar voor vragen Ik heb veel geleerd van dit vak Het is mij duidelijk hoe de verschillende begrippen van het vak op elkaar De structuur van de hoorcolleges was goed Door de hoorcolleges werd de stof duidelijker Het gebruik van bord/sheets was goed De werkcolleges droegen ertoe bij dat de stof duidelijker werd De docent gaf goede terugkoppeling op het werk De verschillende werkvormen (hoorcolleges, werkcolleges, etc.) sloten goed op Het studiemateriaal (schriftelijk en elektronisch) dekte de stof goed De kwaliteit (leesbaarheid, niveau en samenhang) van het schriftelijk Er waren genoeg oefenvragen die zorgden voor een beter begrip van de stof De proeftentamens hebben mij geholpen bij de voorbereiding op het tentamen Het tentamen was representatief voor de stof Ik vond het gastcollege van DSM relevant Ik vond het gastcollege van DSM interessant